„Bjj mjj sloeg het op de longen had boven dien altijd een slechte borst gehad eindelijk gaf ik bloed op en werd zoo mager als een hout. Mjjn vrienden begrepen mijn verdriet niet. Zjj konden niet vatten dat ik het mjj zoo aantrok. Zjj zeiden dat ik jong en rjjk was, dat niet iedereen zjjne kleederen af, sprong hem na, doch werd bjjna het' slachtoffer van zjjn edelmoedigheid, daar de ander hem de hand vastgreep. Gelukkig echter rukte De Vejj weer boven gekomen zich los, vatte met de eene hand zijn makker aan, en bracht deze met de andere roeiende en door zijne overige makkers nu bijgestaan, behouden aan land. (N. v. d. D.) Onder 'sHeerenhoek is men aan 't rooien van winteraardappels voor den handel geweest. De uitkomst viel niet mede. Als het op andere plaatsen niet beter is gesteld, dan zal de opbrengst over 't algemeen belangrijk minder zijn dan ver leden jaar. Het aantal zieken is wel niet groot» maar de knol is klein van stuk. Door de nood zakelijke sorteering valt een groot deel onder de poters, waardoor de verkoopbare zeer in hoeveelheid verliezen. Men voorziet dat de groote meerderheid vast, weinig bloemig, zal wezen. Gelukkig be staat er verschil in de gronden, waarop zij geteeld zjjn, en zjjn de vroeg geplante de beste onder de blauwe. Zaterdag had een koewachter te Axel de onvoorzichtigheid met een knuppel op een met kruit gevulde patroon te slaan, met het noodlot tig gevolg, dat deze afsloeg en hij zich deerljjk aan aangezicht en handen brandde. De schipper M. van Biervliet is Zondagavond op zjjn terugreis van Ylissingen naar den Braak man omhoog gevaren, terwijl een dozjjn reisge- nooten aan boord waren, die eerst des anderen daags te huis gekomen zijn. Het vaartuig zit nog op de zandplaat. Door toevallige omstandig heden waren de werkende leden van het fanfaren- gezelschap Harmonie verhinderd aan het langdurige zeiltochtje deel te nemen. In de haven van Nieuwediep en langs de kust houden zich tegenwoordig millioenen kleine vischjes op, van verschillende soort. Men heeft de scholen van zulke vischjes zoo menigvuldig nooit gezien. Sommige visschers meenen dit verschijnsel te 'moeten toeschrijven aan het niet meer visschen met de wonderkuil op de Zuiderzee. Blijkt die meening waar te zjjn, dan zou de kwestie van voor- en nadeel door het veelbefaamde net veroorzaakt, voortaan buiten beschouwing kunnen bljjven. (Held. Ct.) In den middag van 5 dezer wisten een tweetal gevangenen uit het nieuw ingerichte huis van correctie bjj Leiden, te ontsnappen. Bij het over zwemmen der gracht werden ze echter door een op post staanden schildwacht ontdekt, die den een noodzaakte terug te keeren. De andere werd daarop in eene sloot, waarin hjj zich verborgen hield, ontdekt en door de militaire wacht in de gevangenis teruggebracht. De feestwijzer voor de viering van het lOjarig bestaan der rjjkslandbouwschool te Wageningen is thans verschenen. Hieruit blijkt dat de optocht bestaat uit een 6tal groepen alsle groep, „de kindsheid van den Nederlandsehen landbouw (50 jaar vóór C.)", 2e groep, „de dageraad der vrijheid van den landbouwstand (1290)", 3e groep, „zelf standigheid en ontwikkeling (16e en 17e eeuw)", 4e groep, „aanvang van den nieuwen tijd (18e en 19e eeuw)", 5e groep, „eenige mannen, waaraan de landbouw dank verschuldigd is", 6e groep, „voorstellende de weldaden van den landbouw en de gedachte uitdrukkende „de toekomst van den landbouw is gelegen in de toepassing van de lessen der wetenschap". Te Mep el (Limburg) sloeg