N° 48.
I30e Jaargang.
188T.
Zaterdag
26 Februari.
Middelburg 25 Februari,
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 8/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer f 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Het bestuur der Liberale unie over de aan
hangige uitbreiding van het kiesrecht.
MIDDELBURGSCHE COURANT.
w
M
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Boeland, te kramingen: P. van dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nieüwenhuijzen.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger
Aan het rapport, door dat bestuur openbaar
gemaakt en waarvan wjj gisteren het slot mee
deelden, ontleenen wij nog het volgende:
In de vergadering der Unie van 12 December
werden twee principieele uitspraken gedaan, die
den wensch bevatten
1°. dat reeds dadelijk zou worden overgegaan
tot een onbekrompen uitbreiding der kiesbevoegd
heid, ook in den werkmansstand;
2°. dat voor de toekomst de ruimste uitbreiding
geleidelijk en op den grondslag der geschiktheid,
zou worden mogelijk gemaakt.
Voor de verwezenlijking van dit twéede beginsel
komt het aan op de redactie van het grondwets
artikel zelf, dat den toekomstigen wetgever groote
vrpbeid van beweging verzekeren en de richting
dier beweging aanwijzen zal. En, terwijl de re
geering, naar aanleiding van den door de liberale
meerderheid der kamer in 1886 uitgesproken
wensch, een gewjjzigd artikel indiende, dat weldra
in behandeling zal worden genomen, hoopt het
bestuur vurig, dat het onzen geestverwanten in de
tweede kamer gelukken moge, te bevorderen het
vaststellen van eene algemeene formule, waarin
het ook door de Liberale Unie gehuldigde vrij
zinnige beginsel zjjne uitdrukking vinde.
De verwezenlijking van den in de eerste plaats
door de Liberale Unie uitgesproken wensch: reeds
dadelijk onbekrompen uitbreiding, ook in den
werkmansstand", zal afhangen van de be
slissing, welke vallen zal omtrent het voorloopig
kiesreglement, als deel van de additioneele
artikelen der grondwet.
In verband met het dienaangaande ingediende
regeeringsontwerp nu brengt het bestuur hoofd
zakelijk daarover eenige opmerkingen onder de
aandacht van de leden der Unie.
In de eerste plaats behandelt het bestuur het
capaciteiten stelsel, dat, in zoover bp de, door
de regeering voorgestelde voorloopige regeling, de
personeele belasting als hoofdmaatstaf voor kies
bevoegdheid is aangegeven, verre van verzekerd
mag heeten.
Het bestuur acht het bezwaar, dat aan het vast
stellen van een lijst van capaciteiten onover
komelijke moeilijkheden verbonden zpn, zeer
overdreven. Bij ernstigen wil, en wanneer men
niet, uit zucht om het volmaakte te bereiken,
het bereikbare goede wil prijs geven, is eene
voldoende aanwijzing van deze categorie reeds nu
stellig te verkrijgenhetzjj door eene formuleering
zooals de heer R5ell heeft aangegeven, hetzp door
eene lpst van capaciteiten op het voetspoor van
verschillende buitenlandsche wetgevingen, hetzp
door een en ander samen.
»Wil men er op wijzen, dat de regeling van
dit punt toch eenig oponthoud veroorzaken zal,
dan vraagt het bestuur met den heer Röell «of
het dan, bp de vaststelling van het kiesreglement
eene zaak geldt, waarbjj spoed het e n i g
vereischte is."
»Eindelpk mag niet worden voorbijgezien, dat
altijd mogelijke leemten door den gewonen wet
gever zullen kunnen worden aangevuld."
(De heer RÖell toch spreekt van hen, die
«hebben volda an a a n de eischen v a n
bekwaamheid, krachtens de wet(of
welbij wet of koninklijk besluit) ge
steld, voor de beno embaarheid tot
eenig openbaar ambt; voor de ver
vulling van eenige bediening; of
voor de uitoefening van eenig beroep.")
