N»16. 130' Jaargang! 1887. Donderdag 20 Januari. BRANDWEER. insghrijving Middelburg 19 Januari. Dit blad verschijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 8/m. franco f 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën 20 Cent per regel; Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels £1.50 iedere regel meer f 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Het nieuwe reglement op de wegen en voetpaden in Zeeland. IUIDDELBIRGSGHE COUSUT. Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: Fvan deb Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij,te TholenW. A. van Nieuwenhudzen. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger VOOR DE De burgemeester en wethouders van Middelburg, gelet op art. 4 der verordening op de brandweer in deze gemeente, houdende, dat alle mannelijke ingezetenen van 35 tot 50 jaar, die niet vallen in de daarbij vermelde uitzonderingen, en uit dien hoofde later zullen worden vrijgesteld, na voorafgaande loting verplicht kunnen worden bjj de brandweer dienst te doen noodigen mitsdien alle manneljjke ingezetenen dezer gemeente uit, die op den eersten Januari dezes jaars hun 36e jaar zjjn ingetreden (hoeda- nigen zjjn alle ingezetenen geboren in het jaar 1851), alsmede diegenen welke, hun 50» jaar niet voleindigd hebbende, sedert de laatste inschrjjving in deze gemeente zijn komen inwonen, om zich in de maand Februari aanstaande, des Woensdags en Zaterdags, des morgens van tien tot twee uren, ter gemeente-secretarie in de daartoe aan gelegde registers voor den dienst bjj de brandweer te doen inschrijven, zullende zij, die deze aangift verzuimen, achtereenvolgens art. 5 van voornoemde verordening, ambtshalve worden ingeschreven en, onverminderd de boete, zonder loting in dienst worden gesteld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, op heden den 18en Januari 1887. De burgemeester en wethouders voornoemd, F. ERMER1NS, L. B. De secretaris, A. DE YÜLDER VAN NOORDEN. I. „Nu bij besluit der Ged. Staten van 7 Januari 1887, u° 2, is afgekondigd het reglement op de wegen en voetpaden in Zeeland, vastgesteld door de Prov. Staten in hunne vergadering van 19 November 1886 en goedgekeurd door den koning bij besluit van 28 Dec. 1886, n° 37, meenen wij belanghebbenden onder onze lezers geen ondienst te doen door hunne aandacht te vestigen op d i e bepalingen, waardoor dit nieuwe Reglement zich onderscheidt van het in 1880/81 vastgestelde, goedgekeurd bij Z. M. Besluit van 3 Aug. 1881, n° 18, dat met afwijking van tal van vroegere uitspraken, bij vonnis van den Kantonrechter te Middelburg, door den Hoogen Raad bevestigd (zie Midd. Courant dd. 29 November 1886, n° 281), niet verbindend is verklaard. Eene vriendelijke hand stelde ons in staat deze beschouwing te leveren. In de volgorde en opschriften der hoofdstukken I tot VIII: Algemeene bepalingen-, LiggerAanleg Onderhoud en toezichtTollenInstandhouding. Voorkoming van Schade-, Veiligheid en vrijheid van verkeer en Strafbepalingen is geeue verandering gebracht. Hoofostuk IX van het oude Regiement Overgang- en Slotbepalingen, wordt in bit nieuwe niet gevondeneene sourtgeiijke bepaling als in artikel 121 van dit hoofdstuk was opgenomen, wordt in het nieuwe Reglement in artikel 118 onder hoofdstuk VIII Strafbepalingen vermeld. Het oude Reglement telde 122 arukelen; het nieuwe wordt met art. 118 besloten. Ie afwijking vau bet oude, is in het nieuwe Reglement de spelling van De Vries en Te Winkel gevolgd. Wijzigingen van zeer ondergeschikten aard, alsmede een zeer enkele spel- of drukfout buiten aanmerking latende, volgt hieronder eene artikels» gewijze opgave der voorschriften, waarin het nieuwe Reglement zich van het oude onderscheidt* HOOFDSTUK I. Algemeene bepalingen. Art. 11. Aan 3 van dit artikel is eene nieuwe alinea toegevoegd. Wordt in 1 be paald, dat Ged. Staten en ook Burg. en Weth. bevoegd zijn te doen opruimen, herste len of ver richten des noods op kosten van den over treder 't geen in strijd met dit Reglement is geplaatst, verricht of nagelaten, en geett 3 am Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid tot onverwijlde uitvoering, indien zij zulks oogenblik- kelijk noodzakelijk achten, ook wauneer de be langhebbende in beroep gekomen