MIDDELBURGSCHE COURANT
BIJVOEGSHL.
Donderdag 14 October 1886. N° 242.
GEMEENTE-POLITIE.
Middelburg 43 October.
VAN DE
VAN
De burgemeester van Middelburg maakt bekend
dat het verboden is het St. Sebastiaanstraat/e van
de zijde van de Noordstraat in te rjjden.
Hiervan is afkondiging geschied waar het be
hoort den IB October 1886.
De burgemeester voornoemd,
P I C K
Uit Amsterdam wordt aan het U. D. geschreven;
't Was Zondag socialisten-vergadering in het
Volkspark en het mag gezegd worden: het was
eene eerste schrede op den goeden weg, die in
deze vergadering gedaan werd.
Coöperatie. Coöperatie voor de oprichting van
een broodbakker^. De zaak werd ingeleid door
den heer Heijer, die het nut van zulk een bakkerij
uiteenzette en wees op de behoefte van het volk
aan goed voedzaam tarwebrood, waarvan het bijna
geheel moest leven. Voor de oprichting was een
kapitaal noodig van ƒ300, te vinden door aan-
deelen van 1.die men door wekeljjksche
bijdragen van ƒ0.10 kan storten. Op het voor
beeld van Den Haag en België werd gewezen,
waar dergelijke bakkerpen in bloeienden staat
verkeerden. In eerstgenoemde plaats was zelfs
ten vorigen jare 42 dividend, terwijl de leden
gedurende zes weken vrjj brood hadden, zoo althans
werd later medegedeeld. Eene becijfering van
kosten werd gemaakt en toen daaruit bleek, dat
het comité aan den meesterknecht 15 loon wou
geven en aan de loopers bjjv. slechts 6, ging
daarbjj van verschillende zjjden protest opdat
was niet echt socialistischZelfs toen werd me
degedeeld, dat die loopers maar 2 of 3 uren per
dag werk zouden hebben, bleek nog niet, dat men
met deze ongelijkheid in eene socialistische stich
ting bjjzonder ingenomen was.
Principiè'ele bestrijding vond het voorstel bij
den voorzitter der meabelmakers-vereeniging, den
heer Brejjer, die de coöperatie het verderf voor
het volk noemde, omdat zjj bourgeoises vormde, -
kleine kapitalisten, die van den hongerigen werk
man de aandeelen tegen lagen prjja opkoopende,
ten slotte met de winsten gaan strijken.
Een zonderlingen indruk maakte het in die zaal
en voor dat publiek door dezen spreker met bij-
zonderen nadruk te hooren doen uitkomen, hoe
prof. Knappert (dien hjj voor jaren in Leiden
had leeren kennen) hem nu op de straat tegen
komende, hem nog altijd vriendelijk de hand drukt
en hoe de heer M. Mees te Rotterdam »de goede
kapitalist" zooals spr. hem noemde, hem eens
bjj gelegenheid, dat de heer M. zich had meester
gemaakt van meer dan de helft der aandeelen in
een volksgebouw, schreefMijn waarde vriend
Brejjer
Het had al den schjjn of spreker onbewust uiting
gaf aan de aangename gewaarwording, die het bij
een gewoon mensch opwekt als hooger geplaat
sten van hun waardeering doen blijken; maar
van een socialist had men dat niet verwacht. Het
bewjjst intusschen, dat het socialisme nog niet in
staat is geweest alle edeler gevoelens bij den heer
B. te onderdrukken.
De deelneming in de zaak der bakkerij was niet
zeer groot, maar toch zal men trachten het plan
door te zetten.
De politie was in en buiten de zaal vertegen
woordigd, doch de orde werd geen oogenblik ver
stoord en de menigte ging uiteen zonder gevolg
te geven aan de uitnoodiging van den voorzitter
om vóór het scheiden het vrijheidslied te zingen.
De heeren Borgesius c. s. verklaren in hun
antwoord op het voorloopig verslag betreffende
hun enquête-voorstel, niet te vreezen, dat
overdreven verwachtingen zullen worden opge
wekt. Zjj, die heil zoeken in omkeering van de
orde van zaken, weten dat een onderzoek als het
voorgestelde hun verwachtingen niet zal bevre
digen. Maar dat de vertegenwoordiging, als de
enquête misbruiken aan het licht brengt, niet
zal schromen den zwakken ter hulp te komen, die
verwachting is h. i. alleszins gerechtvaardigd.
Zoo zal dus een onpartijdig onderzoek het besef
verlevendigen, dat ook onder de tegenwoordige
maatschappelijke orde naar het betrachten van
recht en billijkheid ernstig wordt gestreefd.
Te recht wordt ondersteld, dat het onderzoek
hoogstwaarschijnlijk de ongegrondheid zal aan-
toonen van tal van voorstellingen, waarmee de
arbeiders tot ontevredenheid worden gebracht.
Dit te doen door onbetwijfelbare feiten, en aan
den anderen kant duidelijk te doen bljjken dat
alle staatkundige partjjen evenzeer verlangen, aan
rechtmatige grieven te gemoet komen, dat is zeer
zeker een krachtig argument voor het voorstel.
Wat de staatszorg voor den maatschappeljjken
arbeid betreft, de voorsteller» zjjn overtuigd dat
men op dat terrein geen ichrede verder mag gaan
zonder eerst het terrein te hebben verkend tenzjj
de noodzakelijkheid van zulke uitbreiding is ge
bleken, en dit moet de enquête uitwjjzen,
is zjj af te keuren.
