i;ii r juafgang. Maandai 3 Januari Het afgeloopen jaar. Verspreide Berichten, TWffif. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per S/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën 20 dent per regel. Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. dij deze courant behoort een BIJVOEGSEL, Middelburg 31 December. Alweer zijn wij zoover Hei heugt ons nog als de dag van gisteren hoe wij, in ons vorig overzicht over een afge loopen tijdkring, eraan herinnerden dat 1885 ons voerde vóór de poort van het beloofde land, maar deze toch nog gesloten bleef. isschen dat oogenblik en het heden liggen wederom driehonderd vijf en zestig dagen, die omvlogen als een schaduw, maar toch tijd ge noeg aanboden om iets gewichtigs tot stand te brengen. Het groote werk kwam echter nog geen stap verder. Wel werd de poort even geopend als om ons een blik te gunnen in het voorhofdoch kort daarna sloot men ze voor onzen neus weer dicht, en sinds dien tijd blijven wij weer wach ten, wachten tot Wie zal zeggen tot wanneer Met tal van onopgeloste vraagstukken neemt 1886 met zich de groote vraagwanneer zal Nederland eene nieuwe grondwet krijgen In tegenspraak met het bekende woord dat, waar een begin is, ook een einde komt, hebben wij in het voorjaar van den afgeloopen tijdkring opnieuw gezien, dat ook bij politieke zaken de aanvang van het werk ons nog volstrekt geen einde verzekert, maar ons soms veel verder van de/eindpaal voert; evenals een enkele golfslag éen schipbreukeling, die dicht het land is genadetd, weer plotseling terugslaat ver, ver van de kust. Men weet het, hoe onze tweede kamer be sloot eerst hoofdstuk X der Grondwet te be handelen en wij weer zouden wij niet gerust kunnen zeggen tot vervelens toe ons geplaatst zagen te midden van den strijd over het onderwijs. Het was de dringende eisch der rechterzijde, uitdrukkelijk gesteld door baron Van Wasse- naer, om eerst over dat vraagstuk te beslissen; maar dit niet alleen, zij verbond daaraan tevens de stellige voorwaarde dat, zoo hiervan geen oplossing; gevonden werd in haar geest, zij verder zich onttrok aan het tot stand brengen van eene grondwetsherziening. En die oplossing werd niet gevonden. In de kamerzitting van 9 April viel de ge wichtige beslissing. Verschillende amende menten voor eene nieuwe redactie van het onderwijsartikel in de grondwet werden verworpen en ten slotte viel hetzelfde lot ten deel aan een voorstel der regeering, die, na eerst art. 194 ongewijzigd te hebben gehand haafd, ten slotte, om aan de rechterzijde te g noet te komen en eene poging tot verzoening te doen, zich had beijverd een voorstel tot verandering ter tafel te brengen. Dit gaf het ministerie aanleiding zijn ontslag den koning aan te bieden, maar in de zitting der eerste kamer van 5 Mei werd men verrast net de mededeeling van den heer Heemskerk, cUt het Z. M. behaagd had dit ontslag niet aan te nemennadat aan een geacht en in vloedrijk lid der rechterzijde den heer A. E. baron Mackay de samenstelling van een kabinet was aangeboden maar deze voor die opdracht had bedankt. Er ontstond twijfel of het met die opdracht wel ernstig was gemeend geweestof men den heer Mackay niet te veel gebonden had door de voorwaarde, welke hem gesteld was, dat nl. de bij de staten generaal ingediende voorstellen tot grondwetsherziening niet zouden worden ingetrokken. Later verklaarde de premier in de Tweede kamer dat dit geen uitdrukkelijke veiisch van den koning was geweest, maar eene eenvoudige bekendmaking. Hoe het zij de gansche vertooning had op ons den indruk, gemaakt dat de heer Mackay die z.g. bekend- ms.' ing met beide handen had aangegrepen om zich van eene lastige opdracht te ontslaan; terwijl de heer Heemskerk zich niet had gei haast om den leider der rechterzijde uit den room te helpen, waardoor hij gelegenheid ha<| opnieuw den ministpf® zetel in te nemen, Bij een dergelijken stand van zaken was regeeren voor het kabinet echter onmogelijk zonder eene andere Tweede kameren lag eene ontbinding van dien tak onzer vertegen woordiging voor de hand. De belangrijkste gebeurtenis in 1886 was dan ook wel die ontbinding onzer Tweede kamer, met al de gevolgen daarvan. Den 18 Mei werd de vereenigde zitting der staten generaal gesloten; den 15 Juni had de algemeene ver kiezing plaats