Nog belangrijker is de beschouwing van het
bestuur over de kwestie eener o n b ekrompen
uitbreiding van het kiesrecht ook in den
werkmansstand. Dit doel zal, volgens het
bestuur der Unie, op den voet van het regeerings
ontwerp aangevuld met een capaciteitenljjst
niet worden bereikt,
Zooals men weet wil dat regeeringsvoorstel
kiesbevoegdheid toegekend zien aan hen, die (voor
het overige aan de algemeene voorwaarden vol
doende) over het laatst verloopen dienstjaar ter
sake van hunne woning in de personeele belasting
zpn aangeslagen, naar eene huurwaarde, waarbjj
de aanslag geschiedt voor het volle bedrag der
belasting, en welke dus geene aanspraak geelt op
de voor lagere huurwaarden in de wet aangenomen
vermindering tot 1/3 of 2/3 gedeelten der belasting
gaar de drie eerste grondslagen (altoos onder
voorwaarde dat de aanslag ten volle moet zijn
betaald). Daarbuiten vallen dus zjj, die wel ter
zake van hunne woning aangeslagen zpn, maar
wegens de lagere huurwaarde, met inachtneming
van hunne aanspraak op remissie.
De regeering, dit voorstel doende, «wenscht
niet in beginsel den zoogenaamden gezeten
werkman uit te sluiten." Zjj verklaart, dat „met
overleg en vlpt, behoudens tegenspoeden, voor
den werkman het genot van zoodanige woningen,
als in het voorgestelde artikel zpn bedoeld, be
schikbaar is."
«Kan dit in ernst eene toekenning van kiesbe
voegdheid aan den gezeten werkman heeten?"
vraagt het meergenoemde bestuur en het schrpft
«Niet eene regeling toch, die den werkman bp
uitzondering kiesbevoegdheid doet erlangen, maar
eene welke den gezeten werkman in den regel
kiezer maakt, zal behooren te worden aangenomen.
„De beteekenis van de ingediende voorstellen
kan het best worden beoordeeld door de mede-
deeling van eenige gegevens omtrent feitelijke
toestanden. Daarbjj mag men hiervan uitgaan,
dat de werkman, die eene vaste woonplaats heeft,
een bepaald ambacht of vak uitoefent, daarin
geregeld werk vindt en in de behoeften van zijn
gezin voorziet, gezeten werkman heeten mag.
„Met dezen moeten op éene ljjn worden gesteld
kleine beambten, als postboden, rijksveldwachters,
voorts klerken e. a.
„Wat bljjkt nu uit de feiten
„Enkele dagbladen hebben hieromtrent mede-
deelingen van beteekenis gedaan.
„In het verslag der Tweede kamer zelf wordt
van de gezeten werklieden geschreven „„Yandeze
categorie zullen b.v. te Leeuwarden 75 het kies
recht erlangen, te Groningen niemand, te 's Her
togenbosch 155, te Arnhem 190, doch te Amster
dam en ongetwijfeld ook in de overige steden
met meer dan 48000 inwoners zal deze geheele
groep buiten de gestelde grens vallen.""
„Het bestuur der kiesvereeniging Burgerplicht
te Amsterdam heeft een belangrpk onderzoek
ingesteld naar den aanslag van verschillende
groepen van personen daar ter stede, allen vaste
knechts bp metselaars, timmerlieden en andere
werkbazen, schuitenvoerders, werklieden bp den
scheepsbouw, politie-agenten en rijksveldwachters,
beambten bjj eene omnibus-maatschappij enz.,
weekloonen verdienend van 11, 1215 en 16
gulden, weekhuren verwonende van 2.50, 3
ƒ4 zelfs, en van wie bleek, niet alleen dat de
meesten in de personeele belasting in het geheel
niet aangeslagen zpn (een punt waarop wjj nader
terugkomen), maar dat geen enkele aangeslagen
is voor de volle belasting. Soortgelpke onder
zoekingen werden door sommigen van ons en van
de afgevaardigden in enkele andere gemeenten
gedaan. In Middelburg zpn van een 67 tal ge
zeten werklieden uit verschillende bedrjjven, om
