N» 53. 130' Jaargang! 1887! Donderdag 3 Maart. IpiMe eenscli ratelt: KENNISGEVING. Rijks-belastingen. Rijks-belastingen. MTIOMLE MILITIE. Middelburg 2 Maart. Dit blad verschijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 8/m. franco f 8.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentien 20 Cent per regel; Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Ontheffing van den werkelijken dienst voor geestelijken en studenten in de godgeleerdheid. Zij ondermijnen de maatschappij en willen ItlIDDELBll Agenten te Vlissingen: P. G. de VeyMestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. van dee Peijx, te Zierikzee: A. C. de Moou,te Tholen: W. A. van Nieuwenhuijzen. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjis en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger De commissaris des konings in Zeeland, gezien het besluit der gedeputeerde staten van 25 Fe bruari 1S87, no 84gelat op art. 11 der wet van 13 -Juni 1857. Staatsblad no 87 maakt bekend dat: lo de jacht op houtsnippen en waterwild op 12 Maart en die op watersnippen op 15 April zal gesloten zijn 2o hét weispel van kwartelen alleen vau 2 Mei tot en met 16 Juli zal geoorloofd wezen 3o de kooieenden door den kooiman moeten worden opgesloten of gehokt van 31 Maart tot en met 30 April en van 4 Juli tot de opening der jacht op waterwild 4o de visscherij van 31 Maart tot en met 31 Mei zal gesloten zijn, voor zooveel betreft het virschen roet de zegen of met het sleepnet; 5o de vis?cherij met de overige voor deze provincie geoorloofde vischtnigen zal gesloten zijn van 15 April tot en met 14 Mei 6o gedurende den gesloten vischtijd, sub 5 vermeld, in de wateren, waarop de sluiting der visscherij toepasselijk is, het vissehen van paling, doch alléén met aalkorven van wisschen of teenen gevlochten, zal mogen plaats hebben. Middelburg, 28 Februari 1887. De commissaris des konings voornoemd, DE BRAUW. De burgemeester van Middelburg maakt bekend: dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger der directe belastingen ter invordering zijn ver zonden de door den provincialen inspecteur der directe belastingen enz. te Middelburg, den 26 Februari 1887, invorderbaar verklaarde kohieren n°. 9, 10 en 11 der personeele belastiDg, voor het dienstjaar 1886/7, met uitnoodiging aan ieder wien zulks aangaat, om na bekomen kennisgeving van zijnen aanslag, ten spoedigste het door hem verschuldigde te kwijten, met heriuneringtevens, dat de bezwaren, welke dienar.ngaande mochten bestaan, binnen drie maanden na heden behoor en te wurden ingediend terwijl hij voorts de belastingplichtigen, die in den ioop des dienstjaar^ een perceel verlaten, zonder daarin eenige roerende goederen of iemand in hunnen dienst achter te laten, indachtig maakt op de gunstige bepaling van art. 7 der wet op de personeele belasting van den 9 April (Stbl. n° 59.) Hiervan is heden afkondiging geschied waar het behoort. Middelburg, den 1 Maart 1887. De burgemeester voornoemd, PICKE. De burgemeester van Middelburg maakt bekend! dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger der directe belastingen ter invordering is verzonden het door den provincialen inspecteur der directe belastingen enz. te Middelburg, den 28en Februari 1887, invorderb aar verklaarde kohier No. 6 van het patentrecht over het 3e kwartaal voor het dienstjaar 1886/7, met uitnoodiging aan ieder, wien zulks aangaat, om, na bekomen kennis geving van zijnen aanslag, ten spoedigste het door hem verschuldigde te kwijten, met herin nering tevens, dat de bezwaren, welke dienaan gaande mochten bestaan, binnen drie maanden na heden bekooren te worden ingediend. Hiervan is heden afkondiging geschied waar het behoort. Middelburg, den 1 Maart 1887. De burgemeester voornoemd, P I C K De burgemeester en wethouders van Middelburg; gelet op artikel 127 der wet op de Nationale Militie van den 19 Augustus 1861 Staatsblad n°. 