MIDDELBUR6SCHE COURANT
Rechtszaken.
Kerknieuws.
Maandag 6 December 1886. Na 287.
Middelburg 4 December.
VAN DB
VAN
De inlichtingen, door den minister ran justitie
verstrekt, ten bewijze dat de heeren Van Beesten
De Vos zich geheel ten onrechte beklaagden over
het beheer va-i de rijksgestichten te Veenhuizen,
komen hierop oeer
H. A. de Vos is inderdaad op last van den
minister aangeschreven, zjjn ontslag te nemen als
adj.-directeur, wegens gijn „doorloopende en volgens
nauwkeurig onderzoek valsche beschuldiging
i de onderdirectrice Frank", in een brief aan
dii inspecteur Verschoordie brief toekende tevens
ooveel minachting voor den directeur, dat het
onmogelijk werd geacht, den schrjjver van de zoo
ongegronde aanklacht onder hem te laten dienen.
V. gaf dan ook aanstonds gevolg aan den raad
om eervol ontslag te vragen.
Ook het klaagschrift van A. C. van Beest is
door den directeur zeer gedetailleerd en zoo af
doende beantwoord, dat V. B. werd aangeschreven,
zich voortaan van onbetamelijke uitdrukkingen en
ongemotiveerde beschuldigingen te onthouden. Dat
V. B. toen niet werd uitgenoodigd, ontslag te
vragen, was uitgluitend daaraan te danken, dat hij
toen de eenige geneeeheer te V. was. Daarna
bleek echter nader, dat ook zijn beschuldigingen
onwaar waren, en V. B. werd nu ontslagen, heb
bende hg o. a. „misbruik gemaakt van zjjn moreel
overwicht over mindere beambten".
ca—
Op verzoek van den heer N. A. Bouwman doe
len wjj mee, dat op het door hem Vrijdag a. te
geven concert no. 5 van het programmaConcert
voor viool van Mendelssohn Bartholdy zal worden
uitgevoerd door den heer A. de Jong alhier.
Dit is onwillekeurig verzuimd op het program
ma te vermelden.
Bjj beschikking van den minister van water
staat zjjn, met ingang van 1 Januari a,, bevorderd
tot opzichter van den waterstaat Ie kl. M. F.
Klaassen, thans opzichter 2e kl.tot opziehter
van den waterstaat 2a kl. C. J. van Sluys, thans
opzichter Se kl,tot opzichter va» de» waterstaat
Sc kl. N. Visser, thans opziehter 4e kl. an is
benoemd tot opzichter^»» de» waterstaat 4e kl,
J. K. de Masier.
Langer dan een jaar geleden, nadat het school
geld der eenige te Maastricht bestaande gemeen
teschool voor betalenden aanzienlijk verhoogd
was, tengevolge der bemoeiingen van eenige
elcricalen, met den heer Ruys van Beerenhroeck
aan het hoofd, en de school door een honderdtal
kinderen werd verlaten, werd door den raad eene
commissie benoemd om te onderzoeken, wat toch
de reden kon zijn van dien achteruitgang. De
commissie heeft thans gerapporteerd, dat de eenige
reden haars inziens is de verhooging der school
gelden, en zij stelt aan den raad voor, het school
geld weder te verminderen vuor he», die daartoe
naar 'sraads oordeel in de termen vallen. Het
vroeger door den raad genomen besluit tot ver
hooging heeft zeer wrange vruchten gedragen.
Niet alleen dat tal van ouders gedwongen wer
den, hunne kinderen naar de secte-scholen te
zenden, waarom het juist te doen was, maar met
de gemeenteschool werd zoozeer de hand gelicht,
dat zij geheel in verval is, waarom het ook te
doen was. (H. Ct.)
Voor de ƒ200,000, noodig voor het instand
houden der Amsterdamsche Chininefabriek, is slechts
14.200 ingeschreven. De algemeens vergadering
verklaarde zich gisteren dan ook voor ontbinding.
Aangezien de vereischte hoeveelheid kapitaal niet
vertegenwoordigd was, werd een definitief besluit
uitgesteld tot eene volgende algemeene verga
dering.
De regeering heeft de staatsrekening voor 1884
ingediend. De ontv. beliepen 131.910.077.78jj,
de uitgaven 1.304.727.78£ meer, wat dus als
het nadeelig slot door de algemeene rekenkamer
is vastgesteld.
Het burg. pensioenfonds zal in 1887, naar de
begrooting, ongeveer 450.000 aan pensioenen
hebben te betalen, tegen 397.495 in 1885.
Op 1 Jan. jl. waren 14,820 ambtenaren deelge-
rechtigd, met een grondslag van 15.414.319.
Ten laste van den staat waren toen nog 188
ambtenaren, ad 560.096, van voor 1846.
De contributiën zijn geraamd op 685.000, de
rente op ƒ1.080.000. Er zal 1.252.800 worden
gekapitaliseerd.
