N° 266.
1886;
Donderdag
11 November.
129ê Jaargang;
Middelburg 10 November.
3 ONZE! ARMEN
Onderwijs,
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 8/m. franco f 8.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
MIDDELBIRGSCHE COURANT.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: P. van dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moolf,te TholenW. A. van Niedwenhtjuzen.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dadbe Cie., John F. Jones, opvolger
Bp zeer veie leden der tweede kamer had het>
volgens het voorloopig verslag, teleurstelling ge
wekt, dat de begrooting voor waterstaat 3(
millioen hooger was. Men vindt noch het streven
om de noodzakelijke verhoogingen te doen opwegen
door beperking van andere uitgaven, noch matiging
in de ramingen zoo scheen het voor den Maas
mond gevraagde niet verwerkt te kunnen worden.
Voor een zuinige uitvoering nu kan alleen de
minister zorgen, en gedurig bleek, dat de min. in
de vervulling van dit deel zijner taak tekort
schoot en niet bjj machte scheen, paal en perk
te stellen aan de weelderige wjjze van werken
zijner ondergeschikten. De leden, die dit op
merkten, meenden ook, dat veel bleef rusten,
waaromtrent een krachtig initiatief vereischt
ware, en men uitte dan ook weder den wensch
naar opheffing van dit departement. Mochten
sommige leden evenwel voor deze begrooting
stemmen, dan zou dit dus alleen zijn om, met het
oog op de grondwet, de zaken gaande te houden.
Andere ledea betoogden dat de opdrijving niet
aan dezen min. te wijten was, en wezen erop dat
vele hooge ramingen op wetten steunden. In éen
afdeeling werd berekend, dat, na aftrek van die
groote posten, op de overige 170.480 is bezuinigd.
Algemeen werd geklaagd over het onvoldoende
der toelichting.
Men wenschte eenigszins nader te worden inge
licht omtrent de taak der landbouwcommissie, in
het bjjzonder in hoever zij van bljjvenden aard
zal zijn, wat sommige leden niet vrij van beden
king zouden achten h. i. toch kon de regeering
de gewenschte inlichtingen beter verkrijgen bjj de
gewestelijke landbouwmaatschappijen enz. In het
algenieen, overigens, had de instelling op de
meeste leden een ongunstigen indruk gemaakt;
daardoor toch zou, vreesden sommigen, bij belang
hebbenden de hoop worden opgewekt op de toe
passing van kunstmatige middelen tot opbeuring
van den landbouw, die toch niet kunnen baten
en terecht waren geweigerd buitendien waren
van het onderzoek weinig practische resultaten
te wachten, was het niet veel meer dan een jjdele
vertooning, want de oorzaken der kwjjning zijn
niet onbekend, en evenmin het feit dat de staat
daartegen niets vermag. Andere leden, daaren
tegen, minder afkeerig van een gematigd? stelsel
Tan bescherming, waren versterkt in hun even
eens afkeurend oordeel door de eenzjjdige samen
stelling der commissie, ook in verband met het
weinig bemoedigend antwoord der regeering op
de adressen om graanrechten; zulk een com
missie had onpartijdig samengesteld moeten
zjjn, uit de onderscheiden streken en riehtingen
geipkeljjk, terwijl nu Brabant en Limburg onvol
doende en de Betuwe in 't geheel niet vertegen
woordigd zijn.