72) herinneren de geesteh)ken c*n bedienaren van aen godsdienst bij de erkende kerkgenoot schappen en de studenten in de godgeleerdheid, die daartoe aan erkende inrichtingen van onder wijs worden opgeleid en dit jaar voor den dienst der nationale militie zijn aangewezen, dat zij hunne aanvragen, bedoeld in de eerste zinsnede van art. 127 der boven gemelde wet, vóór den 1 April a. behooren in te dienen bij den burge meester der gemeente, binnen welke zij voor de nationale militie zijn ingeschreven. Middelburg, den 1 Maart 1887. De burgemeester en wethouders voornoemd, F. ERMERINS, l. b. L*e secretaris, A. DE YULDER VAN NOORDEN. Wij leven in een moeilijken tijd in dagen van beroering en agitatie op verschillend gebied. Jaren lang reeds zijn stoffen vergaard, die slechts een enkele vonk noodig hadden om te ontploffen en gevaar op te leveren voor onze samenleving. Het was tronwens te wachten dat de socialistische woelingen, die buiten onze grenzen voorvielen, ook in ons midden zich zouden vertoonenterwijl zich daarbij voegde het karakteristiek Nederlandsche verschijnsel van Protestantseh kerkelijke twisten. Voor de socialistische woelingen waren de laatste slechte jaren bijzonder gunstig; de historie van eeuwen her bewijst, dat ons land steeds een vruehtbare bodem is voor godsdienst- veeten, waarin na de reformatie vooral de protes- teerende partij het sterkst zich toonde. Iedere bladzijde van onze vaderlandsche geschiedenis getuigt ervande gebeurtenissen met Oidenbarneveld en de gebr. De Witt spreken te duidelijk van den invloed, dien zulk een strijd heeftmaar ook in deze dagen ontdekken wij telkens weer de verderfelijke macht van zulke twisten. Zij oefenen een verlammenden invloed nit op tal van maat schappelijke vraagstukkenhet is of niets is geleerd, alsof wij niets zijn vooruitgegaan. Met blindheid als het ware geslagen, wekt men beroering met het oog op het eenwig heil? terwijl men zich niet eraan stoort, al wordt het t ij del ij k welzijn van het menschdom ook met voeten getreden. In plaats van op dit standpunt beide nauw aan elkaar te verbinden; het een noch het ander uit het oog te verlie zen, gaat men eenzijdig slechts één kant uit. Naast heu staan zij, die, jagend naar het aardsch geluk van een zeker deel der men- schen, in hunne pogingen om dat te bevorderen aan even groote buitensporigheid, maar in andere richting, zich schuldig maken. Wie, die slechts eenig belang stelt in de algemeene samenleving, zal niet beamen, dat er ontzaglijk veel te verbeteren valt; dat er ellende heerscht, leed geleden wordt; maar tevens niet met erkentelijkheid getuigen dat er ook veel gedaan wordt om dat alles te lenigen Toch blijft er nog zeer veel te wenschen over; er dienen andere middelen te worden aangegrepen om verbetering te brengen in menigen maatschappelijken toestandde ar beidende klasse kan in ons land meer aanspraak maken op behartiging harer belangen, al worden er op dien weg nu gelukkig meer en meer stappen gezet. Doeh er zijn tal van andere omstandigheden die invloed uitoefenen op den algemeenen toestand der maatschappij oorzaken, niet zoo gemakkelijk na te gaan, niet zoo licht op te heffen. Zij doen zich bij alle standen, in alle landen gevoelenen een enkele blik in elks naaste omgeving kan ons overtuigen, dat niet alleen de werkmansstand maar ook de indus trieel en tal van anderen gebukt gaan onder de slechte tijden, de gevolgen van die niet gemakkelijk te peilen oorzaken. Voorzichtigheid en beleid zijn eerste ver eischten voor hem, die in deze als hervormer wil