In het regeeringsantwoord betreffende de s p o o r-
wegbegrooting komt o. a. het volgende
voor
ftadur«*de de opstelling yan de overkapping
yan het centraalstation te Amsterdam bleek, daf
de daarvoor gemaakte steunpunten niet in rust
waren. Er werd zakking en horizontaalbeweging
waargenomen, en wel het meest van die steun
punten, die onbelast waren. Het werk werd ge
staakt en een onderroek naar de vermoedelijke
oorzaak aangevangen. Bij de overige, reeds be
staande werken heeft zich niets onrustbarends
voorgedaan. Het gebeurde geeft aanleiding tot
oponthoud voor de indienststelling van het defi
nitief hoofdgebouw en tot kosten, maar gevaar is
er niet door ontstaan. De heer Leyds heeft dit
in het kon. instituut van ingenieurs gezegd hg
heeft daar de groote overdrijving van gegeven
voorstellingen aangetoond. In het bjjzonder toont
de minister dit nader aan ten opzichte van eenige
punten, waarover speciaal inlichting werd ge
vraagd er is bv. geen scheur in het geheele ge
bouw dat de tunnels scheurden, toen de fundee
ring zakte, spreekt van zelf, en de toestand is
niet zorgwekkend.
De minister is doordrongen van den treurigen
toestand, waarin de westelijke doorgang onder
het centraalstation te Amsterdam verkeert, en het
is zjju overtuiging dat dit werk, zoodra de dienst
naar het nieuwe hoofdgebouw kan verplaatst
worden en dus meer vrijheid van beweging op
het westereiland, verkregen wordt, door een nieuw
werk zal zijn te vervangen. Maar al wenscht hij
de verdediging niet op zich te nemen van de bij
dit werk gebezigde fundeeringswijze, meent hij
er op te moeten wijzen, dat het 29 Jan. 1874
werd aanbesteed en dat men toen geen party kon
trekken van middelen, die latere ondervinding
zou aan de hand doen. De fout, bjj die fundee
ring gemaakt, leidde tot het ontwerpen van een
geheel andere fundeering voor het hoofdgebouw,
en deze slaagde volkomen. Het lag voor de hand,
dat hetzelfde denkbeeld gevolgd werd bjj de fun
deering voor de kap, en toch is het gebleken dat
hierdoor een fout werd gemaakt.
Er kan nu gezegd worden, dat men te voren
had moeten inzien, dat dezelfde fundeering, die
bjj het gebouw zoer goed was, hier niet deugde
maar vóór de thans opgedane ondervinding zou
de stelling, dat dezelfde kracht, die overal elders
ten gunste van het draagvermogen eener paal-
fundeering werkt, hier omgekeerd in haar nadeel
zou gaan werken, bezwaarljjk instemming hebben
ontmoet, maar wel tot het besluit hebben geleid,
dat de Btaat zich van het maken van de over
kapping wilde afmaken.
Men wist dat men zich op alles voor te bereiden
hadmen meende zich op alles voorbereid te
hebben; men dacht er bljjkbaar niet om, dat de
wrjjving van den zakkenden aanvullingsgrond
langs de palen deze kon naar beneden drijven
I maal al had me» aan d« mogeljjkheid daarvan
gedacht, ze» men nog, omdat daarvan nergens
een voorbeeld bekend is, niet hebben durven
Toorstellen, op grond eener ongemotiveerde vrees
een fundeeringswijze voor te stellen, die zes a
zevenmaal meer moet kosten dan de samenstel
ling, die onder het gebouw yoldaan had. Toch
zal thans vermoedelijk tot het maken van die
duurdere fundeering moeten worden overgegaan.
Nadat in een 26 Nov. gehouden, gecombi
neerde vergadering van kerkvoogden en notabelen
der thans vacant zijnde hervormde gemeente te
St. Annaland besloten was de oude pastorie af te
breken en op dezelfde plaats eene nieuwe te her
bouwen, hebben Donderdag de stemgerechtigde
manslidmaten met groote meerderheid- van stem
men, 59 voor en 25 tegen, terwjj? iwee briejes
blanco waren hunne goedkeuring aan dat be
sluit gehecht.
Wanneer met het afbreken en den herbouw zal
begonnen worden, is nog niet bepaald!
Bij vonnis der Rotterdamsche rechtbank van
4 October 11. is de Ohristeljjke jongelingavereeni-
ging Liefde en Vredete Vlaardingen, vervallen
verklaard van hare hoedanigheid als rechtspersoon;
is een curator benoemd om de vereffening der
zaken van die vereeniging, onder toezicht deg
rechters, tot stand te brengen, en is eindeljjk die
vereeniging in de kosten van het proces veroordeeld.
De feiten, die tot deze uitspraakjiebben geleid
zjjn te kenschetsend om ie niet in kort mede te
deelen. Tusschen de leden was verschil ontstaan
over den zin van art. 2 der statuten, of die moe«t
verstaan worden zóo, dat de Heilige Schrift, als de
eenige genoegzame en onfeilbare gid» voor geloof
en leven, werd erkend als de grondslag der ver
eeniging, dan wel, of naast de Heilige Schrift ook
de drie formulieren van eanigheid moesten worden
aangenomen. Dit geschil was oorzaak, dat zekere
B. die zich als lid der vereeniging wilde doen
aannemen en de daartoe bjj art. 11 der statuten
gevorderde verklaring, van met het beginsel,
in art. 2 omschreven in te stemmen, had afgelegd,
niet als lid is toegelaten, omdat hjj wrklaard
had, de drie formulieren van eenigheid daarbij
niet aan te nemen.
Hiertegen werd door 22 leden protest ingediend,
hetwelk, in eene vergadering der vereeniging
behandeld, aanleiding gaf tot het besluit, dat 20
hunner, dis het protest niet wilden terugnemen,
van hun lidmaatschap vervallen werden verklaard.
Met dt „liefde" de» „vrede" onder de „ehris-