No 14. 130e Jaargang! 1887. Maandag 17 Januari. Hst pralen ra lat „ante 1". Middelburg 15 Januari. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 8/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën 20 i at per regelj Geboorte^ Trouw-, Doodberichten, enj.: van 1-7 regels50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. MIDDELBURGSCHE COLIRAIMT. Agenten te Ylissingen: P. G. de Yet Mesïdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te KruiDingen: F. tan dek Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nietjwenhuijzen. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Pargs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger Het was een eigenaardig en voor de liberalen niet onaardig kijkje in de gelederen der tegenpartij, ons gegund bij gelegenheid dat dr. Schaepman zijn voorstel tot wijziging van art. 194 der grondwet als een bom uit de lucht deed vallen. Onze lezers houden ons ten goede, dat wij hun aandacht nog even voor deze kwestie vragen; 't is niet onze schuld dat zij nog steeds aan de orde van den dag is en zal blijven, zoolang het geheim niet is gevon den om zoo velerlei meeningen tot éen te brengen. Tot tijd en wijle dat toovermiddel er is, blijft, wij behoeven dit niet nader te ontvouwen en uit te leggen, dit het vraag stuk bij uitnemendheid, en helaashet struikel blok, waardoor de wagen van staat grootendeels wordt belemmerd in zijn voortgang» Terwijl wij en andere liberalen met inge nomenheid de poging tot verzoening van den Bredaschen afgevaardigde begroetten al stem den wij niet geheel en al met de strekking van het voorstel in werd hem menig hard woord toegevoegd over zijn stout en persoonlijk optreden. De 1 ijd vooral stelde zich lijnrecht tegenover dr. Schaepman met eene scherpte, waaruit niet het minst doorschemerde eene persoonlijke gevoeligheid van den schrijver, dat hij niet gekend was, en teleurstelling, dat hij niet op zijn qui vive was geweest om zelf zulk een stap te zetten. Nog zoo kort geleden 11 Juli 1885 dadelijk na de indiening der gezamenlijke nota der rechterzijde betreffende art. 194, hoofdzakelijk het werk der katho lieken, wat Keuchenius zoozeer ontstemde had de Tijdop zijn eigenaardige manier, zijne hooge goedkeuring den katholieken afgevaar digden betuigd, omdat zij gedurende het achterliggend zittingjaar hun taak met eere hadden vervuld, en vooral omdat er onder hen „eene eenstemmigheid heerschte die den besten indruk naar buiten moest teweeg breDgen". En, zich tooiend met de waardigheid van een orakel, dat sprak uit naam van alle Katholieken wat zeker niet pleitte voor zijn zelfkennis en nederigheid gaf de Tijd dien afgevaardigden zijne benedictie. Het was of er geen Haffmans, geen dr. Schaepman, geen dr. Vermeulen met hunne persoonlijke meeningen en belangen waren tegenover de liberalen, die het nooit eens zijn, volgens het beweren der tegenpartij, maakte men een kostelijke figuur. Wat duurde die droom kortl Dr. Schaepman stelde zich plotseling hoog, zoo hoog, dat de lijd er boos om werd; nog boozer Werden De IJselhode en De Noord Brahanter over de wijze, waarop het katholieke hoofd orgaan zijn verbolgenheid toonde. Men noemde zelfs het spel dat de Tijd speelde tegenover dr. Schaepman, alleen om de indiening van zijn voorstel betreffende art. 194, niet fair en te meer keurde men dat af, omdat, zooals men schreef, „wie de zaken en personen kent, weet, dat die onstuimige aanval geacht mag worden te zjjn uitgegaan van het eene kamerlid tegen het andere kamerlid'' De hoogte, waarop dr. Schaepman zich plaatste, hinderde dus blijkbaar hem die nog laag stond; als met den vinger werd het jaloersche kamerlid aangewezenen die onver kwikkelijke personenstrijd was voor ons leer zaam, en gaf ons het middel aan de hand om £oor het vervolg, als