Donderdag de bliksem in een woning en doodde de 30jarige dochter des huizes. Verder brandde alles af; ook het vee kwam om. Te Exlo in Drente sloeg eveneens het hemelvuur in een woning en trof den man, die daardoor niet loopen kon. Eenige jaren geleden werd hjj ook door den bliksem getroffen en openbaarde zich hetzelfde verschijnsel. Een telegram, 13 Aug. aan het station te Meppel aangeboden en luidend„D. Deddens half zeven Overtoomkwam aan zijn adres als volgt D. Deddens half zeven overleden. Natuurlijk ontsteltenis bij den geadresseerde. Oogenblikkeljjk gingen een paar personen op reis naar Meppel. Daar aangekomen bleek de ver en als een dwaas het geluk nagejaagd had, ver scheiden mijner kameraden, die stil thuis gebleven waren en gewerkt hadden, zich onderscheiden en naam gemaakt hadden. „Odokter wat heb ik geledenDie lange dagen, die ik half wezenloos mijmerend doorbracht, die slapelooze nachten Die eerste zwakke, bit tere twijfel aan mijn talent; dan de reactie, dat zelfbedrog, het op nieuw ontwaakte geloof en de trots en dan weer die twijfel, nu niet meer zwak maar luider en luider, alle domme groot spraak en zelfzuchtige hersenschimmen over schreeuwende. „Die twijfel begint als de kanker, onzichtbaar, onnaspeurljjk, maar hij verteert heimeljjk, meer en meer tot dat eindelijk alles één gapende wonde is een ongeneeslijke wanhoop »Maar eer men zoo ver is, voor men den moed heeft om zich te ontdoen van alle valsche ver siersels, van alle geleende veeren der jjdelheid en zelfbegoocheling en daar staat naakt als een bedelaar, in al de leeljjke armoede zijner onbegaafdheid, dan is er iets in iemand verwoest iets in het lichamelijk gestel, of in de ziel, dat nooit weer te herstellen isMen wordt krankzinnigof men sterft gissing, die niet aan het kantoor van afzending maar bjj het doorseinen was gepleegd. Op een verzoek om scha vergoeding, aan den min. van waterstaat, kreeg men natuurlijk ten antwoord dat daaraan niet voldaan werd. De beambte, die de fout beging, werd zeer ernstig onderhouden en met boete gestraft. Een ooggetuige van den brand, van het Kur- haus die van het begin af aan daarbij tegenwoor dig was, schrjjft ons De indruk, door het groote, schoone gebouw, in rook en vlammen gehuld en door zuiver gouden zonnestralen beschenen, teweeggebracht, was over weldigend. De orde onder de duizenden en dui zenden toeschouwers, die van alle kanten kwamen toestroomen, was voorbeeldig, ja had iets aan. doenlijks, iets treffends. Ik geloof gerust te kunnen getuigen, dat niemand er zelfs aandach om de orde te verstoren. Aller blikken waren op den vuurpoel gericht en duidelijk spraken mee- waardigheid en spjjtgevoel uit veler oogen. Statig en vol majesteit vielen van tjjd tot tijd gedeelten van gevels en muren in den ontzettenden vuurpoel Eene kolossale zwarte rookmassa steeg dan om hoog en benam voor een oogenblik het gezicht op het droevig tooneel, terwijl tevens onder de toe schouwers een indrukwekkende stilte heerschte. Het was alsof men de laatste eer bewees aaneen, geliefden doode. In het hotel zelf scbjjnt bij het uitbreken van den brand eene ware paniek ge- heerscht te hebben. Het moet eene wilde vlucht geweest zjjn, terwjjl velen in den doolhof van gangen en kamers geen uitweg konden vinden. Ten slotte iets over de weermiddelen. Ellendiger heb ik nooit eene brandweer aan 't werk gezien; of liever van een brandweer moet ik niet spreken. Het waren lieden in verschillende uniform, jagers, grenadiers, politieagenten etc. etc., maar geen brandweermannen, geen mannen der zaak kundig, zooals te Amsterdam. 