N° 43.
130e Jaargang!
1887.
Maandag
21 Februari.
FEUILLETON.
Middelburg 19 Februari.
Een Familieroman van 1871.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 8/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën 20 Cent per regel?
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer f 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Brieven uit de Hofstad.
Uit het Fransch, van Mevrouw Segalas.
be bbengeb eeneb slechte tijding.
v Heiden slaakten een zucht van verlichting en
MIDDELBIIRGSCHE COURANT.
W
w
Agenten te Ylissingen: P. G. de Yey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te KiDiningen:,E. van dek Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moou,te TholenW. A. van Nieuw enhuijzen
Hoofdagenten voor het Buitenland te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger
17 Februari 1887.
Het kost dezer dagen moeite om zich kalm tot
schrijven te zetten en nog meer om rustig aan
het werk te blijven. De feeststemming spreekt
reeds zóo duidelijk en luid uit alles wat ons
omgeeft, dat als van zelf ieder oogenblik de ge
dachte aan 'skoDings jaardag zich in het brein
der Hagenaars voorop dringt, bij den een door
een gevoel van dankbare vroolijaheid, bij den
ander wrok, haat en verbittering wekkend. Ge
lukkig zijn de laatsten zeer gering in aantal,
vergeleken bij dat der echte, Oranje-klanten. Het
hoopje sociaal-demoeraten, bier in Den Haag
aanwezig, beteekent inderdaad zóo weinig, dat
hunne onthouding aan de voorbereiding tot de
feestviering op 19 dezer niet eens in het oog valt
en geenszins belet om, de toebereidselen gade
slaande, eeu algemeene feestviering in den
waren zin des woord met volkomen recht tegen
dien dag te voorspallen. AUerwege is met de
versiering van straten en woningen een aanvang
gemaakt.
In lange rijen staan de bekende oranje- of drie
kleurige palen langs de trottoirs geschaard, wach
tende op de slingers van groen of de ijzerdraden
voor lampions, die als een beeld van do eensge
zindheid en als een vrucht der samenwerking
van de straat bewoners voor de koningsgezindheid
van deze zullen getuigen. En waar die lange
rijen hier en daar kleine gapingen vertoonen is
dit niet het gevolg van gebrek aan belangstelling
in den grooten dag dezer week, maar alleen van
de rneening van dezen en genen, dat eentonig
heid moet vermeden worden en daarom een
geïllumineerde ster hier, een verlichte W daar,
een symbolisctie gas-illuminatie ginds niet kwaad
zullen staan en den glans van het geheel slechts
zullen verhoogen.
Geen winkelraam in de groote winkelstraten,
waarachter niet een toepasselijke uitstalling prijkt;
oranje is de hoofdtoon van het ons tegenwoordig
omringende; reeds nu zijn er mannen, die de
kokarde op de borst dragen rondventende koou-
lieden in strikjes en dergelijke hoed- of jasver-
Sieringen werken op bet koningsgezinde gevoel
van de menigte tot aanprijzing van bun waar
door de verzekering, dat hij, die Zaterdag geen
oranje draagt, een kees is, en wie wil daarvoor
doorgaan, vragen zij er bij, meteen minachtenden
trek om den mond. Nu, zij kunnen zeker zijn,
dat niet velen zich kees zullen betoonen, al kocht
niet iedereen van den brui wagen met centsstrik-
ken. Zonder een lint in het knoopsgat of op
den hoed zullen zeker niet velen zich op straat
vertoonenwat ons ondernemend koopmannetje
kees noemt zal Zaterdag waarschijnlijk sociaal-
VI.
„En mijn zoon Die is toch niet gewond?"
vroeg mevrouw De Sornay.
„Ja wel, eeu weinig I" hernam Marcel moed
vattende.
„O, mijn heinel!" riepen de beide vrouwen
Uit en werden doodsbleek.
„Gewond 1" zei de oude dame.
„Ernstig vroeg Francia.
„Aan het been, aan den arm?" vroeg de
moeaer.
„Ik meen aan den arm ja het was aan
den arm."
Werktuigelijk brachten de beide vrouwen de
hand aan haar arm en slaakte een kreet, alsof zij
de pijn zelf voelden.
„Arme mijnheer Richard 1" zei Faricotte,
„het is mij alsof de arm van mijn man door een
haai was afgeüeten."
„Gij zegt ons niet alles, mijnheer, is de
arm afgezet?" zei de moeder.
„Is dat zoo riep Francia en wachtte
ademloos het antwoord af.
„Neen, dat verzeker ik u."
democraat heeten, en met hen zal het gaan
als met de keesen van vócr honderd jaar. Wat
zij zich een eernaam rekenen, wordt hun toege
voegd als scheldwoord, en iedere ware oiauje-
klant zal ongetwijfeld oppassen niet voor het
tegendeel te worden aangezien.