en den 29 daaraanvolgende werden de noodige herstemmingen gehouden. Wij zullen onze lezers niet vermoeien met eene opsomming van alles wat bij die verkie zingen gebeurde. Het waren dagen van, in onze politieke geschiedenis, zeldzame opwinding. Er werd van alle kanten met eene opgewektheid aan den strijd deelgenomen, die bewondering ver diende. En de districten Middelburg en Goes weten mee te spreken van den ijver, destijds ten toon gespreid. De voornaamste sprekers van verschillende richtingen traden voor de kiezers opoveral werd dezen de ernst van het oogenblik onder het oog gebracht. Dat er ook onheilig vuur op het altaar der vaderlandsliefde werd ge brand wie zal het durven loochenen wie zal daarvan uitsluitend de schuld aan éen partij geven In zulke dagen laat men zich als van zelf te veel opwinden en allicht in zijn ijver te ver voeren. Maar toch zullen die dagen aangeschreven staan met gulden letters, omdat zij ons toch ook spreken van veel goeds, veel toewijding en van een in menig opzicht ook eerlijken strijd. Den uitslag daarvan kennen wij. De liberalen behaalden eene meerderheid van acht stemmen, en in het district Middelburg mochten zij zich in eene glansrijke overwinning verheugen niet het minst toe te schrijven aan de gelukkige keuze hunner candidaten en de afkeuring, die de houding, door mannen als jhr mr A. F. de Savornin Lohman in het kerkelijk conflict te Amsterdam aangenomen, bij zeer vele niet- liberalen vond. De verkiezing van de heeren Buteux en Smit was een feit van gewicht, en werd alge meen in ons land door de vrijzinnige partij met vreugde begroet. Maar zij legt ook zware verplichtingen op. „Houdt wat gij hebt" is nu meer dan ooit een leuze geworden voor de liberalen in ons districten dat zal niet kunnen gelukken zonder alle mogelijke krachts inspanning zonder aaneensluiting van alle liberalen. Dat in het Goesche district moedig werd gestredendat in het district Zierikzee de anti-liberalen meer dan vroeger het hoofd opstaken stippen wij aan om de schildering van die woelige verkiezingsdagen te volmaken. Aan het werk der grondwets-herziening kwam de uitslag dier verkiezingen tot heden nog niet ten goede. Eerst moest nu het kiesrecht gewijzigd worden en een, in veler oogen niet aanbevelenswaardig, voorstel daartoe werd, na lang wachten, door de regeering ngediend. Eene nieuwe poging in zake art. 194 der grondwet kan men, naar het schijnt, van haar niet verwachten. Het vervlogen jaar bracht ons alleen een voorstel in dien geest, door dr Schaepman ingediend. Het spreekt van zelf dat het parlementair jaar door die gebeurtenissen niet vruchtbaar wasook de aanhangige grondwets-herziening die wij hopen dat 1887 ons eindelijk bren gen zal bracht daartoe het hare bij. Het ministerie zelf vond zich dan ook niet geroepen om ingrijpende voorstellen te doen alleen wat spoedeischend kon heeten, werd door zijne leden ter hand genomen. Zoo kwam eene conversie van onze nationale schuld tot standen werd besloten hulp te verleenen aan de eigenaars van suikerplantages in Indië die dringend behoefte hebben aan ondersteuning, wil hunne, voor onze koloniën zoo gewichtige industrie niet ten gronde gaan. De Atjeh-kwestie bleef nog altijd een lastig vraagstuk en voor de deskundigen een bron van voortdurend getwist over de op Sumatra te volgen gedragslijn. Wellicht is onze meening te optimistisch, maar wij gelooven dat de jongste berichten gegronde reden geven om op dit punt de toekomst met eenige meerdere opgewektheid te gemoet te gaan dan vorige jaren. Wat de oplossing zal wezen van de ministerieele crisis, die het einde van 1886 ons, door het uittreden van den minister van marine, bracht, de nieuw ingetreden jaarkring zal het ons wellicht spoedig openbaren. Ons land bleef overigens onder den druk van de algemeen heerschende malaise en niet het minst is het ook de landbouwstand die tegen op 1886 niet gunstig gestemd kan zijn. De instelling, door de regeering, van eene land- bouw-commissie, werd met verschillende ge voelens begroet; hoog gestemd is de verwachting omtrent de vruchten van haar optreden niet. Toch blijft het, naar ons gevoelen, te waar- deeren, dat de regeering aan het vroeger zoo dikwijls geuite verlangen naar zulk eene commissie, heeft voldaan. De slechte toestand van nijverheid en