is; de nieuwe alinea biengt de hierdoor veroorzaakte kosten ten Jaste vau den appellantj wauneer zij u beroep ongegrond of hij daarin niet ontvankelijk ver klaard is. HOOFDSTUK II. Ligger. Art. 12. In dit artikel is de tijdsbepaling „dat binnen twaaifmaanden na de afkondiging van dit Reglement door Burg. en Weth. een ligger met eene kaart van de wegen en voetpaden in de gemeente in tweevoud wordt opgemaakt," niet overgenomen ook niet het voorschrift: dat zulks „voor zooveel noodig iu overleg met belanghebbenden" ge schieden moet; daarentegen is aan het artikel eene nieuwe bepaling, luidende„volgens door Ged. Staten vast te stellen modellen" toegevoegd. Art. 13, In het nieuwe Reglement is dit ar tikel in twee paragraven verdeeld, waarvan de eerste het oude artikel 13 bevat, mede gesplitst in a. b. en c. Paragraaf 1 a. is echter vermeer derd met de bepaling, dat de ligger, die tot grondslag dient ter toepassing van dit Reglement, behalve benaming, klasse enz. der wegen en voetpaden, ook „de middelen tot afsluiting en afscheiding" bevat; terwijl iu b. bij het voor schrift betreffende de vermelding der kunstwerken in den ligger het woord langs door in vervangen is, zoodat in plaats van „de middelen tot wateraf voer, op of langs de wegen en voetpaden bestaande' daaronder thans „de op of in de wegen en voetpa den bestaande middelen tot waterafvoer worden begrepen; c. „aanwijzing van den onderhoudsph'cb- tige", is ongewijzigd overgenomen doch in de nieuwe 2 wordt alsnu voorgeschreven: „Voorts bevat de ligger zoodanige aanduidingen als door Gedeputeerde Staten, blijkens het door hen vast te stellen model, voor eene behoorlijke beschrijving der wegen noodig worden geacht". A r t. 16. De woorden in den eersten regel: „binnen drie dagen" zijn vervangen door „binnen drie werMagen". A r t. 2 2. In plaats van„Binnen vier werk dagen na ontvangst maken Burgemeester en Wethouders de beschikking bij aankondi ging op ter plaatse gebruikelijke wijze bekend", schrijft het nieuwe Reglement voor„Binnen vier werkdagen na ontvangst van het besluit maken Burgemeester en Wethouders bij aankon diging op ter plaatse gebruikelijke wijze bekeud, dat- dit gedurende veertien werkdagen voor een ieder ter inzage is gelegd ten gemeentehuize". Art. 2 3. Het voorschrift van 2 van dit artikel (oud)„Zij (belanghebbenden) geven van het ingesteld beroep onverwijld kennis aan Gedeputeerde Staten" enz., wordt in het nieuwe Reglement gelezen„Zij geven, op straf van n iet-ontvaukelpkheid, van het beroep binnen twee dagen, nadat het aan den Ko ning is ingediend, kennis aan Gedeputeerde Staten" enz. Artt. 24 en 2 5. Niet alleen wat betreft de volgorde htbben de bepalingen dezer artikelen in net nieuwe Reglement onderling eenige ver wisseling ondergaan, ook de inhoud is niet geheel dezellde gebleven. Het voorschrift van art. 24 1 (oud)„Gedeputeerde Staten zenden, nadat zij van een ingesteld beroep hebben keunis ge kregen, de stukken zoo spoedig mogelijk aan den Minister", wordt in het nieuwe Reglement niet gevonden, terwijl de tijdsbepaling van art. 25 (oud)„Gedeputeerde Staten kondigen den ligger af binnen veertien werkdagen, nadat de termijn van art. 23 verstreken of ne beslissing des Konings ter hunner kennis gebragt is," ia de nieuwe artikelen tot acht werkdagen is beperkt met speciale aanduiding van de te volgen handel wijze in de gevallen, waarin al dan niet beroep bij den Koning is ingesteldzoodat de nieuwe artikelen thans luidenart. 24 „Is de termijn van art. 23 1 vei streken zonder dat beroep is ingesteld, zoo kondigden Gedeputeerde Siaten den ligger af binnen acht werkdagen na het verstrij ken van dien termijn" en art, 25 „Is beroep bij den Koning ingesteld, zoo kondigen Gedeputeerde Staten, nadat ligger en kaart door hen in over eenstemming zijn gebracht met de beslissing des Konings, den ligger af binnen acht werkdagen, nadat die beslissing te hunner kennis is gebracht.'' Art. 26. In 2 van dit artikel werd in het oude Reglement bepaald „dat Burgemeester en Wethouders den ligger door aankondiging ter algemeene kennis brengen;" in het nieuwe Re glement wordt in plaats daarvan voorgeschreven „dat Burgemeester en Wethouders door aankon diging ter algemeene kenuis urengen dat de ligger met de kaart is