N° 224,
120* Jaargshp
1886:
Donderdag
23 September.
FEUILLETON.
Rijks-Belastingen.
Middelburg 22 September.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3.50.
Afzonderlijke n om roers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer f 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
MEVROUW" JUNI.
Uit het Engelsch
door THOMAS KEYWORTH
HIDDELRURGSCUE COURANT.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. vak NrEUWENHüi jzente Ternenzen: A.van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor bet Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger
De burgemeester van Middelburg maakt bekend:
dat bij hem ontvangen en aan den ontvanger der
directe belastingen ter invordering is verzonden
bet door den provincialen inspecteur der directe
belastingen enz. te Middelburg, den 18 September
1886, invorderbaar verklaarde kohier derpersoneele
belasting n° 6 voor het dienstjaar 1883/7, met uitnoo-
diging aan ieder wien zulks aangaat, om, na beko
men kennisgeving van zijnen aanslag, ten spoedigste
het door hem verschuldigde te kwijten, met herin
nering tevens, dat de bezwaren, welke dienaan
gaande mochten bestaan, binnen drie maanden
na heden bekooren te worden ingediend.
terwijl hij voorts de belastingplichtigen, die in
den loop des dienstjaars een perceel verlaten,
zonder daarin eenige roerende goederen of iemand
in hunnen dienst achter te laten, indachtig maakt
op de gunstige bepaling van art. 7 der wet op
de personeele belasting van den 9 April 1869
(Stbl. no. 59).
Hiervan is heden afkondiging geschied waar
het behoort.
Middelburg, den 22 September 1886.
De burgemeester voornoemd,
F. ERMERINS, L.-B.
De rede, waarmee gisteren de heer Van Eysinga
het preaBidium der eerste kamer weder aanvaardde,
luidt in haar geheel als volgt
Mijne heerenl
»Ook voor het aangevangen zittingjaar heeft het
Z. M. onzen geëerbiedigden koning behaagd, mij
den voorzittersstoel dezer vergadering toe te wijzen.
Dat vernieuwd bewjjs van vertrouwen wordt door
mij ten hoogste geapprecieerd.
»Aan uw steun en medewerking, die ik reeds
gedurende verscheiden jaren mocht ondervinden,
zal het mjj ook thans zeker niet ontbreken.
De buitengewone zitting, die 14 Juli geopend
werd, kon uit den aard der zaak slechts van
korten duur zijn en, hoewel daarin niet onbe
langrijke wetsontwerpen werden aangenomen, meer
strekken tot voorbereiding dan tot afdoening van
ingrijpende onderwerpen.
»Ik behoef wel niet te zeggen, dat ik onder
die ingrijpende onderwerpen in de eerste en voor
naamste plaats bedoel de herziening onzer grond
wettige instellingen.
»Men kan zeggen, dat de betrekkelijke voor
stellen in staat van wijzen zijn gebrachtwjj zjjn
alzoo een schrede nader bjj gekomen.
sToen ik de laatste maal, bjj de aanvaarding
van het voorzitterschap, de eer had het woord tot
u te voeren, stelde ik en ik deed dat met het
oog op de wijziging, die er in de verhouding der
staatkundige partijen had plaats gehad de vraag,
of het der regeering zou gegeven zijn, haar afge
broken en weder opgevatte taak met gunstig
gevolg voort te zetten.
EERSTE BOEK.
hoe een man hard wordt
door RALPH RED GATE.
Men heeft mjj een hard man genoemd en mis
schien niet geheel ten onrechte, Sommige menschen
moeten hard, zjjn anders zou niemand tot zjjn recht
komen. Ik ben vaak gedwongen geweest om
streng te handelen, wanneer het vrjj wat aange
namer zou geweest zjjn om met zachtheid te
werk te gaan. Ik begeer mjjzelven niet te ver
dedigen; dat zal de waarheid weldoen. Wanneer
alle omstandigheden in verband met Stamford
Nevison bekend zjjn, zal het bijjken dat ik vol
komen rechtvaardig in die zaak gehandeld heb.
