mjTtENLAND7 Ingezonden stukken. Verspreide Berichten Overvloed van onderwijzers. Naar aanleiding hiervan vertelt Paul Antonini, hoe een zendeling het leven te danken had aan den eerbied, welken de Chineezen hun haarvlecht toedragen. Deze priester werd wegens zjjne over- matigen bekeeringsijver door de Chineesche overheid opgespoord. Eens bevond hij zich by een christelijke familie, toen men hem kwam mede- deelen, dat het huis door de ondergeschikten van een tnandaryn omsingeld was en dat deze hooge ambtenaar zelf eischte binnen gelaten te worden. Groote ontsteltenis maakte zich van allen mees ter, werd de ongelukkige zendeling gepakt, zoo was het met hem gedaan. Eensklaps greep hij een schaar, stelde zjjn vrienden gerust en vluchtte naar dat gedeelte van de woning, waar zich de vertrekken der vrouwen bevonden en waar geen vreemde man mocht binnentreden. Nauwelijks heeft hij de zaal verlaten, of de mandarijn treedt binnen. Zjjn man niet vindend, raadt hij onmid dellijk waar deze zich verborgen heeft en ijlt hem na. Maar ternauwernood heeft hij den drempel der vrouwenvertrekken overschreden of een luide kreet weerklinkt en men ziet hem haas tig terugkeeren en ontvluchten alsof hjj ver. volgd wordt. Een oogenblik later verschjjnt de priester en toont aan zjjne trouwe vrienden de haarvlecht van den mandarijn. Met een knip van de schaar had hjj den ongelukkigen ambtenaar voor langen tjjd onteerd, en deze was zoo ontroerd door zjjn verlies, dat hjj den zendeling van nu af met rust liet. Voor de Franschen, die tegenwoordig herhaal delijk zulke treurige ervaringen opdoen van de sluwheid der manderjjnen, zouden wellicht meer vruchten te plukken zjjn bjj hun onderhan delingen met de bewoners van het Hemelsche rijk, indien zjj in plaats van tot het kanon hun toevlucht tot de schaar namen. Den heer J, G. Hartman te Middelburg. Weledele heer, Mijne positie is van dien aard, dat ik uw voor beeld niet kan volgen om met open visier te strjjden. En wat doet er ook mjjn naam toe? Ondoordacht heb ik in elk geval niet geschreven; zulks zult gjj wel willen gelooven, als ik u zeg dat ik reeds ruim 47 jaren bij het lager onderwjjs werkzaam ben. Laten wjj van elkander vertrou wen, dat wjj beide het goed meenen met het volksonderwijs en met de onderwijzers. En nu ter zake. Mijn hoofddoel was een lans te breken voor het legio onderwjjzars zonder betrekking en, zoo mogeljjk eenig licht te doen opgaan. Daarom doet het ïnjj een innig genoegen, dat mjjn stuk niet doodgezwegen wordt, 't Blijkt uit uw schrjjven, dat er in Zeeland nog 195 onderwijzers noodig zjjn, altijd indien de wet wordt uitgevoerd. In N.-Holland is dit getal 143, in Groningen 82, stel dus in geheel Nederland 2000 onderwijzers. Voorts bljjkt uit uw stuk, dat de kweekscholen niet geheel in de behoefte zullen kunnen voor zien. In dat opzicht doe ik, beter ingelicht, amende honorable, altjjd onder voorbehoud dat door spoedige geheele invoering der wet de zonder betrekking zjjnde onderwijzers plaatsing vinden. De toestand is reeds erg genoeg, ik waande dien nog erger. Intusschen is het de waarheid: 1 dat de ex-minister Van der Heim reeds 5 a 6 jaren geleden de opdrjjving der normaallessen b e 1 a c h e 1 jj k noemde 2 dat op dit oogenblik een legio onderwijzers hunkert naar een slecht gesalarieerde betrekking, zonder dat er voor de meesten eenig uitzicht bestaat op plaatsing 3. dat vele gemeentebesturen wedjjveren in verlaging der jaarwedde 4. dat in de meeste gemeenten reeds het aan tal onderwijzers werkzaam is, door de wet van 1878 gevorderd 5. dat door den bestaanden overvloed vaa onderwijzers wel niet alle maar toch de m e e t e normaallessen kunnen opgeheven worden. En ten slotte: zoudt gjj zoo naïef zjjn te ver wachten dat ooit de wet van 1878, wat het getal onderwijzers betreft, volledig zal uitgevoerd worden? Komt de grondwetsherziening tot stand, dan moet a vermoedelijk het lager onderwijs opnieuw wetteljjk geregeld worden, en b zjjn er gemeenten, ik kan er met name noemen, zóo arm, dat zonder hulp