Moojiip a VeipMlip in Zeeland.
Laatste Berichten
BUITENLAMP
Onderwijs.
Kerknieuws.
Keslitsaaken.
Verspreide Berichten
FEUILLETON.
MEVROUW JENKINS,
Ferkoopingen en aanbestedingen.
Weerkundige waarnemingen.
Algemeen Overzicht.
„Ik kan niet nagaan, wat het is", zei Fam
lijn op mismoedigen toon, „zij scbjjnt altijd min
of meer dof te zijn geen eigen wil ta hebben en
alle belangstelling in het leven verloren te hebben."
koninklijk besluit is Marinus Paulus Smis-
saert, te Utrecbt, met al zijne wettige zoo marme-
fl e ais vrouweljjke afstammelingen in den
ederlandschen adel verheven, met de praedieaten
vaxx Jonkheer en Jonkvrouw.
De beslissing in zake het besluit van den
Schoondijkschen gemeenteraad om de jaarwedde
van de in functie zijnde onderwijzers met 1 Jan,
1888 te verlagen is gevallen.
Zooals te verwachten was hebben gedeputeerde
staten aan het raadsbesluit hunne goedkeuring
onthouden.
Uit Yerseke schrijft meu ons
Het bericht aangaande de hier bij de oeater-
cultuur werkende onderwijzers is overdreven. Er
zjjn bier 2 onderwijzers zonder betrekking, doch
slechts op éen is het bericht toepasselijk. Wel
is er nog een jongmensch bij de teelt werkzaam,
die oorspronkelijk voor het onderwijzersvak be
stemd was, doch hij is nooit onderwijzer geweest.
Dit is misschien n° 2 die uw berichtgever op het
oog had.
N° 3, die trouwens niet met zekerheid vermeld
wördt (er staat 2 a 3), is heelemaal gefingeerd.
De heer E, Bokma, predikant te Krabbendijke,
heeft voor het beroep naar 'de Herv. gemeente te
Hoek bedankt.
—Het in ons n° van 28 dezer voorkomende, aan
een der Haagsehe bladen ontleende bericht, dat
gisteren in den raad van state behandeld worden
zou het^beroep van den gemeenteraad van Oost
en West-Souburg, van een besluit van ged. staten
van Zeeland, betrekkelijk het raadsbesluit tot
vaststelling der jaarwedde van bet hoofd der
school, schjjnt op eene misvatting berust fe
hebben. Gisteren toch is dat beroep niet behandeld.
- Te Ylissingen binnenkomende is tegen de
Walvischplaat aan den grond gevaren hut Eng-
ss. Ross, met granen van Galatz naar Antwerpen.
Er zijn vier aleepbooten ter assistentie bij het schip.
Gisteren en heden zijn in de Wielingen drijvende
opgevischt en te Ylissingen aangebracht verschei
dene vatea palmolie, vermoedelijk afkomstig van
een öp de naburige kust verongelukt schip.
Van het te Vlissingen met averij binnenge-
loopen Engelsche driemastschip Annie E. Wright
was gisteren zoo schrijft men ons een ge
deelte der bemanning gedeserteerd. Op verzoek
van den gezagvoerder werden de deserteurs door
de politie opgespoord en aan boord teruggebracht;
eenige waren langs het kanaal naar Yeere ge-
loopen, meenende dat het de weg naar Antwerpen
was. Kapt, Wright heeft niet veel geluk met
zijne reizen naar Antwerpen. Eenige jaren geleden
verloor hij op de Spijkerplaat zijn schip S. B.
Weldondat als wrak verkocht en later afgebracht
werd en, na in het droogdok te Middelburg gere
pareerd te zijn, in het bezit kwam van eene
Bremer reederij en thans onder den naam Alice
nog goede reizen doet.
De mazelen-epidemie in, Ainemuiden kan als
geweken worden beschouwd. Het aantal gezinnen,
waarin deze ziekte heeft geheerscht, bedraagt 110,
dat der lijders 304, waarvan een door de ziekte
ten grave werd gesleept.
Te Zaamslag bedroeg Woensdag morgen het
aantal aangegeven lijders aan mazelen 206, voor
komende in 95 gezinnen, terwijl hersteld waren
opgegeven 30 lijders, terwijl er 3 overleden zijn.
Gisteren is door den burgemeester van Goes
bekendgemaakt, dat, volgens verklaring van den
waarnemenden inspecteur van het geneeskundig
staatstoezicht in Zeeland, in die gemeente de
mazelen hebben opgehouden epidemisch te heer-
«chen.
uit het Engelsch door
JOHNNY LUDLOW (Mrs. HENRY WOOD.)
