N° léOj Jaargang! 1887. Woensdag 23 Februari. Middelburg 22 Februari. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 8.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën 20 Cent per regel; Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels f 1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. IDDELBURGSCH Agenten teVlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland,te Kminingèn: P. van des Peul,te Zierikzee: A. C. de Moow,te TholenW. A. van Niettweneuiïzen. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publieité étrangère G. L. Daebe Cie., John F. Jones, opvolger De minister Heemskerk was zoo verstandig om gisteren, toen hg de verschillende, zevenentwintig, sprekers der vorige week over de grondwetsher ziening moest beantwoorden, zich zeer te beperken. Niet alleen zou bij anders van zelf in herha lingen van vroeger gesproken woorden vervallen zijn, maar zevenentwintig replieken te leveren was wel wat al te veel gevergd. Hij resumeerde daarom het gesprokene, wees op de gedachte, door den heer De Beaufort uitgesproken dat het onverantwoordelijk zou zijn op dit tijdstip niet tot grondwetsherziening over te gaan en besprak daarna de opportuniteit, de voorstellen zelve en de beide motiën van de heeren De Geer en Keuehenius. Wat de opportuniteit betreft, de ondervinding leert wij nemen bjj deze mededeelingen het verslag van Het Vad. weder tot grondslag dat tijden van kalmte geschikter zijn voor zulk een werk dan tjjden van beroering. Het is thans kalm; ware de Min. pessimist, hij zou zeggen, nog kalm. Een rustige tijd, maar toch een ern stige. Beschuldigt men de Keg., dat zij de zaak lang slepende heeft gehouden, de schuld ligt zoo wel bjj de kamer als bij de Reg.,maar van schuld in den eigenlijken zin is geen sprake, voor ver- wjjt geen grond, 't Is een gevolg van de wijze waarop deze herziening moest worden aangevat, en van de geheel verschillende omstandigheden, vergeleken in 1848, waaronder is gewerkt. De voorbereiding is lang geweest, maar 't werk is dan ook genoegzaam voorbereid. Men heelt echter twee bezwaren. De regeering is onwaardig, ten betooge waarvan het oordeel van de pers is aangehaald. De minister is daar onder zeer kalmbeteren dan hjj hebben wel ergere dingen van de pers moeten hoorenhet bewustzjjn zijn best te hebben gedaan voor het vaderland, weegt daartegen op. Maar 't heeft hem bevreemd, dat de heer Lobman in dat koor heeft meegedaan, die als lid der grondwetscom missie welwillend heeft willen medewerken. Grondt men zijn afkeuring daarop, dat de regeering op 't punt van onderwjjs niet tegemoetkomend is geweest, dan merkt de Min. op, dat hij zijnerzijds in verzoenenden zin heeft gewerkt. Verzoening moest komen van de linkerzijde, gelijk geschied is, en als men nu de regeering verwjjt, dat zij de pogingen heeft doen mislukken door overneming van een amendement, dan betwijfelt hjj toch, of het artikel zonder dat amendement door de rechterzjjde zou zijn aangenomen. De overneming van het amendement was een poging tot concilia- tie, die geen recht geeft iemand van beginselloos heid te beschuldigen. Wat het kiesrecht betreft, betoogde demin.dat de woningcensus algemeen als de beste wordt erkend; deze was aan vankei jjk voorgesteld. Maar de gedachtenwisseling heeft tot een compromis geleid. Men verlangde een groot aantal mede burgers in de verkiezingen te doen deelnemen en de reg. heeft zich daarnaar gedragen, onder een voorwaarde: de deur voor 't algemeen stemrecht niet open te stellen. Daarover is bjj het adres van antwoord een afspraak gemaakt, de conditie is aangenomen, de reg. heeft de formnlen aange boden, getrouw aan de leus: een man een man, een woord een woord. Nu heeft men daartegen bezwaren gemaakt, en de reg. van beginselloosheid beticht. De min., die zelf vroeger openljjk uit breiding van kiesrecht bepleitte, kan dit niet inzien hjj is zich zelf geljj k gebleven, en men is tot hem gekomen. Men zegt, dat er geen aandrang tot herziening is. De min. laat den aandrang naar algemeen stemrecht rusten 5 hjj komt daarop later terug. Men spreekt echter van de belangstelling in 1848, in vergelijking met nu. Doch de min. wjjst er op, dat er eerst oproertjes te Amsterdam en te 's Hage waren, toen de herziening bjjna haar beslag had. En nu? In 1882 kondigde de koning een onderzoek aan naar de wenscheljjkheid