22». 12^ Jaargang; Dinsdag 28 September. i»»Ö. Middelburg 27 September. Advertentïën 20 Cent per regel.' Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Dit blad verschijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen; Prijs per 3/m. franco f 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.1 MIDDELBURGSCHË COURANT. Agenten te Ylissingen: P. Gr. de Yet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nieuwenhuijzen, te Terneuzen: A.van dee Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger Wie de verschillende beschouwingen over de millioenen-rede in de bladen leest, komt ook op dit punt tot de ontdekking, dat er niets nieuws onder de zon is. Jaren lang hebben wjj bij die staatsstukken dezelfde opmerkingen gehoord als nu weêr worden gemaakt, o. a.: er heerscht verwarring tusschen ge wone en buitengewone uitgaven. De Tijd wijst daarop nu ook en vindt aan die uitgaven niets buitengewoons dan dat zij buiten gewoon hoog zjjn. Zelden heeft het blad, volgens zijne verklaring, een stuk gelezen, waarin zóóveel „maars" voorkomen als in de millioenenrede van den heer Bloem, 't Heeft er iets van of afwisselend de beide bekende geneesheeren van Lafontaine aan het woord zijn, van welke de een den patiënt voor bijna gezond en de andere hem voor doode- Ijjk ziek verklaart. >Wat men dan ook in deze rede, meer dan in eenige vroegere, mist, het is iets wat zweemt naar een eigene vaste overtuiging. Zoo het bewijs nog moest geleverd worden, dat van dezen minis ter geen hervorming van ons financiewezen te wachten is, deze milioenenrede zou daartoe vol doende zjjn. „Geen bezorgdheid, maar wel tot stof aanhoudende zorg" ook die uitspraak is in puntiger vorm meer gehoord, zjj past echter, om dat zij volstrekt niets beteekent, geheel in deze rede van den minister." Dat men van dezen minister geen herziening onzer belastingen, zelfs geene zwake poging daar toe te wachten is, werd eveneens van meer dan eene zjjde opgemerkt; en ook dat zijn wjj in de laatste jaren van onze financiën-miniBters gewoon, al miskennen wjj de pogingen van sommigen hunner niet, die met onwil van de tweede kamer hadden te strijden. Toch gelooven wij dat de minister Bloem in dezen de kroon spant, waar hjj den toestand „bevredigend" noemt, vooral als men hoort hoe hij die meening commenteert. „Mjjne meening", zegt hjj, „steunt voorna- nameljjk op eene vergel jjking met hetgeen vroeger hier te lande en thans nog elders wordt waarge nomen. Gaarne erken ik, dat andere opvattingen nopens hetgeen onder een gunstigen financieelen toestand te verstaan is, mogelijk en te verdedigen zjjn, maar juist omdat dergeljjke opvattingen alleen op subjectieve meeningen kunnen be rusten (111), komt de door mjj gebruikte maatstaf van vergeljjking tusschen hetgeen is en betgeen was en hetgeen elders is, voor eene onpartjjdige beoordeeling de beste voor." „Heeft men ooit", zoo vraagt de Arnh, Crt terecht, „zulke wonderlijke beschouwingen van een Nederlandschen minister van financiën ge hoord Het is niet te ontkennen, dat wjj man nen van allerlei slag aan de schatkist hebben gehadoptimisten, pessimisten, zuinige, gulle, bekwamesukkelachtige, werkzame, ljjdeljjke. Maar we herinneren ons niet ooit door een minister van financiën zulk eene zorgeloosheid te hebben hooren beljjden, als de heer Bloem met deze woorden doet. „Nu ja, daar ligt eene begrooting met ruim 17 miilioen deficit, en van de laatste drie dienstjaren is nog 15 miilioen ongedekt en maar 6$ miilioen