Een leelijk vermoeden.
Gij hadt een speld kunnen hooreh vallen. Zij
luisterdeu naar de voetstappen op het portaal,
maar die veroorzaakten niet de stilte en het af
grijzen, dat er in de kamer heerschte dat hadden
de woorden, door dr. Knox gesproken, gedaan
De oude dokter stond als een toonbeeld ven ver
slagenheid. Ik zat daar achter die roode gordijn
met mijne beenen op dó vensterbank en kon
niets doen dan beiden aanstaren.
„Ik zeg niet dat mevrouw Jenkins vergif
tigd wordt; met opzet, wezenlijk vergiftigd," zei
Knox op gedempten toon. „Zoover ga ik niet.
Maar ik geloof, dat er op de een ofandere maaier
met haar geknoeid wordt."
„Op welke manier?"
„Met medicijnen."
De dokter sprak op aarzelenden toon en staarde
voor zich uit, net alsof hij niet precies wisthoe
hg zich moest uitdrukken. Het gelaat van Fam-
lijn veranderde de verbazing, de ontsteltenis
maakte plaats voor gerustheid.
„Het is niet mogelijk, Arnold. Geloof mij,
—Louis Lesaffre, soldaat bij het Ned.-Indisch
le-'er, geboren te Tourcoing (Nord), die den 25en
Februari 1884 te Djocj'a is overleden, heeft een
testament ten gunste zjjner dochter Christine
achtergelaten. Een som van 1355 francs en eenige
familiepapieren, behoorende tot da nalatenschap
yan genoemden Lesaffre, zijn in bewaring gegeven
aan de weeskamer te Samarang. Christine Lesaffre
zou geboren zijn te Wellsjinghe {Welsinge in
Zeeland, den 27en Aug. 1869, en laatstelijk ge
woond hebben bjj haar tante Elisabeth Alurcher,
handelende in boter en kaas, en wonende, luidens
opgave, „Grande rue prés de la Grande Place a
Amsterdam." De aldaar gedane nasporingen zijn
echter vruchteloos gebleven. Inlichtingen worden
(liefst vóór 1 Januari e. k.) bij het departement
van justitie ingewacht.
Wederom deelt het N. v. d. D. zijn lezers
mede, hoe men een goed middel kan bereiden,
om de laarzen te beveiligen tegen het doordringen
van sneeuw en water. Voor buiten de Btad kan
het zijn nut hebben, te weten, dat men een halven
liter gekookte Ijjnolie, 24 decagr. schapenvet, 15
decagr. witte was en 9 decagr. hars boven een
matig vuur moet smelten, om een mengsel te
verkrijgen, waarmede met succes de zolen en naden
worden bestreken. Maar in de stad zal men
waarschijnlijk wachten totdat een of ander dro
gist het middel kant en klaar in den .handel
brengt.
Volgens het Vad. is het bericht, dat met
Nieuwjaar geen gehuwde vrouwen meer toegelaten
zullen worden in de fabrieken van de Sociélé
céramique, en van de firma Regout te Maastricht
van allen grond ontbloot.
Omtrent den jl. Maandag te Heerlerbaan,
tusschen Schaesberg en Heerle gelegen, gewoed
hebbenden brand, deelt men nog mede, dat de
brand ontstond bij een landbouwer, en in weinige
oogeublikken bet huis, schuur, stalling, enz. ver
nielde. Ook kwamen 1 paard, 5 koeien en 2
varkens in de vlammen om. De brand deelde
zich verder mede aan de aangrenzende gehouwen
'der gebroeders Gorissen, handelaars. Ook deze
huizen met de inboedels werden geheel door den
brand vernield. Alles was verzekerd. Oorzaak
onbekend.
De brandkast van den heer Debbaut, den
kapitein der Cléopatre, wiens bjk dezer dagen
te Stavenisse aanspoelde, is op last van het par
ket geopend geworden en volkomen leeg bevon
den, terwijl ze geen spoor van inbraak vertoonde.
Volgens het zeggen van sommige personen, die
met Debbaut zaken deden, droeg déze zijn geheel
vermogen bij zich.
Ook de vrouw van den te Achterveld, ge
meente Barneveld, vermoorde is gearresteerd.
De kapitein P. Thijssen, directeur der pupillen
school, die zich voor eenige dagen met verlof te
's Gravenhage bevond, is daar onverwachts zeer
ernstig ongesteld geworden.
Het hof van cassatie van Brussel heeft het
beroep van den kanunnik Bernard tegen het
vonnis van het hof van appèl verworpen en hem
tot de kosten veroordeeld. Bernard is thans in
Engeland.
