N° 18. 130® Jaargang! 1887. Zaterdag 22 Januari. Middelburg 21 Januari. Dit blad verschijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 8/m. franco f 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën 20 Cent per regel2 Geboorte», Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels /41.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte; PXJBLIOATIB. Het nieuwe reglement op de wegen en voetpaden in Zeeland. 6 3 meter van den weg mij tea bout, hooi» NATIONALE MILITIE. MIDDELBIIRGSCHE COURANT. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek peijx.te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nieuwenhtjijzen. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dahbe Cie-, John F. Jones, opvolger MTIOHALE-MILITIE. De burgemeester en wethouders van Mid del burg gelet op art. 26 der wet van den 19en Augustus 1861 Staatsblad no 72); brengen bij deze ter kennis van belanghebbendendat het register van de in het vorige jaar voor de nationale militie ingeschrevenen, benevens de daaruit opge maakte alphabetische lyst, voor elk op de secretarie ter lezing zullen nederliggen van den 22en Januari tot den len Februari a.; dat tegen register en ljjst, binnen den tijd der nederlegging, bezwaren kunnen worden ingebracht bij den commissaris des konings in de provincie, door middel van een door de noodige bewijsstukken gestaafd verzoek schrift op ongezegeld papier, onderteekend door hem, die ze inbrengt; welk verzoekschrift zal moeten worden overgebracht bij den burgemeester tegen bewijs van ontvang. Middelburg, den 21en Januari 1887. De burgemeester en wethouders voornoemd, P I C K De secretaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. Vervolg HOOFDSTUK V. Tollen. Art. 64. In het nieuwe reglement is het woord „tolpalen" vervangen door „tolboomen" en het facultatieve „verlicht zijn o f opengesteld blijven" vervallen. Het artikel luidt thans: „De tolboomea moeten door hem, die den tol bedient, van éen uur na Zonsondergang tot éon uur voor Zonsopgang door goed licht gevende lantarens verlicht en opengehouden worden". Art. 66 en 67. Deze artikelen zijn in het nieuwe reglement overgenomen met de bijvoeging: dat de uitvoering van de in deze artikelen voor geschreven bepalingen aan „de tot tolheffing ge rechtigden" is opgelegd. HOOFDSTUK VI. Instandhouding. Voorkoming van schade. Art. 70. Dit artikel ia in het nieuwe reglement belangrijk uitgebreid. Bij de nieuwe redajtie van 1 ziju onderscheiden lo 1 alinea 1: „slooten, in het vorige artikel (art. 69) bedoeld en 2o 1 alinea 2„nieuw aan te leggen slooten langs wegen", beide met het voorbehoud „dat zij niet tevens dienen tot afloop en tot atvoer van des polders binnenwater". Up laatstgenoemde „de nieuw aan te leggen slooten" zijn thans de afme tingen toepasselijk verklaard, in artikel 70 1 (oud) voor de in het vorige artikel bedoelde aangewezenten opzichte van eerstgeuoemde daarentegen wordt voorgeschreven: dat zij „op eene behoorlijke door burgemeester en wethouders te bepalen diepte en bodemsbreedte moeten ge houden worden, zulks met behoud van en in verband met de bestaande bovenbreedte dier slooten". In 2 alinea 2 is het woord „deze" vervangen door „die gebruikers". Bij 3 (oud) alinea 1 was bepaald, dat „de uitgegraven grond voor 7» aan den aanpaienden landgebruiker behoort"; 3 (nieuw) alinea 1 verklaart dezen „bevoegd 73 van den uitgegraven grond tot zich te nemen" en schrijft vervolgens in alinea 2 voordat „maakt hij van die bevoegd heid gebruik, het overig 7S alsdan op den kant van den weg opgezet moet worden; maakt hij van die bevoegdheid geen gebruik, zoo moet al het uitgegravene op den kant van den weg opge zet worden", In de derde alinea van 3 (nieuw) wordt de tweede alinea van 3 (oud) in zooverre gewijzigd overgenomen, dat „de met de zorg belaste besnst den on d er h o u dsplich tige g e b o o r d of en hoeveel van het op den kant van den weg opgezette door den aanpaienden landgebruiker over den weg gespreid moet worden". In de vierde alinea van 3 (nieuw) is de derde