trent wie informatiën werden ingewonnen, week
loonen verdienend tot 12, zelfs 14, en den
gemiddelden voor hunnen kring geldenden huur-
prps verwonend, slechts 18 ten volle aangeslagen,
en daaronder nog sommigen, omdat zp öf beschouwd
worden als hoofdbewoners van een door verscheiden
huisgezinnen bewoond perceel, öt eene woning
hebben betrokken, waarvan zjj een deel aan
anderen hebben verhuurd. Te Leeuwarden ge
nieten bijna allen, die in dezelfde termen vallen,
remissie; daar zou voor den vollen aanslag een
weekhuur noodig zpn, die niet dan bp uitzondering
wordt verwoond. Te Groningen is omtrent een
50tal werklieden en kleine beambten onderzoek
gedaanbjjna allen waren aangeslagen met remis
sie slechts 6 ten volle. Te Breda was de uitkomst
een soortgelijke. Uit Rotterdam werd ons mede
gedeeld, dat daar voor de gezeten werklieden, in
vaste betrekking werkzaam, den gemiddelden
huurprijs verwonende van 2 a 2.50, 2.75
of 3 per week, zonder uitzondering aanslag geldt
met remissie. Te Arnhem hebben de mededee-
lingen, door de bestuurders van vakvereenigingen
ingewonnen, zich tot een zeer aanzienlijk aantal
werklieden uitgestrekt en was het resultaat, dat
feiteljjk aanslag met remissie regel is. Ook te
Leiden bepaalt onder de ambachtslieden de volle
aanslag zich slechts tot een enkele, meestal omdat
zjjne vrouw een herbergje houdt.
„Hiertegenover verdient het verder de aandacht,
dat in kleinere of in buitengemeenten, soms zelfs
in de onmiddellijke nabpheid der andere, personen
van dezelfde maatschappelijke positie niet zelden
voor de volle belasting aangeslagen zpn. Reeds
in het kamerverslag wordt b.v. aangeteekend, dat,
terwjjl in Leeuwarden 75 gezeten werklieden kies
bevoegdheid zullen erlangen, dit getal in Wgmbrit-
seradeel (waar het bevolkingscijfer meer dan de
helft lager is) 236 zal bedragen. Het bestuur der
Am8terdamsche kiesvereeniging teekent aan, dat te
Amsterdam arbeidende werklieden, wanneer zij
onder Nieuwer-Amstel, Sloten of Buiksloot wonen,
wel aangeslagen zpn. Te Yeere is naar evenredig
heid een veel hoogere percentage van het aantal
gezeten werklieden, omtrent wie een onderzoek
werd ingesteld, ten volle aangeslagen, dan te
Middelburg, 60 tegen 27 Eene vergeljjking
van den kiezersaanwas, volgens het regeerings
voorstel, tusschen Steenwjjk en Steenwjjkerwold
gaf soortgelijke uitkomst.
«Waar het resultaat van deze partieele, en in
vele opzichten onvolkomen, onderzoekingen zoo
eenvormig is, meenen wp, in overeenstemming
met de opmerking in het afdeelingsverslag der
Tweede kamer, met gerustheid de conclusie te
mogen trekken, dat op den voet van het regee
ringsvoorstel aan eene onbekrompen uitbreiding
ook in den werkmansstand, niet te denken valt.
«Wat zal men inderdaad erlangen
„Zoo goed als algemeene uitsluiting juist van
hen, die in de laatste jaren de meeste belangstel
ling toonden en op ordelpke wjjze daarvan deden
blijken.
„Voorts, in verband met de onevenredig lagere
huurwaarde die ten plattenlande als minimum
van aanslag wordt vereischt, eene veel sterkere
uitbreiding van het kiezerspersoneel op het platte
land en wel eene uitbreiding tot personen, die
in ontwikkeling eerder bp de uitgestotenen in de
grootere gemeenten achter, dan met hen gelijk
staan. Ook in het kamerverslag is op deze
onevenredigheid als op eene consequentie van het
regeeringsstelsel uitdrukkelijk gewezen.
„Eene zoodanige regeling nu zal onmogelpk
die bevrediging kunnen schenken, die van grond
wetsherziening mag worden verwacht.