Een muzikale aardigheid van Carl Marie
Yon Weber vertelt het laatste nummer van den
ZeitgeistDe componist van den Freischütz
en den Oberon was in zijn jeugd niet afkeerig
van een overmoedigen streek, en gaarne maakte
Hij van elke gelegenheid gebruik, om zijnen hu
mor de teugels te laten vieren. Een muzikale
aardigheid uit zijn jeugd, die helaas of bij een
brand, öf bij een door hem zei ven ontstoken
autodafé zijner eerste werken, den vuurdood heeft
gevonden, was een vermakelijk bewijs van dezen
humor. Voor een of andere gelegenheid, waarbij
door de vroede vaderen van zekere Btad ossentong
gegeten werd, had de jonge Weber namelijk een
cantate te componeeren. Het gedicht, waarbjj hij
de muziek moest maken, sloot met de woorden:
»En namen wij alles goed in acht
En-shebben wij ons werk volbracht,
Dan eten wij ossentong."
Wachtdacht de jonge toonkunstenaar, met de
gij vergist uWie zou haar kwaad doen
„Niemand waar ik van weeter zijn geen
verdachte personen om haar heen," hernam dr.
Knox. „Dat is juist het vreemde. Zij neemt
toch zelf nietsOpium, bijvoorbeeld
„Lieve hemelneen. Geen vrcuw op de
wereld is daar verder van af dan mevrouw Jenkins."
„Was daar verder van af. Maar gij weet
zelf, hoe onverklaarbaar zij veranderd is."
„Zij neemt geen opium of eenige andere me
dicijn. Daar zou ik mijn woord op durven geven,
Arnold."
„Dan wordt het haar gegeven dat denk
ik ten minste. Zoo niet, dan is haar toestand mij
geheel onverklaarbaar. Bedenk wel, mijnheer
Famlijn, dat hier geen woord van moet uit lekken,
het moet tusschen ons beiden blijven", zei dr.
Knox met veel nadruk. „Als er kwaad geschiedt
dan wordt het arglistig en met opzat bedreven
en onze eenige kans om er achter te komen is, dat
wij niets van ons vermoeden laten blijken."
„Neem mij niet kwalijk, dr. Knox" viel ik
hier in, daar het mij eensklaps met schrik te
binnen schoot, dat hij niet bekend was met mijn
tegenwoordigheid, zoodat het zweet mij uitbrak,
„wist gij dat ik hier zat
Zij keerden zich beiden omde schrik van dr.
Knox was antwoord genoeg.
„Hebt gij alles gehoord wat ik gezegd heb,
Johnny Ludlow
„Alles. Tot mijn spijt."
„Er is nu niets meer aan te doen, zult gij
„vaderen" dezer sta4. moet gjj een aardigheid
hebben. Hg ging kitten ea componeerde, waarbij
hij het laatste vors den vorm eener fuga gaf.
De zangvereeniging der naburige stad had de
uitvoering der cantate, Weber zelf de leiding op
zich genomen, en in spa\ning zag iedereen de
muzikale verheerlijking van het feest tegemoet.
De groote dag brak aan. De vaderen" hadden
met gepaste waardigheid de door de traditie ge
heiligde ossentong genoten en nu volgde de cantate.
Het eerste gedeelte der cantate ging goed, de
toehoorders waren zelfs niet karig met hun bij
valsbetuigingen. Maar nu kwam de fuga. Met
doordringende zekerheid zette de stem van den
eersten tenor in „Dan eten wij ossen
Niet minder krachtig volgde de tweede tenor
»Wij ossenEn voort ging het in de
liefelijkste toonschakeering door alle stemmen.
„Dan eten wij ossen wij ossen totdat
eindelijk, aan het slot, na een pauze van twee
maten, een enkele stem zich hooren liet met het
woord tong
Nadèr wordt uit Massouah geseind, dat het
bericht van de verovering van Kassala door den
Abysinischen generaal Ras-Aloula zich niet be
vestigd heeft. Er liep integendeel een gerucht,
dat Ras-Aloula nabij Sabderat, een dagreis afstand
van Kassala, zou geslagen zjjn.
Volgens de Köln. Ztg. zond de militaire
attaché aan het Russische hof, majoor Villaume,
die door den czaar zou gedood zijn, de beste
wenschen voor het nieuwe jaar aan zijn familie
te Postdam met toevoeging, dat hij zich in een
uitstekende gezondheid verheugt.
