130® Jaargang
188T.
W oensdag
26 Januari.
LOTING.
N° 21.
lationale Militie.
De resnltalen van een ftapt mierzoet
Middelburg 25 Januari.
Dit blad verschijnt dagelijks?
met uitzondering van Z o r»» en Feestdagen?
Prijs per 8/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën 20 Cent per regèlj
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels '£1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte?
rrr^nT^-^^rtrrrlrnT^i'lTi'Yigi
MIDDELBllRGSCHE
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krmningen: F. van deb Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moou.te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicity étrangère G. L. Dapbe Cie., John F. Jones, opvolger
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op art. 28 en volgende der wet van den
19en Augustus 1861 Staatsblad no 72)
brengen bij deze ter kennis van belanghebbenden:
dat de loting der in het vorige jaar voor de
militie ingeschrevenen, zal plaats hebben op de
bovenvoorzaal van het raadhuis, Maandag den
7en Februari 1887, te beginnen des voormiddags
te 10 uren;
dat gedurende vjjf dagen, te rekenen van den
dag waarop de loting heeft plaats gehad, tegen
de wijze waarop zij is geschied, bij gedeputeerde
staten bezwaren kunnen worden ingebracht door
belanghebbende lotelingen, of door hun vader of
voogd
dat de bezwaren moeten worden ingediend door
middel van een door de noodige bewijsstukken
gestaafd verzoekschrift, op ongezegeld papier,
onderteekend door hem, die z? inbrengt, welk
verzoekschrift bjj den burgemeester moet worden
overgebracht, tegen bewijs van ontvang
dat op Maandag den 14en Februari 1887', des
voormiddags van 10 tot 12 uren, in de beneden-
achterzaal van het raadhuis zitting zal worden
gehouden, tot het opmaken van de getuigschriften
ter bekoming van vrijstelling wegens broederdienst
of op grond van te zjjn eenige wettige zoon,
bedoeld in de 2e en 3e zinsnede van art. 58 der
bovengenoemde wet;
dat zy, die op zoodanige vrijstellingen aanspsaak
maken, op gemelden tjjd ten raadhuize zullen
moeten verschijnen, vergezeld van twee bij den
burgemeester bekende meerderjarige ingezetenen.
Middelburg den 25 Januari 1887.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
F. ERMERINS, l. b.
De secretaris,
A. DE YULDER VAN NOORDEN.
De lijvige bundel rapporten, thans in het
licht gegeven door de commissie belast met de
arbeids-enquête, heeft, al staan wij ook nog
slechts voor de resultaten van een deel van
dat belangrijk onderzoek, reeds voldoende aan
het licht gebracht, hoe nuttig en noodig zulk
een enquête is. Toen het plan daartoe rijpte,
werkten enkelen mee om zulk een commissie
te benoemen in de vaste overtuiging, dat de
uitslag ervan hun meening zou staven, dat de
toestand niet zoo ernstig is, als men wel be
weerde. Ons dunkt, zij zullen thans, na kennis
genomen te hebben van het verhoor der 65
getuigen en hun verklaringen, neergelegd in
het 263 folio bladzijden groote rapport, wel
ontnuchterd zijn; en moeilijk hunne meening
kunnen volhouden.
Heeft de openbaarmaking van die stukken
dus hare goede zijde, dat de sympalhie voor
den arbeid der commissie meer en meer zal
worden opgewekt; ook als gevolg van de uit
stekende wijze, waarop zij, en wel het meest
haar voorzitter, de aanvaarde taak vervult;
- aan den anderen kant rijst toch bij ons de
vraag of die publiceering ook niet eene groote
schaduwzijde heeft. Nu reeds is gebleken dat
menig opgeroepene aan de uitnoodiging der
commissie niet voldeed, omdat hij huiverig was
voor zijn patroon om te zeggen, wat hij wist.
Hoe zal het thans gaan, nu men ziet hoe
consciëntieus de voorzitter de vragen stelt;
hoe hij uit de getuigen tracht te halen, wat er
in zit. Zal aan de eene zijde de pressie der
werkgevers niet des te sterker worden om hun
onderhoorigen te beletten aan eene eventueele
roepstem gehoor te geven? Zal aan den an
deren kant de onderhoorige zelf niet het liefst
zich maar onthouden; omdat hij by het onder
zoek allicht meer zeggen zou dan noodig, en
voor zijn baas gew euscht is
Had men ten slotte de resultaten van het
g e h e e 1 e onderzoek iu het licht gegeven; men
had dan allen voor eea fait-accompii geplaatst,
en, ons dunkt, beter gedaan.
