N°. 260 129* Jaargang! Donderdag 4 November. ZondagsrustZalige rust. miielburg 3 November. Onderwijs. Kerknieuws. Rechtszaken. Verspreide Berichten, Dit blad verschijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën 20 Cent per regel; Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. De eerste bepaling van het ontwerp heeft MIDDELBURGSCHE COURANT. W SR Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moon, te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger Al wat oud is, schijnt nieuw te moeten worden, volgens het ministerie, dat thans met koortsachtige haast, wellicht uit vrees van, bij zijn naderend heengaan, niet genoeg te zullen achterlaten, allerlei zonderlinge verras singen ons bereidt. Na het ontwerp tot wijziging der wet op het recht van vergadering en vereeniging, heeft de regeering thans een ontwerp ter bevordering van Zondagsrust aangeboden, dat hoofdzakelijk ten doel heeft om onzen naam van fatsoenlijken Staat op te houden. Wat toch anders is het motief, dat den minister van justitie huiverig doet zijn om flinkweg de Zondagswet van 1815 in te trek ken, zonder meer Hij schrijft zelf, zich daarvan te laten weerhouden door de vrees, dat dit bij een zeer groot deel der bevolking een pijnlijken indruk maken zou en voet geven aan de valsche bewering, dat Nederland een gods- dienstlooze staat is Daarvoor dienen wij ons natuurlijk te wachten; schijn te vermijden is alles ter wereld; en een vernis van godsdienstigheid staat deftig en gekleed. Laat het dan ook al niet meer dan een zichtbaar kleed wezen, dat al hetgeen in ons omgaat bedekt, voor onzen goeden naam tegenover onze naburen dienen wij ook wat te doen. Vooral de Engelschen, die daaraan zooveel hechten en, zeker als gevolg van hunne brave Zondagsviering, zulke uitstekende men- schen zijn, zullen met ingenomenheid naar ons opzien, of..misschien jaloersch op ons wor den, wanneer wij hun gaan steken naar de eerekroon, die hen nu zoo zeer siert in; eigen oog. Wij zullen dan om dien schijn te vermijden eene nieuwe Zondagswet krijgen. Dat het een moeilijk kunststuk is om die saam te stellen ligt voor de hand en de mini ster Du Tour heeft bewezen dat kunststuk ook niet te verstaan. Wij willen hem daarvan geen al te groot verwijt makenzijn werk is bewijs te meer, dat men hij elke poging in die richting op onoverkomelijke moeilijkheden stuit; en het daarom het verstandigst is die zaken ongere glementeerd te laten. Eene enkele bepaling, waar bij den gemeente- b esturen de verplichting werd opgelegd ervoor te waken, dat alle godsdienstoefeningen zonder stoornis en zonder hinder van buiten kunnen plaats hebben, ziedaar al wat wij zouden wen- schen. De verdere bepalingen voor den Zondag zouden die besturen, zoo zij die ten minste verlangden, vrijwillig, naar de behoeften hunner gemeenten, kunnen maken. Men zou dan van zelf, waar men op beperkter terrein zich be woog, niet in dwaasheden behoeven te vervallen, zooals nu de rijkswetgever, die voor alle gemeenten bepalingen decreteert, welke hier zullen gehandhaafd worden tot in de uiterste consequentie en ginds als niet geschreven worden beschouwd. Zulk een regeling zou dit voor hebben, dat de ingezetenen zelve van hun gevoelen zouden kunnen doen blijken omtrent dit punt en die raadsleden kiezen welke, naar hnn meening, bij zulk eene regeling in hun geest zouden handelen, terwijl Ged. Staten toch altijd nog dergelijke verordeningen moeten goedkeuren. Bij de takken van openbaren dienst, van Staat, provincie of gemeente» kunnen de chefs, zooals trouwens nu toch reeds geschiedt met posterijen en telegraphie, lang niet ten gerieve van het publiek, in het belang van hun personeel bepalingen maken. Waartoe wil men dan den staat tot in de kleinste kleinigheden met die kwestie zich laten bemoeien, daar waar zoo vele, belangrijker zaken te regelen zijn In het belang van den arbeider, den onder geschikte Is dit de bedoeling, welnu, men make dan een wet op den arbeid, waarnaar reeds zoo lang wordt verlangd, en waarin bepalingen omtrent den rusttijd, den ondergeschikten te geven, op haar plaats zijn. Daarbij heeft men dit voor dat men zich geheel op neutraal terrein beweegt en geen onbillijkheden behoeft te begaan tegenover anderen, zooals ontegenzeggelijk met een Zondagswet tegenover de Israëlieten het geval moet zijn. Al is de overgroote meerderheid van ons volk aan den Zondag gehecht, dat neemt niets weg van de verplichting van den Staat om ook voor de belangen van de min derheid te zorgen. En iuist het betoog van den minister, dat de keuze van den Zondag als gedecreteerden