BUITENLAND. Verspreide Berichten. MADAME ADAM. belang van den polder raadzaam zal zijn door het sluiten eener nieuwe leening de voltooiing der vernieuwingswerken aan den Westkapelschen seedijk met eenigo jaren te bespoedigen, kan dus tot dat tijdstip hangende blijven. De in het voorjaar gedane peilingen en strand- metingen geven voor wat betreft de Noord, Oost en Westwateringen geene aanleiding tot eenige opmerkingen of mededeelingen, zoodat dan ook voor de Oostwatering slechts het gewone jaarlij ksch bedrag van ƒ1162 voor 350 scheepston steen tot onderhoud van bestortingen is uitgetrokken. Tot zijn leedwezen ziet bet dag. bestuur zich echter tot de mededeeling verplicht, dat de uit komsten dier peilingen aan de Zuidwatering en meer bepaald in het dijksvak van dijkpaa! 33 tot 39 tusschen de uitwateringsluis en het fort De Ruijter zeer ongunstig zijn en een vrij belang rijken achteruitgang aangeven. Met het oog daarop heeft het dag. bestuur dan ook gemeend, na door herhaalde peilingen zich van den juisten toestand van dat oevervak te hebben vergewist, niet langer te mogen wachten om voorstellen tot voorziening te doen; eene som van 27.000 is daartoe op deze raming uitge trokken, voor bestortingswerken van het meest aangevallen gedeelte, zijnde tusschen de dijkpalen 86 en 38 over eene lengte van 100 M. Door de uitkomsten der peilingen in het voor jaar van 1887 te doen, zal moeten worden uit gemaakt of die bestortingen verder behooren te worden uitgebreid. De rente-betalingen en aflossingen zijn ver plichtend, terwijl de overige posten, op de raming voorkomende, geiijk zijn aan vorige jaren. Behalve de aflossing van f 22000 der vaste schuld wordt gerekend op eene aflossing van 10000 van de schuld, voortspruitende uit tijdelijke geldop nemingen daarna zal die schuld, primitief groot 70000, per rest. 26000 bedragen. Daarvoor wordt voor het tegenwoordige 3 rente vergoed. Voor onvoorzien wordt geraamd 10251. De begrooting voor 1886 wijst daarvoor aan f 10860. De vermoedelijke uitgaven voor het aanstaand dienstjaar 1837 kunnen als volgt berekend worden s Hoofdst. I. Uitgaven van vorige dienstjaren nihil. Hfst. II. Kosten der werken 127.455 (Noord watering ƒ100.828, Oostwatering 8S95, Züidwa- tering 9469 en Westwatering 8261); steent e storting Zuidwatering 27000straat- en zandwe" gen ƒ9000; rentebetaling en aflossing ƒ71500; aflossing tijdelijke geldopneming 10.000bezol digingen ƒ16350; inspectiën 700; gebouwen in assurantiën 360grond- en andere lasten 950; brandstoffen, licht en bureaubehoeften ƒ500 druk- en bindwerk 500, kadaster 300 ver- kiezingskosten 250; alle andere uitgaven 3.400 en onvoorzien ƒ10251. Totaal der uit gaven ƒ278514. De ontvangsten, met uitzondering van het dijk- gesehot, zijn daarentegen de volgende: vermoedelijk goed slot van 1886 Memorie; eigendommen 2500; afwateringsgel den ƒ570; verschillenden aard ƒ3500; straat- en zandwegen ƒ9000; leening 5e serie ƒ30000; sameD 45570. Te kort 232944. Tot dekking daarvan stelt het dag. bestuur voor te heffen op de gronden en wateren des polders tw. schotbaar 15421 H. 223612 en vrijland 1481 H. 9332, samen 232.944, en mitsdien het bedrag van het gewoon dijkgeschot voor 1887 vast te stellen op ƒ14.50 per hectare schotbaar en 6.30 per hectare vrijland. Alzoo wordt besloten met algemeenestemnun. Evenals ten vorigen jare wordt, behalve Mid delburg, Westkapelie aangewezen als plaats, waar in 1887 de verkiezing zal plaats hebben. Het stembureau voor dat jaar wordt vervolgens samengesteld als volgt: Als voorzitter de voorzitter van het polder bestuur als plaatsvervangend voorzitter de heeren diger, veel vröoljjker, veel rijker en ik moet trotsch zjjn op den naam yan mevr. Juni, die is veel mooier dan Meibloempje of April-kindje. De dichter van het liedje moet er ook zoo over gedacht hebben; want hij prijst Juni zeer ten boste harer voorgangsters. Ik heb het nooit gedrukt gezien en ng het alleen, zooals