Zjjn vader was een heer en bewoog zich in fatsoen
lijk gezelschap toen ik niets was. Ik kwam vooruit
in de wereld en hjj ging achteruitmaar het is niet
billijk om te zeggen dat ik jaloersch was op den
zoon, ter wille zjjner familiebetrekkingen en van
zjjn naam. Ik was boos, toen ik merkte dat mjjn
dochter Eppie hem beminde en dat zjj heimelijk
verloofd waren. Maar ik wilde hem niet te gronde
richten.
Eppie was als de zonneschijn voor mij geweest
yau het oogenblik af dat haar moeder stierf. Haar
sik voegde er bij, dat dit, mijns erachtens
wenschelijk zou zijn.
»Die wensch komt mjj voor, meer en meer voor
vervulling vatbaar, dat doel meer en meer be
reikbaar.
Was de buitengewone zitting alzoo kort van
duur, toch was ze niet zonder beteekenis.
»Bjj de behandeling van die gewichtige onder
werpen zijn wederkeerige waardeering en onderlinge
samenwerking plichtmatig, ja onmisbaar.
»Met die gezindheid kan, onder de leiding van
deze regeering, een grootsche arbeid worden tot
stand gebracht.
»Een arbeid, die, onder Hoogeren zegen, kan
strekken tot heil van koning en vaderland.
Moge het alzoo zijn; ik verklaar het voor
zitterschap te hebben aanvaard".
Het Vad. schrijft naar aanleiding van deze rede
het volgende
De voorzitter gevoelde behoefte aan zijn onver
zwakte voorliefde voor de grondwetsherzieningen
zijn hoop haar spoedig verwezenlijkt te zien,
nogmaals uitdrukking te geven. Hjj ging in zjjn
goede verwachtingen zelfs zoover, dat hjj de desbe-
trekkeljjke voorstellen reeds in staat van wjjzen
noemde, wat een beetje voorbarig is, en dat hjj
onder leiding dezer regeering het doel meer en
meer bereikbaar achtte, ofschoon de regeering in
antwoord op de verslagen een min of meer ver
ontrustend stilzwijgen bewaart.
Hopen wij, dat de heer Van Eysinga zal blij ken
goed profeet te zijn geweest en zijn beroep op
een geest van samenwerking en welwillendheid
niet verloren moge gaan.
Overeenkomstig het beginsel, dat de publieke
zaak publiek behandeld moet worden, zijn over
de zaak-Tjiomas ingekomen. .drie geheime
bescheiden. Gelukkig dat er van andere zjjden
voldoende voor openbaarheid wordt gezorgd.
»Een telegrafische petitie uit Indië werd niet ter
zijde gelegd, ofschoon niet was gebleken dat het
zegelrecht was voldaan. En te moeten zeggen,
nat geen stem in onzen oeuuuin«uu«..„u
tegen die lichtvaardigheid verhief. Intussehen, het
maakt voor belanghebbenden dikwijls niet veel
verschil of een petitie wordt ter zjjde gelegd
of niet."
Nog enkele beschouwingen over de openings
rede deelen wjj in 't kort mede
De Hjd vindt dat zij, wanneer men haar ver-
geljjkt met de troonreden der laatste jaren, geen
ongunstig figuur maakt.
»De inhoud is minder schraal dan wjj bjj
dergelijke gelegenheden gewoon waren, en wat
den vorm aangaat, is er althans naar gestreefd,
eenigen samenhang te brengen tussohen de ver
schillende onderdeelen.