'T was treurig om aan te zien en ik schaamde mij als Nederlander tegen over den vreemdeling. Zeker is er door sommigen een heldenmoed aan den dag gelegd, waarvoor men eerbied hebben moet, maar van enkelen noem ik het roekeloosheid om zich aan levensgevaar bloot te stellen op eene wijze, zooals zjj deden, en te verwonderen is het, dat niemand door het vuur verrast werd. Velen zagen trouwens zelf niet welk groot gevaar zjj liepen en slechts door het geroep van de toeschouwers werden zij op hun hacheljjken toestand opmerkzaam gemaakt. Ik heb mij zelf afgevraagd en velen met mjj ter plaatse aanwezig, hoe het mogelijk is dat zoo iets, op klaarlichten dag nog wel, kan plaats hebben. In den tjjd van uitvindingen, dien wij beleven, ook op het gebied van middelen tot beteugeling van brand, moest het gebeurde tot de onmogelijkheden behooren. Zelfs de handblusch- granaten schenen daar onbekend. Men schjjnt echter, schande genoeg, op dergelijke rampen niet het minst voorbereid geweest te zijn en dat nog wel in eene inrichting, waar honderden menschen- levens aan de zorgen van de directie waren toe vertrouwd, ongerekend nog de roerende goederen. Moest er in zulk eene inrichting niet eene vaste wacht van kundige brandweermannen gevestigd zijn, die dag en nacht geregeld de ronde deden en van de noodige middelen voorzien zijn om een beginnenden brand te kunnen stuiten? 'tls voor onzen goeden naam in 't algemeen en voor Nederlands schoone badplaats in 't bjjzonder té hopen, dat men der waarheid hulde zal doen en, openljjk schuld zal toonen door betere maat regelen te nemen. Moge dan het Kurhaus als een feniks uit zijne asch verrijzen, schooner dan ooit, maar gewaar borgd tegen onheilen als het laatste! De heer J. P. Metselaar, ingenieur, te 's Gravenhage doet, naar aanleiding van die ramp, de volgende vragen: 1°. Aan de architecten. Waarom hebt gjj de in het bestek en op de teekeningen bepaalde steenen scheidingsmuren tusschen de logeerkamers op de le en 2e verdieping doen vervangen door houten schotwerkwaarom de ijzerconstructie der waranda in een gedeelteljjke houtconstructie ver anderd, waardoor gjj op onverantwoordelijke wjjze het gevaar voor brand hebt verhoogd kunstenaar behoefde te zjjn; dat er nog zooveel was om voor te leven. „Ik kon immers in plaats van zelf iets voort te brengen, ontkiemende talenten bjjstaan. Ik had toch fortuin. Een hunner sloeg mjj voor dat ik de apotheek van wjjlen mjjn vader zou over nemen. Hoe weinig kende die mjj 1 Ik achter de toonbankMen kon even goed iemand die koning was geweest voorstellen om marskramer te worden. Dat mocht goed genoeg geweest zjjn voor vader maar voor mjj „Ik was wel geen kunstenaar geworden, maar ik had toch op den drempel gestaan van den heiligen tempel, van waar licht en schoonheid over de heele wereld uitgaat ik had in zoete zelfbegoocheling gemeend genoodigd te zijn aan het schitterende feestmaal en was een oogenblik gelukkig geweest Hjj zweeg. Wij zaten beiden stil. Hjj verborg zjjn gelaat in de handen. Ik legde deelnemend mjjn hand op zijn schouder. Hjj merkte het niet. De lantarens flikkerden in de schemering langs de heele bocht en vormden als het ware een lichtenden gordel om de donkere omtrekken van Napels. De lichten aan de scheepjes dansten als glimwormpjes op de golf en de groote vuurtoren zond een mat sehjjnsel op naar den helderen sterrenhemel. Wij vernamen allerlei gedempte, zonderlinge