moeder het mjj geleerd net's Zoodra het liedje uit was, kwam Stamford binnen met het berioht van den diefstal en toen hjj weg was verried ik vader het geheim van onze liefde. De woorden ontvielen mjj onwillekeurig, maar ik kon ze niet meer terug nemen. Het was niet mjjn geheim maar dat van Stamford. Misschien hadden wjj er vader vroeger over moeten spreken maar er waren redenen voor ons stilzwijgen. En wie kon voorzien, dat het geheim onthuld zou worden juiat op het oogenblik dat er een donkere wolk over de eer van Stamford hing. Maar laat ik liever opschrjjven, wat er gebeurd was en waarom Stamford verdacht werd. De brandkast stond in zijn kantoor. Het was een groote brandkast, bjj Holdfast gemaakt, wiens werk altjjd geroemd wordt als het beste en veiligste in zjjn soort. Ik herinner mij dat vader altjjd zei: „Een veiligheidskast moet veilig zijn, anders deugt zjj nergens voor." Daarom kocht hp de beste, die er te krjjgen was en vertrouwde daarop. Ik vreet dat hp nooit van een van de Nevisons gehouden heeft en toch kon iemand moeilijk meer tertrouwea in iemand stellen dan hp in hen. mr N. C. Lambrechtsen van Ritthem en P. Pon- wer Az. Als leden de heeren A. de Nood, J. C* Lantsheer en J. Minderhoud Pz,als plaatsver vangers de heeren L. Cysouw, P. de Yisser en J. Koene. Daarna is aan de orde de benoeming eener commissie tot onderzoek der rekening en begroo ting voor de jaren 1887 en 1888. Aangezien de vergadering de benoeming niet zelve wenscht te doen, noodigt de voorzitter de heeren Volkrijk Liebert, Rjoze en Coppoolse uit die commissie te vormen. De genoemde heeren verklaren zich daartoe bereid. De voorzitter brengt vervolgens aan de met Januari altredende commissie zijn dank voor de vele moeite en zorgen, die zij zich in het belang des polders getroost heeft. Vervolgens wordt nog goedgevonden aan J. Boogaard te St. Laurens, op zijn verzoek, in koop af te staan een perceel grond, gelegen aan den Noordstraatweg van Middelburg naar Seroos kerke, bij het hof Brigdamme, groot 9J centiaren, voor den prijs van 9.50. Eindelijk wordt op voorstel van den voorzitter, als gevolg van het genomen besluit tot vaststel ling van het gewoon dijkgeschot, in afwachting van de vaststelling der polderbegrooting voor 1887, reeds nu besloten lo om zoo spoedig mogelijk te doen uitvoeren de navolgende werken. a art. 5 der raming van de Noordwatering het uitbreiden der bazaltglooiing en het verzwaren van het dijkslichaam tusschen de dijkpalen 8 en 14 35.598.20; b art. 8 het verbeteren en uitbreiden van de steenglcoiing en de staketwerken tusschen de dijkpalen 14 en 16 31.788.25 c art. 9 het verbeteren der steenbestorting langs den voet van den Westkapelschen zeedijk tusschen de dijkpalen 22 en 25 5137.50. d. Zuidwateringhet met Doorn, steen bestorten van den onderzeeschen oever van 12,5 M. ten oosten dijkpaal 37 tot 12.5 M. ten oosten dijk— paal 38. 2». Om die werken nog in net loopende jaar 1886 in het openbaar aan te besteden. 3». Om het dag. bestuur te machtigen de noo- dige plans en teekaningen op te maken om bij de voordracht aan gedeputeerde staten te worden overgelegd. De agenda van het dag. bestuur hiermede uitgeput zijnde en geen der leden het woord verlangende, wordt deze najaarszitting, waarbij de heeren Loeff en .Snijders afwezig waren, door den voorzitter gesloten. Bij de puinhoopen van het Kurhaus te Sche- veningen zijn onder het tooneel eenige kisten met muziekboeken en bladen, alsmede verschillende instrumenten ongeschonden teruggevonden en aan prof. Mannstadt opgezonden. Op de kostschool. »Dat is toch ongehoord, ClineGjj kunt nog niet eens uw familienaam goed schrjjven en toch zjjt gij reeds bijna dertien jaar oud." „Dat is ook niet noodig, juffrouw, voor die paar jaartjes nog!" De ongelukkige dochters van generaal Villa- campa bezochten na zijn terugkeer te Madrid den minister van oorlog, om genade te smeeken voor hun vader. Men kon haar weinig hoop