er weer gestoft wordt op onderlinge eendracht aan die zijde en gewezen op tweedracht, alleen te vinden aan onzen kant, den zelfvoldanen het zwijgen op te leggen. En hoe dacht men aan anti-revolutionnaire zijde over dr. Schaepman's poging? De Stan- daard noemde haar onverstandigzulk een voorstel had van de linkerzijde moeten uitgaan, dan had de rechterzijde een bod kunnen doen, waardoor zij in betere conditie zou zijn ge komen. Het nu gedane voorstel zou schipbreuk lijden; en de eenige weg om uit het lastig dilemma te geraken was eene geïsoleerde her ziening van art. 76 over het kiesrecht. Later betuigde het anti-revolutionnair orgaan dat, werd dr. Schaepman's voorstel wet, dit zou uitloopen op den ondergang der vrije school; en dat, was die eenmaal dood, „dan ijlings een wet ook de openbare confessioneele school om hals zou kunnen brengen,'' Terwijl aan liberale zijde juist bezwaar be stond tegen de bepaling in het plan van den voorsteller om uit de openbare kassen bijdragen te verleenen aan alle scholen, waarop kin deren van bedeelden of onvermogenden gaan, ter vergoeding der kosten van aan die kinderen verstrekt onderwijs, omdat die bepaling misbruiken in de hand zou werken, en het beginsel der openbare school den nekslag zou geven, voorspelt de Standaarddat zulk eene regeling juist de vrije school zou dooden Eigenaardige opvatting. Maar ook een treurtoon liet het bladhooren over de rechterzijde, omdat, naar het bleek uit Schaepmans optreden, men aan die zijde niet tot een parftji-voorstel had kunnen geraken, en dr. Schaepman van de guerilla mbest leven 1 Dat gaf het blad grond om te wanhopen aan de politieke beteekenis der rechterzijde Men ziet: dezelfde gedachtengang als van de lijdl t De meeste waardeering ondervond alzoo dr. Schaepman bij zijn pogen van de zijde zijner tegenstanders in de politiekde Werkmansbode noemde zelfs zijne handeling een kloeke daad. Ook wij hebben haar bij het begin met in genomenheid begroet; en met belangstelling het voorloopig verslag over dat voorstel tegemoet gezien. Nu dit is verschenen, zijn wij wel niet zoo onnoozel om dit te beschouwen als een maat staf, waarnaar wij met eenige mogelijkheid de kansen van al of niet welslagen dier poging kunnen afmetenuit dien stroom van meenin gen van vele, verscheidene, andere en enkele leden valt bijna nooit iets met zekerheid op te maken. Maar de toon, die over het algemeen in het voorloopig verslag heerscht, steekt gunstig af bij de aanvallen die dr. Schaepman te verdu ren heeft gehad en niet onmogelijk is het dat zijn voorstel de brug wordt, waarmee men tot een vergelijk komt. Over de bewering, dat de neutrale school in ons land een natie heeft gevormd, onver draagzamer dan ooit te vorenkunnen wij, voorstanders van deze school, de schouders ophalen. Die bewering, herhaaldelijk reeds geuit, is telkens weerlegd door er op te wijzen dat de opwinding der clericale partijen in de laatste jaren alleen de schuld heeft aan de heerschende spanning en onverdraagzaamheid zelfs in hun eigen kringen, waar de openbare school toch zijn invloed allerminst doet gelden. Een ander punt verdient meer onze aan dacht. Het spreekt van zelf dat het subsidieeren van bijzondere scholen, waarop kinderen van bedeelden en onvermogenden gaan, „naar een bij de wet vast te stellen maatstaf" het hoofd punt van de voornaamste beschouwingen en bedenkingen vormde. Met beide handen aangegrepen door de 1 anti-Bchoolwetmannen in de kamer, waren er ook sommige voorstanders der bestaande school wetgeving, die verklaarden tegen zulk eene be paling geen overwegend bezwaar te hebben, mits zij niet imperatief, maar facultatief luidde, en de bevoegdheid tot het toekennen van subsidiën van bij de wet te stellen voorwaarden afhankelijk gemaakt werd. Wellicht zou