door
F. NAGTGLAS.
Onlangs sprak ik over dien onderwijsstrijd een
braaf burgerman, die het er voor hield, dat hij, tot
aan hun meerderjarigheid (en misschien nog wel
langer), volkomen eigenaar zijner kinderen was;
die er nooit aan had gedacht, dat een kind eigen
lijk aau zichzelf toebehoort, dat de ouders slechts
de voogdij hebben en dat de gemeenschap, dat is
de regeeiicg, wel degelijk toezicht mag uitoefenen
op de opvoeding en ontwikkeling der aanstaande
burgers. Zou het wel zoo geheel onmogelijk zijn
om in te voeren, dat de staat zich op de een of
andere wijs vergewisse, dat ieder normaal ont
wikkeld kind op twaalfjarigen leeftijd lezen
schrijven en de eeiste beginselen van het rekenen
kenne? Wie bij een onderzoek niet voldeed, zou
op eene staatsschool daarin kosteloos moeien
worden onderricht. Die weinige kennis zal wel
voldoende wezen om den leergierige in staat te
stellen zich verder te ontwikkelen; en voor den
trage baat meer wetenscLap toch niet. Een zeer
ervaren man in onderwijszaken schreef: „alles
wat boven bet allernoodzakelijkste gaat, is als
een vernis dat bij de indompeling in de maat
schappij terstond wordt afgespoeld en burgers of
boeren zijn er niet wijzer of beter om, dat zij als
schoolkiuueren een tijdlang in den glans van dat
yern-s hebben geblonken". Wie in de gelegenheid
Men bepleitte de noodzakelijkheid van een
vluchthaven te Bruiniase.
Op een minder weelderige inrichting van het
waterstaatskorps drong men weder aan.
Opnieuw werd geklaagd over den beperkten
Zondagsdienst der posterijen. Voorts betoogde
men dat een briefkaart slechts 2( et. moet kosten.
Ook drong men weder aan op een voldoende
verlaging van het Indisch briefport, en werd ge
klaagd over de traagheid der Nederlandaohe mail.
Vele leden beurden het besluit omtrent de
inrichting van telephoonkantoren af als hoogst
onbillijk voor de kleine gemeenten.
Aan het slot zjjner sprokkelingen" zegt de
Haagsche correspondent van het TJlr. TJagbl.
Tot afwisseling van het alledaagsche heb ik
mij aangenaam bezig gehouden met de lezing van
eenige voorloopige verslagen der Tweede kamer.
Vond ik er al niet in wat ik zocht, nl. een aan
wijzing omtrent de naaste politieke toekomst,
uit dat mengelmoes van »vele" en andere" en
>sommige" leden kan toch een profaan niet wjjs
■worden, de stukken vermaakten mij evenwel,
hier en daar met humoristische invallen. Als
zoodanig nl. beschouw ik de vraagof de nieuwe
muntbiljetten van 50 aan de burgerij welge
vallig zijn (aan wie was zulk een papiertje ooit
onwelgevallig, al is het nog zoo smakeloos en
vuil en de geestige interpellatiewie de regee
ring bjj een herstemming tusschen twee personen
wel gekozen zou verklaren, als in de veertien dagen,
vóór de beslissing der kiezers, toevallig beide
candidaten kwamen te overljjden. Het is zeker
zeer aangenaam, te ontwaren dat onze vertegen
woordigers over alles en nog wat een oogje laten
gaan maar mij dunkt toch, dat men deze denkbare
moeiljjkheid in het staatsleven gevoegljjk had kun
nen overlaten aan een studenten-dispuutgezelschap.