alinea van 3 (oud) met eeuige wijziging overgenomen; ztj wordt thans geleien„De aan de wegzij de opgezette grond, die door den onderhoudsplichtige voor den weg ijiiet dienstig wordt geacht en door den aanpa ienden landgebruiker niet verlangd wordt, wordt opgeruimd door den met dé zorg belaste." Aan 4 van dit artikel eindelijk, het verbod de kanten te schrooten of te blooten, is de voor waarde toegevoegd: „indien daardoor de bij art. 31 1 bepaalde breedte mocht worden wegge nomen." Art. 7 3. Uit het eerste lid van artikel 73 a (oud) zijn de woorden „aarde," „koolaach" en „zand" in het nieuwe naar een tweede lid over gebracht, zoodat het werpen of neerleggen daar van op weg of voetpad verboden is, „tenzij een dezer drie stoffen voor onderhoud bestemd is." Art. 7 5. Aan dit artikel is iu het nieuwe Regiement eene nieuwe paragraaf 3 toegevoegd, luidende: „Onder herbeplanting wordt niet ver staan het in de plaats stellen van nieuwe voor gestorven of omvergewaaide boomen of ander plantgewas." Art. 7 6. Het voorschrift van 2 (oud): „De boomen moeten minstens 5,7 meter uit elkander worden geplant;" is in het nieuwe artikel niet overgenomen en in plaats van de bepaling der hoogte van opsnoeien op 6 meter, vermeldt de nieuwe 2: „De boomen moeten tot zoodanige hoogte worden opgesnoeid, dat het gemakkelijk en veilig verkeer over den weg verzekerd zij." Art. 8 0. Vóór het woord „scheidingslijn" in 1 (oud) is in 1 (nieuw) het woord „kadas trale" ingelascht. A r t. 81. De eerste regel van 1 (oud) wordt in het nieuwe Reglement gelezen: „Zij, die op weg of voetpad staande boomen wenschen te rooien" enz. A r t. 8 2. In 4 van dit artikel (nieuw) ziju de woorden „krachtens zijne bevoegdheid" opge nomen en alzoo nader aangeduid, wie in 4 (oud) duor „dengene" wordt bedoeld. A r t. 8 9. De minimum-breedte der velgen, in letter b (nieuw) aangewezen, stemt oyereen met de wijziging, bij Besluit van 11 Augustus 1882, n°. 44, in art. 896 (oud) gebracht. HOOFDSTUK VII. Veiligheid en vr ij heid van verkeer. Art. 9 6. Bij het verbod in 16 (oud) om vee „los te laten loopen of te drijven langs niet door weiden loopende voetpaden" euz. is in het nieuwe Reglement tusschen „loopen" en „of te drijven" gevoegd „te geleiden, te vervoeren". Art. 9 8. Aau de voorzorg, bij gemis waarvan volgens 16. (oud) stieren, meer dan 1| jaar oud, langs wegen niet mogen worden geleid of ver voerd, is in 16. (nieuw) toegevoegd „tenzij geblinddoekt". De bepalingen onder a en 6 van §2 (oud) voorkomende, worden in de nieuwe 2 niet gevonden. A r t, 9 9. De inhoud van dit artikel 2 (nieuw), stemt overeen met de wijziging in 2 (oud), volgens Besluit van 11 Augustus 1882, no 44. Art. 10 0. In plaats van het voorschrift in art. 100 (oud): „met de voerijjn moet steeds gestuurd worden als de voerman zich op het rij- of het voertuig bevindt" bevat art. 100 (nieuw) de bepaling„de voerman moet zich steeds ter besturing op of bij het rij- of het voertuig bevinden". Artt. 101 en 10 2- Het oude artikel 101 bij Besluit van 11 Augustus 1882, no 44 inge trokken zijnde, is een nieuw artikel lOlgevoimd uit de paragraven 1 en 2 van art. 102 (oud), terwijl 3 van dit artikel de inhoud uitmaakt van het nieuwe artikel 102. A r t. 1 0 4. De maximum-breedte der vrachten bij vervoer van hooi, stroo of veldvruchten, in 1 (oud) op 8.60 meter bepaald, wordt in het nieuwe Reglement tot 3.50 meter beperkt. Art. 10 5. De in beide paragraven van dit artikel (oud) bepaalde afstand van „45 meter van den weg" wordt in het nieuwe Reglement gele zen „48 meters uit de as van de rijbaan". In plaats van het onbepaald verbod van het bouwen en herbouwen van windmolens binnen genoemden afstand, in 1. van art. 105 (oud) opgenomen, bepaalt art. 105 1 (nieuw) dat zulks niet mag plaats hebben zonder vergunning van gedeputeerde staten. Art. 106. De veröodsbepalingen van art. 106 a, 6 en e (oud), luidende: „Het is verboden op en binnen; a 3 meter van den weg buiden, netten, zeilen of linnen-, wollen en dergelijke stoffen van den weg zigtóaar op te hangen, neer