optreden. En men weet: dit zijn nu juist niet de kenmerkende eigenschappen van de leiders der socialistische partij in ons land. Aan groote eenzijdigheid paart zich bij hen bovendien eene bitterheid, eene scherpte, eene onhandigheid, die menig belangstellend men- schenvriend met afkeer hun den rug doet toekeeren. haar doen wankelen, zonder de zekerheid te kunnen geven, dat op haar puinhoopen een nieuwe, een betere zal worden gesticht. Trouwens de onmogelijkheid daarvan zullen zij zelve wel inzienal willen zij dit niet erkennen. In plaats van met velen, die het even goed als, zoo niet beter meen en dan zij, mee te werken tot sociale hervormingen, ver- loopen zij zich in holle theorieën, maken zij zich schuldig aan banaliteiten, en wekken zij algemeen walging door persoonlijkheden. In stede van ernstig gemeend te zijn, draagt de houding van menig leider afgescheiden van anderen, wier daden door dweepzucht worden bestuurd, maar die het wel eerlijk bedoelen het kenmerk van louter uit eigen belang te handelenen bij het pogen om als volksleider te poseeren slechts gedreven te worden door ondervonden teleurstelling of zucht tot zelfbehoud. Ziedaar in 't kort de twee partijen geschetst, die op dit oogenblik de grootste beroering te weeg brengen en het meest van zich doen sprekenjuist door de slechte uitingen van hun drijven. Wat al overdrijving aanschouwt men wat al onheilig vuur wordt er op het altaar der christelijke liefde gebrand bij al dat „gedoleer." Dat men zich afscheidtdat .men strijdt voor zijn overtuiginghet is te begrijpenmaar dat men daarbij tot hatelijkheden overgaat, is nu wel voor ons niet onverklaarbaar, maar blijft toch een opmerkelijk, betreurenswaardig feit, In Friesland is de strijd wel het hevigst en Oldeboorn, onder Akkrum, deed dezer dagen bijzonder van zich spreken. De prediker daar sloeg een zeer scherpen toon aan tegenover andersdenkendenhij schaarde zich onder de doleerenden; plaatste eene alles behalve vleiende advertentie in een der bladen en betitelde daarin zijne gemeente met de minder vereerende benaming van „doodsbeenderendal.'' Het feit staat niet op zich zelfoveral worden de gemoederen in beweging gebracht. Dat bij het jongste koningsfeest de drijvers der socialisten onhandigheden om het zachtste woord te gebruiken, begingen, weet men in plaats van zich rustig te houden en zich niet te bemoeien met iets, waarmee zij niets te maken hadden, vuurden zij juist in die dagen de scherpste pijlen af; en legden zich in woord en geschrift er bijzonder op toe om te ver bitteren. Op actie volgt reactie. Dit ondervond de Oldeboornsche predikant, in wiens woning en in die van zijne volgelingen de ruiten werden verbrijzelden die zelf ge dwongen werd uit zijne gemeente te vluchten. Dit bewijzen de anti-socialistische bewegingen, welke in eenige steden zich hebben voorgedaan. Er gaan stemmen op om die betoogingen, waarbij woningen noch menschen ontzien worden, te vergoelijken door te spreken van provocatie, die dit negentiende eeuwsch vuist recht wettigt; maar gelukkig ontbreekt het ook niet aan ernstige protesten. Welke gevaarlijke theorie is het dan ook juist de belagers van onze maatschappelijke orde, zooals velen de socialisten, allen scherende ^ver éen kam, het liefst betitelen, vogelvrij te verklaren. De vrienden der orde zouden dan het recht hebben om door wanorde hunne ordelievendheid te toonen 1 Wij laten nu nog buiten spel de kwestie of het volk wel juist kan beoordeelen, wat de socialisten willen maar men zal het toch dienen te beletten over hen als rechter op te treden. Zonderlinge middelen bezigt het volk in zijn bekeeringsij ver. Een der venters van een socialistisch blad liet men zoo luidt het verhaal omdat dwang niet