N» 30 Donderdag 17 Februari. a FEUILLETON. Een Familieroman van 1871. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 8/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën 20 Cent per regel: Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels f 1. iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Uit het Fransch, van Mevrouw Segalas. se brenger eene» slechte tijding. MIDDELBllRGSCHE Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagb Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van dee Peul, te Zierikzee: A. C. de Moou,te TholenW. A. van Nieuweneüijzen. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dapbe Cie-, John F. Jones, opvolger fllll Meer dan gewoonlijk zullen dezer dagen, en niet het minst Zaterdag aanstaande, velen met hunne gedachten verwijlen bij de konink lijke familie, die, evenzeer als het volk zijn vorsthaar hoofd een schoonen jaardag be reiden zal. Zij is ingekrompen, die kring rond den ouden stamslechts een moeder en éen kind zullen den jarige vreugde en liefde betuigen op zijn feestgetij. En toeh hoe aangenaam het den koning ook wezen moet op dien dag van zoovele zijden, uit zoo wijden kring bewijzen van gehechtheid en belangstelling te ontvangen hoe goed het hem moet doen, dat het Nederlandsche volk zijn feestdag tot een vreugdedag wilde maken voor velentoch gelooven wij, dat hem nog het liefst zullen wezen de betuigingen uit die kleine omgeving, van vrouw en kind. De man en de vader gaan, naar wij ge gronde reden hebben te meenen, gelukkig ditmaal boven den vorst; te natuurlijker omdat een jaardag bovendien in de eerste plaats een huiselijk feest is. Immers: een koning is mensch als ieder ander; waar men een hoogen sport be reikt op de levensladder, daar heeft men van zelf meer behoefte benedenwaarts te zien; en wanneer dan in dat verleden zoovele don kere, sombere stippen zijn aan te wijzen, is men dubbel erkentelijk en gelukkig als in het heden een helder licht ons beschijnt. En dat is op zijn zeventigsten jaardag met onzen koning het geval. Er gingen hem heel wat stormen over het hoofdde luidruchtigste vreugdebetoogingen; de drukste recepties en wat op zulk een feestdag de plichten van een vorst verder van hem mogen eischen; zij zullen de herinnering daaraan op den 19ea Februari bij onzen koning niet geheel kunnen uitwisschen. De storm loeide met vreeselijk geweld boven zijn huis, zoodat het dreunde op zijn grond vesten. Daar vielen er rondom hem, die hem hadden kunnen overlevenkrachtige steun pilaren werden naast hem weggeruktmaar toen was het, of by het gemis aan allen man- neiyken steun een goede genius zich over hem ontfermde, die in het schijnbaar zwakke hem vergoeden wilde wat hem was ontnomen» En wat Carmen Sylva eens schreef van een ouden koning en eene jonge koningin werd aan onzen vorst bewaarheid «In 't moegeleden harte Is vrede neergedaald, En 't doode koningslustslot Met levenslicht bestraald." /'Het lachte door de zalen En zweefde vroolijk thans, En tintelde voor de oogen Als heldre zonneglans". «De koning vroeg zich telkens Of niet de werk'lijkheid, Hem wêer zou doen verliezen Dien droom van zaligheid." Die werkeljjkheid werd echter des te schoo ner, toen een derde in het verbond trad ;:een vriendelijke, lieftallige kleine, die vader's rim pels van het voorhoofd toovert en hem door hare guitige trekjes tot lachen stemt als het hoofd tot heel wat anders staat. Waar moeder soms te kort mocht schieten, daar is zij het onfeilbaar middel, dat geluk en vreugde aanbrengt. Zoo werd niet alleen een vorstelijk maar ook een gelukkig drietal gevormd, dat reden te over heeft den 19en Februari tot een feest dag te maken. En het Nederlandsche volk Om antwoord te geven op die vraag zullen wij ons wachten voor overdreven loftuitingen op of langwijlige beschouwingen over den vorstelijken jubilaris. Maar enkele regelen zijn ons toch zeker wel gegund om de beteekenis van den tot feestdag gestempelden 19en Februari 1887 eenigszins uiteen te zetten. Al treedt bij een verjaardag de persoon op den voorgrond, als volk hebben wij rekening