der her" siening van de grondwetreede toen zag de kamer bljjkens haar adres, den uitslag »met verlangen'' te gemoet. Later beloofde zjj, in 1884, aan de voorstellen haar nauwgezette belangstelling te wjjdenin 1385 verklaarde de kamer, dat haar voornaamste werk de grondwetsherziening was- Deze kwam hoofdstuk X werd verworpen't be kende incident volgde en de kamerontbinding volgde. Wat was toen the good cry Dat er geen belemmering aan de grondwetsherziening moest gorden in den weg gelegd, En wat antwoordden de kiezers? De samen stelling der kamer geeft het antwoord. Deze opmerking bracht in de kamer sensatie te weeg. Hierna kwam de minister op hetgeen over enkele der voordrachten was gezegd, en maakte daarbij eerst eene algemeene opmerkine, omdat hjj met leedwezen in de zitting van Woensdag uit den mond van den heer A. Schimmelpenninek van der Oye vernomen had, dat het intreden van éen zjjner ambtgenooten in het kabinet het sein was geweest, om 't ministerie ten opzichte van een herziening van hoofdst. X minder welwillend te stemmen. Dit is onjuist, zeide de heer Heems kerk. Het optreden van den heer Yan Karnebeek heeft geenerlei invloed gehad in dien zin, dat 't kabinet een party-ministerie zou worden. Vervolgens de geopperde grieven besprekende, her haalde de minister nog eens dat in zijn voorstellen voor algemeen stemrecht de deur niet is open gezet. Zoodra eischen worden gesteld voor ge schiktheid en welstand voor de uitoefening van kiesrecht, is er geen plaats voor algemeen stem recht. Als de grondwetgever duideljjk en onom wonden spreekt, dat grenzen moeten gesteld worden, dan is er geen vrees voor het algemeen stemrecht. De gewone wetgever toch kan kiezen tusschen belastingcensus, capaciteiten-census en examen- census. Een andere bedenking betrof 't voorschrjjven van algemeenen dienstplicht en het verhoogen van den militairen druk op de natie. Naar aanleiding daarvan wees de heer Heems kerk erop, dat hoofdstuk VIII belemmeringen wegneemt over den duur van den oefeningstjjd, over 't plaatseljjke van schutterjj, belemmeringen, waarmee men bjj een betere regeling der defensie steeds te kampen had, ook al kan er nog wel iets worden gedaan bjj de bestaande grondwet. Dat er een algemeene dienstplicht zonder oefening zou voorgeschreven worden gel jjk de heer Lohman beweerde is onjuist. Omtrent de motie-Keuchenius, om vooraf het aantal leden der kamer op het grondwettig aantal te brengen, merkte de minister op, dat het ver schil tusschen hetgeen die voorsteller verlangt en wat aangeboden wordt zeer klein is. De heer Keuehenius toch verlangt 96 of 98 ledende reg. biedt een ontwerp met 100 leden aan. De min. wil echter den heer Keuehenius iets toegevener is conflict met het voorschrift der kieswet, maar er ia ooknoodzakeljjkheid der Grondwetsherziening. Welnu, dan kiest de min. 't laatste als't zwaarst wegende bjj hen, die 't wel meenen met het vaderland. De aanneming der motie-De Geer ontraadde de min. zeer ernstig. Hjj begrjjpt, dat men verlangt dat 't kiesrecht voorgaat, maar het ter zjjde stellen van 10 van de 12 ontwerpen is zonder precedent en gaat te ver. Afstemmen kan men} dat is 't recht van de vertegenwoordiging; maar 10 voorstellen naar de prullenmand te verwjjzen, daaromtrent over te gaan tot de orde van den dag, daarvoor is geen reden. Bevallen ze niet, men verwerpe zemaar als men Grondwetsherziening wil zjj 't ook partieel kan men dan art. 1, met een toestand die niet meer bestaat, en artt. 15 en 13 met de antithése tusschen de dochter des konings en de kinderen van den laatsten koning, laten bestaan? Dat kan niet. De min. uitte ten slotte de hoop, dat de kamer het werk zal aanvangen en daar bjj ook letten op den grondtoon van hetgeen we in de laatste dagen hebben geziende gehechtheid van Nederland aan den grond- en hoeksteen van onze constitutie, het erteljjk monarchaal gezag. Na hem mengde zich wat bjj deze gelegen heid zeer zeker zeldzaam is de minister van buitenlandsche zaken in het debat. De courtoisie jegens een zjjner oude academie vrienden, graaf Schimmelpenninek, eischte, te antwoorden op diens Woensdag gemaakte opmer king. De heer Van Karnebeek verklaarde „dat hjj volkomen dezelfde was gebleven, en voor het openbaar neutraal onderwjjs nog altijd gunstig gesiemd iB". Al is hjj echter de beginselen van den heer Schimmelpenninek