van staatswege een verdubbeling van onderwijzers gelijk zou staan met ruïne. Intusschen heb ik de eer mjj hoogachtend te noemen. Uw dw. dn. X, 11 Nov. 1886. Y. Z. De bedoeling van myn vorig schryven was< geljjk ik opmerkte, er op te wjjzen, dat men niet op enkele gegevens eene conclusie voor het ge heele land kan bouwen. Y. Z. vervalt weder in dezelfde foutOp de cjjfers van Zeeland, Noord- Holland en Groningen baseert hjj de stelling, dat er in het geheele land nog 2000 onderwijzers zullen noodig zjjn. Neen, mjjnheer Y. Z. 1 dat is de manier niet om tot een zeker resultaat te komen. Gjj weet toch, hoop ik, dat op onderwijsgebied de toe standen in Noord-Holland en b. r. in Drenthe nog al heel wat verschillen Men moet daarmede voorzichtig zijn men moet niet stellen, men moet weten. Steun, in uwe betrekking van onderwijzer, het pogen der onderwjjzersvereeniging uit Noord-Holland, die zekere gegevens vraagt aan de hoofden der scholen. Zonder zekere cjjfers vervalt men in onjuisthedenik wees er in uw vorig sphrjjven aan, en ook in het bovenstaande vind ik er weer. Wanneer gjj weet, dat er in Zeeland 161 openbare scholen zjjn, dat het wet teljjk minimum aan 84 bereikt en aan 15 over schreden is (verslag 1886), zoodat voor 112 scholen nog niet aan de wet is voldaan, zult gjj dan [nog volhouden, dat, althans wat Zeeland aangaat, »in de meeste gemeenten reeds het aantal onderwjjzers werkzaam is, door de wet van 1878 gevorderd Op algemeene geruchten, op onvoldoende gege vens berustte uw eerste schrjjven daaraan knooptet gjj uw breed uitgezette klacht vast. Dit was wat mij hinderde. Ik geef u gaarne toe, d a t op dit oogenblik vele onderwjjzers hunkeren naar eene betrekking (hoewel ik niet kan toegeven, dat voor een onderwjjzer, die pas begint lel wel ik spreek niet van hen, die reeds eenige jaren dienst hebben gedaan, en getoond hebben, wat zjj kunnen een salaris van 500 of 450, zelfs in sommige gemeenten van 400, te laag zou zjjn)ik geef verder toe, d a t er normaal lessen te veel zjjn, maar juist in het hoeveel en het waar zit de kneep. Om dat te weten, moeten wjj gegevens hebben. En het verzamelen daarvan zal beter in het belang van het onder wjjs zjjn, en ons tegenover den tegenstander sterker maken, dan eene overdreven klacht over overvloed van onderwjjzers, welke trouwens alleen het gevolg is van den misgreep, dien de regeering, deed, toen zij bij besluit van 3 October 1884 Staatsblad n° 207) den termjjn voor het aanstellen van onderwijzers op eenmaal tot 1890 'verlengde. Nog iets: wanneer gjj meent, dat in de ^meeste'1 gemeenten reeds het aantal onderwjjzers werkzaam is, door de wet van 1878 gevorderd, waarom gelooft gjj dan niet aan de geheele uitvoering dier wet Indien de voorstanders van het open baar onderwjjs den moed laten zakken, dan voorzeker kan er reden komen, om aan de uit voering te twijfelen. Ik voor mjj ben naïef genoeg te gelooven, dat die uitvoering zal plaats hebben, en dat de enkele tonnen gouds, die daarvoor zullen noodig zjjn, in ons nog steeds voor be schaafd geldend land nog wel kunnen worden ge vonden, zoo noodig door bezuiniging op marine, oorlog en waterstaat. En hiermede stap ik van Y. Z. af, u mynheer de redacteur! dankzeggende^ voor uwe beleefdheid die my in staat stelde, het schrjjven van Y. Z. te beantwoorden. Middelburg, 12 Nov. 1886. H. J. G. Hartman. niet krjjgen kan, verorbere men met smaak een mootje. Een gelegenheid tot ontspanning van een ander gehalte wacht ons de daarop volgende week. Dan zal hier weer eene soiree litteraire worden gegeven door den heer Alph. Scheler, die den 12ea Febr. 1885 met veel succes eene voor dracht hield. De heer Kielstra heeft, voorgesteld, art, 1106 der Ind. begrooting te verhoogen met 50,000, teneinde alle verhoogde soldyen der gereëngageerde Europ. militairen, die thans geljjk zjjn, ook geljjkelyk te verbeteren van 8 op 15 ets. daags, teneinde een niet ongegronde reden tot ontevreden heid onder korporaals en manschappen tevermyden. Om financieele redenen stelt de heer K. geen