geluiden, alleen hoorbaar in de avond stilte, een brokje van een barcarole, het gebalk van een ezel op den weg, het wegstervende geblaf van een hond, eenige akkoorden eener mandoline 2°. Aan de directie van het Zeebad Scheveningen. Hebt gjj zonder verlof of toestemming van het dageljjksch bestuur der gemeente 's Gravenhage, die wjjzigingen aan uwen architect toegestaan 3°. Aan het Dagelijksch Bestuur der Gemeente 's Gravenhage. Indien aan u verlof is gevraagd, om deze wjjzigingen in te voeren, welke overwe gende redenen hebben er toe bjjgedragen, om zulk een voor de publieke veiligheid onverant woordelijke wjjziging toe te staan In de Neue Freie Presse verhaalt een oog getuige dat, terwjjl het Kurhaus te Scheveningen in brand stond, de mannen der brandweer „op de daken der omliggende gebouwen rustig zaten te rooken". De schrijver is zeker een zeer goed opmerker. Voor de slagtoffers van den Kurhaus-brand is thans ruim 4000 ingekomen. Te Randwjjk is bjj het baden een jongen verdronken. Hoe roekeloos sommigen te werk gaan bljjkt wel uit dit geval. De verdronkene ging met een kameraad te water, niettegenstaande zij geen van beiden zwemmen konden. De een had uit voorzorg een touw om zjjn ljjf gebonden, ter wjjl de andere het einde vasthield. Spoedig waren zjj echter ver van den oever verwijderd en ver keerden in levensgevaar. Hun gevaarljjke toestand werd door eenige personen opgemerkt, die hen over eene krib bereikten, Zjj staken hem, die het einde van het touw vasthield, een stok toe, dien hjj greep, maar hij liet in zjjnen angst het touw los„ zoodat de andere, in de diepte wegzonk en verdween. Eenige oogenblikken later werd zjjn lijk uit de rivier opgehaald. Het eerste geval van toepassing der nieuwe drankwet op zee is voorgekomen nabjj Seahorn. Een Engelsche kotter heeft op de Hollandsche drankschuit Kendon beslag gelegd en de beman ning te Hartlepool gevangen gezet. De arts F. N. Kramer te Amsterdam heeft een nieuw middel tegen croup en diphteritis, dat door prof. Virchow te Berlijn wordt beproefd en dat door prof. Jac. Moleschott te Rome ook zal worden aangewend. Volgens het Hbld. zjjn bjj het tooneelgezel- schap van den heer Van Lier alle artisten, behalve mevr. Huyzers, die met 1 Sept. ophield lid er van te zjjn, weer geëngageerd. Hieruit zou men opmaken dat mej. Jeanne de Groot en de heer Moor ook bjj dat gezelschap bljjven. Het zou te wenschen zjjn. Zondagavond heeft tusschen Dieren en Does- burgh een ongeluk plaats gehad. Even drie minuten was men van Dieren af, toen de tram, die reeds een tameljjke snelheid had, derailleerde. De locomotief viel op zjjde en de daarop volgende personen wagen bjjna ten onderste boven, eveneens de tweede personen- en goederen wagens. De paniek was groot. Een ljjk van een dertig jarigen man is van onder de verongelukte tram gehaald en een twaalftal gewonden zijn in de logementen opgeno men waar hun geneeskundige hulp is verleend. Sommigen zjjn zwaar gewond, o. a. braken er twee een arm en velen kregen belangrjjke hoofdwonden. De machinist is weinig gekwetst. Het onheil moet een gevolg wezen van 't uit- stroomen van grond door den hevigen regen. Op een verzoek, van zekere zjjde tot den burgemeester van Franeker gericht, om den vlie gerwedstrijd op Zondag te verbieden, is door dezen in ontkennenden zin geantwoord. Aan het slot zegt hjj„Er is door mjj op alles gelet om u geen aanstoot te geven en evenmin aan andera- denkenden, die den Zondag niet alleen beschouwen als den dag aan den godsdienst