handel was koren op den molen van eene partij die meer dan vroeger in ons land het hoofd begint op te steken die der sociaal-democraten. Zij speculeerde op veler ontevredenheidhare leiders maakten misbruik van de omstandigheden; en de minder practische vervolgingen, tegen hen ingesteld, kwamen hun ten goede. Boven het hoofd van den heer Domela Nieu- wenhuis hangt nog de beslissing van het hoogste gerechtshof, omtrent het over hem gewezen vonnis. Wij schreven daaromtrent vroeger onze meeningen behoeven hierover thans niet meer uit te wijden. In verband met die woelingen heeft men de treurige gebeurtenissen gebracht, die in den afgeloopen zomer te Amsterdam zijn voorge vallen. Het verbod van een volksspel, wreed aardig van aard, was het sein voor ernstige onlusten, waarbij, wat gelukkig tot de hooge zeldzaamheden in ons land behoort, een twintigtal personen het leven lieten. Eenige meerdere takt van de zijde der politie had dit bloedig drama hoogstwaarschijnlijk kunnen voorkomenzoo beweren sommigen. Wij werpen een sluier hierover het gebeurde is een harde les geweest voor alle partijen, zoowel voor het volk dat zich licht laat meeslepen, voor de volksleiders die spelen met vuur, als voor de politie, die vaak ai te ijverig en met weinig takt te werk gaat. Als wij ten slotte een blik slaan op onze naaste omgeving, dan komt vanzelf de ver kiezing voor onze provinciale staten ons in herinnering. Zij kenmerkte zich, zooals overal, door een krachtig streven der anti-liberalen om die colleges veranderd te krijgenwat hun echter in ons gewest niet is gelukt. De dubbelzinnige houding, door de anti- revolutionnairen toen aangenomen tegenover een man als graaf Van Lijnden, bewees echter dat, kunnen zij niet alles krijgen, zij dan wel tot eene schikking zijn te vinden. Geen groote verandering had dan ook in onze provinciale staten plaatsalleen moest de heer mr. J. P. DroDkers plaats maken voor den heer D. J. Oggel, een anti-liberaal, terwijl de zetel van den heer Onghena door den heer mr L. Stevens werd ingenomen. Op vooruitgang in het afgeloopen jaar kan ons gewest zich niet beroemen het zou alleen de gemeente Yerseke kunnen zijn die door de oesterteelt zich in bloei mag verheugen, waarvan dan ook een groot deel van Zuid-Beve land voordeel geniet. Noord-Bevelaud, en wel de Vlietepolder in het bijzonder, werd door een ernstigen dijkval geteisterd. Walcheren blijft nog steeds hopend uitzien naar den bloei van Vlissingen, dat in den afgeloopen zomer de eerste schrede zette op een nieuw terrein. Men weet dat 26 Juni het nieuwe badhotel werd geopend. Het aanvankelijk succes dat verkregen werd moge een gunstig teeken voor de toekomst zijn In Middelburg kwam het was helaas de ijzeren noodzakelijkheid die het daartoe dwong, eene reorganisatie tot stand van de middelbare school voor meisjesen werden krachtige pogingen aangewend om eene drinkwaterleiding in het leven te roepen. Wjj willen hopen dat zij tot een gewenscht resultaat mogen leiden. Overigens bood het jaar 1886 voor die ge meente geen stof tot roemen. Maar het is een geluk dat met ons z^ovelen den overledene niet erkentelijk kunnen wezen, omdat hij zoo weinig schonk. Het „hierna beter," is onze eenige hoop. •--£& w~ t I iS""*' IDDELBlJRtiSC COUttANT. Agenten te Ylissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek Peul, te Zierikzee: A. C. de Moou,te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dahbe Cie., John F. Jones, opvolger Morgen Nieuwjaarsdagverschijnt geen lommer van ons blad. i. Dezer dagen is de laatste ligger van wegen en voetpaden in deze provincie vastgesteld. Hiermede ia dit omvangrijke werk voor een groot deel afgeloopen. In de heden gehouden bestuursvergadering van het departement Middelburg der Maatschappij van Nijverheid zjjn benoemd tot voorzitter tie heer P. M. de Ligcy en tot secretaris de heer J, van der fceytf, De garnizoens voedingscommissie te Vlissingen zal voor 1887 zijn samengesteld als volgt voor zitter kapitein Van Hooydonk, leden kapitein Delpy, de officier van gez. Butner en de le luit. kwartiermeester Rostalle van het 3e regiment infanterie, en van het algemeen depot van dis cipline, als lid de le luitenant Jonker. No 2 der geschriften over sociale vragen, uit gegeven van wege de Liberale Unie is getiteld „Wettelijke