„Nieuws werd uit den mond van den minister
weinig verwacht, en ook weinig vernomen als
nieuws alleen zou kunnen geldenvooreerst dat
dit jaar geen verhooging ook geen hervorming?
zal voorgesteld worden van belastingen. De
oude blijven echter, de buitengewone opcenten
van het personeel daaronder begrepen".
moeder noemde haar mevrouw JuDi; dat was de
titel van een lievelingsliedje dat mijn vrouw zong
en dat zjj Eppie leerde. Die naam paste haar
uitstekend en past haar nogik hoor het liedje
gaarne maar noem nooit dien naam.
Ik zeg altijd maar: „Zing het liedje van uw
moeder, Eppie." Het wordt altijd gezongen in
April, Mei en Junidan laten wij het ruBten tot
het weer April is.
Ik ben geen man, die veel zegt. Eppie is mij
zeer dierbaar en ik geloof dat zij het wel weet.
Ik had niets tegen Stamford Nevison, totdat
hjj verdacht werd van mjj bestolen te hebben. Ik
wist dat hjj mjj het hart mijner dochter ontstolen
had en meende dat hij mjj mijn geld ontstolen had.
Hij was opgevoed in de rjjksschool en kwam
op zjjn vjjftiende jaar bij mjj op het kantoor. Ik
had zijn vader gezegd dat hjj den jongen te lang
op school liet, maar die dacht er anders over.
Ik kreeg mjjn opleiding in het weeshuis te
Swarston, waar ik zes vreugdelooze jaren door
bracht. Die opvoeding maakte eenigen onzer
sterk en streng, maar anderen scheen zjj ter neer
te drukken, totdat zij geheel wegkwjjnden. Er
bestaat een zeker idiotiamus van het hart en ik
heb menschen gekend, die daaraan leden.
Op oogenblikken, dat ik zachter gestemd was,
heb ik mjj wel eens afgevraagd of ik niet een
heel ander mensch zon geworden zjjn als ik in
huis ware opgevoed, zooals de meeste jongen®.
Maar zooals ik zelf altijd zeg, een schrikkeljaar
is geen gewoon jaar en een gewoon jaar is geen
De mededeeling omtrent eene landbouw enquête
klinkt zeker fraai genoeg.
„Na het antwoord evenwel, dat de adressanten
uit Limburg en Groningen op bun adressen over
land bouw-belangen van de regeering ontvangen
hebben, koesteren wij, zegt het blad, van de
resultaten van bet beloofde onderzoek slechts
geringe verwachtingen. Wanneer a priori vast
staat, dat alle bescherming uit den booze is,
kunnen wij ons niet voorstellen, dat de land
bouwers van deze regeering eenige lotsverbetering
hebben te hopen. Immers, hetgeen van dergelijke
commissie mag verlangd worden, is niet bet ver
zamelen van eenige wetenschappelijke of quasi-
wetenschappeljjke gegevens, maar het voorstellen
van practische middelen, om den meest belangrijken
en tevens gevaarlijk bedreigden tak van ons
volksbestaan tegen verdere schade te vrjjwaren".
Wat omtrent Indië gezegd wordt klinkt De Tijd
optimistisch genoeg, en den volzin die op de
grondwetsherziening slaat vindt het blad de
lamlendigste die in de geheele openings-speech
voorkomt.
Na eene herhaling daarvan vraagt het blad
ten slotte
„Veronderstel eens het is, natuurlijk, zuiver
en alleen een veronderstelling, welke wjj uitspre
ken dat de heer Heemskerk een sluk parle
mentairen arbeid had willen aankondigen, waarin
hij zelf hoegenaamd geen lust had, en in het tot
stand komen waarvan hjj hoegenaamd geen geloof
of vertrouwen stelde, zou hjj dan wel veel anders
gesproken hebben?"
De Arnh. Crt vindt dat wanneer de zitting
der staten-generaal niet door den koning in persoon
geopend wordt, de toespraak waarmede dit geschiedt
in practische beteekenis kan winnen, wat ze in
plechtigheid en omhaal allicht verliest.
