IT 250.
129s
1886.
Zaterdag
23 October.
Precies om zes uur.
FEUILLETON.
Verspreide Berichten,
Middelburg 22 October,
Onderwijs,
Dit blad verschijnt dagelijks;
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per 3/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën 20 Cent per regel;
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Rechtszaken.
*w~t"r*jOMT-#pr
IUIDDËLBIIRGSCHE COURANT.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moou.te TholenW. A. van Nieuwenhdijzen.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dadbe Cie., John F. Jones, opvolger
Het Ulr. Dagblad wijdt een artikel aan een
onderwerp, dat wel niet nieuw is maar toch nog
voortdurend de aandacht verdientvooral in
ons land waar hervormingen en verbeteringen
jaren noodig hebben vóór zij in 't leven worden
geroepen.
Dit onderwerp nu is de leerplicht.
Het Utrechtsche blad merkt in de eerste plaats
op dat, hoe men ook jammere over achteruitgang
in zaken, de toestand ten onzent toch waarlijk
in de verste verte nog niet van dien aard is, dat
wij daaruit het recht zouden kunnen putten,
gelden te beknibbelen, waar het de wetenschap
pelijke opleiding en de lichamelijke gezondheid
van het opkomend geslacht betreft. Ook ter
bevordering of aankweeking van kunstzin wil het
blad meer gedaan hebben. Wil men dadelijk en
rechtstreeks het geheele volk bereiken, dan moet
's lands regeering het voorbeeld geven, dan moeten
onze openbare gebouwen en werken het middel
worden om den kunstzin in ons wakker te schud
den en onzen smaak te louteren en te veredelen.
Van alle openbare gebouwen zijn de scholen voor
dat oogmerk het geschiktste, omdat zjj nergens,
zelfs in het kleinste dorp niet, mogen ontbreken
en door hare bestemming, naast onze kerken,
het meest de aandacht trekken van jong en oud.
Daarom juicht het blad het toe, indien bij den
bouw onzer scholen niet uitsluitend op hechtheid,
doelmatigheid en duurzaamheid, maar tevens op
schoonheid en bevalligheid wordt gelet.
Ha die opmerking komt het blad tot zijn
eigenlijk onderwerp. Alle partjjen hebben met
geljjke liefde en volharding, zij het langs ver
schillende wegen, geijverd om het lager onderwijs
bjj de behoeftige klasse meer en meer ingang te
doen vinden, en indien er nog zoo talloos veel
arme kinderen zijn, die niet of niet voldoende
lager onderwijs genieten, dan moet zulks aan den
onwil van de ouders of pleegouders dier kinderen
worden geweten. Als middel om dien onwil vol
komen en voor goed te breken verdient de invoe
ring van leerplicht bp de wet de meeste aanbe
veling, niet alleen omdat dit middel afdoende is,
maar omdat het buitendien staat boven den strjjd
der partjjen. Waar bjj de wet reeds zoovele
bepalingen zjjn in het aanzjjn geroepen om
kinderen in bescherming te nemen tegen mishan
deling door hunne ouders, tegen het leiden van
hen op den weg van bedelarjj en diefstal, zou
het ongerijmd zjjn bezwaren te maken, waar bet
een maatregel betreft, die de kinderen in st8at
zal stellen, niet alleen zich zelf eene betere toe
komst te verschaffen, maar ook aan hunne ouders
of pleegouders een beter lot te bereiden. Men
eerbiedige de rechten van ieder Nederlander, maar
waar zjj kunnen worden misbruikt om kinderen,
die niet in staat zjjn zich zelf te verweren, een
Uit het Fransch van
EUGÈNE CHARETTE.
Ten huize van de familie Duflost wordt altijd
precies om zes uur gegeten. Mijnheer is van
's morgens af uit geweest en komt zeven minuten
te laat thuis
Mevrouw(voor dat hij nog een woord tot zjjn
verontschuldiging heeft kannen zeggen) „Toen
gij scheldet, dacht ik reeds dat het de dokter was."