„Doch op welke wjjze zijn deze gebreken te
verhelpen Bij het overwegen van die vraag willen
ook wij niet ontkennen, dat, bjj de vaststelling
van een voorloopig kiesreglement, als algemeene
maatstaf een belastingaanslag als die voor onze
belasting op het personeel, waarbij de getaxeerde
huurwaarde de hoofdgrondslag is, hoe gebrekkig
die maatstaf om vele bekende redenen moge zijn,
zeker de minste bezwaren biedt. Maar,dien maat
staf aannemende, zal men, in verband met de
voorafgaande beschouwingen, toch niet kunnen
volstaan met de toekenning van kiesbevoegdheid
alleen aan hen, voor wie de volle aanslag geldt.
Ook zjj, die met remissies van 2/3 of 1/3 zjjn
aangeslagen, moeten, bepaaldelijk in de gemeente
welker kom eene bevolking heeft van 3000 zielen
of meer, onder de kiezers worden opgenomen-
Het cijfer van 3000 houdt dan verband met de
bepalingen der wet van 24 April 1843.
«Intusschen mag, waar dit gewenscht wordt,
tweeërlei niet worden voorbijgezien.
«Yooreerst en hierop is wel reeds de aan
dacht gevestigd, maar waarschjjnlijk nog niet
genoeg dat niet overal allen, die wettelijk
aangeslagen zouden moeten worden, ook werkelpk
aangeslagen zijn. Niet alle belastingambtenaren
volgen in deze dezelfde practjjk. De een laat,
waar hp geene betaling verwacht, den aanslag
achterwege; de ander brengt den aanslag op de
kohieren, op gevaar af den post oninbaar te
moeten verklaren. Vandaar b. v. het groote ver
schil in het aantal der aanslagen, vergeleken met
het bevolkiDgscjjfer zoowel als met dat der onin
bare posten, tusschen Amsterdam en Rotterdam
een verschil dat zoo terecht de algemeene aan
dacht getrokken heeft, f)
«In de tweede plaats is het bekend, dat zjj die
gedeelten van perceelen bewonen, welke niet als
afgezonderde gedeelten van een woonhuis worden
aangemerkt, niet zelfstandig aangeslagen zpn,
ofschoon dat gedeelte, geschat naar den maatstaf
der wet op het personeel, voor belastbare huur
waarde zou in aanmerking komen. In dezen
toestand verkeeren niet alleen velen van hen, die
als capaciteiten kiesbevoegdheid zouden bunnen
erlangen, maar ook onderscheiden personen werk
zaam in handel en nijverheid, ook gezeten werk
lieden, die samen verschillende woningen in één
perceel bevolken, terwjjl slechts één van hen als
hoofdbewoner aangeslagen is.
«Nu ware het inderdaad bjj een kiesstelsel,
Hiermede mag ook nog in verband worden gebracht
een ander deel van het regeeringsvoorstel, de toekenning
van kiesbevoegdheid aan hen, die tot een bedrag van ten
minste ƒ10 in de grondbelasting aangeslagen zijn.
t) Amsterdam aldus luidt de opmerking in voor
melde uiteenzetting van. het bestuur der Amsterdamsche
kiesvereeniging telt hij eene bevolking van circa
372.000 zielen 34.000 aanslagenRotterdam, half zoo
groot, 21.000. Waar Amsterdam 4681 non-betalers
aanwijst, zijn er te Rotterdam, 10,007.
waarin de aanslag in de personeele belasting als
aanwijzing van de getaxeerde huurwaarde hoofd
maatstaf is, min of meer willekeurig, aan de twee
genoemde omstandigheden een zoo overwegenden
invloed op de samenstelling van net kiezersper
soneel toe te kennenen moet althans worden
getracht éva cte daaruit voortvloeiende gebreken,
zooveel zulks uitvoerbaar is, tegemoet te bomen.
«Mocht het voorloopig kiesregelement eenige
jaren den toestand beheerschen, dan zou eene betere
praktijk, wellicht eene geringe wijziging der wet
op het personeel, al spoedig deze bezwaren weg
nemen. En eene meer gelijkmatige praktijk bjj
het doen der'aauslagen over het dienstjaar 1887/88
zou reeds voor de eerste verkiezing vele van de
genoemde bezwaren aanzienlijk kunnen vermin
deren, voorzoover het kiesreglement zou toelaten,
ook deze aanslagen in aanmerking te nemen.