Daarbij komt nog iets. De zeer sterk ge-
jslprifq verklaringen, afgelegd door den heer
W. Ansingh, voorzitter van de IJ eer en Metaal-
werkers-vereeniging te Amsterdam, hoofdzakelijk
omtrent de handelwijze van de Koninklijke
fabriek van Stoom- en andere werktuigen tegen
over zieken en weduwen, hebben reeds een
paar protesten uitgelokt. Eerst deelde die ge
tuige allerlei treurige staaltjes mee omtrent
het werken van jongens van 12 tot 16 jaar,
die meermalen van 's morgens 5 tot 's avonds
10 uur aan de blaasbalg moeten staan of in
de ketels moeten zitten om de nagels, die
geklonken worden, tegen te houden. Het
eerste is een eentonig werk, dat bij eene Israëlie-
tischenbaas wel eens 36 uur achtereen werd
gedaan; het tweede moet, men kan het licht
begrijpen, allernadeeligst op de hersenen der
knapen werken, vooral wanneer zij dit den
ganschen dag moeten doen, wat dagelijks
gebeurt. -Daarna legde de heer Ansingh
echter een paar verklaringen af omtrent de
hulp, verstrekt aan werklieden, die een ongeluk
kregen, ot aan hun nagelaten weduwen. En
daarbij constateerde hij dat, toen eens een
werkman op die fabriek om kwart voor drie
uur een ongeluk overkwam, de weduwe alleen
het loon betaald werd tot drie uur, meer niet.
Van hulp, in zulke omstandigheden of bij ziekte
verleend, verklaarde hij dat hem geen geval
bekend was. Eene dergelijke beschuldiging
tegenover een gunstig bekende fabriek moest
natuurlijk sensatie wekken; en van twee zijden
is daartegen reeds geprotesteerd. De vrouw
van een bankwerker heeft aan de redactie van
het N. v. d. B. de ongevraagde getuigenis
afgelegd, dat de directie der fabriek heel
anders handelde.
Haar man had reeds, nadat hij in Januari
1886 een ongeluk had gekregen, een vol jaar
lang een onderstand van 3.per week
ontvangenterwijl een ander, die zijn been
had gebroken, eveneens gedurende den tijd,
dat hij verpleegd werd, was ondersteund. In
hetzelfde blad komt heden ook een arts op
tegen de verklaring van den heer Ansingh.
Een der werklieden van die fabriek kreeg te
's Bosch een verwonding aan zijn oog hij werd
nu voor rekening van die fabriek behoorlijk'
verpleegd, door dien arts geholpen en kreeg
tevens een kunstoog.
Zulke protesten zijn op zich zelve van veel
gewicht; zjj bewjjzen hoe eenzijdig mannen
zijn als Ansingh, tegeningenonmn ais zij ge
stemd schijnen jegens patroons. Maar wordt
door zulk een polemiek de taak der enquête
commissie niet bemoeilijkt Wanneer zij al
te sterke en te ongunstige verklaringen ont
vangt, zal zij van zelf wel trachten achter de
waarheid te komen door andere getuigen te
hooren. Maar nu wordt haar arbeid op andere
wijze voortgezet; en zou het kunnen gebeuren
dat er eene agitatie ontstaat, die haar werken
minder aangenaam en vruchtdragend zou
kunnen maken; terwijl daarenboven de tegen
standers der enquête haar prestige daardoor
kunnen schaden.
Genoeg, het feit ligt er nu toede rapporten
worden achtereenvolgens publiek gemaakt, en
zij verdienen aller aandachtal is de lectuur
ervan niet opwekkend.
Wij kunnen niet uitvoerig stilstaan by de
verschillende onderdeelenonze ruimte laat
dat niet toe. Maar een paar punten stippen
wij toch even aan. Reeds wezen wij erop, hoe
teleurstellend de verklaringen waren van den
inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht te
Amsterdam hoe weinig belangstelling door dien
ambtenaar was getoond in eene zaak, die jaren
lang reeds hoofden warm gemaakt en pennen in
beweging gebracht heeft. Bewijst dit niet reeds
voldoende, dat Nederland op het gebied van
het arbeiders-vraagstuk nog steeds in zijn
kindsheid verkeert Dit wordt trouwens
bevestigd door de verklaringen van een
jaau als den president van PatrimQnim, den
heer Kater, die ook waarlijk niet dweept
met staatszorg maar toch verzekeren moest, dat
er in Nederland voor den werkman bijna niets
geschiedten eigenaardig ook ernstig
moest opkomen tegen de wijze waarop men op
de Kon. fabriek van stoom- en andere werktuigen
voor zieken en nagelaten betrekkingen van
werklieden zorgt.