Mijnheer: (verontrust) „Wacht gij den
dokter? Voelt gij u niet wel?"
Zij: „Denkt gij dat een gezondheid van ijzer
en staal bestand zou zijn tegen zulke ongeregelde
etensuren, die den maag in den grond bederven?
Begrijpt gij dan niet dat men ziek moet worden
van angst en ieder oogenblik meent een onge
luksbode te zien verschijnen met de noodlottige
tijding: Mijnheer uw echtgenoot is door een
Vrachtwagen overreden!" (Mijnheer Duflost voelt
het naderen van den storm en zwijgt.)
Zjj„Wilt gij zoo goed zijn mij ten minste
een vraag te beantwoorden?"
Hij „Welke
Zij„Ik zou gaarne weten of gij van plan
zijt om dagelijks op dit uur thuis te komen?"
Hij (zacht) „Kindlief, gij zult mij toch geen
feèue willen maken,, omdat ik zeven minuten te
der machtigste middelen Te onthouden om den
strijd voor hun levensonderhoud later eerlijk en
met vrucht te kunnen voeren, daar is het de
plicht van den staat, als beschermer dier kinderen
op te treden.
Zeer juist is voorzeker deze beschouwing in het
Utrechtsche orgaan, maar op éen groot bezwaar
stuit men bjj de uitvoering van het idee.
Voor vele ouders is aan dit vraagstuk ook een
financieele kwestie verbondenen in den strijd om
het bestaan is toch vaak, hetgeen een kind in
brengt een niet onwelkome, ja dikwijls een drin
gend noodzakelijke inkomst.
Wij stellen onderwjjs hoog en meenen dat
daaraan zeer veel ten boste moet gelegd worden.
Maar wij sluiten daarom niet de oogen voor de
meer practische zjjde van het vraagstuk en zouden
gaarne een middel willen weten om, zonder te
hooge financieele offers van het rijk of van ver-
eenigingen te vorderen, aan de ouders eenige
tegemoetkoming te schenken voor het gemis van
inkomsten, dat leerplicht noodzakeljjk na zich
slepen moet.
Waar toch het schoolgaan tot een bepaalden
leeftijd verplichtend;werd gesteld, zouden de ouders
hun kinderen geen bezigheden kunnen doen ver
richten, waarmee zij nog iets verdienen.
Bljjkens een van den gouverneur-generaal van
Nederlandsch-Indië ontvangen telegram wordt de
gouvernements-koffieoogst op Java voor dit jaar
thans geschat op 816.870 pikols.
De heer J. Ph. Ermeling, vertegenwoordiger in
Ned.-Indië der Billitonmaatschappij, heeft zich tot
de regeering gewend met verzoek, ingevolge art. 9
van haar concessie-contract voor de uitbreiding
der door de maatschappij ondernomen ontginningen
op Billiton aan te wijzen de eilanden, volgens
Stbl 1852, no 22, behoorende tot de onderhoorig-
heden van Billiton.
Aan den adressant is te kennen gegeven, dat
zjjn verzoek niet voor inwilliging vatbaar is.
In de vergadering van het Haagsche departement
der maatschappjj tot bevordering van njj verheid
werd eergisteravond, naar aanleiding van het
schrijven van het hoofdbestuur, de zaak der Indi
sche paketvaart behandeld.
Het onderwerp werd ingeleid door den heer
mr W. Stortenbeker, oud-directeur van het depar
tement van onderwjjs, handel en njjverheid
in Ned-Indië, die een nieuwe aanbesteding voor
1891 niet noodig acht, maar aan particuliere
maatschappijen wil overlaten in de leemte te
voorzien. Na bespreking, werd met 40 tegen 5
stemmen, de volgende conclusie aangenomen
1*. Er moet geene nieuwe uitbesteding plaats
hebben. Het vervoer van personen en goederen
moet na 1 Jannari 1891 aan de particuliere njjver
heid worden overgelaten, dat besluit moet tg dig
worden openbaar gemaakt, opdat de particuliere
nijverheid in staat zjj na afloop der concessie
laat kom Ik werd op het kantoor opgehouden
voor een zaak, die men mij dringend verzocht
heeft geheim te houden."