Sommigen mogen eenigen angst koesteren voor
daden van sociaal-democrafen op Zaterdag a.,
de stemming der burgerij van Den Haag is ech
ter van dien aard, dat het kleine hoopje sociaal
democraten wel zoo wijs zal zijn geen demon-
stratie's op het getouw te zetten of daden te
plegen, die van vijandschap tegen bet vorstelijk
huis getuigen. Het laat zich aanzieu, dat der
gelijke handelingen hun slecht zouden bekomen.
Reeds dagen te voren wapperen in de winkel
straten de nationale en oranje vlaggen en uit
allerlei schijnbare kleinigheden spreekt inderdaad
reeds nn zo «veel geestdrift vooi het koningsfeest,
dat tegenover iederen vreugdeverstoorder onge
twijfeld honderden burgers zouden overstaan, die
hem duchtig zouden doen gevoelen, dat de soci
aal democratische theoriën bij het overgroote deel
der bevolking geen instemming vindenhet volk
zou zeker de deelnemers aan eenige anti-Konings
gezinde manifestatie zonder genade een welver
diende bestraffing toedienen. Waarschijnlijk zal
dan ook alles wel rustig afloopen. En wanneer
sommigen mochten beweren; dat zooveel geld als
aan de feest viering wordt besteed nuttiger kon
worden gebruikt in deze tijden van armoede en
werkeloosheid, laten zij dan eens nagaan het
praktische resultaat, dat die feesten zullen af
werpen. Bij duizenden en duizenden is nu reeds
en Zaterdag zal dit nog veel sterker het geval zijn
het smeulende Oranje-vuur hoog opgeflikkerd om
nog langen tijd later helder in het rond te lichten,
ten spijt van hen, die er op uit zijn aan het ko
ningschap allen glans te ontnemen en bet in de
duisternis te doen oudergaan. Deze dagen toonen
duidelijk aan, dat slechts een enkele vonk
noodig is om het gevoel van vaderlandsliefde
en koningsgezindheid weder krachtig te doen
ontwaken. En dit gevolg van de feestviering
op 19 dezer is waarlijk in deze tijden niet gering
te schatten. Het is daarom goed, dat ieder er
het zijne toe bijorengt om de feestviering algemeen
te maken en den Hagenaars komt de lof toe
geen moeite of kosten te outzien in de geringeie
buurten zeker niet minder dan in de aanzienlijkste,
in de nieuwe, stille wijken evenzeer als in de
drukke middelpunten van het veikeer; overal zijn
de toebereidselen voor illuminatie zichtbaar, zoooat
niet kan worden gezegd, dat het slechts te doen
is om zijn gevelversiering te doen prijzenneen
de duideüjke teekenen van belangstelling in
's konings feest ook in zoovele weinig bezochte
straten leve:en het bewijsdat de burgerij
behoefte heeft lucht te geven aan haar ko
ningsgezindheid. Flink zooHierdoor wordt de
sociaal-democratie beter bestreden dan door
wetten, strafvervolgingen en geweer-salvo's. En
vooral de koning zelf zou veel kunnen bijdragen
om de gehechtheid aan zijn persoon en zijn huis
vroegen weer op bovenden toon 5
„Is hij ernstig gewond?"
„Zeer ernstig", antwoordde Marcel, terwijl
het klamme zweet hem op het voorhootd stond.
De oude dame viel achterover in haar stoel.
Die moeder, wier leven altijd zoo gelukkig waB
geweekt, was niet gewapend tegen het ongeluk.
Zij sloot de oogen en zag er zoo akelig uit, dat
Marcel reeds meende den dood zijn stempel op
haar gelaat te zien drunken, in die scherpe
trekken van den mond en de ingevallen wangen,
zooals hij de Pruisen de huizen met krgt had
zien teekenen, ten bewijze dat zij er bezit van
namen.
Francia en Faricotte schoten toe, terwijl Mar
cel geheel versteld stond van het ongeluk dat
hij teweeg bracht.
O welk een wanhopige boodschap is dat;
maar er moge van komen wat er wil, ik dood
die arme moeder niet ik ben geen beul.
Dat wil ik niet zijn dat is mijn vak niet."
De oude dame opende de oogen weer en zoo
dra haar bewustzijn terug keerde vatte zij de
handen vao Maicel «en zag hem aan met een
paar oogen die schenen te smeeken „wat ik u
bidden mag, misleid mij niet!"
„Dus is Richard ernstig gewond maar
dat is zes weken geleden en is hij nu nog
in gevaar? Lijdt hij nog veel?"