gewjjd, maar tevens als rustdag en den dag van ontspanning. Ik ver meen dan ook, dat gjj in billjjkheid niet meer van mjj kunt vergen. De volgende vermakeljjke geschiedenis wordt uit Scheveningen gemeld Het was heden (Zondag) druk aan het strand. Duizenden, Seheveningers, Hagenaars en vreemde lingen, verdrongen er .zich om van de frissch e gezonde zeelucht te genieten niet alleen maar ook om de opstjjging van Lattemann's ballon, den sRotateur" bjj te wonen. Tot heden had Latte- mann steeds een gunstigen wind gehad en viel uit de veranda van een naburig huis. Het avondkoeltje bracht ons een rijkdom van geuren uit den tuin, oranjebloesem vermengd met viooltjes en rozen het loof ruischte en fluisterde eer het zich te ruste legde, als een kind dat zjjn avondgebedje opzegt, een paar vuurvliegjes dwarrelden als groote vonken door de vochtige lucht en van verre klonken de zachte tonen eener kerkklok, een vroom besluit van den welbesteden werkdag Die heerljjke avondstilte stemde mjj bedroefd. Door al die schoonheid en levenskracht van het zuiden klonk als net ware de sombere melodie van een graflied. De woorden sterven onbruik baar, die telkens als een refrein terugkeerden, gonsden mjj voortdurend in de ooren het hem niet moeieljjk de richting te bepalen, welke zjjn „bestuurbare" luchtballon nemen zou. Ditmaal heerschte hier een landwind, zoodat de bestuurbare" ballon ongetwjjfeld een reisje over zee zou maken, zeer tegen den zin van den „stuurman." Da luchtschipper, de heer Lattemann zelf, ver trouwde bljjkbaar niet erg op de „bestuurbaar heid" van zjjn ballon. Veel zin een reisje over de zee te maken had hjj niet. Wat te doen? Er werden twee touwen aan den ballon verbonden, die hem zjjn vaart over de Noordzee beletten zouden, doch bjj het stijgen kwam een dezer tou wen in aanraking met de muziektent, zoodat dit touw moest afgesneden worden. Eén touw bleef over. Als dat nu óók eens men ijsde bjj die gedachte, en Lattemann zelf zat niet bjjzonder op zjjn gemak in zjjn luehtschip. Het was een ver- makeljjk gezicht dit groote-kinderspel te aan schouwen, het was alsof zoo'n kleine jongen zjjn ballonnetje, op de kermis gekocht, aan een koordje de hoogte liet ingaan, met dit onderscheid, dat de „Rotateur" een levend mensch meevoerde. Maar de pret der duizenden toeschouwers was nog niet uit, integendeel zjj zou nu eerst begin nen. Men had den luchtreiziger geheel in zjjn macht. Toen de ballon daalde, trokken vele handen aan de touwen van het netwerk en liet men Lattemann van links naar rechts, van achter naar voren slingeren in hooger sfeeren. Men maakte zich vrooljjk met den schipper in de hoogte. En of hjj al riep den ballon niet te scheuren, het pretje was te zeldzaam om niet eens aan die verleideljjke touwtjes te trekken. Dit had een poosje geduurd, toen de ballon, nogal gehavend, voor de „Seinpost', neerkwam. Men had een ge- noegeljjk poosje aan het strand doorgebracht en de „bestuurbare" luchtballon van Lattemann was het voorwerp aller scherts. RN.) Te Raamsdonk heeft zich een geval van hondsdolheid voorgedaan. Nadat de districts-veearts het dier onderzocht had, is het naar de Veeart- senjjschool te Utrecht opgezonden. Tweepersonen, die door den hond werden gebeten, zjjn van plan naar dr. Pasteur te Parijs te gaan. Van de honden, die door het dier zjjn gebeten of daarmede in aanraking geweest, zijn er reeds doodgeschoten. Een kalf, vermoedeljjk mede door den hond gebeten, wordt afgezonderd gehouden en door den rijksveearts