De Ned. Industrieel is met het wets-ontwerp
tot bevordering van de Zondagswet natuurljjk
niets ingenomen. Volgens dit blad zon een ge
boden stilstand voor vele fabrieken eene aanmer-
keljjke schade opleveren, en wordt om deze reden
een uitzondering voor openbare middelen van vervoer
toegestaan, dan zouden de fabrieken om dezelfde
reden daarop aanspraak hebben. Het gesloten
houden van gebouwen en werkplaatsen is niet
onder alle omstandigheden uitvoerbaar, het voor
komen dat de werkzaamheden van den openbaren
weg zichtbaar of hoorbaar zjjn bovenal bjj stoom
fabrieken onmogeljjk. Indien na zes dagen arbeids
aan de werktuigen, ketels en vuren een zevende
dag en nacht van rust, stilstand en uicdooving
moet bevolen worden, dan zal daaruit zoo groot
verlies aan werkkracht voortvloeien, dat de con
currentie onmogeljjk zou worden. Voorts zjjn er
fabrieken, o. a. de meel- en broodfabrieken, die
alle dagen moeten doorwerken om in de maat
schappelijke behoeften te voorzien. Nu kunnen
wel is waar vrijstellingen verleend worden, maar
vooral ten plattelande zullen de fabrieken daarbjj
is om met de lagere kringen van werklieden om
te gaan, zal het wel in het oog gevallen zijn, hoe
taalkennis, geschiedenis, aardrijkskunde en natuur
wetenschap na de schooljaren spoedig wegvloeiden,
en hoe in weerwil van kundige onderwijzers uit
nemende leermiddelen en monumentale schoolge
bouwen (der boeren ergernis en de vogelverschrik
kers van ons lager onderwijs) het peil van kennis
in de laatste dertig jaren, betrekkelijk maar
weinig is verhoogd, en zeker niet in evenredigheid
der kosten, aan bet onderwijs besteed.
Ka de inspanning van een verplicht examen,
ziet men gewoonlijk (behoudens eervolle uitzon
deringen) dat jongelieden uit den beschaaiden
stand wat gaan uitrukten, of wat hetzelfde is zich
haasten om veel van het geleerde te vergeten;
iets dergelijks kan men ook in lagere kringen
opmerken, waar de meeBte schoolboeken nooit
mier worden ter hand genomen. Voor den meer
kennis begeerende moest er gelegenheid bestaan
om kosteloos den verderen leergang te volgen,
en veelbelovende kinderen konden door beurzen
van staat, provincie en gemeente (en liefst door
particuliere stichtingen) worden in staat gesteld
om middelbaar of hooger onderwijs bij te wonen.
Waar de staat de ontwikkeling der burgers
eiicht, en ieder gelegenheid verschaft om tot elk
ambt te geraken, nadert men het algemeen stem
recht. De invoering van die kiesbevoegdheid is,
naar het mij toeschijnt, meer een kwestie van
tijd dan een vraagstuk. Men moge dat recht een
ondergang der maatschappij achten, of wel er
aan veel bekrompenheid bloot staan. De N.-J.
begrjjpt ook niet waarom met de vereering van
den rustdag wel vereenigbaar zou zjjn het veel
geraasmakend bedrjjf van middelen van vervoer,
alsook het openstellen van de tappergen na het
middaguur, maar eene fabriek haar zedig bedrjjf
zou moeten staken. Aan de diep ingrjjpende be
langen onzer fabrieksnjjrerheid is derhalve bjj de
samenstelling van dit ontwerp niet genoeg ge
dacht, maar het blad blijft de hoop koesteren,
dat het gemeen overleg daarin zal voorzien.
Onder den titel te veel lofs schrijft mr J. W-
Spin in het Fad.»De N. li. Ort meent dat
niet éen ontwikkeld man in Nederland aan dr
Schaepman een ridderorde van den Nederlandschen
Laeuw zou hebben misgund hem die slechts
een van den Gouden Leeuw van Nassau mocht
deelachtig worden. Ik geef gaarne toe, dat er
onder de ridders van den Leeuw vrjj wat personen
gevonden worden, die niet in de schaduw van
den Eerwaarden Schaepman kunnen staan. Even
wel, en hierop schjjnt het hier aan te komen
is het genie van onzen geestelijken afgevaar
digde zoo groot, dat hem op grond daarvan die
onderscheiding toekomt? Waar een man als
P. H. Witkamp zich tot dusverre tevreden stellen
moest met een orde als die van de Eikenkroon
en zjjn 70e jaardag niet door een onderscheidings-
teeken als de ridderorde van den Ned. Leeuw werd
opgeluisterd, waar men op de borst van een' Al-
berdingk Thjjm vruchteloos zoekt naar dergelijk
eereteeken, daar, meen ik, gaat het niet aan
Schaepman verongeljjkt te achten, nü hem »de
Leeuw" niet te beurt viel.