„Neen mevrouw, neen, hij lijdt niet meer",
antwoordde Marcel, heel blij, dat hij dit dubbel
zinnig antwoord kon geven.
te bevorderen, als Z. M, dien feestdag werkelijk
eens te m'dden van zijn volk wilde doorbrengen
door bij dag en bij avond de versieringen in
zijne residentie in oogonschouw te komen nemen,
-verzekerd dat dan de geestdrift ten top
zou stijgenieder Nederlander, die niet opzette
lijk dat gevoel smoort, voelt bij het zien van een
Oranje zich dankbaar gestemd, en er is iets in
zijn binnenste, een „lek en weet niet wat," dat
hem dwinst tot het van ganseher harte aanheffen
van den kreet „Oranje boven, leve de koning
Terwijl thans op het Binnenhof de behandeling
der grondwetsherziening al meer en meer de
voorteekenen doet zien van eene mislukking van
dat grootsche werk, althans in het tweede stadium
van behandeling, wordt de wen>ch te sterker, dat
Willem III nog lang moge gespaard blijven.
Immers, indien nog vóór de herziening der grond
wet bet regentschap mocht intreden, is voor vele
jaren de mogelijkheid van verandering in de
troonopvolging uitgeslotenen toch is juist in
dat hoofdstuk wijziging zoo noodig.
Ons onafhankelijk bestaan haDgt ten nauwste
samen met eene goede, aan de wenschen der
natie voldoende en ondubbelzinnige regeling van
de erfopvolging. Voor de regeling van binuen-
landsche aangelegenheden is eene algemeene her
ziening ongetwijfeld noodzakelijk, maar onze
kracht naar buiten, ons recht op eigen vo ksbe-
staan, steunen grootendeels op het huis van Oranje;
is dit eenmaal uitgestorven en door een ander
vorstelijk huis vervangen, dan zal daarmede een
sterke muur tegen inmenging van vieemderegee
ringen in ons bestuur zijn gevallen. Daarom is
het van groot gewicht welke dynastie voor die
van de Oranje1» zal in de plaats treden, en opdat
hie op meer invloed door de natie kunne worden
uitgeoefend is eene herziening van de eerste
afdceling van het tweede hoofdstuk der con
stitutie dringend noodig. Jammer dat men zoo
dikwijls in onze tweede kamer, in deze dagen
niet het minst, het belang van het vaderland nit
het oog verliest en opgaat in persoonlijke of
partij-kibbelarijen, waardoor alleen wordt afge
broken maar niets wordt opgebouwd.
Opbouwen gaat vlugger te Scheveningen dan
in ons parlement, maar of die vlugheid nu wel
bevorderlik is aan de hechtheid mag met recht
worden beiwijfeld. Het nog geen hali jaar geleuen
af eorantle Kurhaug is weer in al zijn grootheid
herrezen en uitwendig is het werk weer bijna
voltooid. Maar hoe Onze bouwpolitie, die op
den bouw van particuliere woonhuizen met arends-
oogen toeziet die zorgvuldig waakt tegen alle
coi structie's welke maar e nig gevaar zouden kun
nen opleveren; die de bouw-ondernemers vaak om
nietigheden het lastig maakt, schijnt aan den
Kurhaus-bouw steeds den rug toe te keeren. Daar
wordt aan de aannemers volkomen vrijheid gelaten
om zoo voordeelig mogelijk, maar ten koste
van de soliditeit, den herbouw uit te voeren. Ik
heb deskundigen hooren beweren, dat de bezoekers
„Lijdt hQ niet meer
„Kan hp zijn arm gebruiken?"
„Z*l hij niet gebrekkig blijven
„Dat behoeft gij niet te vreezen", antwoord
de Marcel, een zucht onderdrukkende.
„Nu dan zullen wg hem genezenriep
mevrouw De Sornay vol vertrouwen op haar
geluk uit.
„Ik zal hem daar ginds gaan verplegen,
zei Francia „zeg mg prtcies waar hg is, en niets
zal mij weerhouden."
„Doe dat niet Iriep Marcel in de grootste
verlegenheid Uit en daar hg niets auders wist te
zeggen voegde hg er bi)„terwgl gg daaiheen
giugt om hem op te passen, zou hij misscnien te
huis kunnen komen."
„Maar als hg te huis kan komen, dan is bij
ook heisteliende
„Kom, kom J" zei Faricotte, „mijnbeer de
soldaat weet meer dan hg zegtop eeu goeden
dag zullen wy mijnheer Ricnaid voor onze oogen
zien staan, daar hg beterende was en men praat
van niets dan van de preiime, hoe zegt men ook
weer, o ja, de primevères van den vrede. De
oorlog is uit en wij zul.en den s>olijftak" zien
aankomen, zoo als ik teu prefester, waar ik vaten
waschte, heb hooren zeggen."