Een feit is het, dat de aandrang om diep in
grijpende wetteljjke maatregelen ten behoeve van
den arbeid van dag tot dag grooter wordt; dat
opvolgende regeeringen, zelfs zonder een feitelijk
onderzoek, uitbreiding van de wet op den kin
derarbeid voorstelden. Zou men nu meenen, dat
die beweging te stuiten is door eenvoudig zonder
nader onderzoek te verklaren meer bescherming
voor jeugdige arbeiders is onnoodig Zeker
neen. Maar zjj, die deze optimistische opvatting
deelen, moeten de enquête wenschen om de over
bodigheid van verdere staatszorg te doen bljjken.
Wordt geen onderzoek ingesteld, dan zullen zeer
waarschijnlijk ten slotte toch sociale wetten tot
stand komen, maar die niet voldoende rekening
houden met de werkelijke toestanden.
Uitstel van een jaar of meer is bjj een zaak,
waarmee zulke groote belangen zjjn gemoeid,
volstrekt geen onverschillige zaak. De grondwets-
arbeid behoeft trouwens geen reden te zijn om
dit werk niet ten einde te brengen voor de toch
altjjd nog onzekere ontbinding. Dit tjjdperk is
daarbjj juist geschikt om hervormingen voor te
bereiden. Goed voorbereid en niet te veel om
vattende, kan het onderzoek in enkele maanden
afloopen.
De voorstellers gelooven, dat de kamer genoeg
leden telt, geschikt voor het lidmaatschap dezer
enquête-commissie.
Zjj geven op verschillende gronden de voorkeur
aan een parlementaire commissie. Het land door
trekkende, zou de commissie overstelpt worden
met aanvragen om gehoord te worden, haar ver-
hooren zouden worden gecritiseerd en de goede
verhouding tusschen patroons en werklieden kon
er onder ljjden. Naar Den Haag ontboden, zullen
bovendien de arbeiders, en ook de patroons, allicht
meer volledig en beter antwoorden dan in de
nabjjheid hunner werkplaats, waar zjj en
vooral minder ontwikkelden bljjven onder
allerlei invloeden.
Be enquête sluit echter niet uit, dat hier en
daar een fabriek kan worden bezichtigd, noch dat
men gebruik maakt van den bijstand der ambte
naren van geneesk. staatstoezicht of stoomwezen.
Een staatscommissie met exceptionneele be
voegdheden bestrjjden de voorstellers.
Het instellen van kamers van arbeid verdient
ernstige overweging, maar sluit de enquête niet uit.
De bedoeling is zeer zeker, het onderzoek uit
te strekken tot den overmatigen arbeid ook van
t hen, die geen kinderen meer zjjn. Het moet juist
leeren. hoe ver de wetgéver noodzakelijk möét
gaan. Onder „welzjjn" is ook het aedeljjk welzjjn
begrepen.
Aan het verzoek om uitbreiding van het pro
gramma kunnen de voorstellers niet voldoen
België leert, dat de degelijkheid van het onderzoek
dreigt schade te ljjden door te veel te geljjk te
omvatten.
De landbouw is in het voorstel niet begrepen,
maar wel alle kinderarbeid, en ook werkplaatsen
en fabrieken, zoo die zich op dat terrein mochten
bevinden.
De voorstellers hebben thans hun vragen aldus
gewjjzigd
„Welke is de werking der wet van 19 Sept.
1874 (Stbl. no 130), ook in verband met art. 82
der wet van 17 Aug. 1878 (Stbl. no 127)? In
hoever geven de bestaande toestanden aanleiding,
een aanvulling en uitbreiding van eerstgenoemde
wet in overweging te nemen
„Welke is de toestand van fabrieken en werk
plaatsen hier te lande, met het oog op de veilig
heid, de gezondheid en het welzjjn der werklieden?
In boever worden tot verbetering van dien toe
stand maatregelen van overheidswege vereischt?"
De Java-Bode, het eenige Indische blad dat in
de Tjiomas-zaak geheel de zjjde der regeering
heeft gekozen, trekt in een extra bijvoegsel ter
verdediging van het besluit tot verbanning der
heeren Sol en De Sturler te velde tegen de wjjze,
waarop de andere Indische pers-organen de regee
ring in deze kwestie aangevallen hebben.
De hoogst ongepaste houding van sommige orga
nen der pers en van de betrokkenen hebben, zegt de
Java Bode, het gewone gevolg gehadniets. Den
heeren E. P. L. Sol en A. L. de Sturler is het
verbljjf in de afdeeling Buitenzorg ontzegd, omdat
beiden zich zoo gehaat gemaakt hadden en nog
maakten bjj de bevolking, dat een verder verbljjf
op het land noodwendig op een algemeen verzet
zou uitgeloopen zjjn. Om dit te bewjjzen geeft
de Java-Bode eene schets van de wjjze, waarop
over het landgoed Tjiomas, zoolang het in handen
van den tegenwoordigen bezitter is, het beheer is
gevoerd. De heer De Sturler is, volgens dit blad,
iemand, die, om winsten te trekken uit zjjn land
Tjiomas, dat hjj te duur gekocht had, de inlander»
op onmenscheljjke wjjze exploiteerde. Vooreerst
wilde hjj, dat de.bevolking cultuurdiensten zou
presenteeren in de koffietuinen; 2° dat zjj vjjf
dagen achtereen van de 35 dagen zou uitkomen;
3° dat zjj zouden beloven, dat hare vrouwen en
kinderen in den pluktijk meê zouden helpen; 48
dat ieder opgezetene 400 koffieboomen op zjjn erf
zou planten. Hjj zou ze dan vrjjstellen van tuin-
f huur, belasting van tweede gewassen en hun nog
een paar kleine voordeelen verleenen. De bevol-