Werden onze tekortkomingen niet voldoende
blootgelegd door een man als de godsdienst
onderwijzer Heynes, wien geen lof onthouden
mag worden, omdat hij vooraf, toen hy wist
voor de commissie te moeten verschijnen, zich
heeft beijverd de noodige gegevens te ver
zamelen? Over het verschrikkelijk overwerk
vertelde hij treurige staaltjes. Kinderen tus-
schen 12 en 16 jaren moesten's zomers geheele
weken van 's morgens 6 tot 's nachts 12 uren
werken, terwijl het dikwijls gebeurde, dat ook
's nachts en Zondags het werk niet stilstond.
Is dat een toestand Zal men dan nog den
arbeider, wiens;
"Ziel en hart
Ondergaan, bjj aanhoudend stoflyk lyden,"
hard vallen, als hij misbruik maakt van sterken
drank, niet alleen om zich te verzetten maar
ook omdat het karig loon hem niet in staat stelt
zich behoorlijk te voeden, zoodat het lichaam een
prikkel behoeft om het afmattende werk voort
te zetten Van dat misbruik getuigde ook de
heer Justus van Maurik, die verklaarde, dat
te Amsterdam de kroegen om vijf uren reeds
open zijn en bezocht worden. Het drinken?
is by na in alle vakken een ellendeevenzeer
'vsisc het Maandaghouden, dat dikwijls Dinsdags
nog een staartje heeft. Maar als lichtzijde in
diens verklaringen begroeten wij de verzeke
ring dat, waar de werklieden bij hem zich
ordelijk gedragen, onderwerpen aan de regle
menten en goed werken, zij een zeer goed stuk
brood verdienen, en nooit wegens ouderdom
worden ontslagen. Zij, die te oud zijn, worden
gepensioneerd. Ware dit overal zooOf liever
zorgde de staat ervoor, dat de werklieden dit
van hun loon deden of dat de patroons, ingeval
van ongelukken, verplicht werden hen te
ondersteunen
Wie van den heer Yan Maurik andere,
meerdere verklaringen heeft verwacht dan hy
aflegde, vergete niet dat hij voor de commissie
optrad als fabrikant, en niet als de algemeen
gevierde schryver en spreker.
Over de drukkeryen in Amsterdam luidden
de getuigenissen over het geheel ook zeer
ongunstig. Nacht en dag moet de jeugd daar
werken; op dagblad-drukkeryen o. a. zijn de
jongens reeds om 4 uur in den morgen en in
de vouwerij te 5 uur present. Midden in den
nacht, soms te 3 uur, moeten zy dus uit hun
bed, met een langen, langen dag voor zich
Hoe in andere vakken sommige werkplaat
sen eruit zien, is bijna niet te geloovenzij
gelijken vaak op stallen.
En hoe worden al die werklieden dan nog
betaald
Hetgeen de enquête nóg verder aan het licht
zal brengen, kan ons van zelf nog wel ge
legenheid geven terug te komen op het bran
dende vraagstuk van den dag. Het zal meer
en meer blijken, hoe noodig het wordt, dat de
handen in elkaar worden geslagen; hoeveel
er nog te doen valt op het gebied der opleiding^
verzekeringen tegen ongelukken, pensioen
fondsen der werklieden, en hoe dringend noodig
het is, dat het fabriekwezen worde geregeld.
Laat ons dan slechts, bij gebrek aan eene
internationale regeling, beginnen met ons land.
De concurrentie dwingt menigen fabrikant
tot zuinigheid, tot bekrompenheid, tot ver-
waarloozing van de belangen zijner onderhoo
rigen. Een algemeene maatregel van hooger
band kan daarin slechts verbetering brengen;
omdat zij krachtig kan wezen en allen gelij
kelijk treft,.
De Arnh. Crt. deed dezer dagen de ons
eenigszins nuchter voorkomende vraag: wat
nu Zij verklaarde, dat het geenszins uit
nieuwsgierigheid was dat men de enquête in
stelde. Dat is bekend genoegmaar die
enquête zal de overtuiging versterken, dat er
spoedig en flink gehandeld moet worden.