uit de leening van 1884 voorhanden, maar er zjjn tjjden geweest, dat de toestand nog veel slechter was, dus noem ik dien „vrjj bevredigend". En let dan eens op, hoe 't er in andere landen uitziet dan is het in Nederland „„bevredigend"" genoeg. „We weten niet welken vroegeren toestand in ons land de heer Bloem als punt van vergeljjking neemt. Heeft hjj daarvoor den tjjd van de tier- ceering gekozen, dan voorzeker geeft de conversie van 1886 een bewjjs van een beteren staat van zaken. Maar hetgeen elders is"" kan worden nagegaan, en dan heeft hjj alleen het recht den financieelen toestand van ons land vrjj bevredi gend" te noemen, wanneer hjj zich op landen als Rusland, Oostenrjjk-Hongarjje, Turkjje, Peru en nog etteljjke meer beroept. Maar vergeljjkt men ons land, niet met de heel en half insolvente en naar het staatsbankroet voorthollende staten maar met de andere, die voor een behoorljjk evenwicht tusschen ontvangsten en uitgaven zorg dragen, met Italië, Pruisen, België, Zwitserland, Zweden, dan moet men erkennen dat onze finan- cieele toestand, niet op grond van „„subjectieve meeningen"", maar na vergeljjking met landen, waar het geldeljjk beheer met orde en soliditeit wordt gevoerd, alles behalve bevredigend te achten is. Men moet zjjn moraliteit niet afmeten naar de zonden en gebreken van anderen, maar naar het goede voorbeeld van hen, die vroom en vroed trachten te leven." Bjj zulk eene opvatting behoeft het echter niet te verwonderen, dat de heer Bloem zich zoo kalm bjj de zaken neerlegt. Bevredigend is noch onze financieele toestand, noch ons belastingstelsel. Maar zoolang onze ministers van financiën zich te vergeefs pjjnigee om bjj hun ingediende begrooting iets nieuws te zeggen en louter zich toeleggen op de kunst om cijfers te groepeeren, omdat ons stelsel van be lasting alle afdoende hervorming en verbetering belet, zullen wjj ook hierover maar zwjjgen tot na de grondwetsherziening. Als die afgeloopen is kunnen wij over dat punt nog nader spreken. Er heeft zich te Utrecht een commissie gevormd om den 70aten verjaardag van onzen koningden 19 Febr. 1887 waardig te vieren. Zeer goed op meer plaatsen zal die dag feeste- ljjk worden doorgebrachten in Middelburg b. v., waar steeds de militairen en schutters bjj die gelegenheid op hun post zjjn, zal het bestuur der Vereenigde sociëteiten der schutterij en infanterie wel zorgen, dat dis jaardag van Z. M. met buiten gewonen luister worde gevierd, terwjjl andere vereenigingen, zoo noodig, hierin wel niet zullen achterbljjven. De Utrechtsche commissie wil echter verder gaan en eene vereeniging oprichten, die wel voornamelijk een plaatseljjk karakter zal dragen, maar tevens trachten zal in andere gemeenten gelijksoortige vereenigingen te doen oprichten, en, zoo dit geschiedt, die verschillende plaatseljjke vereenigingen in een Bond vereenigen met cen trale vertegenwoordiging, bestaande bijv. uit een dageljjkscb, uitvoerend bestuur, et> uit ©lire pro vincie éen of meer leden. De vereeniging zou van hare leden eene niet te hooge contributie heffen tot dekking van hare eigen kosten. De te geven feesten worden niet rechtstreeks door haar bekostigd. Zjj tracht öf door haar initiatief bestaande vereenigingen op te wekken de feesten tot stand te brengen, öf, waar zjj zelve dat doen moet, voorziet zij in de kosten door vrijwillige bijdragen. De vereeniging tracht zich met de overheid te verstaan en de te geven feesten zooveel mogeljjk in overleg met haar te