te leggen of uit te spreiden, tenzij minstens 4 meter boven den grond of op varende schepen; koren of stroo, alsmede mesthoopen, mestvaalten of dergelijke te zetten of aan te leggen e 45 meter van den weg te dorschen op het open veld, ten ware wegens de gesteldheid van het perceei door Burgemeester en Wethouders vergunning is verleend;" zijn niet opgenomen in het nieuwe Reglement; tengevolge biervan zijn de bepalingen in het oude artikel vermeld onder c, <7, en p, in artikel 108 (nieuw) opgenomen onder a, 6, c en d. Het woord „bijenkorven" is in c (nieuw) vervangen door „korven met bijen." Art. 109. Aan het slot van dit artikel, onder letter c, zijn in het nieuwe Reglement achter „villen" gevoegd de woorden „indien dit van den weg zichtbaar is." Art. 111. In het nieuwe artikel 111 worden onder de voorwerpen, die voor het verkeer langs weg of voetpad gevaarlijk kunnen zijn, in de eerste plaats genoemd „boomen" en is, in verband daar mede, tusschen de woorden „worden" en „afge broken" in 1 het woord „opgeruimd" ingelascht. Art. 112. De in dit artikel (oud) aan Burge meester en Wethouders toegekende bevoegdheid tot het verleenen van ontheffing van het bepaalde in artikel 106 6 en c is in het nieuwe Reglement vervallen. (Slot volgt.) De loting voor de nationale militie in het loo pende jaar zal plaats hebben in de gemeenten en op de dagen en uren als hieronder zijn aange wezen Middelburg, Maandag 7 Febr., des voorm. te 9 uren voor Arnemuiden en Nieuw- en St. Joo8land en te 10 uren voor Middelburg. Vissingen, Dinsdag 8 Febr., des voorm. te 9 uren voor Vlissingen, te 101 voor Westka- pelle, Zoutelande en Biggekerke en des nam. te uren voor Koudekerks, Oost- en WeBt-Souburg en Ritthem. Vee re, Woensdag 9 Febr., des voorm. te uur voor Serooskerke, Veere en Vrouwepolder en te 10§ uur voor Grijpskerke, Meliskerke, St. Laurens, Domburg, Aagtekerke en Oostkapelle. Ax.el, Vrjjdag 11 Febr., des voorm. te 9 uren voor Axel, Zuiddorpe en Westdorpe en te 10§ uur voor Philippine, Overslag, Terneuzen en Hoek en des nam. te 1? uur voor Sas van Gent, Koewacht en Zaamslag. Hulst, Zaterdag 12 Febr., des voorm. te 9 uren voor Halst, Ossenisse, Hengstdjjk, Hontenisse, Boschkapelle, Stoppeldijk, Grauw, Clinge, en Sc. Jansteen. IJ z e n d jj k e, Maandag 14 Febr., des voorm. te 9 uren voor Groede, Breskens, Nieuwvliet, Waterlandkerkje, Schoondjjke, Hoofdplaat, Bier vliet en IJzendjjke. Sluis, Woensdag 16 Febr., des voorm. te 9 uren voor Sluis, Aardenburg en Eede en te 10§ uur Voor Retranchement, St. Kruis, Oostburg, Cadzand en Zuidzande. Go e s, Vrjjdag 18 Febr.. des voorm. te 9 uren voor Goes, te 10r uur voor Borssele; 's Heeren. hoek, Heinkenszand, 's Heer Arendskerke en Kloetinge. Zierikzee, Maandag 21 Febr., des voorm. te 9 uren voor Zierikzee en ta 10§ uur voor Bruinisse, Oosterland, Ouwerkerk, Dreischor en Nieuwerkerk, Brouwershaven, Dinsdag 22 Febr., des voorm. te 9£ uur yoor Brouwershaven, Duivendjjke en Zonnemaire en te 10 j uur voor Eikerzee, Ellemeet, Noordwelle, Serooskerke en Renesse en te lij: uur voor Haamstede, Burgh, Kerkwerve en Noordgouwe. Cortgene, Donderdag 24 Febr., des voorm. te 10 uren voor Cortgene, Cats en Coljjaaplaat en te lij uur voor Wissekerke. Tholen, Zaterdag 26 Febr., des voorm. te 9j uur voor Tholen, Oud Vosmeer, St. Philipsland, Scavenisse, St. Annaland, St. Maartensdijk, Seher-" penisse en Poortvliet. Goes, Maandag 28 Febr., des voorm.te 9 uren voor 'sGravenpolder, Kattendjjke, en Wolfaartsdjjk, en te lOj) uur voor Hoedekenskerke, Baarland, Oudelande, Ellewoutsdijk, 's Heer Abtskerke, Nisse, Ovezand en Driewegen. Kapelle, Dinsdag 1 Maart des voorm. te 9j uur voor Kapelle en Wemeldinge en te 10j uur voor IJerseke en Kruiningen en des nam. te 1§ uur voor Krabbendjjke, Schore, Rilland-Batb. en Waarde. Dezer dagen bevatte het Groninger Weekblad eene beschouwing over den heer F. Domela Nieuwenhuis, Na een blik geworpen te hebben op zjjn persoon en zp leven, werd herinnerd Mn den loop der jongste gebeurtenissen en aan de veroordeeling van dien