baatte, op zijn hoofd staan en in zulk eene positie het eerste couplet van ons volkslied zingen. Of de man, toen hij weer op zijn beenen terecht was ge komen, dat lied meer zal hebben gewaardeerd, gunstiger voor „vorst en volk" gestemd zal zijn, betwijfelen wij. Eerder zal hij naar een dergelijk middel zoeken om bekeerlingen voor zijn theorieën te maken. Wie weet tot welke buitensporigheden het volk verder zal overgaan, wordt er niet krachtig paal en perk gesteld. En daarom te meer valt het te betreuren, dat er van de zijde der autoriteiten eene lauwheid zich heeft geopen baard tegenover deze beweging, die gevaarlijk kan worden voor de algemeene rust. Zelfs de meest gematigde Amsterdamsche organen getuigen van de lauwheid der politie; bij een koffishuis vond men slechts twee agenten op post, toen een anti-socialistische volkshoop daar voorbij kwam. En deze al te kalme houding steekt treurig scherp af bij den over dreven ijver, tijdens het palingtrekken op de Lindengracht aan den dag gelegd. En te gevaarlijker is dit bij zulke bewegingen, omdat wat in de hoofdstad van ons land voorvalt - men heeft het dezer dagen weer gezien zijn invloed elders doet gevoelen. In Leiden volgde men het vernielingswerk in Rotterdam en Den Haag maakte men het socialisten zeer lastig; doch daar giEg men toch niet zoo ver in handtastelijkheden en toonde de politie meer takt. De Oldeboornsche predikant beklaagt zich eveneens over gebrek aan bescherming van persoon en eigendom en de feiten stellen hem in het gelijk. Hij had de autoriteiten gewaar schuwd, maar zijne waarschuwing was tever geefs geweest. Dit alles kan tot leering strekken voor velen. Hoe zal het en hoe kan het gaan in menige andere gemeentewanneer die verderfelijke strooming zich ook daar eens deed gevoelen? De politiemacht is vaak niet sterk genoeg om krachtig op te treden; en toch dienen alle maatregelen genomen te worden om zulke tooneelen te keeren, die indruischen tegen de hedendaagsche begrippen omtrent het recht van bescherming voor persoon en eigendom, aan allen te verleenen. Deze vraag verdient ernstige overweging hij alle weidenkenden, die, door de handen in eikaar te slaan en tijdig gereed te wezen, veel zullen kunnen keeren, wat eene beschaafde maatschappij tot oneer verstrekt. En wanneer dan verder het gebeurde de drijvers der twee partijen, waarover wij hier boven schreven, tot meer overleg, bezadigd heid en praetisehen zin kon bewegen, heeft het toch ook, bij zijne groote schaduwzijde, een lichtpunt gehad. Men meldt ons dat in het begin van Juli de jaarlijkaehe algemeene vergadering van de Fer- eeniging van officieren der schutterij in Nederland waaraan teven» een schietwedstrijd is verbonden, binnen Middelburg zal worden gehouden. De benoeming der regelings-commissie wordt spoedig tegemoet gezien. In het jaar 1875 kwam die vergadering hier het laatst bjjeen. De spaarbank te Middelburg, opgericht in 1819 door het departement Middelburg der Maatschappij tot nut van 't Algemeen, heeft evenals in 1885, in 1886 eene rente aan de inbrengers vergoed van 4 en 3 pet. Het bedrag van inbreng in laatst genoemd jaar bedroeg 102.070.11; aan rente is bijgeschreven 19.934.32het bedrag van terug betaling beliep 98.023.57 en het kapitaal aan de inbrengers verschuldigd op 31 December bedroeg 568.739.25j. De waarde der bezittingen op 31 December was 697.263.78j tegen 661.761.36 in 1885. Aan renten is ontvangen 24.821.29. Het waarborgfonds bedraagt 128.524.53, zjjnde over het kapitaal aan de inbrengers verschuldigd 22.60 pet. evenveel als in 1885. Het aantal ingebrachte posten was 3572 of 51 meer dan in 1885 en dat der terugbetaalde posten 2035. Er waren 47|

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1