een dergelijk facultatief voorschrift, volgens hen, tot over eenstemming kunnen leiden of althans eene meerderheid verwerven Ons dunkt, waar nu tal van pogingen zijn mislukt, om de netelige schoolwetkwestie op te lossen, zien wij hier juist het zwaartepunt daarvan in een licht geplaatst dat de toekomst eenigszins opheldert; en zulk een idee ver dient ondersteuning. Tot zuivering van ons politiek leven gaven wij eenmaal aan, wat een ander lid thans als zijn gevoelen te kennen geeft, nl. om ten aanzien der regeling van het onderwijs, evenals van het kiesrecht, aan den gewonen wetgever de meest mogelijke vrijheid te geven, en onze grondwet van die bepaling te ontlasten, mits het niet anders kan. Datzelfde lid gaf dit echter niet, gelijk wij, als uiterste middel aan; bij hem bleef het opnemen van het vicieus subsidie stelsel in de grondwet het laatste redmiddel. Nu hierboven een tusschenweg wordt aange geven, om uit het lastig labyrinth te geraken, meenen wij, dat zelfs dat lid zich inet gerustheid daarmee zal kunnen vereenigen; en hebben wij hoop dat al die „andere" en „verscheidene" leden, die nu nog stijf op hun stuk blijven staan, daaraan hunne aandacht zullen schenken vrij van al te groote partijzucht. Dan hebben wij, bij de overtuiging dat het voorloopig verslag nog lang niet het laatste woord omtrent hun eischen deed hooren, de gegronde hoop, dat dr. Schaepman's voorstel de wegbereider zal worden voor eene oplossing, waarmee aanhangers van verschillende rich tingen zich in 's lands belang zullen kunnen vereenigen. Met vernietiging van het besluit van ged. staten van Zeeland heeft de koning de jaarwedde van het hoofd der school te Kleverskerke op 750 bepaald, De verhouding tusschen de grondbelasting en de belastbare opbrengst in onze provincie bedraagt voor 1887 0.0884663 voor de gebouwde-, en 0.1974576883 voor de ongebouwde eigendommen. Bij prov. blad no. 7 wordt door Ged. staten van Zeeland de aandacht van gemeente-, polder en waterschapsbesturen gevestigd op de nieuwe kaart van Zeeland, door den heer J. Holm ont worpen en die door den heer Den Doop zal wor den uitgegeven. Wjj verheugen ons, dat dit verdienstelijk werk ook van die zjjde waardeering ondervindt. Naar wjj vernemen bestaat bjj het gemeente bestuur alhier het voornemen om den 70sn jaardag van Z. M. teesteljjk te herdenken, o. a. door het brengen eener serenade met fakkellicht aan den commissaris des konings, het illumineeren van het raadhuis enz. 5 ook bjj enkele ingezetenen Bchjjnt het plan te bestaan om hunne gevels dien avond te verlichten. Men schrjjft ons Donderdag hield de afdeeling St. Annaland van de scbippersvereeniging Schutter aer hare elfde jaarvergadering, die door verschillende omstandig heden niet druk bezocht was. De voorzitter, de heer L. Theunisse, heette de leden welkom, bood hun de beste wenschen voor het jaar 1887 aan en sprak de hoop uit, dat dit jaar voor de schipperij gunstiger mocht zjjn dan de vorige jaren. Na verschillende mededeelingen over bekende zaken en goedkeuring der rekening over 1886, waaruit bleek dat definancieele toestand voldoende is, en het aantal leden, die in verschillende ge meenten van Zeeland en Noord-Brabant wonen, ongeveer hetzelfde bljjft, kwam ter tafel een uit voerig schrjjven van den heer J. van den Berge en zjjne medeleden te Yianen (Ouwerkerk) omtrent de bebakening en betoaning van de Kil tot de Ooster-Sobelde. Besloten werd met dit schrjjven den baken- meester bekend te maken, eer de afdeeling stappen zal doen om anderen autoriteiten die verbeteringen te verzoeken, welke den voorsteller en der afdee ling gewenscht voorbomen. De heer M. C. Verstraate van Stavenisse be sprak de wenscheljjkheid van de verplaatsing van het licht van Ooltgensplaat naar het Dintelsche Sas, daar het op