regelen, ook hare mede werking te erlangen tot het doen bespelen van het klokkenspel, het doen uitsteken der vlaggen, het geven van openbare muziekuitvoeringen, enz. Voorzitter van die Utrechtsche commissie is d6 heer J. W. Schubart. Wjj hopen dat dit plan totaal fiasco make; wjj hebben waarljjk al bonden genoeg, zoodat wjj er nu nog niet een behoeven op te richten om nationale feesten kunstmatig in het leven te roepen, want dat wordt het ten slotte, wanneer alleen voor zulk een doel een bond wordt tot stand gebracht. Wanneer er aandrang bestaat voor een natio naal feest, komt er van zelf een algemeene com missie maar om nu een permanent bestuur voor zulke pretjes werkzaam te sien, lacht ons niet toe. Er zjjn wezenljjk wel ernstiger zaken te behandelendan telkens een idee van deze of gene te overwegen, die gaarne, wie weet om wien te believen, zich inspant voor zulke z. g. nationale feesten. Trouwens zulke feesten dragen uit hun aard een plaatseljjk karakteren wjjzigen zich naar locale omstandigheden. Er is daarvoor dan steeds veel geld noodigom nu weêr door bui tengewone contributie voor een bond meer uit gaven in het leven te roepen, is schadeljjk en onnoodig. Elke gemeente kan gerust in deze op eigen wieken drjjven, vooral nu bjj na overal zulke vereenigingen bestaanen van uit Utrecht behoeft men waarljjk niet de overheid lastig te vallen met verzoeken om de klokken te luiden en der geljjke nietigheden meer. Van daar is ook het idee uitgegaan om den jaardag van de kleine prinaes tot een n a t i o- nalen feestdag te makeD. Wjj hebben ons destjjds daartegen reeds verzet en zagen met genoegen, dat men op dien dag hoofdzakeljjk kinderfeestjes organiseerde waartoe zich de 81 Aug. bjj uitstek leent. De heeren willen nu misschien langs zulk een omweg hun doel bereiken zjj schjjnen dus nog niet geleerd te hebben door de ervaring, of willen pêr se hun plan doordrjjven. Daartegen meenen wjj te moeten opkomen. Bjj elke gelegenheid, dat er reden was voor een nationalen feestdag, ging er van uit de hoofd-of de hofstad een roepstem op, die niet onverhoord bleef. Dit is de geleidelijke weg; en in 't ver volg kan men dien ook inslaan. Moge het idee der Utrechtsche commissie dus slechts uitgevoerd blijven binnen haar eigen woonplaats De staatsbegrootingstukken zjjn in druk ver schenen. Wjj stippen daaruit het volgende aan. Er bestaat uitzicht op een gewenschten afloop der onderhandelingen over de herziening van het handelsverdrag met Japan. Voor onderscheidene diplomatieke en consulaire vertegenwoordigers wordt verhooging van bezol diging of uitbreiding van werkkring voorgesteld. Alle voor het gevangenisbeheer benoodigde uit gaven (arbeid gevangenen, Ommerschans en Veen- huizen enz.) zjjn thans op de begrooting van justitie gebracht. Een nieuw rechtsgebouw te Haarlem is gepro jecteerd en een rjjkswerkinrichting te Hoorn. Voor de uitvoering van de schoolwet is 590.000 minder geraamd. De uitkeering der 80 pot. zal 300.000 kosten. Op de rijksnormaallessen zal 25.000 kunnen worden bezuinigd door inkrimping van het getal der toelagen voor kweekelingen en opheffing van sommige der voorbereidende klassen en die van de normaallessen te Helder. Met ingenomenheid begroeten wij het voornemen der regeering om rjjkssubsidiën te verleenen aan behoeftige plattelandsgemeenten voor genees- en verloskundige hulp. De artsen, die zich daar als geneeskundigen beschikbaar stellen, komen bjj voorkeur in aanmerking als reserve-officieren van