Uit latere berichten blijkt, dat de sneeuw
storm in Duitschland niet alleen groote belemme
ring in het verkeer heeft veroorzaakt, maar ook
vele slachtoffers eischte. Het zijn meest werk
lieden, die op het veld werkten en door den
sneeuwstorm verdwaald raakten en zoo den dood
vonden. Volgens het Dresdner Journal worden
alleen in het koningrijk Saksen 22 personen ver
mist, terwijl te Thnringen een evengroot aantal
als vermist is opgegeven. In het Thuringer Woud
is zooveel sneeuw gevallen,'dat-deze op sommige
plaatsen zeven meters hoog ligt.
Een ingezetene uit Jena had 26 uren noódig
om van Jena naar Leipzig te bomen en moest
daarbij twee nachten doorbrengen in de coupé.
De baanwachters, die naar Hirschberg trokken
om de ingesneeuwde reizigers van levensmiddelen
te voorzien, vertelden dat zij dikwijls tot den
hals wegzonken en niet dan met levensgevaar den
trein konden bereiken.
De geruchten omtrent een aanstaande wij
ziging in het Russisch ministerie worden door de
Pol. Corresp. bevestigd. Graaf Tolstoï zal als
minister van binnenlandsehe. zaken aftreden en
vervangen worden door Manassein tegenwoordig
minister van justitieals diens opvolger noemt
men den senator Pleluwe. De minister van finan-
tiën Bunge zal zijn portefeuille afstaan aan den
geheimraad Wischnegradsbi.
De pauselijke nuntius te Lissabon, aan wien
men het telegram omtrent Paul Berts bekeering
tot de katholieke kerk had toegeschreven, ver
klaart, dat hjj niets van dit bericht af weet.
De grève aan de spoorlijn te Port Rich
mond is geëindigd, de maatschappij heeft concessies
gedaan.
De stoomschepen City of Natchez en R. H.
Hayes benevens 4 geladen barken zijn te Caïro,
Illinois, door brand vernield. Het verlies wordt
op 1.000.000 dollars geschat.-
- Naar Truth verneemt noemde vorst Bismarck
lord Churchill wegens diens jongste daad a two
penny Catiline
Ook Henri Rochefort valt in den Intransi-
geani generaal Boulanger aan. Rochefort waar
schuwt den minister voor dictatoriale neigingen>
daar Frankrijk nimmer een tweeden coup d'itat
zal dulden.
Gisteren zijn te Hoedekenskerke uit den boedel
van den, in kenneljjken staat van onvermogen
het niet verder vertellen
^„Zeker niet."
„Wij zullen u in het vertrouwen moeten
nemen u in het complot betrekken; nu, wij
konden een minder vertrouwbaren bondgenoot
hebben."
„Gij zoudt.geen trouwer kunnen hebben."
„Heel goed, JohnDy", voegde mijnheer Fam
lijn er bij. „Maar ik hoop dat dr. Knox zich
vergist. Dat geloof ik stellig, Arnold. Wat zijn
uwe gronden van deze nieuwe opvatting
„Ik zeg niet dat die zoo heel nieuw is. Ik
heb al sedert eenigen lijd een vaag vermoeden
gehad. Maar gronden er voor heb ik niet meer
dan gij gehad hebt. Mevrouw Jenkins is in een
toestand, dien wij niet begrijpenik kan evenmin
als gij nagaan, wat haar scheelt; ik behoef u niet
te zeggen dat zulk een toestand voor een medi
cus onhoudbaar is en hem te denken geeft."
„Juist. En ik geloof niet, dat het aan haar
gezondheid ligt. Ik geloof dat het kwaad dage
lijks veroorzaakt wordt" vervolgde dr. Knox
opgewonden, „en als zij het niet zelf veroorzaakt
door verkeerde dingen te nemen dan worden die
haar door anderen gegeven. Dat eerste wilt gij
niet aannemen, mijnheer Famlijn
„Neen dat -wil ik niet. Mevrouw Jenkins
neemt uit eigen beweging evenmin nadeelige
gestelden, landbouwer M. Paauwe aldaar, drie
perceelen bouwland, groot '2 heet. 34 aren 70 cent.,
gekocht door den heer Yan Heel te Goes voor
4100 in massa.
Datum. Plaats. Voorwerpen. Information.
11 Jan. Huis t. Duine, Hout, Verheij.
13 Groede, Hofstede, Hammacher.
*18 t Zeeduin, Hout, Verheij.
30 Deo., des morgens te 8 uren.
Verwacht: N. wind. T
Thermometerstand te Middelburg.