be langrijker verhooging voor. Na een nieuw onderzoek in zake de adressen van den gepens. kapitein Willink Ketjen stelt de commissie aan de Tweede kamer voor, den minister dank te zeggen voor zjjn inlichtingen, meenendelo dat het ten eenemale buiten de taak der kamer ligt, zich te mengen in klachten, door adress. tegen zjjn vroegere chefs ingebracht, en 2o dat, wat de beweerde schennis of verkeerde toepassing van wettelijke bepalingen betreft, over tuigend en onweerlegbaar is aangetoond, dat adressants klachten ongegrond zijn. Op de domeinbegrooting 1887 worlt gerekend op een bedrag van 210,000 wegens verkoop van domeinen. Vermits de Fransche paketbooten naar West- Indië, sedert zij den 104en van elke maand van St. Nazaire vertrekken, in den regel ongeveer ge- ljjktjjdig te Paramaribo aankomen met de stoom schepen van den K. W.-Indischen maildienst, zal de verzending van brievenmalen naar Suriname met de genoemde paketbooten, te rekenen van December e. k., worden gestaakt. Naar men ons meldt zjjn, door de milde bij dragen van verscheidene weldenkende kinder vrienden te dezer stede, een tweetal begunstigers der Middelburgsche Werkmans-Vereeniging, in staat gesteld om een 80 a 90tal kinderen van de leden dier vereeniging, op Maandag den 6 Dec. a. een aangenamen avond te verschaffen in de loka len der vereeniging in de Koepoortstaat. Door den waarnemenden inspecteur van het geneeskundig staatstoezicht in Zeeland, zijn de mazelen te Arnemuiden epidemisch heerschende verklaard. Te Cats is wegens de mazelenepidemie de school ongeveer 4 weken gesloten geweest. Thans is de ziekte zoo ver geweken, dat de school a. s. Maandag heropend wordt. Bjjna alle kinderen in de kom der gemeente en sommigen daarbuiten hebben mazelen gehad, doch geen enkel sterfge val is voorgekomen. Ook te Terneuzen zjjn de mazelen epidemisch verklaard. Gelukkig zjjn ze ook daar van goed aardig karakter en heeft er tot heden slechts een sterfgeval tengevolge van die ziekte plaats gehad. Vrjjdag avond gaf de zangvereeniging Een dracht maakt Macht te Oostkapelle haar 7e uit voering, die door een vrjj talrjjk publiek werd by gewoond. Het programma bestond uit 16 nommers, die werden afgewisseld door orgelspel en enkele soli en algemeen voldeden. In eene Vrijdagavond gehouden vergadering van den 4 Oct. 11. te Yerseke gehouden zeil wedstrijd deed het bestuur rekening en verant woording van zjjn beheer. Er is ontvangen 503.50 en uitgegeven ƒ44 7.16, zoodat er bljjft een goed slot van 56.34 plu» het aangekochte materieel. Daarna werd het bestuur, onder dankbetuiging, van zjjn taak ge dechargeerd en door de donateurs besloten het batig saldo voor een volgenden wedstrjjd of voor een mogeljjk op te richten zeilvereeniging te bewaren. De beleefdheid van sommige menschengaat tot haar kind doet zeggen„mijn engeltje." Men voelde dat dit zieltje uit den hemel was neergedaald en zag in hare oogen de verbazing van een reiziger, die een onbekend land betreedt. Juffrouw Eosélie was nog volstrekt niet mooi, maar zij bezat de bekoorlijkheid van al wat ontluikt. In een schilderij waardeert men het voltooide, maar in de natuur is niets zoo aan trekkelijk als de schets; die is beter dan schoon heid, zij is de hoopde schoonheid der vrouw heeft hare grenzen, doch die heeft de hoop niet, Charley de Tercel aanbad zijn dochtertje en telkens als hij haar zag aankomen, tilde hij haar in zijne armen op en overdekte haar met kussen. Die liefde van den Creool voor zijn engeltje was heel natuurlijk; maar wat vreemder scheen, was de niet minder groote vereering van den neger Jupiter voor zijn afschuwelijk nikkertje. Ouder liefde is blind zooals alle liefde en Jupiter bezat die heilige neiging in een zeer hoogen graad, hetgeen ook nagenoeg zijn eenige deugd was. Doch men moest hem die wel hoog aanrekenen, want de negers, die bijna altijd onwettige verbin tenissen aangaan, kennen te nauwernood huiselijke plichten of ouderlijk gevoel; die hadden zij af lang laten varen vóór de vrijmaking en evenals vroeger kiezen zij