»Ook na de lezing van *Aja Sofiazeg ik het
Busken Huet na: »De meesten zullen van oordeel
zjjn, dat na de zooveel fraaiere katholieke en
anti-revolutionnaire verzen van den heer Alberdingk
ThjjEi, die van den heer Schaepman slechts weer
klanken zjjn en geenerlei eigen stempel dragen."
De heer G. C. Schilham, geneesheer te 's Heer
Arendskerke, noemt het in het Ned. Tijdschr. van
Geneesk. een leemte in de geneeskundige wetge
ving, dat de geneeskundige staatsambtenaren het
recht missen, voor de gezondheid schadeljjke
woningen te doen ontruimen. In zjjn gemeente
bevindt zich ten huis, sinds jaren door dien amb
tenaar als schadeljjk voor de gezondheid tever
geefs onbewoonbaar geacht en waarin onlangs
wederom twee kinderen zjjn gestorven aan kink
hoest, en thans weer twee ziek liggen aan koort
sen. De pogingen van den geneeskundigen amb
tenaar tegen het in gebruik houden dezer woning
leidden tot niets. Bjj de thans aanhangige ge
neeskundige ontwerpen behoort, zegt dr. Schilham,
hierop te worden gelet.
De kamer van koophandel en .fabrieken te
Zaandam heeft zich eerst tot den minister van
justitie en nu tot de arrondissements-rechtbanken
in Nederland gewend met een adres, waarvoor zjj
van de andere kamers adhaesie vraagt. Het
een onfeilbaar geneesmiddel in zien, geen men-
schelijke macht zal den machtigen stroom der
democratie, welke in die richtiDg golft, op den
duur kunnen tegenhouden en bet komt er slechts
op aan om den weg te bereiden door uitbreiding
van het kiesrecht en gepaste hervormingen om
daardoor zooveel mogelijk later schokkende over
gangen te voorkomen.
Tegenover dat recht staat ook een plicht en
wel om den staat desnoodig met de wapenen te
verdedigen. Algemeene dienstplicht is een der
eischen van den modernen staat, en kan een
krachtig middel worden om toenadering tusschen
rijken en armen tot «tand te brengen. Al keurt
men den oorlog at, toch zal men moeten erkennen
dat opleiding tot den krijg de veerkracht eener
natie verstaalt en gewent aan de, in het maat-
schappelijke leven zoo noodige, orde en gehoor
zaamheid. Wetten op den arbeid verdienen
overweging en het is billijk dat vrouwen en
kinderen door de wet tegen overmatige inspanning
worden beschermd. Aan een normalen arbeids
dag, waarbij sommigen spreken van 8 uren werken,
8 uren voor ontspanning en 8 uren slapen,
schijnen groote bezwaren verbonden, waar Dij ik
herrnner aan de belangrijke, te Middelburg ge
houden voordracht van dr, Mouton (zie Midd.
courant van 10 Aug. 11.) Een door de wet ingrijpen
in de zoo samengestelde loonen, zou waarscbjjulijk
het omgekeerde teweeg brengen van wat sommigen
er zich van voorstellen en grenzenloeze verwarring
veroorzaken. De mannen van 95 die de Franschen
„betreft het meermalen, o. a. op de nijverheids
vergaderingen, besproken feit, dat in bjj na alle
faillissementen tot curators worden benoemd
rechtsgeleerde of buiten den handel staande per
sonen en dat slechts zelden de hand wordt ge
houden aan art. 787 sub 2 van het wetboek van
koophandel, voorschrjjvende dat curators bjj voor
keur uit de crediteuren worden gekozen.
Het bestuur van den Algemeenen Nederlandschen
Vredebond heeft zich bjj gemotiveerd adres tot
de Tweede kamer gewend, om aan te dringen op
een wijziging van art. 56 der grondwet, zoodanig,
dat geen oorlogvoeren door eene Nederlandsche
regeering zal zjjn toegelaten, zonder de vooraf
gaande toestemming der staten-generaal.