rustdag berust op eene eeuwenher bij de overgroote meerderheid be staande gewoonte, pleit voor het stelsel van laisser-aller in#dezen. Die gewoonte zal blijven bestaan ook zonder Zondagswet en zelfs zij, die niet naar de kerk gaan, zullen, zonder gebod van hoogerhand, zich dien dag aan de noodige rust of gepaste ontspanning overgeven. Zij, die zoo ijveren voor eene Zondagswet, zijn juist de personen, welke daaraan een kerke lijk karakter willen geven zij schijnen niet te begrijpen dat hun ijver pleit tegen hun eigen zaak, en slechts bewijst hoe bevreesd zij flie anders altijd afkeerig zich toonen van staatsbemoeiing, maar juist in dit eene geval daarom vragen, zijn dat zonder dwang van hoogerhand die Zondag zijn kerkelijk karakter zal verliezen. Wil men een Zondagswet om de orde en rust te bewaren? Maar hebben wij dan aan een drankwet en aan de gewone wetten en bestaande verordeningen nog al niet genoeg Het schijnt wel, dat de minister dit meent; want hij stelt voor om te bepalen dat op Zondag vóór 12 uur 's middags in voor het publiek toegankelijke localiteiten geen sterke drank mag toegediend of geleverd worden bij hoeveelheden van minder dan twee liter. Eigenlijk behoort zulk eene bepaling ook in de drankwet thuis; en, zooals terecht is opgemerkt, maakt zij daarop inbreuk. De minister geeft tot toelichting de opmer king, dat de verstoring der Zondagsrust dikwijls een gevolg is van het misbruik van sterken drank en, om dat tegen te gaan, zulk eene bepaling heilzaam werken kan. Na twaalf uur Zaterdagsavonds zal in de koffiehuizen dus geen sterke drank meer getapt mogen worden. Welnu, de sociëteiten zullen als paddestoelen verrijzen om den plakkers gelegenheid te geven toch nog te blijven. En weet de minister wel dat in de meeste plattelands-gemeenten eerst Zondags na kerktijd, na twaalf uur, de kroegen het drukst worden bezochtuit de kerk naar de herberg is daar re§u en dat eerst 's avonds van dien dag verstoringen van de rust plaats hebben? Zulk eene bepaling zou dus hoegenaamd niet baten. Trouwens, waartoe is zij noodig? Hoe meer men in deze reglementeert, hoe meer men de bepalingen zal trachten te ontduiken en de kracht en de waardigheid van een volk zal door al die voorgeschreven en gereglementeerde openbare zedelijkheid niets winnen. zelfs meer dan ééne bedenkelijke zijde. Het zou daarbij verboden worden op Zondag arbeid te verrichten, indien die arbeid van den openbaren weg zichtbaar of hoorbaar is. Hoe moet dat gaan b. v. hij een dagblad, dat, hij eene hoogst belangrijke gebeurtenis, plotseling een bulletin zou willen geven, en de pers daarvoor in beweging brengen, wat licht zichtbaar of hoorbaar is En dit geval staat niet op zich zelf. Nu kunnen wel vrijstellingen gegeven wor den maar de korte tijd, die in dergelijke gevallen rest, laat vooral in groote steden soms niet toe en maakt het hoogst moeielijk den persoon, van wien men verlof moet hebben, te bereiken. Wel zegt art. 11 dat overtreding niet strafbaar is ingeval van brand, watersnood en andere omstandigheden, die geen uitstel ge- doogen en niet toelieten, vooraf verlof te ver- leenen, maar óf deze vrijstellingen moeten tot die enkele gevallen, waar force majeure was, beperkt blijven óf men staat bloot aan wille keur van dezen of genen ambtenaar. Trouwens de groote lijst van uitzonderingen meegedeeld in het keurig gestyleerde art. 2, door de ArnhCrt. terecht een cacographie genoemd, toont de zwakheid van het hoofd punt der gansche wet aan. Men wil een wettelijke bepaling maken, en de lijst van uitzonderingen daarop is al zoo groot, dat de geheele regeling illusoir gemaakt kan worden. Ieder bestuur of ieder ambtenaar zal zijn eigenaardige opvattingen daaromtrent hebben; waar in de gansche wet alleen sprake is van arbeid, die in dienst of tegen loon van anderen wordt verrichtzal men vindingrijk genoeg wezen om, onder verklaring dat geen loon wordt genoten of men niet in dienst is, de wet belachelijk te maken. Trouwens dat verdient zij maar wij hebben nu al zoovele jaren eene dwaze wet gehad, die niet uitgevoerd werd, dat wij onze ver tegenwoordiging te verstandig achten om eene nieuwe wet in dergelijken geest in het leven te willen roep u. Op menig dorp, waar Zondags de doodelijkste verveling heerscht, zal een burgemeester met al het gezag zijner waardigheid die bepalingen willen toepassen, al valt er eigenlijk niets voor hem te doen. Maar in Brabantsche, Limburgsche en enkele Zeeuwsche gemeenten, waar de Belgische geest heerschtin steden als Amsterdam, Botterdam en Den Haag zal men dit kunststuk uit de