Verspreide Berichten,
Gemeenteraad van Middelburg.
Sturlei Jr. een daad is van hoogst ergerlijke
willekeur".
Het Soer. Hbld, dt. 2 Oot. schreef
Terwijl Java in bange spanning is over de
maatregelen, die de regeering zal nemen ter
ondersteuning van de zoo ernstig bedreigde suiker
industrie, komt de eene fabriek voor en de andere
na aan de markt en valt in handen van Chineezen.
Men noemde ons de namen van een zestal, dat
daartoe op nominatie staat, doch waarvan wy
geen verdere aanwijzing zullen doenals hunne
veiling in de dagbladen wordt bekend gemaakt,
is het tijd genoeg, om hun treurig lot te bespreken.
Zaterdag kwam Maron onder den hamer.
Greene liefhebbers voor die fabriek echter, die
steeds goed ter naam en faam heeft gestaan.
De eerste hypotheekhouder, de Samarangsche
millionair Ho Yam Loo, ontfermde er zich over
en kreeg Maron voor 2925. Dit bedrag, ge
voegd by zyn hypotheek van 120.000, brengt
den prijs op nog geen lj ton.
De koloniale bank had er een hypotheek op van
ƒ400.000, een bedrag, dat reddeloos verloren is,
tenzy de vorige eigenaar der fabriek, de heer
Pietermaat, dat betale. Deze zou bovendien nog
ca. een millioen aan de koloniale bank schuldig zijn.
Kwamen zulke pretention terecht, dan heeft de
bank aan intrest en andere provenuen een be-
langrjjk voordeel genoten, maar gebeurt dit niet,
dan mag het haar niet verwonderen, dat de
aandeelhouders vragen, of door haar niet te veel
risico op enkele kaarten gezet wordt.
In Nederland steekt men de meening daarover
niet onder stoelen en banken, blykens de over
zichten uit de financiëele bladen, waarin Indische
waarden worden besproken.
Is de prjjs, voor Maron besteed, een treurig bljjk
van het weinig vertrouwen, dat in de toekomst
der suikerindustrie gesteld wordt, treuriger is het,
dat Chineezen op die wjjze in het bezit komen
van de fabrieken, die zij niet meer los zullen
laten, ook al verbeteren de tijden.
Werkende met eigen geld en tegenover een
koopsom, die dikwijls nog niet een vierde bedraagt
van hetgeen]de machinerieën gekost hebbende
bevolking wetende te knijpen door de hoofden
profiteerende van de gelegenheid om administratie
en opzicht te hebben voor een spotprijs, werken
zy zoo goedkoop, dat zij nog zullen verdienen,
al zgn de prijzen laag, schatten zullen winnen als
de markt verbetert.
Maandagavond deed het bestuur der werk-
mansvereeniging te Kloetinge, bestaande uit 106
leden, rekening en verantwoording. Daaruit bleek
o. a. dat de ontvang beliep 1737.56 en de uit
gaaf ƒ1623.41, terwyl ruim 2600 HL. kolen a
56 ets. per HL. vry aan huis, verstrekt waren.
In De Lantaarn schryft B., te Amersfoort
„Wanneer wij Aristophanes lezen, dan is dit
vaak zeer moeilijk, omdat hij dikwijls op dingen
zinspeelt, die in zijn tyd algemeen bekend waren
en die ons ontgaan zijn. Hetzelfde zal gebeuren,
wanneer na 1000 jaren een exemplaar van De
Lantaarn of van Uilenspiegel door een taalkundige
bestudeerd wordt. Heeft hp dan geen sleutel,
die hem de verklaring geeft, dan zal hem veel
volkomen onbegrypelyk wezen.