geven, waarna een hartverscheurend tooneel volgde. De redacteurs van twee republikeinsche bladen zijn gearresteerd. La Patrie is wegens oneerbiedige uitdruk kingen over keizer Wilhelm bij gelegenheid van diens bezoek aan Straatsburg in Elsasz-Lothringen verboden. Drie Franschen zijn uit Metz gezet, wijl zjj lid waren van deEIaasz-Lothringen vereeniging te Parijs. Misschien was dit een van de redenen, waarom ik van Stamford ben gaan houden. Ik moest wel zien, welken hoogen dunk vader yan zijn recht schapenheid had en het kan toch niet goed zjjn om tegelijk goed en kwaad van de menschen te denken. Vader zei: „Dat ziet er leelijk uit voor Stam ford Nevison." En dat doet het ook, voor zoover het de leiten betreft. Maar er moet een vergissing, van welken aard dan ook, plaats hebbenwant Stamford kan geen dief zijn. Ik wil hier niet herhalen, wat vader zei, toen ik hem van onze liefde vertelde. Hjj zei wreede dingenmaar hjj was ook zoo geschrikt. Uit angst van h9m leed te doen had ik Stamford overgehaald om nog niet van onze verloving te spreken. „Zeg het hem op mijn eerstvolgenden ver jaardag," zei ik, „maar geen dag vroeger." „Op dien heerlijken eersten Juni 1" riep Stamford uit en beloofde het. Vader zei allerlei wreede dingen, maar hjj is toch een goede man en het ia heel leeljjk van de menschen om te zeggen dat hjj het niet is. II. Wjj wonen op de Hoevegeen twintig minuten van de fabriek af. Toen Swarston zich uitbreidde naar den kant van Otterbank en er allerlei fabrieken verrezen, vluchtten de bewoners der Hoeve voor al dien rook en dat geraas en ver- Generaal Villacampa, het hoofd der Spaan- sche opstandelingen, is onder geleide te Madrid aangekomen. Toen hjj zich van het station naar een gereedstaand rjjtuig begaf, presenteerden de soldaten voor hem het geweer. Hij is in de militaire gevangenis San Francisco overgebracht. Te Saragossa is op da publieke wandelplaats Santa Engracia een kruitbus ontploft. Te Lille zjjn twee acrobaten, zusters, van het trapéze naar beneden gestort van eene hoogte van 15 meters; de eene viel op een touw, waar aan het net was bevestigd, de ander in het net. De eerste is zeer ernstig aan djjbeen en pols ge kwetst; de tweede heeft slechts enkele lichte verwondingen. Aan de Daily News wordt uit Sofia gemeld, dat Madjed pacha, op verlangen der Boelgaarsche regeering, zich naar Konstantinopel begeven heeft om de Porte in te lichten omtrent den ernstigen toestand in Boelgarjje, en Turkjje's hulp te vragen in geval eener Russische bezetting. Herhaaldelijk hoort men de klacht uiten, dat de derde Fransche republiek zoo weinige gees tige vrouwen telt, alzoo in dit opzicht verre ten achteren staat bij haar eerste zuster, bij het keizerrijk en het koninkrijk. De meest schitte rende zoo niet eenigst schitterende vrouwenfiguur onder de tegenwoordige republiek is Madame Adam, die zich op letterkundig, politiek en maatschappelijk gebied in buitengewone mate onderscheidde en in wier salon zich alles ver- eenigt, wat in de republikeinsche wereld van Parijs aanspraak maakt op geest en verstand. Toch ervoer ook eenmaal deze vrouw, in wier vriendschap en bescherming heden lout Paris wedijvert, hoe moeilijk de strijd om het bestaan valt, dubbel moeilijk voor haar sekse, welke tegelijkertijd den strijd met bekrompenheid en veroordeel aanvaardt. Madame Adam bad in haar jeugd, gelijk vele harer zusters, met bitteren tegenspoed te kampen ofschoon schoonheid en geest haar goede bond- genooten wareD, zij weet bij ervaring wat het beteekent met haar manuscripten van uitgever tot uitgever te gaan. Als helpster bij haar vader, een plattelands- geneesheer, begon zij haar leven, trad weldra in het huwelijk met den dorpsnotaris, een veel oude ren man, maar den notaris en het dorp even on- verdragelijk vindend, richtte zij haar schreden naar Parijs om hier van haar pen te leven. Zij had een weinig gelezen, bezat eenigen geest en veel gevoel. Het laatste