30 Dec. 's morgens 8 uren 33 gr. 's middags 1 uur 40 gr,
's avonds 5 uren 37 gr. E.
üapelle. Tot stationschef is benoemd de
heer' F. M. van der Beek, thans stationschef 4e
klasse te Maasbracht (Limburg).
Gfoes. Heden morgen had bij het afbrekèn
van een gebouw een Werkman het ongeluk onder
een omver vallenden muur te geraken zwaar ge
kneusd werd hjj opgenomen.
Nog altijl is de kwestie aan de orde van den
dag: waarom is lord Churchill als minister af
getreden Het officieels antwoord op deze vraag
is door lord Salisbury Dinsdag in den ministerraad
gegevendiens verklaring kwam in 't kort hierop
neerdat lord Churchill, na de indiening der
begrootingen voor marine en oorlog, den prebier
gedreigd had als kanselier der schatkist zijn c nt-
slag te nemen, wanneer de ministers dier depar
tementen geen aanzienlijke reducties inwilligden.
Toen noch mr. Smith noch lord George Hamilton,
de beide betrokken leden van het kabinet,
de verantwoordelijkheid voor de veilig; leid
van den staat bij een bezuiniging wilden
dragen en lord Churchill vernam, dat lord Salis
bury hun gevoelen deelde, zond hjj zijn ontslag
in. Een poging van den premier om den kanselier
tot andere gedachten te brengen mislukte, in een
nieuw schrijven aan den minister-president ver
klaarde lord Churchill, dat hij bij zijn gevoelen
bleef.
Deze brief ontving lord Salisbury op zijn land
goed Hatfield, een paar uren Voor dat hij de
mededeeling in den Times las.
Tot zoover de voorstelling van de oorzaak der
ministerieele crisis door lord Salisbury, doch daar
er altjjd twee zijden aan de medaille zijn, luidt
de toelichting van lord Churchill, zooals hij ze
door zijn vrienden in de Engelsche bladen laat
geven, iets anders. Niet de vorderingen voor
oorlog en marine, maar het toenemend verschil van
gevoelen ten opzichte van bijna elk politiek vraag
stuk tusschen hem en lord Salisbury bewogen hem
tot hee ngaan. Het is waar, dat de budgetten voor
beide departementen de naaste aanleiding voor
zijn ontslag waren, maar dit verschil zette
slechts de kroon op een geheele reeks andere.
In een vorig overzicht noemden wij eenige van
die andere oorzaken. Als de eenig ware grond
voor de scheuring in den boezem van het kabinet
moet men aannemen de botsing tusschen de beide
tegenstrijdige stroomingen in de tory-partg
tusschen het democratisch toryisme der steden,
dat lord Churchill van lord Beaconsfield leerde en
het aristocratisch toryisme van de landheeren, als
welks hoofd men tegenwoordig lórd Salisbury
mag beschouwen. Bij elke nieuwe beslissing over
eenig vraagstuk, zoo o. a. over dat betreffende
de regeling van de vertegenwoordigende lichamen
middelen als ik het doe."
„Dan krijgt de andere opvatting de overhand.
En die leidt tot een ontzettende gevolgtrekking."
„Kijk eens, Arnold. Als ik het eerste denk
beeld aannam, zoudt gij niets verder komen. Me
vrouw Jenkins zon geen medicijnen kunnen
krijgen en voortdurend innemen zonder dat het
gemerkt werd. Madame St. Vincent zou er in één
dag achter zijn."
„Ja".
„En zou er dadelijk zelf een einde aan ge.
maakt of er met mij over gesproken hebben. Zij
is zóó bezorgd voor mevrouw Jenkins en spaart
geen tijd, geen moeite en geen last voor haar."
„Dat geloof ik. Wat er geschiedt daar
wordt madame St. Vincent even goed buiten ge
houden als wij. Wie heeft zij verder om zich heen?''
„Niemand dan haar kamenier, zoo ver ik
weet, en ik geloof dat die even vrij van verden
king is als madame zelf. Het is een vreemd geval."
„Dat is het. Maar ik vrees dat ik gelijk
heb. Nu zal de vraag zijn, hoe w'g het moeten
aanleggen om dit geheim op te helderen
„Zij is niet altijd in dien dommeligen toe
stand," merkte Famlijn aan.
«Toch wel min of meer. Gisteren ochtend
ben ik er om acht uur geweest; ik ging opzet
telijk zoo vroeg, en toen was ze doffer en suffe
riger dan ik ze nog ooit gezien had, 't geen
natuurlijk één ding bewijst."
„Wat Ik begrijp u niet."
„Dat zij des nachts inneemt zoowel als