ook nu nog hare gezellinnen het liefst op verafgelegen plantages, teneinde onafhankelijker te blijven. Des avonds om zes uur wordt het in onze koloniën eensklaps donker, zonder schemering of overgang. De neger» keeren van het veld terug ver. Zoo ontving onlangs de directeur der ge vangenis te Leeuwarden voor een zyner kostgan gers een brief met het volgend adres„Den WelEdel Geboren Heer in de gevangenis te Leeuwarden". Donderdagavond te 10 uren is te Geleen (Limb.) zekere Michiel Bovens, 50 jaren oud, steenbakker van beroep, door een revolverschot vermoord. Een man die, naar men zegt, niet wel by het hoofd is, heeft te 's Gravenhage een jongen een snee over het gelaat gegeveD, loopende van het liukeroor tot even voorby den neus. De dader had den knaap, onder allerlei voorwendsels, naar een afgelegen plek weten te krygen. Hij is gearreste.rde De haarvlecht der Chineezen. Verhalen over de Chineezen zijn aan de orde van den dag, zoodat wij hen bijna beter leeren kennen dan meer naburige volken. De geschriften over hun zedeD, godsdienst, staatsinrichting, huiselijk en maatschappelijk leven zjjn wederom met één verrijkt. Onder het merkwaardigste, dat Paul Antonini in zijn werk Les Chinois points par un Francais vertelt, behoort o. a. hoe de Chineezen aan hun wonderljjk kapsel zjjn gekomen. Toen de Tartaren in 1620 het Chineesche rjjk binnen gedrongen waren en er zich meester van hidden gemaakt, bewezen zjj even goede bewindvoerders als dappere krijgslieden te zjjn. Het kolonisatie systeem, dat voorde Romeinen zoo goede vruchten had gedragen, werd door hen ook op China toe gepast. In plaats van de Chineezen te dwingen hun gebruiken te wijzigen, namen de veroveraars die van het overwonnen volk aan. Zij eerbiedigden den godsdienst der Chineezen, hun vereering voor Confucius, in 't kort niets werd veranderd, uit gezonderd de haardracht der bevolking. Vóór den inval der Tartaren droegen de Chi neezen het haar tamelijk lang van achteren. De Tartaren noodzaakten hen het te scheren, behalve op da kruin van het hoofd, waar zij een lange vlecht moesten laten groeien. Dit voorschrift was afkomstig van Tien-Min,den eersten Chineeschen keizer van Tartaarschen stam. Dit bevel had bjjna een revolutie in het leven geroependeze kort geknipte haren werden in China, evenals in Frankrijk ten tijde der Mero- vingiërs, beschouwd als een bewjjs van afhanke lijkheid, van dienstplicht, van slaverny. Toen dan ook door Tien-Min het voorschrift afgekondigd werd, alle hoofden op Tartaarsche wjjze te kappen, meenden de "Chineezen, dat op hun kruin het zegel van den dienstplicht werd gehecht. Door dit teeken der onteering waren zjj meer getroffen dan door de nederlaag zelf. Duizenden Chineezen weigerden te gehoorzamen en verkozen den dood boven de vlecht, want men had te kiezen tusschen die twee uitersten. Op ongehoorzaamheid aan den keizer staat in China altijd de hoogste straf. Het martelaarschap te dulden voor een haar mode is dit niet het toppunt der vele onzin nigheden, waartoe het geloof somwylen de menschen brengt? Toch heeft de invoering der vlecht aan duizenden Chineezen het leven gekost. Wie zou ooit gedacht hebben, dat de met zoo grooten onwil door de Chineezen aangenomen mode hun eindelijk zoo dierbaar zou worden, dat hun eer er mede gemoeid is en eon Chinees zjjn leven veil biedt om zjjn haarvlecht te verdedigen, Men kan hun geen grooter verdriet doen dan on eerbiedig over hun vlecht te spreken en ze b. v. cauda te noemen d. w. z. staart. Dit is voor hen dezelfde beleediging als voor een Europeaan de scheldnaam hond. Als men beleefd wil zijn, ge bruikt men het Latjjnsche woord cincinnus of de Chineesche uitdrukking pien-tsé. Hun vlecht in de hand te nemen, volstrekt niet met het doel om er aan te trekken alleen maar om ze te bekjjken, is het onbeleefdste, wat men kan doen. De vlecht van een Chinees af te knippen is erger dan hem een arm of been te breken. en zouden alleen aan rust behoeven te denken! maar in plaats daarvan gaan de meesten nog drie of vier mijlen