Aan de jongste rede zou men zeggen, dat het
ook den ministers gemakkelijker valt persoonljjk
te spreken dan aan Z. M. de door hen vastgestelde
phrases in den mond te leggen. Wel zal hjj, die
uit het gezegde niet veel wijzer worden, maar de
ingewijde vindt er toch menige mededeeling in
welke hem licht geeft omtrent de verwachtingen
voor de naaste toekomst.
In de mededeeling omtrent onze belastingen
ziet het blad, afgaande op de antecedenten van
den minister Bloem, niets anders dan de teleur
stellende aankondiging van rustige rust.
Waarom de commissie, belast met het onderzoek
naar de oorzaken van het „minder winstgevende
der bedrijven van den landman en den veehouder"
eene koninkljjke commissie, in plaats van staats
commissie, heet, ia het blad een raadselwaar
schijnlijk een onschuldig anglicisme", zegt het,
is het in elk geval eene nieuwigheid die afkeu
ring verdient. De zaak zelve daarentegen keuren
wjj niet af. Men had iets vroeger kunnen be
ginnen met een onderzoek van regeeringswege,
teneinde niet bjj de meeste landen achteraan te
komen. Dit is echter eene aanmerking, die men
wel mag verzwijgen in den boezem der volksver
tegenwoordiging, waar men met het enquêtevoor-
scbrikkeljaar dus moeten wjj Februari nemen
zooals het valt, met acht en twintig, of met
negen en twintig dagen. Somtijds noemt men
mjjGietstaal. Het is geen dichterljjke bjjnaam,
maar er zjjn leeljjker dingen in de wereld dan
Gietstaal.
Boudewjjn Nevison, de vader van Stamford
ging naar de rjjksschool, toen hjj een knaap was.
Hij kende Latjjn en Grieksch en hij wist een
heele boel, waar ik nooit van gehoord hadmaar
in het rekenen was ik hem verreweg de baas.
Dat is een van de redenen, waarom ik vond
dat Stamford niet zoo lang op school had moeten
bljjven.
II.
Ik kende Boudewijn Nevison van aanzien, zoo
lang ik maar iemand kende. De jongens van het
weeshuis gingen des Zondags naar de kerk van
de buurt en zaten op bun eigen galerij tegenover
de bank der familie Nevison, Wat een bank was
dat in vergeljjking met die smalle, harde bankjes,
waarop wjj zaten! De oude mjjnheer Nevison
werd de majoor genoemdhjj was gepensionneerd
militair, maar had nog een soort van gouverne
mentsbetrekking in Swarston. Hjj was een lange
magere man, geheel glad geschoren bjj had
niet eens een knevel. Zjjne wangen waren bruin
en als hjj stond was hjj zoo recht als een kaars.
Zjjn vrouw was zeer mooi, maar vrjj trotsoh naar
ik meen. Er scheen een geheele wereld te liggen
stel betreffende de wetgeving op den arbeid tameljjk
wel met de nachtschuit gekomen is. Indien de
staatscommissie behoorlijk wordt samengesteld,
haar onderzoek met volledigheid en onpartijdigheid
instelt, en aan de resultaten niet enkel aan
hare eigene conclusiën de volledigste open
baarheid geeft, dan kan haar arbeid zeer veel
nut doen, veel verkeerde opvattingen wederleggen
en onware gegevens logenstraffen, ook al mochten
hare voorstellen en conclusiën slechts tot een
volslagen negatief resultaat leiden. Het zou ons
echter wenschelijk voorkomen, de werkzaamheid
der staatscommissie niet te beperken tot landbouw
en veeteelt alleen, omdat die takken van volks»
nijverbeid niet uitsluitend reden tot klagen hebben."
Dat grondwetsherziening op den voorgrond
treedt, vindt het blad natuurljjk en met de ver
zekeringen omtrent Indië is het zeer ingenomen.