Ditzelfde is het geval met de Openbaring van
Johannes, die door de orthodoxen als een orakel
boek bewonderd en door de radicalen als nonsense
bespot wordt. En toch is dit boek noch een orakel
boek noch nonsense, maar een bittere satire op
de Romeinsehe regeering, die het Christendom
wilde tegenhouden. Yoor de tjjdgenooten en
geestverwanten van den schrijver was dit zeker
duidelpb, maar voor iemand, die den sleutel niet
heeft, is er nu niets van te begrijpen. Ondertus-
schen is die sleutel aangeduid in Hoofdstuk XIII
vers 18, waar wy lezen»Hier is de wijsheid
„die het verstand heeft rekene het getal van het
„beest; want het is het getal eens menschen, en
„zjjn getal is zeshonderd-zes-en-zestig." Yoor ons
heeft deze sleutel weer een sleutel noodig, die
evenwel gemakkelijk te vinden is. De schrijver
en riep eensklaps uit, terwijl hp zijn zoon een
flinken slag op den schouder gaf.
„Hartl, je bent een weergasche kerel, zeg
eens, hoe staat het met Moui
De reus schrikte en antwoordde niets. Na een
poos vervolgde de oude„Nu, ik meen maar
dat gij dat meisje gaarne ziet en dat het een heel
geschikte vrouw voor je zou zijn!"
„Ja, ja vader," antwoordde Hartl, „dat zal
wel maar!"
„Wat, maar? Heeft zij al een ander?'
„Een ander? nu dat zou ik niemand aan
raden
„Ja, juist daarom wilde ik vragen, hebt ge
haar dan al eens gepolst hoe het staat of ze
van je houdt?"
Geen antwoord.
„Nu spreek dan toch, uw vader moogt ge
het toch wel zeggen
Hartl vond dit verhoor blijkbaar zeer onaan
genaam en eindelijk toen ze op een donker plekje
kwamen, waar zijn vader hem niet in het gezicht
kon zien, barstte hij los
„Ja, zie je vader ikik
durf niet!"
De smid liet van verbazing de pijp uit zijn
mond vallen, stiet een zwaren vloek uit en bukfe
zich om het verloren stuk weer op te rapenj
„Gij de knapste jongen, de eerste
vechtersbaas staat tegenover een vrouwspersoon
CU zegtIk durf nietFoei schaam u wat
namelijk was, zooals uit de taal blpkt, een Jood,
die in 't Hebreeuwsch dacht en dit in 't Grieksoh
vertaalde,, voordat hij het opschreef. Wanneer
men dus dit raadsel wil verklaren, moet men het
eerst in 't Hebreeuwsch vertalen en dün wordt
alles duidelpk. De Joden toch gebruikten de
letters van hun alphabeth voor cpfers. Schrpft
men nu de woorden Keizer Nero" .in 't He
breeuwsch, zet men in plaats van iedere letter
het daardoor bedoelde getal, en telt men al die
getallen samen, dan krijgt men 666. Dus is het
groote beest uit de Openbaring niemand anders
dan keizer Nero, die trouwens wel aldus mocht
genoemd worden.
„Wanneer iemand met dezen sleutel de Open
baring ontsluit en ze met de Romeinsehe geschie
denis van dien tpd vergelpkt, dan wordt hem de
daarin bevatte beeldspraak spoedig duidelijk en
dan ziet hp, dat reeds vóór achttien eeuwen alle
gorische voorstellingen als satire gebezigd werden.
(Zie hoofdstuk XVII 18.)"
Ia de heden middag gehouden zitting, waarvan
in ons hoofdblad het gewone verslag is opgeno
men, werden, alvorens de gemeentebegrooting zelve
behandeld werd, medegedeeld de rap porten
der commissiën van fabricage en
financiën, eene beschouwing van
den heer J. A. Tak, bet rapport van
burg. en weth. en eene nota van het
zelfde college, alle betrekking heb
bende op die begrooting.
De voorgestelde gemeentebegrooting voor 1887
heeft bij de commissie van fabricage geen aan
leiding tot opmerkingen gegeven.
De commissie van financiën heeft
de gemeentebegrooting voor 1887 onderzocht en
meent de volgende beschouwingen daaromtrent
te moeten mededeelen:
De algemeene indruk van die begrooting was
niet gunstig.
Neemt men toch de ontvangsten van vorige
diensten voor 1884 en 1885 te zamen, ten bedrage
van 13987.87J, na daarvan te hebben afge
trokken
lo het bedrag van hetgeen bij wijze van voor
schot op de rijksvergoeding van 30% de kosten
van het lager onderwijs voor 1885 te veel is ge
noten ad ƒ379.15, 2» hetgeen nog te betalen is
voor kwade posten op de personeele belasting
dienst 1884/5 f 2700,
dan blijft daarvan over f 10908.721.