vastgesteld." Art. 29. Dit artikel is in het nieuwe art. 29 opgenomen als 1, terwijl als 2 daaraan thans 2 van art. 30, (oud) met eenige wijziging is toegevoegd als volgt„De in de artt. 14, 15 2 en 3, 16 en 22 bepaalde termijnen kunnen door Gedeputeerde Staten in buitengewone geval len verlengd worden, zoowel bij deze herziening van alle liggers als bij aanvulling of verandering van enkele hggets." Art. 30. De bepaling van 1 van dit artikel „Gedeputeerde Staten stellen een model vast voor ligger tn kaart," wordt in het nieuwe Reglement vervangen door„De met inachtneming der hepaliugen van het 1 Januari 1882 in werking getreden Reglement vastgestelde liggers zijn van kracht, alsof zij onder de werking van dit Re glement waren tot stand gekomen. De liggers voor wier vaststelling nog niet alle formaliteiten van het eerstgenoemd Reglement zijn doorlonpen, worden verder behandeld krachtens dit Regle ment, te beginnen met de handelingen die nog moeten verricht worden na den zevenden dag na de dagteekening van het blad waarin dit Reglement zal zijn geplaatst." Wordt vervolgd Het Hbld komt nu eindelek ook op de gedachte van iets, dat wij herhaaldelijk reeds als een zeer nuttigen maatregel bjj de verkiezingen aanprezen, nl. om bjj eene nieuwe regeling van ons kies- recht te bepalen, dat aan elk kiezer een stem briefje worde uitgereikt aan het ste mbureel, om aldaar te worden ingevuld, onder waarborg van geheimhouding. Geen beter middel om om- kooping en dwang te beletten, althans te beper ken. Geen invulling van briefjes door anderen, door verkiezingsagenten, kan dan plaats hebben en men heeft tevens eenigen waarborg dat wer kelijk belangstellenden en geschikten van het kies recht gebruik maken. Alleen degenen, die de schrijfkunst verstaan, zullen dan van het kiesrecht gebruik kunnen maken en dat is zeker geen onverschillige zaak. Het is of wij het zelf hadden geschreven. Het blad verwondert er zich over, dat de regee ring niet zelve deze verbetering heeft voorgesteld. Zjj is van zóo groote beteekenis voor de waarheid bjj de verkiezingen, dat men reden heeft te be treuren, dat zjj niet reeds lang ook onder ons beperkt kiesrecht is ingevoerd» Nu het kiesrecht zal worden uitgebreid en de waarborgen moeten worden verdubbeld, mag men niet langer nalaten door geheime stemming den zwakke te bescher men tegen den sterke. In de vergadering, Donderdag 11. door de Ver- eeniging ter beoefening der Krijgswetenschap te 's Hage gehouden, sprak generaal Pel het vol gende duidelijk oordeel uit over de uitwerping van den minister van marine. Hjj uitte nl. den wensch „dat het licht, daar en elders door de bespreking der brochure van den heer Gpsberti HoJenppl ontstoken omtrent den werkkring der marine, moge doordringen tot 's lands vergadering en daar moge voorlichten die vertegenwoordigers die, in weerwil van ongenoegzame, twijfelachtige zaakkennis, zich geroepen hebben geacht, den staf te breken over een kundig, eerlijk minister van marine." Het Sociaal Weekblad bevatte in zjjn jongste nomraer het volgende: „Aan aandeelhouders in de „Algemeene boek en handelsdrukkerij Excelsior" te 's Gravenhage een onderneming der sociaal-democraten is bekend gemaakt, dat het dividend over het jaar 1886 5 pet. bedraagt, en dat de coupons kunnen worden ingewisseld bjj de penningmeesters der afdeelingen van den sociaal-demoeratischen bond. Hoe hebben wjj het nu? Aandeelhouders en dividend Wordt deze zaak dan gedreven naar de gevloekte „kapitalistische prouuctie-methode"? Zijn er loonslaven", die zwoegen voor een week loon, en bloedzuigers", die inpalmen wat hun niet toekomt? 't Moet een aardigheid wezen. Een aardigheid, om den kwaaddenkende er in te laten loopen, en dan te kunnen uitroepens wat hebben we u beet Tegemoet zien wjj dan ook de verzekering, dat de leer t „het gansche arbeidsproduct voor den arbeider" ten opzichte van de letterzetters der partjj wel degelijk wordt in de praktijk gebracht," Te Vlissingen heeft zich, naar ruen ons meldt, gisteren avond eene voorloopige commissie ge vormd voor 't organiseeren eener gepaste feest viering op den 70ateu verjaardag van den koning. Daaronder worden reeds genoemd de beeren Hazenberg, Forbes Wels, Van Ujje Pieterse Spanjaard, Van Raalte, Veldheer, Van den Hurk