dweper. Het slot van dit betoog luidde „En wat nu „De heer Domela Nieuwenhuis zal zjjn straf gewis ondergaan. Geen mensch ter wereld, die niet volslagen blind is, kan vermoeden, dat de ontevredenheid onzer arbeidende bevolking daar mede zal ophouden. Eer het tegendeel. Evenmin zal de organisatie er onder Ijjden. Men weet tegenspoed maakt sterk. „Er komt hier echter eene andere vraag op, en wel deze: Is de heer F. Domela Nieuwenhuis een misdadiger in den gewonen zin des woords Zoo neen moet hjj zjjn straf dan als een gewoon misdadiger ondergaan „Wjj stellen deze vraag geheel buiten party schappen om bloot als mensch. „Neemt eens aan, dat de heer Nieuwenhuis straf verdient, dan is er toch alleen maar sprake van misdaad tegen het openbaar gezag. Ontneemt hem zijne vrijtxeid en het doel is bereikt. Het geval is gelijk aan alle andere staatkundige miodrjjven, Hugo de Groot werd als staatsge vaarlijk geacht - men zette hem achter slot. Maar d&ar had hjj volkomen vrijheid van han delen. Zoo do.t men ook in andere landen. Zelfs in Duitschland, dat waarlijk niet het eerst ge noemd behoeft te worden wat humaniteit betreft, maakt men verschil tusschen gewone misdadigers en staatsgevangenen." De onlangs veroordeelde rijksdag-leden mochten eigen klêeren dragen, voor eigen kost zorgen; licht branden tot 10 uur, werken naar welgevallen, o. a. littorarischen arbeid, dien arbeid openbaar maken en dagbladen ontvangen. „In Nederland is den staatkundigen misdadiger niets van dien aard geoorloofd. Water en rogge brood, slechte slaapstede, ongenietbare lectuur en stroohulzen maken, wordt zjjn taak. s Zouden er onder onze in vloedry ke burgerjj nog lieden zijn, die voor deze behandeling afkeu ring over hebben Wjj gelooven het wel. „Uit gesprekken, die wjj de laatste dagen ver namen, verklaren wjj dit. Men voelt de volle waarde der straf. Juist iemand als de heer F. Domela Nieuwenhuis wegen al deze dingen on eindig zwaarder dan den man, die aan ontbering ea een ruw gemoedsleven gewend is. »Zouden wjj dan een uitzonderingswet willen 't Allerminst. Allen zjjn geljjk, Maar juist by deze veroordeeling van den heergDomela Nieuwenhuis vonden wij aanleiding een voorstel te doen. Eea voorstel om den staatgevangene niet geljjk te stellen met gewone misdadigers. sEan dit denkbeeld tot eene leiden »Wie neemt het initiatief daartoe?" Die vraag, die opmerking wordt, dunkt ons, terecht gedaan, Nu wjj dan gevaarljjken weg opgaan van politieke veroordeelden in het leven te roepen, dient men ernstig te overwegen ofzy geljjk gesteld moeten worden met gewone mis dadigers en zoo niet, hoe zjj dan behandeld die nen te worden De vaart naar Antwerpen Vooï alle schepen is weder geopend verklaard. De in de eerste dagen der maand April alhier te openen schilderyen-tentoonstelling belooft, evenals altjjd, goed te slagen. Tal van toezeggingen zjjn gedaan, waaronder vele van goed klinkende namen. Onder meer zullen werken ingezonden worden van Marie ten Kate, E. Verveer, Breitner, E. Frankfort, Vroljjk, Henkes, Ter Meulen, Gabriel, allen in Nederland, en ook van vele buitenlanders. Onder de laatste verdienen vermelding Euphr Beernaert, J. H. L. de Haas, W. Roelofs, D. en P. Ojjens van Brussel, Henri Bource, E. J. Boka en anderen. Bovendien hebben verschillende artisten, niet gewoon hier te exposeeren en tot wie geene uit- noodiging gericht was, zich nog aangemeld, doch dezen moest bericht worden dat voor hen geen plaats meer beschikbaar was. De meubileering van het tentoonstellingsgebouw is opgedragen aan de firma Beunke Za alhier. De door het bestuur der Vereeniging voor Volks voordrachten en Volksvermaken te Vlissingen voor de tweede maal genomen proef, om de lezingen voor een ieder toegankelijk zonder eenige entree- heffing te doen zjjn is, naar men ons van daar schrjjtt, Donderdagavond by de derde lezing in dit seizoen volkomen geslaagd. De zaal van den heer Kujjpers was flink bezet; ook een aantal personen wit de volksklasse werden opgemerkt.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1