En tegenover dit bedrag, vermeerderd met het
geen in het batig slot der begrooting van de
gasfabriek voor afschrijving is uitgetrokken ter
somma van f 12000, alzoo te zamen 22908.72^;
dan zou bij gewonen gang moeten staan een
gelijk bedrag van uitgaven voor buitengewone
aflossingen, groote werken en onvoorziene uitga
ven, maar dit is niet het geval, want, al neemt
men aan dat later bij het opmaken der rekening
over 1887 het goed slot daarvan zal bedragen
het montant van hoofdstuk X (onvoorziene uit
gaven) ter somma van f 4300, dat er voor eene
voetbrug is uitgetrokken f 2600 en voor aflossing
uit de baten der gasfabriek te voldoen f 11.000,
dan blijft er nog een nadeelig verschil bestaan
van 5000, die voor uitgaven worden gebruikt,
van welke het raadzaam is dat die uit gewone
inkomsten worden bestreden.
Deze toestand is het gevolg van het wegvallen of
verminderen van sommige baten en het daaren
tegen toenemen van de uitgaven, zooals eene
vergelijking met vorige jaren aangeeft; en nu
moge die toestand al niet bepaald zorgelijk, zijn,
omdat toch nog altijd uit de gewone middelen
grootendeels hoofdstuk VIII afd. II wordt gedekt,
raadzaam is het toch ongetwijfeld hierop te let
ten en bij het voteeren van uitgaven omzichtig
te zijn.
Een lid der commissie komt tot meer ongun
stige berekeningen zooals blijkt uit zijne bij
dit rapport overgelegde nota.
Ontvangsten,
Hoofdst. III afd. 4 art. 3. De commissie be
treurt het dat de marktgelden, tengevolge der
bekende rechterlijke beslissing, f 1200 minder
kunnen opbrengen; zij vond in deze belasting
geenerlei onbillijkheidmet genoegen las zi)
dan ook in de memorie van toelichting dat die
1200 niet konden geheven worden in afwachting
van dienaangaande door den gemeenteraad te
nemen beslissingen, deze mededeeling doet de
III
„Gij hebt gelijk vader ik schaam mij
voor mij zelf maar ik weet niet, hoe het komt
ik durf niet, want kijk, a's zij mij een blauwtje
liet loopen, dan zou ik haar moeten worgen, en
dat kan ik Moni toch niet doen
De oude smid zei niets meer, maar bromde af
en toe iets in zijn baard en beiden kwamen zeer
knorrig thuis. Hartl begaf zich terstond naar zijn
kamer om te voorkomen, dat het gesprek weer
opgevat werd en ging aangekleed op zijn bed
liggen, zich ergerende over zijn eigen wankel
moedigheid. Den volgenden dag ontmoetten vader
en zoon elkaar bij het werk; maar over het
hachelijke onderwerp werd niet meer gesproken.
Zoo verliepen er een paar weken.
Op zekeren middag zat Hartl op het aanbeeld
voor de smederij zijn boterham te eten, waarbij
hij nu en dan een frisschen teug bier dronk.
Tusschen de balken waren een paar zwaluwen
bezig om hun nest te bouwen. Zij vlogen vroolijk
sjilpend af en aan; en als zij elkaar bij het werk
ontmoetten, babbelden zij even, trekkebekten
een beetje en vlogen weer een poosje weg. Ja
zoo'n zwaluw heeft het gemakkelijk, die behoeft
geen liefdesverklaring te doen maar wie weet
Terwijl Hartl zoo zat te peinzen werd hij door
en hartelijken groet gestoord.
„Dag Hartl. Gij neemt het smeden ge
makkelijk op
Hartl keek op en zag Toni, den koster, voor
zich staan. Dat was een persoonlijkheid, die zeer
commissie de verwachting koesteren dat eerlang
burg. en wetb. voorstellen zullen doen, die er
toe kunnen leiden deze heffing in het vervolg
in anderen vorm te behouden.