Musquetier en majoor Hakstroh, waarbjj nog verschillende andere heeren zullen worden ge vraagd, teneinde op eene nadere, aan 't einde dezer week te houden bijeenkomst zich definitief te orgaDiseeren en op die vergadering vast te stellen waaruit die feestelijkheden zullen bestaan. De burgemeester, den heer Arie Smit, is het eerevoorzitterschap aangeboden. Ook te Kruiningen en te Cortgene zjjn voor datzelfde doel commissiën in het leven geroepen. In laatstgenoemde gemeente bestaat zjj uit de heeren Jac. Z. Risch, K. van Roojjen Hz., P. Ver burg Jzn., A. Maas en J. Hoebekeen daar zal, behalve het gebruikelijk onthaal der schoolkin deren en volksspelen, een concert worden gegeven door hef fanfarengezelschap Eendracht maakt Macht en de zangvereeniging Crescendo. Op de vergadering, te Goes gehouden, was het niet de heer J. maar de heer I. D. Fransen van de Putte, die de gisteren meegedeelde motie tot goedkeuring der handelwijze van het bestuur deed. De gronden, waarop, zooals gisteren gemeld werd, door den koning vernietigd is het besluit van burg. en weth. van Rilland-Bath van 8 Sept., waaróp aan L. van Baaien vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein werd verleend voor eene lokaliteit in het perceel, gelegen in de kom van het dorp Rilland, wjjk B, n" 3, zjjn dat in die lokaliteit op 1 Mei 1881 geen sterke drank werd verkocht, zoodat art. 26 van da drankwet, waarvan de tekst bekend is gemaakt in n° 118 van het Staatsblad van 1885, daarop niet toepasselijk is dat tjjdens het verieeuen van deze vergunning in die lokaliteit tevens eene andere winkelnering werd uitgeoefend dat art. 3, no. 8 der drankwet bepaalt, dat vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein geweigerd wordt, wanneer zjj gevraagd wordt voor eene lokaliteit, waarin eene anders winkelnering wordt uitgeoefend; dat wel art. 4 der wet gedeputeerden staten de bevoegdheid geeft om, op voordracht van burgemeester en wethouders, vrijstelling te verleenen van het verbod, in art. 3, no. 8 vervat, voor kommen van dorpen, waar, zooals te Rilland, op niet meer dan twee plaatsen sterke drank in het klein wordt verkocht, doch dat van deze bevoegdheid ten opzichte van het dorp Rilland geen gebruik is gemaakt; dat dus bovenvermeld besluit van burgemeester en wethouders van Rilland-Bath van 8 September jl., no. 2 is in strijd met art. 3, no. 8 der drankwet* De heer J, C. van der Keilen, stationschef 5' klasse te Rilland, is verhoogd tot chef 4° klasse» Uit Terneuzen schrijft men ons Voor de verkiezing voor een raadslid stelles de anti-revolutionnairen candidaat den.heer J. vahde Ree, koornmolenaar alaier, terwijl door of van wege de katholieken wordt aanbevolen de hees Ch. L. van Bouohaute, particulier, die echter ver zocht heeft niet in aanmerking te komen. Den vroeger zoo dikwijls door de kerkelpkë partpen voorgestelden heer G. Wieland, winkeliefy hoort men bp deze gelegenheid, niet met ernst noemen. Wel bevelen eenige anonymi aan den heer A. Visser, waterbouwkundig ambtenaar. De keuze van den heer W. de Man, door dë liberale kiesvereeniging, mag wel eene zeer ge lukkige genoemd worden hp is een onafhankelijk en kundig man; en zeker zou sjjne verkiesing in het belang van onze, door scheepvaart en handel in bloei toenemende gemeente zjjn. Van plannen, om den 70»te» jaard&g ?aa dea koning feestelpk te vieren, hoort men niets. Alleen is de vereeniging Genoegen zij ons doel voorne mens dien dag eene tooneelvoorstelling te geven- Naar men ons uit Hoofdplaat meldt, heeft de heer P. K. P. J. van Sloten zjjn ontslag aange vraagd als burgemeester van die gemeente. Deze mededeeling wordt bevestigd door hetgeen onze correspondent uit het kanton Oostburg, welke onlangs over die gemeente ons een beriebt zond, thans, in antwoord op de beide ingezonden stuk ken uit Hoofdplaat, schrijft. De l8 luit. L. W. C. G. van der Garden, van het 3e reg. inf. te Bergen op Zoom, is tot 1 Maart aan 's rjjks ge weer winkel te Delit gede tacheerd, ter opleiding tot officier van wapening» Het zpn, naar het schpnt, alleen gastvoorstel- lingen, die mevr. De GraatVerstraete en de heer Mutters, leden van het gezelschap der Nieuwe Rott.&chombur^MctQtschappi^ te Amsterdam geyes<

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1