en zjjne vrienden niet toegedaan, daaruit volgt nog niet vjjandigheid tegen diens richting. De minister heeft integen deel zich aangesloten bjj de poging tot verzoening door dit kabinet beproefd en als de grondwets herziening mislukt door 't gebrek van toenadering, dan zal dit zeker niet zjjn door het ontbreken van dien geest aan de zjj de der reg., maar wel aan den kant van hen, die gewoon zjjn met de rechterzjjde mee te gaan, Dat was duideljjk en rond gesproken, De heer Goeman Borgesius, eveneens wijzende op het nationale feest dat gevierd is en waaraan liberalen zeker wel allermeest deelnamen een kleine steek onder water aan het adres van den h«fe}; Lohman drong aan op algemeene samen werking; en wees erop, hoe verleden jaar de heer Lohman zelf, die thans met de motie-De Geer meegaat, voorafgaande herziening op 't punt van het kiesrecht bestreed, omdat bjj vreesde voor mystificatie. De heer Reekers brak een lans voor den heer Schaepman. Hjj vroeg hoe de heer Brouwerg, die eerst het voorstel-Schaepman betreffende art. 194 ondersteunde, plotseling tot de ontdekking is gekomen, dat het in strjjd is met het mandement der bisschoppen. Alle katholieke leden hebben er belang bjj dit te weten. De heer Reekers zag dit niet in en kon den vinder van de conjectuur, dat dr Schaepman zich als katholiek geesteljjke heeft laten verschalken door de liberalen, geen geluk wenschen. Daar tegen protesteerende, merkte hjj op, dat de heer Schaepman in de kamer niet zit als geesteljjke, maar als afgevaardigde van Breda en in elk geval 't recht niet verbeurd heeft, om te worden beoor deeld naar zjjn daden, niet naar veronderstellingen. En zoo er aanleiding is eenig katholiek lid aan zjjn plichten te herinneren als zoodanig, dan zjjn er anderen door hun waardigheid en door hun positie meer dan de heer Brouwers daartoe geroepen. Naar de meening van den heer Reekers heeft de heer Schaepman nog altjjd aanspraak op de dankbaarheid der katholieken voor zijn optreden in de voorste gelederen, om voor hun belangen pal te staan. Ten slotte was aan het woord een lid der oude liberale garde, de heer Van der Linden, die een lofzang aanhief op de tegenwoordige grondwet, en herziening daarvan niet zoo dringend noodig vond. Men had, volgens hem, beter gedaan met eerst onze financiën in orde te brengen. Heden zullen de algemeene beraadslagingen Over de grondwetsherziening wel ten einde loopen; en de motiën-De Geer en Keuehenius dan in stemming worden gebracht. De Handelingen der Tweede kamer bevatten het volgende verslag van het onstuimige slot der zitting, Donderdag gehouden. De heer Brouwers (den heer Schaepman beantwoordende) »En nu hebben wjj de slottirade, de bouquet, zooals men het bjj het vuurwerk noemt. De katholieken moeten toonen. Ja, wat Dat zjj de vrjjheden, die zjj toen gekregen hebben in 1848, waardig zjjn door mede te werken tot eene herziening, waardoor die vrjjheden en rechten in gevaar kunnen komen Zjj moeten toonen die waardig te zjjn door nu toe te geven..... Wat? Door nu toe te geven aan en mede te gaan met een grondwetsherziening, waarbjj èn die rechten èn die vrjj heden op het spel kunnen komen. Wat moeten de katholieken doen Zich laten verschalken, zooals de geachte afgevaardigde uit Breda zich heeft laten verschalken door de liberalen bjj het indienen van zjjn voorstel over hoofdstuk X Nooit 1 Toen ik dit voorstel voor het eerst zag, kon ik het goedkeuren; maar toen ik in de Tijd de redenen las, waarom de geachte afgevaardigde dat voorstel, zooals het daar ligt, heett gedaan, en toen ia daarna de rede van den heer Fransen van de Putte in de Eerste kamer gehoord heb, toen heb ik mjj afgevraagd welk verband er tusschen beiden bestond. En toen heb ik begrepen, dat de redenen, welke de geachte afgevaardigde uit Breda heelt opgegeven, geen redenen waren om te doen wat hjj gedaan heeft, en dat hjj zich heeft laten verschalken door de overzjjde. Hjj heeft niet begrepen, dat de overzjjde zich het genot verschaft te zien, dat hjj als Roomsch- Katholiek geesteljjke, alleen en buiten zjjne party, een voorstel deed in strjjd met het mandement van de bisschoppen en met den Syllabus." De heer Van Baar: De zin der woorden van den afgevaardigde van Breda was: dat wjj de vrjjheid van het volk niet wilden. Daarmede hebt gij ons allen beleedigd 1 De voorzitter: Verlangt