te houden met den vorst, en deelen wij, ter wil.e van zijn booge waardigheid, in zijn vreugde. Maar er zijn nog andere redenen, die dit maal vooral eene betooging wettigen. Bij zijne huldiging als koning in 1849 sprak Willem III o. a. „Hoog is de betrekking, waarin ik geplaatst ben, zwaar zijn de plichten, die op mij rüsten» Ook den koningen kleven menschelijke zwak heden aan, en daarom behoeven zij instellingen en zelfstandige voorlichtingopdat de kroon een brandpunt blijve, dat weldadigen gloed verspreidt." Die woorden brengen de gansehe levensge schiedenis van onzen koning ons in de gedach ten zij spreken ons van tekortkomingen, van zwakheden maar herinneren ons tevens zoo menigen trek van goedhartigheid en vormen den grondslag van het door hem steeds inge nomen standpunt om zich streng te houden binnen de grenzen, hem, als constitutioneel vorst, aangewezen. Willem III heeft het eens zelf met zekeren trots gezegdJe suis un roi constitutionele moi Dat rekende hij zich een eer. Dat juiste begrip is zijn krachtvormt den schoonsten lauwer rond zijn hoofd, te meer omdat hij van geboorte een autocraat is. Zijne moeder Anna Paulowna was een Russi sche, dochter van czaar Paul I, bekend om zijn grilligheid en willekeur. Zijn grootvader Willem I verloor door zijne autocratische be ginselen eerst de helft van zijn rijk en later grootendeels de liefde van zijn volk. En dat standpunt van onzen constitutioneelen vorst heeft ons op menig oogenblik in onze parlementaire geschiedenis gevrijwaard voor groote moeilijkheden. Hij, zich stellend boven de partijen, wist juist ons land voor ernstige gevaren te behoeden, omdat hij, zooals zijn plicht hem, volgens eigen verklaring, gebood, luisterde naar zelfstandige en wijze voorlichting. Al moge men dan ook thans verschillen in opvatting over de wijze, waarop wij zullen deelnemen aan de feestvreugde van 19 Febr» algemeen bijna zal men wel overtuigd zijn, dat het in deze dagen van woeling en gisting zoowel binnen als buiten onze grenzen, goed was te toonen, dat wij nog prijs stellen op een vertegenwoordiger van het gezag, die toont te begrijpen, dat dit gezag ook gebonden moet zijn aan de eischen der nieuwe staatsleer; op een vorst die tevens de goede traditiën van zijn geslacht met zich voert. „Want", zoo zal het Zaterdag in tal van plaatsen in ons land, bij de uitvoering der cantate van Fiore della Neve, weerklinken, «Want, Waar aan 't verleden Let Vaderland denkt, Het vindt, in het diepst van zijn hart, Geen naam, die zoo dierhre herinn'ring het schenkt Geen naam, die all' onspoeden tart Dan telkens OraDje, Oranje alleen, Oranje in het roemrijk voorheen. Uw volk mengt, O Vorst, in zijn dankh'ren gebêen, Den naam van Oranje alleen I" «En, Waar aan zijn toekomst het Vaderland denkt, Het vindt in het diepst van zijn hart, Geen naam, die gerustheid of hope het schenkt, Geen naam, die all' onspoeden tart, Dan weder Oranje, Oranje alleen, Als zeventig jaren geleên I Uw volk mengt, O Vorst, in zijn dank'bre gebeên, Den naam van Oranje alleen!" En dien naam tot eer k enmerkt onze koning zich door persoonlijke deugden, die de zwakke zijden van zijn karakter vaak deden vergeten. Thans nu hij op hoogen leeftijd is gekomen, zal niemand van hem mogen vergen, dat hij nog in verschillende zaken dezelfde belangstel ling toont, vroeger door hem aan den dag gelegd. Toen hij het kon doen, bewees hij die vaak. Zijn persoonlijk optreden bij den watersnood van 1861; zijn bezoek in 1873 te Groningen aan den vader van den te Atjeh gesneuvelden generaal Kohier, wiens kinderen hij verzekerde niet te zullen vergeten; zijn goedhartigheid in zoo menig andere omstandigheid getoond, getuigen van zijn goed hart. Zijne liefde voor de schoone kunst; de on dersteuning die hij jeugdigen schilders, zangers en zangeressen en ools niet het minst ons nationaal tooneel verleent, zijn genoeg bekend. En zouden wij dan dien jubilaris niet een bewijs geven van onze belangstelling op een der gewichtigste jaardagen van zijn leven en ook belangrijk in de geschiedenis van ons vorstenhuis Ons dunkt