loopen om hunne geliefden te be zoeken en daar zij denzelfden weg terug moeten afleggen, zijn ze 's morgens om zes uur als het werk begint, nooit uitgeslapen en vindt de mees ter gewoonlijk meer slapers dan arbeiders op het veld. Jupiter was ongeveer dertig jaar oud, een echte Afrikaansche neger, heel mooi zwart, of liever heel leelijk. Hij was van middelbare lengte, forsch en gespierd. Hij had, zooals alle negers, misvormde lange voeten. Zijn haar was wollig, zijn neus breed en plat en het ondergedeelte van zijn gezicht stak vooruit als een snoet;de lippen vroolijkten dit gelaat niet eens op door hun roode kleur, daar zij even zwart waren als de rest. Het eeüige wit tusschen al dat zwart waren de schit terende tanden en Eet wit der oogen, waarin een paar vurige, ja bijna woeste ballen rolden. Om kort te gaan Jupiter was zoo leelijk als een aap, zoo zwart als een raaf, zoo traag als een schildpad en zoo diefachtig als een ekster. Zijn zoon Coco was zijn evenbeeld in het klein, vader en zoon geleken op elkaar als twee droppels inkt, niet alleen lichamelijk maar ook zedelijk, want Jupiter was niet zwart van buiten en blank van binnen, zijn hart was ook verduisterd door booze driften en zijn lief kindje dat pas acht jaar was, maar in alles zijn waarden vader trachtte na te volgen, gaf reeds de schoonste verwachtingen van zijn karakter. De kleine Rosélie schommelde in baar hangmat en speelde met een zilveren poppetje. Zij liet het vallen en daar zij reeds de kleine meesteres speelde, riep zij Coco, die bij haar hangmat gehurkt zat, toe: „Mijn poppetje, raap op Het nikkertje raapte het op, zooals Jupiter den rijksdaalder opgeraapt had; in plaats van het echter aan Rosélie te geven, stak hij het zonder bedenken in zijn zak. „Mijn poppetje gilde Rosélie„leelijke jongen my afnemen." „Ik doen zooals papa," zei Coco, die nog niet oud genoeg was om te veinzen. Als Jupiter had kunnen blozen, zou hij het zeker gedaan hebben, maar zijn zwarte gelaats kleur gedoogde dat niet gelukkig voor hem was de negerin van Rosélie er niet bij en niemand had gehoord, wat het nikkertje gezegd had. Jupiter wierp hem een bestraffenden blik toe, nam hem het poppetje af én gaf het aan Rosélie. Zij nam het dadelijk aan en sloeg Coco zoo hard zij maar kon met hare kleine handjes. De jongen, die er bijna niets van voelde, zette een keel op en gifde „Kleine manzé (mademoiselle) heeft niet recht Coco te slaan. Coco niet slaaf is; Coco vrij man is, ambtenaar is zooals papa zegt." Jupiter wierp het meisje een woeHen blik toe en prevelde tusschen zijn tanden „Leelijk blank kind 1" Op dit oogenblik ontstond er een groot rumoer in den tuin; het waren de jager» die aankwamen, gevolgd door negers met houwers gewapend om in het bosch de takken te kappen, die hun den weg zouden kunnen versperren. Al lachende en pratende naderden zij het huis, door de lanen waarin de banaan-, de dadel- en de mangoboomen zich statig als groene zuilen verhieven, terwijl de bloeiende oranje en granaatboomen en de laurierrozen tusschen die groote boomen door schenen te lachen en hare bevalligheid met het grootsche der natuur vermengden. Charley snelde zijn gasten tegemoet en ont ving hen in de lange galerij, die tot eetzaal dient. Die galerij leidt naar een even ruim salondie beide groote vertrekken, welke de geheele beneden verdieping innemen, zijn slechts van elkaar ge scheiden door twee groote bogen, die bestemd schijnen om vorsten door te laten en onze bur gerlijke deurtjes zeer voordeelig vervangen. Men nam even in de galerij plaats ten einde zich in der haast met ananassen te verfrisschen en met punch te versterken en stond toen weer op om ter jacht te gaan. Voorbij de hangmat komende, waarin Rosélie lag, bleef de jonge vader met een blijden glimlach staan, nam haar hoofdje tusschen zijne beide handen, drukte zijne lippen op hare rozige wangen en zei „Tct straks, koninginnetje." [Wordt vervolgd.) SBBBUKT BIJ DB «EBROEDBRS ABRAHAMS. TB KIDDBIjBURG.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 6