Zij„Wie staat er mij voor in dat gjj niet
weldra een week te laat zult komen; men begint
met zeven minuten en eindigt met zeven jaren".
Hij„Dat gebeurt toch zelden."
Zij„Zoo o gebeurt dat zelden
Hebt gij mij gisteren avond niet verteld van dien
zeekapitein La Perouse, die op reis ging, zijne
vrouw beloofde om terug te komen, en nooit meer
iets van zich liet hooren
Hij„Maar kindlief, dat is tachtig jaar
geleden 1
Zij: „Dat doet er niet toe. Daarom heeft
hij toch schuld".
Hij„En ik zei u immers dat hij bij een
schipbreuk om het leven gekomen is
Zij„Dat kan iedereen wel zeggen, als er
niemand bij is om hem te logenstraffen. OGij
vergist u leelijk, als gjj soms dec kt dat ik mij
voor den gek laat houden, wanneer gij op zekeren
dag in de courant laat zetten, dat gij met een
luchtballon zijt opgestegen, die nooit weer neer
gekomen is. Bjj mjj helpen dergelijke geschie
denissen niet; evenmin als die van van daag".
Hij „Ik begrijp niet welke geschiedenis gij
bedoelt."
Zij„Mjjnheer mjjn echtgenoot komt in een
geheim gewikkeld thuis en als men hem vraagt,
als men het waagt hem iets te vragen, sluit hij
de lippen en zegthet ie een ge
gereed te zijn tot aanvaarding harer taak. In
enkele improductieve ljjnen, of lijnen die bepaald
voor het direct staatsbelang noodig zijn, ook met
het oog op het postvervoer, zou door afzonderljjke
aanbesteding, desnoods met Bubsidie, moeten voor
zien worden.
2°. Wanneer tegen dit beginsel overwegend
bezwaar bjj de regeering mocht bestaan, dat dan
het hoofdbeginsel van uitbesteding zal moeten zijn
vrjje onbeperkte mededinging van Nederlanders
dat de maatschappjj tot exploitatie der aanneming'
moet zjjn eene Nederl. maatschappij hoofdzakelijk
met een Nederl. bestuur en Nederl. beambten
dat de bepalingen van het contract in overeen
stemming zullen moeten zjjn met de in Nederland
geldende wetgeving, en dat bjj de vaststelling
ervan in 't oog zal moeten worden gehouden het
algemeen Nederlandsch staatsbelang, zooveel tot
de uiterste grens mogeljjk is, in overeenstemming
met de bjjzondere belangen van de Nederl. nijver
heid, zeevaart en landbouw, en dat het uit een
militair oogpunt niet noodzakelijk is dat de maat
schappjj speciaal eene Nederlandsche zjj.
De heer J. C. Fabius, lid der Tweede kamer,
is weer lid van den raad te Delft geworden. Met
465 stemmen van de 876 is het heiligdom, waaruit
hjj werd verjaagd, weêr voor hem geopend.
Naar de KI. Kap. verneemt is de directie van
de Maxwell Land Grand Cy er in geslaagd de
tot verdere exploitatie der ondernemingen en tot
betaling van schulden benoodigde gelden in
Amerika te verkrjjgen.