kwam haar het best te pas. Proud- hon had zijn ideeën over de vrouwen, een weinig vleienden aanval, in het licht gegeven. Juliette Lamber dit was de nom de plume der jonge schrijfster las het boek met verontwaardi ging en bsantwoordde het met geest. Haar Ide'es-Anii-Proudhoniennes, een reeks gelukkig gekozen paradoxen, ter verdediging van de volkomen gelijkheid der vrouw met haar soi-disant heer en meester, trok de aandacht van George Sand, en van dit oogenblik af was Juliette Lamber er „bovenop". De beide vrouwen sloten vriendschap met elkander, die alleen door den dood verbroken werd. Van de jongste verscheen het eene werk na het andere, waaruit bleek, dat haar omgang met de schrijfster van Indiana niet zonder invloed was gebleven. Juliette Lamber behandelde verscheidene on derwerpen, maar zij legde altijd een hartstochte lijke voorliefde aan den dag voor de verdediging van de rechten der vrouw. In denzelfden tijd was zij weduwe geworden, maar sloot spoedig daarop een tweede huwelijk met den rijken senator Edmond Adam. Fortuna stelde haar in staat van woorden tot daden over te gaan; zij verlangde invloed uit te oefenen op den loop der Fransche politiek, wat haar volkomen gelukt is. kochten haar aan vader. Uit het huis kunnen wjj de fabriek zien. Ik geloof dat vader liever schoorsteenen ziet dan boomen. Wjj wandelden dien morgen samen naar de fabriek en ik voelde mij zeer ongerust. Er liepen twee kinderen op de laan en die hadden een klein hondje bjj zich. Het jongetje kroop door de gebroken heg en liep het véld over. Het meisje bleet in de laan. De bond wilde met beiden mee gaan en liep van den een naar de ander, vol angst en jammerlijk jankende. Ik dacht daarbjj aan mjjzelve, want ik was in hetzelfde geval als die hond. Toen riep het meisje haar broeder toe„Kom hier bjj mij loopen, Feddy, ziet ge niet hoe naar Spud het vindt als hjj niet met ons allebei kan gaaa?" Feddy kwam weer bjj zjjn zusje loopen en Spud danste van vreugde, dat hjj ze weer bij elkaar had. Grootvader Fry heeft een boek geschreven dat nooit uitgegeven is en daarin zegt hjj, dat de wereld vol geljjkenissen is voor hen die het oog van een dichter hebben. Ik was benieuwd of vader het hondje opmerkte en of hij begreep hoeveel diens toestand op den mjjnen geleek; want ik werd naar twee kanten getrokken en kon alleen ge lukkig worden, indien de twee personen, die thans gescheiden waren, weer bjj elkaar gebracht werden. Maar ik zag in de vreugde van den hond een voorbode van de mjjne; zoo geneigd zjjn wjj om eiken zweem van bemoediging aan te gg Het" keizerrijk was gevallen, de republikeinsche wereld behoefde"een vrouwelijk hoofd, Madame Adam aanvaardde dezen post. Met welken ijver en met welk resultaat zij hem vervulde is genoeg bekend. Zij herstelde den politieken salon, nadat de storm des oorlogs had uitgewoed; voor de veld slagen, die ter wille van het nieuwe régime in senaat en kamer werden geleverd, was in haar salon het plan de campagne ontworpen. Na den llcn Mei voelden de republikeinsche leiders, dat hunne vrijheid, misschien zelfs hun leven gevaar liep. Bij Madam Adam kwamen ze samen en haar salon werd een soort van raad kamer voor een complot tegen de regeering der orde; zij wonnen, en hunne gastvrouw werd als de meest invloedrijke vrouw van Frankrijk be groet. Madame Adam had het toppunt van haar macht bereikt, maar de eigenlijke leider der republikeinsche politiek, Gambetta, begon, met zijn dejeuners, de diners en thé's van Madame Adam afbreuk te doen. Madame Adam verloor eenigszins haar invloed op den loop der zaken, doch hare vindingrijkheid en bovenal haar vaste wil wezen haar een uit weg. De dood van haar echtgenoot bad haar de vrije beschikking over een groot vermogen gegeven, 't geen zij gedeeltelijk gebruikte tot het oprichten der Nouvelle Revue, die de Deux Mondes van het Republicanisme moest worden. De uitgeefster ging geheel in hare nieuwe onder neming op