Art. 4 van ditzelfde hoofdst. en dezelfde afd.
Da opmerking werd gemaakt dat, ofschoon het
gemiddelde bedrag over de laatste vijf jaren ge
nomen is, de raming tengevolge van de in ge
bruikneming der nieuwe R. C. begraafplaats bet
geraamde cijfer waarschijnlijk niet zal bereiken.
Uitgaven.
Hoofd. III afd. 3 art. 8. Over den aanleg van
een voetbrug over de vest bij de Koepoort ten
bedrage van ƒ2600 waren de gevoelens verdeeld.
De tegenstanders beweerden, dat, ofschoon de
bewoners buiten de Koepoort en sommige ande
ren daarvoor veel belangstelling badden betoond,
die aanleg voor het groote publiek niet zoo nood
zakelijk is, te meer daar om flnancieele redenen
ook andere zaken, voor het groote publiek
ook nuttig en aangenaam, moeten achterwege
blijven, b. v. het verbeteren van het plaveisel op
de Markt en andere plaatsen, de weinig krach
tige voortzetting van het afvoerkanaal van het
Seisplein en de Achtergracht.
Bovendien gold het bezwaar, dat bij over
brugging de begrooting met een pensioen óf
wachtgeld zou worden bezwaard.
Do bij dit rapport gevoegde beschouwing van
een lid der commissie, den heer J. A. Tab,
luidt als volgt
De gewone uitgaven, dat zijn die welke jaar
lijks in denzelfdeu of in een anderen vorm te-
rugkeeren, overtreffen belangrijk de inkomsten.
De uitgaven op de begrooting (inbegrepen
onverzien dat niet te hoog geraamd is) bedragen
326.275 99
te verhoogen met sedert het indie
nen der begrooting:
1 verleende pensioenen 1069 01
2 besluit tot benoeming van een
onderwijzer; stelle 500.
327.845.—
Yan dit bedrag kan worden afge
trokken het navolgende, dat als
bnitengewoon is te beschouwen en
in vo'gende jaren niet weder kan
voorkomen
1 kwade posten personeele belas
ting f 2700
2 aanleg eener brug 2600 5300.—
Blijft voor gewone uitgaven f 322 545.
De inkomsten zijn geraamd op
I 326.275.99
Onder dat bedrag zijn
begrepen goede sloten
van vorige dienstjaren,
die behooren te worden
afgetrokken om het cij
fer van zekere inkom
sten te verkrijgen 13.987.87' 2gg
Zoodat de gewone uitgaven, zoo
als die waarschijnlijk ook in volgende
jaren zullen zijn, de inkomsten over
treffen met 10,256.885
Hierbij mag niet onopgemerkt blijven dat voor
buitengewone of liever onverplichte schuldaflossing
wordt voorgesteld 10C00, terwijl uit de baten
der gasfabriek daarvoor f 12000 beschikbaar
bomt.
In het belangrijk tekort wordt voorzien door
de goede sloten van 1884 en 1885 hoewel dit
niet regelmatig is te noemen, is er geen bezwaar
tegen de begrooting in dezen vorm aan te nem n,
daar het bedrag der goede sloten aanwezig en de
dienst dus verzekerd is.
Intusschen moet deze toestand leiden tot ern
stige overwegingen omtrent de toekomst. Het is
meer dan waarschijnlijk dat behoeften voor vol
gende jaren niet minder zullen zijn dan die voor
1887, zoodat die jaren ongeveer dezelfde tekorten
zullen opleveren, indien de inkomsten niet ver
meerderd worden.
Bij deze verwachting en bij het wisselvallige
van goede sloten, waarop nooit vast gerekend
kan en mag worden, en die ook wel niet ieder
jaar zullen bestaan, is bet dringend noodig dat
worde overwogen op welke wijze de gemeente
inkomsten be'nooren te worden vermeerderd, dat
dit reeds spoedig geschiede en dit niet worde uit
gesteld tot de behandeling van de gemeentebe
grooting voor 1888.