De audiëntie van de ministers van financiën,
marine en koloniën zullen deze week niet plaats
hebben.
Bjj kon. beeluit is met I Januari a. benoemd
tot commissaris der loodsen te Vlissingen H. J,
Karei, eerste stuurman in het vaste korps dek
en onderofficieren der marine.
Gisteren deelden wjj onder Laatste Berichten
deze benoeming reeds mede; doch het telegram
meldde den naam Kurel.
De gemeenteraad van Goes zal aanstaanden
Vrijdagmiddag vergaderen, o. a. ter benoeming
van een directeur-boekhouder der gasfabriek.
De prov. staten van Friesland hebben aan het
hoofdbestuur van de Friesche Maatschappij van
Landbouw en Veeteelt toegekend 1000 voor het
oprichten en 1000 jaarljjks, gedurende vjjf jaren,
voor het onderhouden eener vakschool voor
zuivelbereiding.
Uit Goes schr jjft men ons
De Dinsdag avond gehouden algemeene verga
dering van de vereeniging de Ambachtschool was
slecht bezet.
Van de 121 leden waren er 16 tegenwoordig
en daaronder nog een IQtal leden van het bestuur.
Uit de rekening van den penningmeester, die
werd goedgekeurd, bleek dat de geldmiddelen der
vereeniging in goeden staat verkeeren. De reke
ning sloot toch met een goed slot van ruim 700,
terwjjl de geldleening op 100 na is afgelost.
De begrooting voor het volgend dienstjaar werd
goedgekeurd en kan voor onvoorziene uitgaven
ruim 400 aanwjjzen.
Hierna bracht de afgetreden voorzitter, de heer
dr A. W". van Campen, verslag uit over het afge-
loopen jaar, hetgeen, zooals gewoonljjk, aan de
leden in druk zal worden rondgezonden.
Hjj bracht daarin o. a. dank aan allen, die hem
hadden gesteund in de oprichting der Ambacht
school en in zjjn langdurig voorzitterschap der
vereeniging van dien naam. Nu hjj gemeend heeft
naaapten (altijd slechte voorbeelden voor een:
natie van Dietschen stam), hebben den werkman
zeker weinig dienst gedaan, door de gilden te
vernietigen, die, hervormd naar de behoeften van
den tijd, zeer nuttig hadden kunnen zijn.
Een werklieden-pensioenfonds zuu, onder toe
zicht van den staat, en als een volkszaak gesteund
door giften en legaten, een zegen voor den
arbeidenden stand kunnen zijn. Het is billijk
dat een oude en afgewerkte man of vrouw,
die in betere dagen aan een dergelijk fonds
naar vermogen heeft bijgedragen, een eenigszins
onbezorgde oude dag wordt verschaft, zonder
tot de armbedeeling toevlucht te moeten zoeken.
„Recht op onderstand te verleenen," schreef
vóór jaren prof. De Bosch Kemper, „zou eene
omkeering van maatschappelijke beginselen zijn,
maar dat men in eene besenaafde maatschappij
met alle krachten de behoeftigen tracht te helpen,
is eene roeping, waaraan niemand zich mag ont
trekken."
Voor den handwerkstand zou het zeker voor-
deelig zijn, indien het verkeer op spoorwegen zoo
goedkoop mogelijk werd gemaakt, en de arbeiders
in staat werüen gesteld, om zich, geljja op onze
staatsspoorwegen reeds in beginsel wordt toege
past, bij het werk zoeken of elders bezig zijn,
zoo gemakkelijk mogelijk te verplaatsen. In
tuitengewonj omstandigheden kunnen van regee-
ringswege aangelegde werken den tijdelijken
arbeidsnood werkelijk lenigen.
Een der meest irgewikkelde maatschappelijk^