de heer Van Baar het woord? De heer Van Baars Wat ik te zeggen heb zal ik later wel te berde brengen, maar ik bijjf er bjj dat De voorzitters Dan verzoek ik den heer Van Baar nu te zwijgen. De heer Van Baars Dat is goed, maar ik houd vol, wat ik, ge«egd heb. De voorzitters Ik roep den heer Van Baar tot de orde. Bij de rustende schutterjj in Zeelaud is benoemd, bij het 5« bataljon, tot le-luitenant M. de Jonge, thans 2°-luitenant, en tot 2e-luitenant m? O. Jen- tink Reeds gisteren gedeeltelijk gemeld.) Door het bestuur der waterkeering van Oost- Beveland is, ter benoeming van een waterbouwk. ambtenaar door den djjkraad van dien polder,het volgende drietal opgemaakt: lo S. van der Vegfc, opzichter bjj de verlegging van den Maasmond te Drimme.en2o A. G. den Boesterd, bouwkundige te Watergraafsmeer; 80 P. Dingemanse, opzichter bjj het waterschap de Zeven Grietenyen te De Lemmer. Het aantal sollicitanten bedroeg 87. De heer E. Lauret, die bykans 40 dienstjaren heeft in dergeljjke betrekking, waarvan 23 aan den Oost-Bevelandpolder, is door dien polder een pensioen toegekend van f 256.20 per jaar. De ministers van justitie, van financiën en van oorlog verleenen deze week geen audiëntie. In de Staatscourant van heden leest mens De koning heett den ondergeteekende gelast, om door middel van de Staatscourantzijner majesteits harteljjken dank te betuigen aan auto riteiten, collegiën en particulieren, die aan zjjne majesteit hunne gelukwenschen hebben aangeboden ter gelegenheid van hoogstdeszelfs zeventigBten verjaardag. 's Gravenhage, 21 Februari 1887. De directeur van het kabinet des konings, Alewijn. Volgens de Pall Mall Gazette heeft ook koningin Victoria Zaterdag onzen koning een telegraphischen gelukwensch gezonden, die, meldt het blad erbjj, Z. M. vooral veel genoegen moet gedaan hebben. Ook de Nederlandsche club te Londen vierde 's konings jaardag recht feesteïjjk. Den avond na 's konings verjaardag was het nog recht opgewekt langs de straten der residentie. Een aantal ingezetenen hadden hunne gasver lichting, illuminatie, of de feestkaarsen binnens huis, ontstoken. Maandagavond werd in het Gebouw van kunsten en wetenschappen als hulde aan het huis van Oranje, ter gelegenheid van den 70»tea verjaardag van Z. M., een fee»tconcert gegeven door de dames- en heerenafdeeiingen der koninkljjke nationale zangschool voor handwerkslieden. Het concert werd bjjgewoond door H. M. de koningin. Kort voor den aanvang van het feest- concert der nationale zangschool had de president medegedeeld, dat Z. M. de koning verhinderd was te komen. De koningin werd op waardige wjjze by het betreden van het gebouw ontvangen. Ooenens orkest begroette H. M. met het helmus en de geheele saai Btond op. Een daverend applaus en hoera volgde op dit volkslied en oogenblikkeljjk daarna ruischten de tonen der melodieuse feeatouverture, door C» Coenen gecom poneerd, en bjj ue uitvoering door orkest met koor begeleid, door de zaal» De finale werd met gloed voorgedragen. Indrukwekkend was ook de vertolking ran de cantate voor 's konings verjaaruag met groot orkest, woorden van Fiore della A'eve, muziek van C, Coenen, onder leiding van den directeur Marinus. Werden de toehoorders reeds bezield door de variatie op het thema van het volkslied, zeer aangrjjpend waren de slotwoorden, die zich in het Wilhelmus oplosten. Allen verhieven zich opnieuw van hunne zitplaatsen en de voorzitter der zangschool bracht aan H, M, en de feestgenoöten den feestgroet der zangschool. Door den minister van binnenlandsche zaken is, naar aanleiding van bestaand verschil van gevoe len omtrent de vraag ot het aan den raad vrjj- staat, bjj overtreding van gemeente-verordeningen aan den rechter over te Kt en, om èt hechtenis öf geldboete, binnen het bjj de verordening aan gegeven maximum, toe te passen, te kennen gegeven, dat de memorie van toelichting ad III art. 25, 26 en 28 sub e van het ontwerp der invoeringswet er bepaaldeljjk op wjjst, dat het den gemeenteraad Vrjjstaat, uitsluitende hechtenis te bedreigen, waaruit men besluiten moet, dat bjj ook de bevoegdheid heeft die straffen alternatief te stellen. Zooals wjj in een deel der oplaag van ons vorig aommer meldden, zal het ljjk van den heet E. Douwes Dekker Woensdag in den Ijjkovea tfl Gotha worden verbrand,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1