Met belangstelling namen burg. en woth.
zoo zeggen zij in hun rapport kennis van
de rapporten van de commissiën van fabricage
en van financiën betreffende de door hen inge
diende gemeentebegrooting.
goed aangeschreven stond in bet dorp. Hij was
niet meer jong, en toch mochten de jonge lieden
hem graag, omdat hij zulk een voortreffelijke
vioolspeler was en dus bij de publieke vermake
lijkheden niet gemist kon worden. Hij genoot
echter ook een zekere beroemdheid als iemand,
die voor alles raad wist, alles doorzette en de
moeielykste zaken wist te vereffenen. Hij had
als speelman dienst gedaan op dien Zondag, toen
Hartl zich zoo dapper geweerd had. Het was dus
heel natuurlijk dat Toni daarover begon.
„Nu", zei hij lachend „gij zijt niet al te zacht
geweestik geloot dat de Hartenbergers nog met
blauwe plekken rondloopen."
„Dat kan hun geen kwaad," hernam Hartl
vroolijk en bood Toni een slok bier aan.
„Gezondheid!" riep deze, „en gelijk hebt gij;
maar het is maar jammer dat zulk een goede les
niet helpt. Verbeeldje eens, nu gaat er zoo'n
Hartenberger naar Moni vrijen
Lieve hemel wat stoof Hartl op.
„Wat doet hij brulde hij, zoodat Toni
achteruit deinsde en riep
„Nu eet mij maar niet op Is dat dan zoo
iets verschrikkelijks? Voor zoover ik weet, wil
Moni geen van onze jongens en zou ze daarom
ongetrouwd moeten blijveD, omdat ze geen van
onze jongens wil hebben
„Wij zullen het dien Hartenbergerlummels
wel afleeren" gilde de smid woedend.
„Ho, lioSpreek zoo bout niet", viel Toni
Dat van de commissie van fabricage geeft tot
geene opmerkingen hunnerzijds aanleiding.
Daarop gaan zij voort als volgt
„Wanneer u zich gelieft te herinneren, wat wy
in de laatste maanden af en toe omtrent de
gemeente-fioanciën als ons gevoelen te kennen
gaven, zal het u niet bevreemden, dat wij het
gevoelen van de eommissie van financiën volko
men onderschrijven ten opzichte van den min
gunstigen indruk, welke de begrooting op haar
maakte.
„Hoe belangrijk het ook moge zijn om kennis
te nemen van de verschillende becijferingen, door
de leden van de commissie van financiën gemaakt
om hun min gunstig oordeel te motiveeren, hoe
zeer wij het gevoelen deelen dat cmziehtigheid
in het voteeren van uitgaven raadzaam en ver
sterking van middelen zeer gewenscht, zoo niet
noodzakelijk is, meenen wij toch op dit oogen-
blik omtrent een en ander het stilzwijgen te
moeten bewaren. Genoeg zij het te verklaren
dat de algemeene opmerkingen der commissie
onze aandacht zeker niet ontgaan, maar integen
deel zeer behartigd zullen worden.
„Ten opzichte van de uitgesproken hoop en
verwachting ten opzichte van het marktgeld
moeten wij tot ons leedwezen verklareD, dat wij
ook na door onzen voorzitter met de rechts
kundige leden van de commissie voor de straf
verordeningen gehouden overleg ons tot dus
verre niet in staat achten om dienaangaande
bevredigende mededeelingen of voorstellen te doen.
„Wat de gemaakte opmerking ten opzichte van
de raming der begrafenisrechten betreft, wij vinden
in de oprichting van de R. C. begraafplaats
geene voldoende aanleiding om eene eenigszins be
duidende vermindering deropbrengst te verwachten,
aangezien het getal R. C. in deze gemeente
slechts 1500 bedraagt en daaronder niet de
meest gegoede ingezetenen voorkomen.
„Dat de gevoelens der leden van de commissie
betreffende het voorstel tot aanleg van eene voet
brug |over de vest bij de Koepoort uiteenloopen,
verwondert ons te minder, omdat de bezwaren,
die daartegen aangevoerd worden, door ons
althans ten deele niet geheel ontzenuwd of
weggecijferd kunnen worden.