en trachtte de bezigheden der schrijf ster te doen samengaan met die van de vrouw van de wereld. Haar dag was zeer geregeld verdeeld. Zij stond vroeg op om manuscripten te lezen, medewerkers te ontvangen enz. Aan het ontbijt sprak zij met haar naaister, en gat hare orders; des middags maakte zij eene rijtoer, terwijl zij na baar diner eene avondpartij bijwoonde of wel de opera of comedie bezocht; 'savonds laat zat zij weêr aan haar schrijftafel manuscrip ten te lezen of zelfs iets te schrijven, zoodat er slechts weinige uren voor slapen overbleven. Dat het zóó niet lang duren kon, is natuurlijk. Haar geneesheer raadde haar aan rust te nemen, daar deze overmatige arbeid haar dood tengevolge zou htbben. Deze bedreiging had echter minder in vloed op haar besluit om hulp te nemen, dan de vrees dat zij hare schoonheid zou verliezen. De Revue werd er niet minder door, terwijl de ge zondheid van Madame Adam er veel bij won en zij kan bij de vele eeretitels, welke haar ten deel vielen, er nu roem op dragen, dat zij dejeugdigst uitziende grootmama in Frankrijk is. Met de politiek blijft zij zich steeds bemoeien. Zij is eene felle tegenstandster van prins Bis marck, en voert een heftigeu strijd tegen hem in het politiek overzicht in de Revue en m de welbekende letterkundige schets La Socièiê a Berlin. Wanneer zij er kans op zag haren vijand een onaangenaam oogenblik te bezorgen, ontzag zij geen moeite. Zij is er niet voor teruggeschrikt een zeker tegenwicht in het leven te roepen tegen Bismarcks driekeizersbond, waartoe zij Roma Weenen, Pest en St. Petersburg bezocht. Het is de strij d van het boudoir tegen het kabinet van den kanselier, en ongelijk als de strijd schijnt, behaalt het boudoir toch somwijlen eene overwinning. Te St. Petersburg maakte zij kennis met Skobeleff, die al gauw een van de meest ge trouwe bezoekers in haar salon te Parijs werd. Maar tengevolge zijner bekende heftige uitdruk kingen tegen Duitschland, die voor een oogen blik den Driekeizersbond in gevaar bracht, werd Skobeleff door den Czaar teruggeroepen. Het kwaad was echter bedreven. Het was gemak kelijker hem terug te roepen dan zijne woorden ongezegd te maken, woorden die getuigden van een onverzoenlijken haat tegen al wat Duitseh is. Het aandeel dat Madame Adam in den loop der zaken genomen heeft is grootendeels haar eigen werk, maar in enkele' opzichten behoort het tot de traditie van het sociale leven in Frankrijk. Het was voorzeker een teleurstelling voor de vele vereerders dezer belangwekkende vrouw, voor eenige dagen te vernemen, dat haar geneesheer haar ten tweeden male rust heeft aanbevolen, waardoor zij zich genoodzaakt heeft gezien de leiding van haar tijdschrijft aan der Cyon, sedert geruimen tijd medewerker aan de Nouvelle Revue, op te dragen. grjjpen, wanneer onze harten bedroefd zijn. Myra en Stamford waren samen in zjjn kantoor, toen wij aan de fabriek kwamen. Stamford zag mij niet aan en anders was zijn morgengroet altjjd zoo opwekkend voor mij geweestwant ik hoorde er iets in, wat een ander er niet in kon hooren. Hij hield zjjne oogen onafgebroken op mijn vader gevestigd en ik wist dat hjj begreep, welke slechte gedachten vader omtrent hem koesterde. Myra zag mjj aan en haar zacht gelaat was bedroefd en treurig. Daar stond de brandkast, zooals ik haar zoo dikwjjls gezien had. Ik begon te bedenken; dat vader en ik den vorigen avond op het kantoor geweest warenStamford was naar Blankford geweest om bankbiljetten in te wisselen. Ik had ze gezien; twee honderd, van zestig gulden; die waren ingewisseld tegen andere van de Engel- sche bank. De nieuwe banknoten werden in de groote geldtrommel geborgenik zag ze er in leggen. Stamford sloot de trommel en zette ze in de brandkast. Het is een nieuw soort brandkast met een „springgrendel" en er is een wjjzer bjj den knop, die aantoont of zjj gesloten is of niet. Wordt wvolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 6