Alleen had het gaarne, om maar één ding te
noemen, bij deze gelegenheid vernomen, dat de
minister van oorlog een wetsontwerp op het
militair onderwjjs zal indienen. Die belofte had
even onbeschroomd gedaan kunnen zjjn als die
van zjjn collega van justitie ten aanzien van het
notariaaten de minister had daardoor een
grooten stap gedaan tot toenadering na)ir de
liberale partij,
De Standaard schrijft over die rede, onder het
opschriftLang nat het volgende
„Een vorig maal tikte men Heemskerk op zjjn
vingers, dat de troonrede te schraal en tè min
was. „Goed", heeft hij gedacht, „als de hëeren
daarmee te believen zjjD, zal ik ze wel dienen"^
en hij gaf thans een troonrede, die in haar soepig
Hollandseb, wonderwel op „lang nat" geljjkt.
Er staat van alles in.
Financieele, oeconomische,, constitutioneele,
koloniale, sociale beschouwingen, en in woorden
rijkheid wedijvert elke voorafgaande zinsueê met
de zinsneê die volgt.
Toch ontbreekt ook de kerrie iaiet.
ev wo.j4 - A~~~m
'ruv4Vl'iül' heer EeemskerM en zün ambt-
genooten voortaan de staten-geheraal als de
wetgevende macht beschouwen. Naar goed recht
is de koning wetgever. Hij alleen. En werkt de
kamer bij dezen arbeid slechts als orgaan mede.
Toen wierd het onder liberalistische beduimeling:
Koning en kamer saam, de wetgevende macht.
Maar Heemskerk drijft het nóg verder, en plaatst
nu de wetgevende macht bij de kamer tegenover
den koning.
Zoo gaat ons constitutioneel staatsrecht onge
merkt in het staatsrecht der revolutie over, en
krenkt en ontwricht men het gezag.
Ook is het pikant, dat me» op Atjeh zal bljjven
voorttobben, en het laatste bedrjjf in dit Indisch
treurspel bljjkbaar nog verre is.
Pikant voor onze boeren is, dat ze ook een
commissie krjjgen, om hun grieven te onderzoeken.
En als een commissie nu maar de prijzen op de
markt kan omtooveren, zou onze geplukhaarde
boerenstand zeker ver met zulk een commissie
komen.
tusschen ons weesjongens op de galerjj en da
Nevisons in hun bank met kussens.
Af en toe mochten wjj onze vrienden bezoekefl,
indien wjj die haddeD, indien wij goed oppasten
en indien wjj goede vorderingen met onze lessen
maakten. Er lagen heel wat indiens tusschen een
weesjongen en een vrijen dag.
Ik geloof dat ik de eenige jongen van het
heele gesticht was, die geen familie hoegenaamd
had. Voor zoover ik wist was er niemand op de
wereld, met wien ik verwant was. Wjj waren
allen vaderloos, maar sommige jongens praatten
van naar hunne moeders te gaan, en andere naar
hunne grootmoeders. Ik geloof dat er het meest
van alles over grootmoeders gepraat werd. Hoe
verlangde ik om ook een grootmoeder te hebben
Somtjjds bad ik er om, niet wetende hoe onmo
gelijk het was dat mjjn bede ooit verhoord werd.
Mjjn vader en moeder stierven heel kort na elkaar.
Zjj waren vreemdelingen in Swarston en niemand
wist, waar zjj van daan kwamen. Een buurvrouw
trok zich mjjner aan, zonder eenige belooning of
tegemoetkoming, totdat ik in het weeshuis opge
nomen werd. Die vrouw was zelf doodarm en
toch was zij de eenige op de wereld, die ik kon
bezoeken. Zij had een dronkaard tot man en
een groot gezin maar zij gal mij als ik kwam
altjjd een kommetje thee, met een snee brood,
en een paar centen bjj het heengaan. Dat was
al zakgeld, 't welk ik ooit kreeg. Zjj stierf eer
ik in staat was om iets voor haar te doen en
haye kinderen werden verspreidmaar zoodra