In »Mannen van Beteekenis" is een levensbe
schrijving van Cd. Busken Huet verschenen, door
prof. A. G. van Hamel. In een noot deelt de
schrjjver het volgende mede: »Busken Huet heeft
in den winter van 1860, 61 en 62 te Haarlem, te
Amsterdam en te Utrecht een reeks voordrachten
gehouden, waaraan hij zelf den titel heeft gegeven
Bijdragen tot de geschiedenis der Nederlandsche
letterkunde van den jongsten tijd." Deze opstellen
zjjn nooit door hem uitgegeven, maar hjj heeft
er nu en dan uit geput, o. a, in zijn strijd met
dr. J. van Yloten over de Yan Harens. Zijn zoon
zal er waarschijnlijk toe besluiten het sehoone
handschrift, dat deze voorlezingen bevat, bjjna de
eenige oeuvres posthumes" van zjjn vader, onder
diens werken te laten opnemen."
De voordracht voor onderwjjzer te Cillaars-
hoek, gem. Maasdam, bestaat uit de heeren J. B.
H. v. d. Laan te Oud-Beierland, M. Simons te
Stad aan 't Haringvliet en L. W. de Graaf te
Zierikzee.
Kantongerecht Goes.
In de zitting van heden, Vrijdag, zjjn veroordeeld:
heirn 11! OIk ben er niet nieuwsgierig naar, naar
dat kostbare geheim, mjjnheer. Zoo iets verneemt
een vrouw wel door de courant".
Hjj„Gjj maakt u noodeloos ongerust, mijn
kind. Ik verzeker u dat ik door de zaken van
anderen opgehouden ben".
Zjj„Het moeten mooie zaken zijn, waar
een man niet over durft te sprekenBuitenshuis
dat weet ik maar al te goed, heeft niemand zoo
veel praats als gij, maar thuis moet men u de
woorden uit de keel halen".
Hij „Ik herhaal u dat het mjjn geheim
niet is".
Zij„Ha 1 HaEen mooie uitvlucht.
Hij(met verkropte woede) „Gij maakt mij
krankzinnig".
Zij„Daarvoor zijt gij te ongevoelig, mijn
heer".
Hij„Ter wille van den lieven vrede zal
ik u alles zeggen".
Zij„Neen, dat behoeft niet".
Hij: „Wilt gij niet dat ik spreken zal?"
Zij: „Waartoe zou het dienen? Gjj znlt de
een of andere leugen verzinnen, want daarin zjjt
gij knap 1"
Hjj-1- „In allen ernst, mevrouw, wilt gij mij
aanhooren
Zij(onverschillig) „Wat mij aangaat kunt
gjj beginnen".
Hij(wil het haar vertellen) „Ik
Zij (hem in de rede vallende) „Alleen moet
ik u doen opmerken dat ik er geen woord, van
C. H. I., Clinge, P. Y., Brouwershaven, wegens
openbare dronkenschap, ieder tot 0.50 b. s. 1
d. h.J. C. K., Wiihelminadorp, G. Z., J. H.,
Yerseke, P. N., M. de J., J. W., P. K., M. L.,
C. C., Kapelle, C. S., Kattendijke, J. K., J. J.,
D. V., Colijnsplaat, A. V., G. de B., W. W. We-
meldinge, P. E., J. D., C. S., J. K., T. P. v. N.,
Hansweert, W. T. Kruiningen, J. G. Yerseke,
wegens het maken van nachtelijk burengerucht,
ieder tot 3 b. s. 1 d. h.P. v. I. Sr., P. v. I.
Jr., W. K., C. K., A. D. en J. K., Grauw, wegens
het graven binnen 500 M. zeewaarts gemeten van
een dijk langs de Z. etroomen ieder tot 5 b.
s. 2 d. h.J. P., Ossenisse, wegens het bevisschen
der Schelde met een boot niet voorzien van een
nummer, tot 5 b. s. 2 d. h.Th. Y. en M. r.