En dan behoeven wij gelukkig op de vraag
Wat nu niet te zwijgen, en wanhopend met
de handen in het haar te staan.
Al kan men nu niet reeds tot in de onder
deelen antwoord geven op die vraag, er liggen
voorbeelden genoeg voor onsbeschouwingen
door mannen als Kerdijk en Mouton nog onlangs
geleverd, kunnen tot grondslag dienen voor
eene regeling op het arbeidsgebied.
Als eenige tegenstanders van staatszorg
maar bekeerd worden en vooral op het gebied
van den kinderarbeid hunne vooroordeelen laten
varen, zal er wel spoedig wat gedaan kunnen
worden in de goede richting, waar de nu reeds
door de enquête aan het licht gebrachte feiten
heen wijzen, ernstig en welsprekend.
De heer Gericke heeft geen bakzeil willen
halen, en daardoor te meer zich een man van
karakter getoond.
Als de heeren niet van my gediend blieven
dan ga ik heen, zal hij gedacht hebben; en om
nu, nadat anderen geweigerd hebben, zelfs op
Hoog verzoek in te binden, ook daarvoor dankte hy.
Thans is de heer F. G. Tromp, oud-zeeofficier
en oud-wethouder van publieke werken in Am
sterdam geen gemakkelijke betrekking tot
minister van marine öenoemd.
Algemeen wordt hij geprezen als een bekwaam,
en voortvarend maneen man van sta vast
Of deze het nu met de Tweede kamer zal
kunnen vinden, is de groote vraag.
De lust om eens te zien hoe onze nationale
tjjd verpraat wordt, heeft zeker een cjjferaar ertoe
gebracht om in de Handelingen der tweede kamer
na te gaan, hoevele malen de verschillende leden
in het thans loopende zittingjaar, dat op 20
September is geopend, het woord hebben gevoerd.
Het resultaat van dat onderzoek is opgenomen in
het Hold. Tot juister begrip van het aandeel,
dat elk aan de beraadslagingen heeft genomen,
heelt hy tevens den omvang der redevoeringen
geteld naar het getal regels, die zjjrbeslaan.
Daaruit bljjkt dat meer dan 1000 regels beslaan
de redevoeringen van 18 leden. Bovenaan staat
natuurlyk de heer Keuchenius. Deze hield 31
redevoeringen 4980 regels beslaande hy alleen
praatte meer dan de heeren Beelaerts, De Beau
fort, Blussé, De Bruyn Kops, Yan Delden, De Geer*
Gleichman, Godin de Beaufort, Kist, Mees, De
Ranitz, Reekers, Schaepman en Van Wasseneer
te zamen, allen sprekers die steeds op een belang
stellend gehoor kunnen rekenen.
Op hem volgden, naar gelang van het aantel
en de grootte hunner redevoeringen, de heeren
Rutgers van Rozenburg, W. van Dedem, Roose
boom, Yan GennepDe Vos van Steenwjjk,
Bahlmann, Reuther, Cremer,Yan der Kaay, Kieistra,
Borgesius, A. Mackay, Yernièrs van der Loeff,
Farncombe Sanders, Van Baar, Schimmelpenninck
v. d. Oye (Utrecht) en Van d. Feitz.
De overige leden bleven beneuen het cjjfer vafi
1000 regels. Alleen de heeren Borret, Brouwers,
Buteus, Greeve en Lambrechts hebben het stil
zwijgen bewaard. Yan de overigen spraken 9
slechts éénmaal.
Hoe aardig zulk een statistiek ook is zjj bljjfj
toch altjjd uiterst gebrekkig en onbetrouwbaar,
omdat er natuurlijk een factor ontbreekt, waarop
men hier by wel dient te letten, daar hy van veel
invloed is op den omvang der redevoeringen.
Van de onderwerpen, die aan de orde zyn geweest,
hangt het immers veel at, welke leden er sullen
spreken en hoeveel zjj zullen zeggen.
'■■q.gnr T
Yrjjdag a. geen audiëntie by dea minister fafi
marine.
De eerste luitenant J, H. Kljjnama van hef: Ila
regiment infanterie te Vlissingen is op zijn verzoek
overgeplaatst bjj het 4e regiment infanterie te
Leiden.
Bjj de verschillende regimenten infanterie wórdt
aanvraag gedaan naar 2e luits., geschikt en
genegen om bjj de landmacht op Curajao ge
detacheerd te worden.
Zaterdag 11. bad te Bergen oj> Zoom de tweedg