„De begrooting gelijk die, zoo ten gevolge van
de vaststelling der begrooting voor de gasfabriek,
als tengevolge van het verleenen van pensioenen,
vermeerdering van het getal onderwijzers op
school E, gewijzigd dient te worden is hierbij
gevoegd."
Nog woidt door burg. en weth,, naar aanleiding
van afd. III van het vijfde hoofdst. der begroo
ting, eene mededeeling gedaan.
Na den brand op „het Zand", die in den
avond van den 20 Nov. 1885 aldaar en der
halve op het grondgebied der gemeente Koude-
kerke uitbrak en welke brand met uebulp van
het personeel en materieel der Middelburgsche
spuiten C, A en B geblusoht werd, heeft zich
eene vraag voorgedaan, die tot dusver niet
gerezen was.
Die vraag is of het personeel der brandweer
verplicht kon worden om buiten de ge
meente als zoodanig diensten te bewijzen. En
verder of dat personeel, indien het vrijwillig bij
blussching van brand diensten bewijst, daarvoor
behalve de presniën bij de verordening bepaald
belooning kan vorderen. Op het antwoord, dat
op de eerste vraag gegeven moet worden komt
het natuurlijk aan.
En deze moet, nu zij eenmaal gesteld is, naar
de meening vau burg. en wetb. ontkennend be
antwoord worden. Met den geest der gemeente
wet schijnt geene andere meening te strooken.
Na de herhaaldelijk, naar aanleiding van deze
vraag, gegeven administratieve besliósingen en de
voor eene ontkennende beantwoording geleverde
betoogen, komt het burg. en weth. niet meer
betwistbaar voor, dat de ingezetenen alleen ver
plicht zijn binnen het grondgebied van de ge
meente diensten bij brand te presteeren.
Het bestuur over de brandweer, door burg, en
weth. gehoord, deelt dit gevoelen geheel en acht
het noodzakelijk, dat de overeenkomsten, in 1848
met verschillende gemeenten aangegaan, worden
opgezegd.
Bp burg. en weth. bestaat daartegen geen
bezwaar, wellicht zuilen zy tevens aan die ge
meentebesturen kenbaar maken dat de gemeente
Middelburg bereid blijft om casu quo hulp te
verleenen, wanneer de hulpvragende gemeente zich
schriftelyk verbindt om de schade aan materieel,
ten gevolge van de dienstprestatiën ontstaan, te
vergoeden en belooningen, een en ander tot een
door het bestuur over de brandweer te bepalen
bedrag, aan het personeel der spuiten uit te
keeren.
Dit laatste gevoelen wordt door het bestuur
der brandweer gedeeld, dat in zijn advies onder
andere zegt: Het bestuur twyfelt niet „of onze
manschappen zoowel beambten als bedienden, wan
neer het bestuur dit verlangt en de verloren tyd
billijk wordt betaald, zullen bereid zijn dienst te
doen, waar ook dit door het bestuur van hen zal
worden gevraagd."
met overdreven kalmte in. „Zóó grappig is de
zaak niet. De Hartenbergers hebben afgesproken
dat ze met hun vieren zullen gaan,als er een by
Moni aan bet venster wil kloppen en nn hebben
ze gezegd dat als een van onze jongens zich laat
zien en het venster van Moni wil naderen, hij
dan zooveel slaag krijgt dat hg naar huis moet
kruipen Ja dat hebben ze gezworen" voegde
hij er met nadruk by.
„Zoo, zoo, dat zijn aardige jongens, zij
moeten het maar eens probeeren
„Zij zullen het ook probeeren en gij behoeft
het u niet aan te trekken. Wat gaat u die
trotsche deern aanZij zyn er gisteren al ge
weest maar Moni was tot van morgen bij haar
nicht in Peterstbal, van daag zullen zy het beter
treffen
„Het is te hopen, bet is te hopen bromde
Hartle tusschen zgn tanden en greep naar zgn
hamer om het werk weer op te vatten. Toni
sprak nog spottend
„Trek het u niet aan, Hartl, het is niet de
moeite waard, en werk pleizierig Goeden dag!"
(Slot volgt).