W., Zandvliet (België) wegens het bevisschen der
Schelde zonder consent, ieder tot f 10 b. s. 3 d.
h.A. Z., Schore, T. v. d. H. Jr., L. v. A., Yerseke,
J. B., Nisse, C. D. Jz., J. deJ. Jz., Th. v. d. H. Sr.,
J. v. d. H., H. v. d. H., J. L., N. v. T., M. v. T., N.
de Y., P. G., C. v. d. B., D.P., A. P., Yerseke en
F. de B,, F. de V., Clinge, wegens het gaan over
eens anders met rijpende vruchten bezetten grond,
ieder tot 1 b. s. 1 d. h.S. K., Clinge, wegens
het visschen van mosselen binnen den afstand
van 500 M. zeewaarts gemeten uit een djjk langs
de Z. stroomen, tot 5 b. s. 2 d. h.J. K. Pz,
en F. K. Pz., Kruiningen, wegens het in gesloten
jachttjjd aanwenden van pogingen om wild te
bemachtigen, de le tot 10 b. s. 3 d. h. de 2de
tot f 9 b. s. 2 d. h.A. K., Yerseke wegens
openbare dronkenschap tot 5 b. s. 3 d. h.
Allen tevens in de kosten.
Vrijgesproken werd H. E., Rotterdam, beklaagd
van het bevisschen der Schelde zonder consent.
Te Yerseke doet zich het zonderlinge ver
schijnsel voor, dat ondanks den woningsnood,
die oorzaak is dat in aanbouw zijnde huizen
lang voor hnnne voltooiing reeds verhuurd zjjn,
en ondanks de hooge huurprijzen, in publieke
veiling komende woonhuizen toch weinig opbren
gen. Zoo werden gisteren weer drie huizen, slechts
een paar jaar oud, samen voor slechts 1900
verkocht. Als men weet, dat deze samen minstens
f 5, doch waarschijnlijk 6, huur per week doea
en dat men, alweer ten gevolge van gebrek aan
woningen, zeer weinig over achterstallige huur
hoort klagen, dan kan men gemakkelijk berekenen
dat hier huizen te koopen een voordeelige geld
belegging is. Toch schijnen weinigen er aan te
willen.
Te Borssele heeft zich ook een geval vaa
mazelen voorgedaan.
Te Heinkenszand heeft een huisjesmelker de
vrjjheid genomen zjjn huurster, die door onver
mogen niet in staat is het wekeljjksch verschul
digde te voldoen, eene contra onaangenaamheid
te bezorgen, door het plaatsen van een hok met
geit in de verhuurde woning, natuurljjk met het
doel de nalatige vrees aan te jagen en te nood*
zaken tot betaling of ontruiming.
Belanghebbende schijnt wel te weten dat hjj
hiermede art. 1586 no 3 van het burg. wetboek
sr
zal gelooven".
Hij „Dan is het beter dat ik a niets vertel."
Zij(juichend) „Ha, hal Dacht ik bet niet!'
Als het erop aankomt, wejt gij niets dat ook
maar half geloofwaardig is, te bedenken. OIk
ken al die streken."
Hij(toornig) „Maar wat drommel
Zij„Nu nog mooierNu maar vloeken om
tjjd te winnen om een lengen te bedenken!"
Hij „Wel allemachtigWilt gij mij nu ein
delijk eens aan het woord laten komen
Zjj„Wel zekerga uw gang, geneer u
nietUwe slavin luistert ootmoedig."
Hij (bedaarder) „Luister dan. Een mijner
vrienden, die op het punt staat van bankroet te
maken, heeft zich tot mij gewend en ik heb den
heelen dag rondgeloopen om hem door borg voor
hem te blijven voor een wissen ondergang te
bewaren".
Zij „En nu
Hjj„Yerder niets".
Zij (met een diepe zucht) „O Wat ben ik
blij dat ik gisteren den bakker betaald heb, nu
zjjn wjj tenminste voor een maand zeker dat wij
brood krjjgen. Van heden avond af zal ik ons
kind er aan gewennen om op stroo te slapen,
want dat zal wel het lot van het arme wurm zjjn,
als zijn lichtzinnige vader, zijn vermogen aan den
eersten besten landlooper wegwerpt".
Hij„Een landlooperHoe kunt gij toch
zoo voorbarig oordeelen, over iemand wiens naam
gij niet eens gehoord hebt".