Almede zou in overweging kunnen worden ge
nomen een elders aanbevolen denkbeeld, om aan
hen, die niet aangeslagen zjjn, de gelegenheid te
geven, om, binnen een korten termjjn, schatting
van hunne woning of van het door hen bewoonde
niet-zelfstandig gedeelte eener woning aan te
vragen en alzoo aanslag, of wat men zou kunnen
noemen assimilatie met aanslag, uittelokken.
»In ieder geval echter dit zij nadrukkelijk
verklaard, al kan dit onderdeel hier niet wel
nader in bjjzonderheden worden uitgewerkt ligt
het stellig niet in onze bedoeling te willen bewe
ren, dat zou mogen worden afgeweken van het
uitnemend juiste beginsel, dat de belasting, waar
voor de aanslag de kiesbevoegdheid verzekert,
ook werkeljjlr moet zpn betaald.
«Wij wenaehen dit beginsel allerminst prijs te
geven, maar dringen er alleen op aan, dat men
althans trachte, ook met het oog daarop een be
vredigenden uitweg te zoekeu."
Ten slotte verklaart het bestuur der Lib. Unie
ook bijzonder groot gewicht te hechten aan «den
in het regeeringsvoorstel niet gestelden, doch reeds
zoo dikwjjls verdedigden eisch, dat de kiezer zjjn
stembiljet persoon]jjk ten stembureele moet in
vullen. Bjj elke regeling, maar vooral bp een uit
gebreid kiesstelsel moet deze eisch volstrekt wor
den gesteld als waarborg voor de zelfstandigheid
der keuze. Ook dit is in het Kamerverslag be
toogd. De regeering heeft dit betoog niet princi
pieel bestredeD, maar gewezen op de daaruit
voortvloeiende noodzakelijkheid van een aantal
nieuwe bepalingen en eene gewijzigde inrichting
der stembureelen." Het bestuur meent dat deze
bezwaren niet onoverkomelijk zpn. De wettelpke
voorschriften omtrent dit punt zouden zeer weinige
kunnen wezen. Omtrent practisehe voorzieningen
zou men gemakkeljjk de ervaring in andere landen,
bepaaldelijk in België', kunnen raadplegen.
De heer dr J. J. Couvée schrpft ons heden,
hoofdzakelpk naar aanleiding van de door ons
onder zjjne beschouwing geplaatste noot, het
volgende
„Toen ik u mpn opstel over „Trichinose te Goes"
ter hand stelde, waarin door mjj werd beweerd
dat tot nog toe in ons land geen trichinen in
inlandsch varkensvleesch gevonden zpn, wist ik
niet wat ik nu weet,-d. i, dat de zestien monsters
varkensvleesch, van uit Goes aan het bureau
gezonden, zoowel bjj slagers als bp particulieren
verkregen waren en dat de twee monsters met
trichinen van een en hetzelfde varken afkomstig
waren, geboren en opgevoed te Kloetinge, dus
inlandsch geslacht en ingezouten bjj een par
ticulier, die de helft te Goes had verkocht en de
andere helft nog in bewaring had. De verkochte
helft is geconsumeerd; en ware de andere helft
dienzelfden weg opgegaan, dan zou het mikrosko-
pisch onderzoek niets hebben geleerd en bewezen,
wat nu door toevallige omstandigheden wel heeft
plaats gehad. Ook kan ik u mededeelen dat op
de metgezellen van het bewuste varken streng
toezicht gehouden wordt en het overschot van
bovengenoemd varken in beslag is genomen.
Ik neem tevens deze gelegenheid te baat ta
wijzen op eene fout in mpn opstel.
In de 2e kolom regel 23 van onderen staat:
Door het buikweefsel van de opening en in het
middenrif; dit moet zpn: door het bindweefsel
van de openingen in het middenrif."
Bp beschikking van den minister van waterstaat,
handel en njjverheid van 24 Eebr., is de 2e klerk
bp dat departement J. W. Witsen Elias, bevor
derd tot le klerk, en benoemd tot 2e klerk bjj
voornoemd depart, jhr S. van Citters.
Omtrent het surnumerairs-examen voor de
po?terjjen verpe^mt de Amh Ut nader, dat fesf