gezondheid. De begrooting van marine is ongeveer 180.000 hooger dan over het loopende jaarI Op 's rijks werf te Amsterdam zal worden aangevangen de bouw van een ramtorenschip een deel der stoomwerktuigen en ketels van dat RO.llip S5&' bij j^obrllCUlicxCJU WOfJüii VU1 v AtOircIigtJ 0|J voorts zullen nog drie torpedobooten groot moaei worden aangemaakt. Ook het aaptal torpedo's zal worden uitgebreid. Er zullen dan 20 booten klein, negen van groot model en 85 torpedo's zjjn, De reorganisatie van de rijkswerven in militair en industrieel opzicht is begonnen of wordt voor bereid. De kustwacht wordt uitgebreid. De begrooting van oorlog is ruim f 50.000 lager. Voorgesteld wordt de oprichting van drie compagnieën artillerie voor de pantserforten die van een remonte-depot; die van een militaire school tot opleiding van officieren der infanterie bjj het leger hier te lande en die van een instructie compagnie te Schoonhoven. Verbreeding van het buitenkanaal aan de voor- zjjde van het Noordzeekanaal is geprojecteerd. Een rjjkssubsidie wordt aangevraagd voor de verruiming en verbetering der haven van Phillipine, Het subsidie aan de kolonie Suriname is 102.810.43 hooger dan voor het loopende jaar uitgetrokken. Algemeen prjjst men het standbeeld van Hugo de Groot als een kunststuk dat den ontwerper, den beeldbouwer F. L. Stracké Jzn. te Haarlem, alle eer aandoet. Het bronzen beeld stelt De Groot voor in fiere J staande houding de geplooide mantel hangt hem ongedwongen over de schoudersin de eene hand houdt hjj een geopend boek, in de andere een ganzenveder. Het beeld is 3.50 M. hoogweegt circa 2300 kilogram en is in de fabriek der heeren Merkel- bach, Van Enkhuizen en co. te Breda gegoten. Het rust op een 4.50 M. hoog voetstuk, van circa 20.000 kilogram zwaarte, uit Zweed sch graniet gehouwen, naar een teekening van den architect Gamier te Parijs en geleverd door de firma Kessel en Röhl te Berljjn. Als eenige inscriptie leest men op de voorzijde in "gulden lettersHugo Grotius. Eigenaardig is het de tolken van twee uiterste richtingen over dit huldebljjk te hooren. De lijd eindigt eene beschouwing daarover met deze woorden s »De keur van Nederlands groote mannen staat heden om het standbeeld van een edel en groot Christen. Meer dan twee eeuwen hebben menige stem doen verstervende partijschap zweeg en de haat der theologen, van zjjn voetstuk schjjnt De Groot ons te spreken van de macht der god- deljjke liefde, die, waar alles te niet gaat en ten einde loopt, leven bljjft in eeuwigheid. Voor land en volk moge die stem niet verloren gaan 1" De Standaard schrjjft dat aan den voet van dit standbeeld de Roomschen en de liberalen elkander het recht betwisten, om Huig tot bun geesteljjke familie te rekenen. „Reeds dit verklaart genoegzaam," zegt het blad verder, waarom ons Calvinistisch volk voor deze festiviteit weinig voelt. Reeds op zichzelf zjjn we niet sterk voor stand beelden. De standbeelden zjjn uit het buitenland in ons goede Holland ingedrongen, en waren in onze betere dagen hier nooit inheemsch. Voor ons volksbesef ligt er te sterke verheer» ljjking in van het menscheljjke. En nu er bjj komt, geljjk hier, dat de man, wiens beeld op het voetstuk werd gezet, veel bestreed wat u lief en veel beleed wat u doling is, nu is deze ontstentenis van geestdrift zeker niet onverklaarbaar. Toch s'a ook deze koelheid niet in partjjsuchtige kleingeestigheid over. Indien men eenmaal standbeelden opricht, en door die beelden grootheid