behandeld. Van het wrak der Lutine werden gisteren door de stoomschelpenzuigers DeTijd en Friesland aangebracht 1 goudstuk en 77 Spaansche matten. Een 13jarig meisje dat te Drachten uit haar dienst werd ontslagen, trachtte uit wriak brand bjj hare meesteres te stichten. Ze is gearresteerd. Op onderscheidene plaatsen verdronken kinderen en baders. Eensklaps klonken er vlugge stappen en luid gelach achter ons. Het was Adeline, die dansende de trap afkwam om ons te halen. Zjj beknorde signor Carlo heel ernstig over zjjn onvoorzichtigheid, haalde de schouders tegen mjj op en zei: „En gjj zjjt nog wel een dokterEen mooie dokter, die zjjn patiënten in de koude avondlucht laat zitten. Weet gjj dan niet hoe gevaarljjk het is om het eerste half uur na zonsondergang buiten te zjjn Dan is de lucht vergiftigd en dan waren er allerlei booze geesten rond Zij nam mjjn vriend onder den eenen arm, ik nam den anderen. Zjj sloeg een plaid over zjjne Volgens de laatste berichten uit Sofia zou de Sobranja den vorst herkiezen, die weigeren zou opnieuw de regeering te aanvaarden, waarna de nationale vergadering den prins van Oldenburg zou kiezen. Volgens anderen zou de vorst een regentschap instellen, bestaande uit een vertegenwoordiger van het leger, een gedelegeerde van Boelgarjje en een van Roemelië. Van uur tot uur wijzigt zich de toestand te Sofia, de diplomatieke agenten raad plegen voortdurend met den vorst. Engeland zou hem elke beslissing op dit oogenblik ontraden. In het Engelsch lagerhuis verklaarde Fer- gusson, dat er nog geen troonsafstand door vorst Alexander was gedaan. Wat de toekomst betrof, zoo konden eenigerlei schikkingen, in verband met publiek recht en internationale verbintenissen, slechts getroffen worden op den grondslag van het Berlijnsche tractaat, hetwelk aan geene enkele der mogendheden eenige afzonderljjk of uitsluitend recht verleent. Alle schikkingen bovenbedoeld moeten dus afhangen van een gezamenlijk en overeenstemmend handelen der betrokken mogend heden. De Britsche regeering (zoo voerde spreker voort) heeft in Boelgarjje geene afzonderljjke ver bintenissen, plichten of belangen. Zóódanige, als zjj er heeft, deelt zjj met de groote mogendheden, wier toestemming tot de verkiezing van eenen schouders en zoo strompelden wjj alle drie in het donker langs het strand en naar boven. Ik verliet mijn vriend voor een week, om een uitstapje naar Capri te doen. Ik zag de blauwe grot, ik beklom den top van den Salaro, doch mjjn vreugde over al dat schoone en grootsche was toch niet onvermengd. Mjjn arme vriend en zjjn treurig lot was geen oogenblik uit mjjn ge dachten, zoodat ik spoedig naar Sorento terug keerde. Hjj was zeer bljj van mjj terug te zien en nam mjjn hand tusschen de zijne. >Ik heb weer een paar heel slechte nachten gehad," zie hjj, „maar Adeline" hier begon zijn stem onmerkbaar te beven - „heeft mjj ozoo goed opgepast 1 nu voel ik mjj weer heel wel." Hjj liep heen en weder in de veranda, met zjjn takje oranjebloesem in de hand en een witten sluier om zjjn stroohoed zooals de Engelschen veel dragen. Er was iets veerkrachtigers in zjjn gang en zjjn bleek gelaat, met groote blauwe kringen onder de oogen had zulk een nieuwe uitdrukking, zoo opgewekt, ja bjjna guitig dat ik onwillekeurig vroeg „Wat is er toch gebeurd, terwjjl ik weg was „Niets," antwoordde hjj met een glimlach en stak een bloempje in zjjn knoopsgat; dat wit stond zoo mooi op het zwart fluweel. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 2