de eerste plaats weinig nut geeft, doch op de laatste veel, en omdat men, komende van Willemstad en einde Volkerak zijnde, van Dintel naar Galatheasluis gemakkelijk kan varen. Besloten werd het hoofdbestuur daarmee in kennis te stellen. Door den heer Abr. Theunisse van St Annaland werd gewezen op de moeilijkheden en kosten voor schippers, die de brug over de Oude Maas bjj Dordrecht moeten doorvaren. Hjj sprak den wensch uit, dat de afdeeling bjj het hoofdbestuur nog maals aandringe op verbetering in dien toestand. Aan dien wensch zal gehoor gegeven worden. Voor eenige jaren heeft de afdeeling reeds die zaak bij het hoofdbestuur aanbevolen, doch het verzoek is toen door den minister van de hand gewezen. De heer J. W. Slager van St. Annaland bracht ter sprake het ontwerp-reglement ter voorkoming van aanvaringen op de rivieren, stroomen, kana len, enz. in Nederland en wees op het rapport, daarover uitgebracht door de commissie uit de kamer van koophandel en fabrieken te Middelburg en op het door den heer H. J. Domenie gespro kene in de vergadering van de afdeeling Middel burg. (Zie Midd Crt van Dinsdag 11 Januari). Het bestuur besloot op een later te bepalen dag eene buitengewone vergadering te beleggen ter bespreking van die ontworpen voorschriften. Ten slotte betuigde de eere-voorzitter, de heer A. J. Bierens, het bestuur en inzonderheid den voorzitter zjjn dank voor wat door hen in 't belang der afdeeling en harer leden was gedaan. De St. Ct. bevat het kon. besluit van den Ben Januari 1887, bepalende de plaatsing in het Staats blad van de op 18 December 1886 te Brussel uitgewisselde verklaring betreffende door Nederland en België te nemen maatregelen tegen den zoo» genaamden handel in jeugdige vrouwen en meisjes* Dinsdag a. verleent de minister van justitie geen audiëntie. De heer A. Weruméus Buning is herbenoemd tot directeur vau het museum voor land- en volkenkunde te Rotterdam. Woensdagavond werd te Utrecht door de zaag» vereeniging van de Maatschappij tot bevordering van toonkunst uitgevoerd een nieuwe compositie, nl. Schiller's Taucker, getoondicht voor koor solostemmen en orkest, door en uitgevoerd onder leiding van den heer Willem Kes van Dordrecht* Theoretisch beschouwd noemt de muziek-verslag» gever van het U. D. dit werk een model van bewerking en instrumentatie. Toch betwijfelt hjj of de uitvoering op de toe* hoorders de gewenschte uitwerking heeft gehad en de bedoeling van den componist door allen is begrepen. Ook hjj moet erkennen dat, zelfe nadat hjj bet voor de tweede maal hoorde, het vele duistere, dat dit werk bevat, het vele schoone, ov erschaduwde. De heer A. Luyten, med. dr te Amsterdam, die bljjkens een vroeger adres meent, ten onrechte in het krankzinnigengesticht te Zutphen opgenomen en gedurende dertien maanden ver pleegd te zijn geweest, heeft zieb andermaal tot de tweede kamer gewend om een onderzoek te vragen. Aan het mailoverzicht van het Bat. Hdbl. is het volgende ontleend s Volgens de jongste berichten bljjft de houding der Batakkers onrustbarend. De burgeroorlog in miniatuur tusschen twee kampongs in de nabjj- heid van de onderneming der heeren Wjjnen en Van Steeden in Boven- Doli en tusschen Batakkers en Maleiers in bet landschap Padang bljjft voort duren. De ervaring heeft geleerd, dat wjj het gevaar van die zjjde voor eigen veiligheid niet mogen minachten. Het bericht, dat de resident zich persoonlek belast heelt met het onderzoek der gerezen ge schillen, doet ons vertrouwen, dat deze op minne- ljjke wjjze zullen worden uit den weg geruimd. Naar men wil, zou eerstdaags het verbod worden uitgevaardigd tot werving op Java van koelies voor ondernemingen in het buitenland. Nadat eerat inlanders op West- en Oost-Jav^

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1