van menschelv)k talent wil eeren, dan voorzeker gaat onder onze Hol landers uit die dagen niemand vóór Huig. Nomen omen. Hjj was groot, zooals nauwljjks een ander van zjjn tjjdgenooten, zoolang uitsluitend macht van geest en schittering van talent u maat staf van beoordeeling is. Een kop, zoo rjjk gesierd als de zjjne, heelt zelden meer op Hollandsche schouders gestaan 1 Als man van genie, van onvergeljjkeljjk talent en zeldzame geleerdheid voor Huig de Groot dus ook onze hulde. Slechts verge men niet van ons, dat we om dit talent het gemis aan kloekheid, beslistheid en dapperheid in zjjn geest voorbjjzien. De Groot stond tegen den geesteljjk-nationalen levenstoon, geljjk deze zich in den strjjd met Spanje vormde, met schier al zijn sympathieën over. Zonder Roomsch te. zjjn, helde hjj sterk naar Rome. En wel schreef hjj vaardig en ter snede een verdediging van den Christeljjken godsdienst, maar de Christeljjke godsdienst geljjk hjj dien non uu eenmaal niet de religie, cue onze vaderen had bezield en nu nog ons, hun nakroost, staande houdt in onze verdrukking". Van die zjjde kon men geen ander oordeel verwachten. En het was zeker om de hierbjj aangegeven motieven dat de heer Fabius, lid der tweede kamer, en al de antirevolutionnaire leden van den gemeenteraad te Delft voor de invitatie tot bjj woning hadden bedankt. Was dat echter geen „partjjzuchtige kleingeestigheid" waartegen de Standaard waarschuwt? Bij de onthulling heerschte Zaterdag veel geest drift. Door den koning is bepaald dat de colleges van regenten over de huizen van bewaring, bui ten de arrondissements-hoofdplaatBen gevestigd, en over de passantenhuizen zullen bestaan uit drie leden, Onder meer zjjn benoemd: tot leden van het college van regenten over het huis van bewaring te Terneuzenmr H. M. G. Kloppenburg, kan tonrechter, J. A. van Boven, burgemeester en dr H. B. van Nes, med. doctor, allen te Terneuzen 3 Oostburgmr. F. J. Hennequin, kantonrechter, I. van Houte, burgemeester en L. Theri Mz., ge meente-secretaris, allen te Oostburg Tholenmr J. H. L. van Buren, kantonrechter, C. J. de Vulder van Noorden, burgemeester, en dr J. van der Burght, med. doctor, allen te Tholen» Binnenkort zullen briefkaarten voor het bui- tenlandBch verkeer, voorzien van een zegelstempel van 5 ct. met nieuw opschrift, worden uitgegeven. Bjj de firma J. C. W. Altorffer alhier is, in het bekende formaat en op de gewone wjjze uit gevoerd, verschenen Altorffers spoorweggids voor Nederland, winterdienst 1886/87. Uit Amsterdam meldt men ons: Toen geruimen tjjd geleden in den bóezem van den Amsterdamschen gemeenteraad een voor de kunst gansch niet onverschillige zaak te berde werd gebracht, dat nameljjk in het nieuwe mu seum niet voortdurend plaats kon worden gere serveerd voor de drie jaarljjksche stedelijke ten toonstelling van kunstwerken van levende meesters; dat de kunstwerken over 't geheel in het museum niet tot haar recht kwamen een kwestie waarover dageljjks DOg pro en contra wordt geschreven; dat er wellicht op een der overdekte binnenplaatsen ditmaal nog wel hulplokalen voor de teatoon- stelling zouden te maken zjjntoen stelde burg. en weth., door kunstkenners en beoefenaars daar omtrent ingelicht, voor om een verplaatsbaar tentoonstellingsgebouw, een loods, of een kraam voor ongeveer 20 a 25.000 te bouwen, wat echter niet in den smaak van den raad viel en waarna besloten werd enkele duizenden te bestede^

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 1