van ja. Maar dau mengt zich daarbij de gedachte aan de naaste toekomst van datzelfde huis van Oranje, weiks naam zooveel goeds ons herinnert, en, al deelen wij ook iu de vreugde voor den zeventigjarige, onzen heilwensch op zijn feestdag vatten wij liefst samen in de bede voor het gansehe drietal, dat het iang nog vereend moge blijvenen dat vooral de jongste van hen, onder leiding van eene goede en wijze moeder, ons land ten zege moge opgroeien tot een ver standig, degelijk meisje, tot eene goede vrouw en koningin. Dat zal ook de laatste levensjaren van den vader kunnen verkwikken en den vorstelijken jubilaris tot vreugde kunnen zijn, VL Faricotte veitiok, na zich vergewist ie hebben dat men haar weidra noodig zou hebben voor de wasch en voor de leverantie van viach haar liefde voor Faricot deed haar nooit hare kleine belangen uit het oog verliezen. Op het oogenblik, dat zij de groote poort open de, trad zij terug voor een jong mensch, die de plaats opstapte. Hij droeg de uniform der gardet mobileshet was Marcel, die eiudelijk hersteld was en de treurige zending, welke hij op zich geno men had, kwam volbrengen. Zijne geheele persoonlijkheid was een menge ling van geestkracht en bedeesdheid. Zijn tint, aatyra blank, gebjuipd dgor bet leven bcaitfsMBiBaigMaBMMWBatMwg» m mw ■iiiiia*Tirtg^gw in de open Ittcht en de vermoeienissen» Zijn fijn besneden gelaat was scherper geworden. Men las op die trekken, die mannelijker geworden waren, een zeker iets dat scheen te zeggen t »Ik kom van het slagveld, ik keer terug uit den doode." Meuscneu, die veel moed en veel wilskractit aan den dag hebben moeten leggen, krijgen eensklaps een andere uitdrukkighzij veranderen als kinderen die groeien; maar by hen is het niet het lichaam, toch de ziel die gegroeid is. Doch zoodra Marcel zijn geestkracht niet meer noodig had, trok hij haar in, eveaals hij zijn sabel iu de schede stak; men giste haar alleen aan het vuur dat er in zijne zwarte oogen schitterde; bij keerde terstond terug tot zijue hoogst bedeesde natuur. Het groote contrast, dat er tusschen zijn karakter en dat. van Richard bestond, had juist zoo spoedig hun inuige vrieudschap doen ootstaan. Richard was eeu rond krijgsman, beslist, luid ruchtig, uitgelaten, vroolijk, hard pratende eu lachende. Bovendien was hg ouder dan Marcel rtvtttfaiimilVn^rri en had dus natuurlijk meer zelfvertrouwen en betoonde zich even onbeschroomd io het dage- lijksch leven als in het leger De jeugdige krijgsman had terBtond een groote genegenheid opgevat voor dit karakter, dat het zijne aanvul de. Hij sloot zich bij Richard aan om eeu vTend te hebben, die hem het gemis van lamilie vergoedde en ook om hem voorop te zenden bij vreemden en het woord te lateu doen. Marcel trad het huis van mevrouw De Sornay binaen met deu laatsten brief van Richard in den eenen zak en in den anderen zijn doodakte. Zoodra Faricotte de uniform zag, bleef zij ont hutst staan en riep „Lieve hemel 1 Ditmaal is het nu toch geen Pruis, het is geen pickelhaube, die u het hart doorboort, het is een Frauschman, een echte Fran-chmanZeg eens, mijnheer de soldaat; gij komt zeker daar giuds van daan, waar men aau het vechten is; zoudt gij wel zoo goed willen zijn om mij te zeggen of gij mijnheer Richard de gornky ook gesiep hebt ik bedoel dep zoop van onze mevrouw.*' Marcel huivtrde en antwoordde „Ja, ik heb hem gezien ik moet „Heb gij hem gezien Is hét mogelijk? Biengi gij ttjding van hem?" „Ik breng een brief van hem; maar ik wildé mevrouw De Sor Hij kon uiet uitspreken, want er viel hem een zwaar gewicht op de scuouiers; Faricotte sloot hem in hare armen, die zoo sterk waren als kabels. Eiudelijk liet zij hem los en liep het huis in, uit al haar macht gillende „Dames, dames, daar is een soldaat, dié mijnbeer Richard gezien heeft, die een brief van mynheer Richard brengt. Mijnheer Richard komt terug o! welk een heerlijk gebak zal ik dien dug maken 1 „Een soldaat zegt gij Waar is hij, waar i« hij nepen de beide dames te gelyk. {Wordt vervolgd,}

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1