voorschriften betreffende gezondheid en veiligheid voor werklieden in fabrieken en werkplaatsen" en is van de hand van dr J. Th. Mouton. De prijs is 0.10, De Staatscourant van 31 Dec. bevat het pro gramma, door den minister van waterstaat, handel en nijverheid vastgesteld voor het examen van opzichter Van 's rjjks waterstaat. De geneeskundige raad van Zuid-Holland 'heeft met 11 tegen 2 stemmen besloten, aan den minister van binnenlandsche zaken als zpn over tuiging kenbaar te maken, dat de lijkverbranding alle aanbeveling verdient uit een hygiënisch oog punt, wegens de totale vernietiging van de intectiestot door verbranding. Dinsdag 4 Januari a. zal door eenige leden der onderofficiers-sociëteit te Vlissingen, eene tooneelvoorstelling gegeven worden in de zaal van den heer Kuipers. De netto opbrengst daar van zal worden bestemd voor de Vereeniging van gepensionneerde onderofficieren en minderen van het Nederlandsche leger. Te Vlissingen is door Arnemuidsche visschers aangebracht de helft van een scheepsnaambord, dat zeer waarschijnlijk den naam gevoerd heeft van City of Spana (of Sparia Te Zaamslag zullen zooals elders gebruike lijk is de trouwlustigen van heden at bjj hun huwelijk door den ambtenaar van burg. stand begittigd worden met z. g. trouw- en kinder- boekjes. j Het stoomschip Mercurius- van de Konink lijke Nederl. Stoombootm'1 te Amsterdam, dat heden tot vervoer van Bchapen te Vlissingen wordt verwacht om Maandag a. s. de eerste reis met eene lading schapen naar Londen, Depttord, te maken, kan ongeveer 2400 zulke beesten laden en zal iederen Maandag en Vrijdag van Vlissingen vertrekken. 280 schapen, in 2 wagens geladen, kwamen dezen morgen van Duitschland via Oldenzaal reeds aan. In den loop van den dag worden nog meer verwacht. (Men zie het bijvoegsel). Het gisteren aan den grond gevaren Eng. ss. Ross is, zoo meldt men uit Vlissingen, tegen den avond, met behulp van sleepbooten, vlot ge sleept en oogensehjjnlijk zonder schade opgestoomd naar Antwerpen. Op de onderscheidene kunstmatige ijsbanen in Holland en Friesland halen de schaatsenrijders hun hart weer op. Reeds gisteren waren te Am sterdam een aantal liefhebbers op gevieugeldea voet achter het rijks museum te zien. Nog twee andere banen worden heden en mor gen auar opengesteld. De zoutsmokkelarjj in de omstreken vaa 3reda (Rijs bergen) neemt steeds grooteren omvang aan; vooral thans in den slachttijd is dit schier op ongeloofeljjke wijze het geval. Men ziet bjjna dageiyks de beruchte „hoikemannen" in troepen van 40 tot 8d personen op weg naar de Meer«- seische dreef, vanwaar zij met zoutzakken beladen huiswaarts keeren, barrevoets loopende, over on gebaande wegen, wadende door slooten en beken. Het Dagblad deelt mee dat Z. M. de koning, ten genoege van H. K. H prinses Wilhelmina, eene fraaie collectie pluimgedierte doet aau koo- pen en in de volières en vijvers van het Huis ten Bosch doet opnemen. In den tuin van ge noemd paleis zjjn verschillende nieuwe hokken, tillen en kooien gebouwd. In de Engelsche politieke kringen heerscht nog steeds spanning, hoe het einde der ministe rieele crisis zal zijn. Lord Salisbury ontving van verschillende zguen protesten tegenhet denkbeeld om lord Hartington tot eersten minister te maken ol hem in zjjn kamnet op te nemen. Een ander deel der tory-partjj echter beschouwt samenwer king met de liberale unionisten als het eenige reuuiiddel. Na langdurige beraadslagingen met zjjn poli tieke vrienden, o. a. ook na een bjjeenkomst met Chamberlain, heelt lord Hartington besloten het aanbod van Salisbury om president-minister of leider van het lagerhuis te worden, niet aan te nemen. Hjj gelooft der regeering beter diensten te kunnen bewgzen, wanneer hjj geen minister is, dan als lid van het kabinet. De heer W. H. Smith, minister van oorlog, wordt genoemd als leider in het lagerhuis ter vervanging van lord Randolph Cuurchill. Naar de Pall Mall Gazette verzekert zal al het mogeljjke bjj lord Salisbury en lord Cburchill gedaan worden, nu lord Hartington bedankt, om een verzoening tot stand te brengen en lord Churchill op zgu besluit te doen terugkomen. Een der voorwaarden zou zijn, dat lord Chur« obill een aandeel in de leiding der buifynlanuiwbg

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1887 | | pagina 1