O «danks zijn veriegennetd kon Marcel niet
nalaten te lachen over die zonderlinge taal en
mevrouw De Sornay zei
„Dan zullen wy hem spoedig zien, nie4
waar, mijnheer? Hij heeft u verzocht om vooruit
van het nieuwe gebouw werkelijk zich aan levens
gevaar zullen blootstellen. Het is toch voor een
deel opgetrokken met oude muren, waarvan
sommige dotr den brand veei hebben geleden
er zgn thans naar het schijnt met volkomen
goedvinden van alle tdj de zaak betrokkenen en
ook van de bouwpolitie muren gebruikt, die
door de experts bij de schade-begrooting voor de
assurantie-maatschappgen als onbruikbaar zgn
beschouwd en die dus bg die bcgrooting in reke
ning zijn gebracht. Zoo wint men dubbel: men
spaart de kosten voor een nieuwen muur en
krijgt dun ouden daarenboven vergoed. Mochten
mijne inliehiingen overdreven zijn wat ik reden
heb niet te gelooven - men toone zulks aan het
zal mij en misschien velen anderen minder huiverig
maken zich aan het bezoek van ons Kurhaus te
wagen. Maar kan meu niet bewijzen, dat geene
muren zijn benouden, waarvan de kalklagen tus«
schen de steeneu zijn weggebrand, dan mag met
iecht worden gevraagd, of onze bouw-politie wel
verantwoord is.
Het schgnt, dat de regeering bedacht is op de
afschaffing van nog eenige gerechtshoven, in over
eenstemming met den onlangs bg de begiootings-
debatten door sommige kamerleden uitgesproken
wensch. Dezer dagen ..lthaus zgn van de ver-
sihille de hoven van regeeringswege opgaven
gevraagd van het aantal der in do laatste jaren
behandelde strafzaken, waarschijnlgk met het
doel om eeu p ar hoven, die het minst te doen
hebtien, op te heffen. Nu die colleges, voor wat
str.fzaken betreft, door de nieuwe wetgeving
uitsluitend hoven voorappel zijn geworden, zgn
hunne werkzaamheden natuurlijk zeer afgenomen,
en zou dus eene vermindering van hun aantal
niet onmogelijk, zijn. Maar de groote vraag zal
dan zgn, welke als offers van den bezuinigings
maatregel zullen moeten vallen. Hierover zouden
bijv. de hoofdstad en Ue hofstad van Nederland
nog wel eens met elkander kuunen twisten.
De minister van justitie Vërleent Dinsdag
geen audiëntie.
Het hoofdbestuur der Ned. Vereeniging tot bevor
dering van Zondagsrust heeft een adres ingediend
aan Uen min. van waterstaat enz. in het belang
der Zondagsrust van. de telegrafisten, waarin
wordt aangedrongen op de invoering van een
verhoogd Zonuagstarief, Yerder verzoekt het, dat
niet onafgebroken, zooals met de bestellers te
Amsterdam het geval schgot geweest te zgn, de
Zondagsrust der ambtenaren aan den dienst worde
opgeofferd.
Het maakt in verband hiermede melding van
eene bg wgze van proef te Amsterdam getroffen
regeling, waardoor aldaar eiken Zondag van de
bestellers vrg is.
te gaan om van zijn verwonding te vertellen eii
er ons op voor te bereiden uat hij nog lg dunde
is; dat is alles, niet waar?"
„Ja, mevrouw, ja dat is het," hernam
Marcel, die ach den moed voelde ontzinken
oin de wanboop in dit huis te biengen.
„Ik zal later wel spreken" dacht hij, „als
zij sterker djn; en ik ooa."
Hij t toud op en vroeg \enof om nog eens terug
te komen.
„Wat!" riep de oude dame uit, „de vriend
van mgn zoon zou niet bij mg logeeren O i
wees niet bang, in Ue pro.tncie z:,n de buizen
ruim, In Patgs uebt Kj alleen kamers voor de
familie, hier i.ebben wg er ouk voor de vrienden."
„Waarlgk, mevrouw, ik zou het niet dur
ven aannemen.'
„Ik zal uw goed laten halen, In welk
hotel zgt gij afgestapt
„In het botel du Commerce, op het Duquesne-
plein."
„Het plein van mijn admiraal" riep Faiicotte
uit. „Gij moet zien hoe kranig zgn standbeeld
daar staat. Onlangs hoorde ik een Par zenaaf
zeggen „„Hoe is bet mogelijk dat het standbeeld
van den admiraal Duquesue hier op de markt,
le midden van al dis viouwen ciiaat?"'' „Sapperloot,
mgn admiraal is zoo troisch Liet. Maar ik zou
hem tocb liever voor de visciunaikt z«en staan;
een admiraal is eeu /.eem«u, waarom zou hij dus
niet bg do vischvrouwen siaau?"
Marcel liet zich een weinig nooden, maar