wettenfabriek van het ministerie Heemkerk als zij ooit wet wordt met slappe hand uitvoereu. Ziedaar weer twee uitersten, die het gevaar lijke van zulke wetten duidelijk aantoonen. Wij achten dus elke poging verwerpelijk, die eene rijkswet ter bevordering van de Zondags rust in het leven wil roepen; en big ven bij onze meening dat het veel beter is gemeentera den, zoo zij dat wenschen, verordeningen in dien geest te doen maken. Het rjjk heeft in zijn andere wetten, o. a. de drankwet, al voldoende macht om orde en rust te doen handhaven, ook op Zondag zoodat het een Zondagswet best kan missen. Dat de regeering daarom liever de bestaande eene eervolle uitvaart bezorge en verder een zalige rust gunne aan alle dergelijke over dreven bemoeizieke pogingen om het volk oogenschijnlijk braaf te doen zijn. De indiening van dit ontwerp heeft echter nog eene bedenkelijke zjjde. Wij vragen ons zeiven onwillekeurig af: is het der regeering ernst met dit omverhalen van al die wetten op dit oogenblik nu zoovele ernstiger zaken op afdoening wachten Uit de mem. van toelichting op het inge diende ontwerp blijkt een zucht van den mi nister van justitie, geheel in den geest van het laveer-systeem van het gansche kabinet om hen te vriend te houden, die ook op Zondag eenige ontspanning willen genieten, maar meer nog om hun te believen, die door geraasmakenden behoort daaronder niet het luiden der klokken of zichtbaren ar beid op Zondag pijnlijk worden aangedaan. Tweeslachtig is in menig opzicht dit pogen; maar uit alles blijkt een streven om afleiding te bezorgen van het groote vraagstukde herziening van onze grondwet en die van ons kiesrecht. De ontwerpen voor de eerste liggen gereed; dat voor het laatste is, zegt men, uit de han den van den minister Heemskerk klaarmaar waarom wacht hij met de indiening? Wil hij tijd winnen Wenscht hij de tweede kamer haar uren te doen zoekbrengen met allerlei ontwerpen, die toch tot geen practisch resultaat kunnen leiden en wier be handeling gerustelijk nog wachten kan? Dat de tweede kamer zich in dat vaarwater- zal laten sturen met dat voortdurend uitstel van het kabinet genoegen zal nemen, betwij felen wij. Wanneer straks de begrootingsdiscussiën een aanvang zullen nemen, verwachten wij een hartig woordje of liever een flinke daad, die getuigt van den moed en de kracht der linker zijde om het ministerie te weerstaan in dat pogen. Wij zijn nu anders goed op weg om de speelbal te worden van een kabinet, welks eenïge leuzq schijnt te wezen zijn leven te rekken. De gemeenteschool te Ovezande, Genigen tjjd gesloten wegens de mazelen, is Dinsdag heropend terwjjl genoemde ziekte te Driewegen zoodanige n omvang heeft genomen, dat aldaar de school gesloten is. Voor de beroeping van een predikant en de benoeming van twee diakenen bjj de Ned. herv. gem. alhier waren gisterenavond, zooals in 't kort in een deel der oplaag van ons vorig nommer is gemeld, van de 92 leden waaruit het kiescollege bestaat, van welk aantal zijn afgetrokken 10 vacaturen, opgekomen 45 leden. Er was dus geen voldoend aantal leden aan wezig, zoodat de vergadering niet kon doorgaan; zjj is nu verdaagd tot Dinsdag 9 Nov. a. s. In eene plechtige openbare zitting der arron- dissements-rechtbank te Zierikzee is gisteren de heer mr J. P. van Outeren als substituut-officier van justitie bjj die rechtbank geïnstalleerd. De mailöoot Prinses Elisabeth kon gisteren avond wegens dikken mist eerst em 11 uren 50 min. van Queenborough-pier vertrekken, en arri veerde dezen middag om half een te Vlissingen. Mails en passagiers vertrokken met den faculta- tieven trein van 1 uur 55 min. Op de reis had men veel mist. De gisterenavond van Vlissingen ver trokken mailboot Willem. Prins van Oranje arriveer de dezen morgen te 8 uren te Queenborough-pier. De gisterenavond te 9 uren 50 min. van Har wich naar Antwerpen vertrokken boot passeerde om 6 uren dezen morgen Vlissingen; zjj scbjjnfc dus onderweg geen mist gehad te hebben; daaren tegen is de gisterennamiddag te 5 uren van Antwerpen vertrokken Harwich-boot eerst heden middag even na 12 uur Vlissingen gepasseerd en wel tengevolge van mist op de Boven-Schelde. Te Borssele is in de maand October niemand geboren. Deze bjj zonderheid deed zich in de laatste twee maanden niet voor. Wel toevallig dat juist dertig jaren geleden in October ook geen geboorten plaats hadden en sedert dien elk jaar over die maand inschrijvingen waren te doen. In die gemeente is, ten behoeve der straatver, lichting, een proef genomen met de Lamge Beige

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 1