N° 206.
129*
1886:
Donderdag
2 September.
FEUILLETON.
Nationale Militie.
Middelburg 1 September.
De eeuwige wet.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën 20 Cent per regelj
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Oproeping van verlofgangers der
lichting 1884.
Novelle van EMIL MARRIOT.
.1
MIDDELBURGSCHË COURANT.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Boei and, te Kruiningen: F. tan der Peul, te Zierikzee: A. C. de Moou,te TholenW. A. van NiEuwENHTJUZEN,te Terneuzen: A.van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dadbe Cie., John F. Jones, opvolger
De burgemeester van Middelburg,
gezien de circulaire van den commissaris des
koniDgs in deze provincie van den 13en Mei 1886,
A no 654/1, 3e afdeeling (provinciaal blad no 76),
roept bii deze op de in deze gemeente wonende
milicien-verlofgangers der lichting 1884, behoo-
rende tot de le compagnie van bet le, de 1° compag
nie van het 2e en de 5e en 6e compagnie van het
3e regiment vesting-artillerie,
om op den tijd eD de plaats als in de aan hen
uit te reiken "order is vermeld, tegenwoordig te
zijn, voorzien van al de voorwerpen van klee
ding en uitrusting, door hen bij hun vertrek
met groot verlof medegenomen, benevens van
hun verlofpas, teneinde rechtstreeks naar hun
korps te vertrekken.
Zij moeten zich vooraf, en wel op Donderdag den
9en September a., des voormiddags tusschen 10 en 11
uren, bij den burgemeester hunner woonplaats aan
melden, voorzien van hun verlofpas, teneinde de
noodige biljetten, alsmede daggeld, indien zjj dit
verlangen, en daarop recht hebben, te ontvangen.
De verlofgangers, die op het bepaalde uur niet
ter aflevering verschijnen, worden bij hun korps
gestraft.
Zij, die niet aan de oproeping voldoen, worden
als deserteurs behandeld, terwijl degenen, die
door ziekte verhinderd worden op den bepaalden
dag onder de wapenen te komen, van die om
standigheid, onder overlegging van een verklaring
van den geneesheer, tijdig kennis behooren te
geven aan den burgemeester. Na hun herstel
vervoegen zij zich bij hun korps.
Middelburg, den 1 September 1886.
De burgemeester voornoemd,
F. ERMERINS, L. B.
Nu heden met klokslag van middernacht het
nieuwe strafwetboek in werking zal treden en de
Code Pénal den weg gevolgd zal zijn van de reeds
voor bijna 40 jaren hier te lande afgeschafte
andere wetboeken van Franachen oorsprong, wijdt
het Hbld een enkel woord aan de geschiedenis
van deze heugljjke verbetering.
Geen drie weken, nadat, in naam van prins
Willem van Oranje, bij proclamatie van 21 No
vember 1813 de heeren Yan der Dujjn van
Maasdam en Gpsbert Karei van Hogendorp de
regeering der Nederlanden hadden aanvaard,
verscheen op 11 Dec. 1813 een besluit van
den souvereinen vorst: houdende bepalingen ten
aanzien van de ljjfstraffeljjke rechtsoefening in de
Vereenigde Nederlanden."
Art. 1 zeide: „Het thans vigeerend Fransch
wetboek van strafrecht Code Pénal) zal, bjj
provisie en totdat daaromtrent nader zal zjjn
voorzien, kracht van wet bljjven behouden, onder
de navolgende veranderingen en modification."
Dat lij provisie gehandhaafde wetboek, tjjdens
VII.
„Nu valt mjj alles in. Nu begrjjp ik alles"
sprak de koopman op doffen toon. „Haar terugkeer
toen ik haar zoo schuw voor uw.deur zag staan
haar peinzen en mijmeren, haar verstrooidheid,
die haar vaak midden in een gesprek overviel;
nu begrjjp ik dien smarteljjken trek om haar
mond, die vermagerde handen, die te kennen
gaven hoe veel zjj geleden had... Zjj dachtaltjjd
aan hem, zjj wachtte op hem.... en mj.,.."
Hjj drukte zijn gebalde vuist tegen het voorhoofd
en riep eensklaps uit: „Het ik al te plotseling
gekomen."
„Het ondragelijke komt altjjd te vroeg; ik
zal rouwkleeren koopen, ik zalZjj liet het
hoofd op den arm zinken en bleef zoo zitten,
zonder zich te verroeren of verder een woord te
spreken.
„Zal ik bp u blgven? Of wilt gij liever
alleen zijn?" vroeg hp na een langdurig stil
zwijgen.
„Alles is mjj hetzelfde. Ga naar uw kind.
dat zal beter voor u zjjn."
Werktuigelijk gaf hp haar de hand en verliet
haar.
pe nacht ging voorbjj; grauw en nevelachtig
zjjn verschijnen in 1810 een der beste van Europa,
heeft nog ruim 70 jaar hier te lande geleefd.
Aan pogingen om het te vervangen, heeft het
niet ontbroken. Toen koning Willem I door het
instellen van staatscommissiën den grondslag
legde tot de nationale wetboeken, werd ook het
strafrecht niet vergeten. Maar men was in dat
opzicht minder gelukkig. Ofschoon de Belgische
opstand de invoering der andere wetboeken
tegenhield en de omwerking daarvan het tpdstip
dier invoering tot 1 October 1838 deed verschui
ven, was men intusschen toch niet gereed gekomen
met een hervorming van het strafrecht. In 1827
was een ontwerp bjj de staten-generaal ingeleverd
en in 1836 werd nogmaals een opdracht aan
de staatscommissie verleend, waarbjj o. a. gevoegd
was een „door een kundige hand aangeboden
concept-wetboek." De commissie volvoerde deze
taak en inderdaad verschenen in de Staatsbladen
van 1840 (n°" 21—26) de wetten, bevattende de
inleiding van een nieuw strafwetboek. Daarbij
bleef de arbeid echter steken.
Ook onder de regeering van koning Willem II
werd deze voltooiing van de nationale wetgeving
niet bereikt.
De grondwetsherziening van 1848 en de vele
onderwerpen, die volgens hare voorschriften moes
ten worden geregeld, beletten de verwezenlijking
van dat denkbeeld. Men bepaalde zich daarom
tot de gewichtige wijzigingen, welke vooral in
1854 in den Code Pénal werden gebracht, maar
liet dit wetboek voor het overige in wezen.
Eerst in 1870 werd de poging met betere uit
komsten hervat. De minister Van Lilaar lokte
toen, op 28 September; het kon. besluit uit, waar
bjj een nieuwe staats-commissie werd ingesteld.
De arbeid dezer commissie is de grondslag ge
worden van het wetboek, dat heden in werking
treedt. Op 13 Mei 1875 bood zjj haar ontwerp
met een uitvoerige toelichting aan Z. M. den
koning aan. Maar haar arbeid bevatte nog meer
zjj had tevens al de ontwerpen gereed gemaakt,
die noodig waren om het nieuwe strafwetboek te
kunnen invoeren, dus tevens de wijzigingen, welke
daarvoor in de andere deelen der wetgeving ver-
eischt werden.
Dat voorbeeld werd niet gevolgd door de regee
ring, die in Februari 1879 haar ontwerp bjj de
tweede kamer indiende. Ware het wèl geschied,
vermoedeljjk zouden er vóór de invoering geen
5£ jaar verstreken zjjn, sedert den 3cn Maart 1881
het wetboek in het Staatsblad is afgekondigd.
De voorbereiding heeft dus ongeveer 16 jaar
gevorderd, een lang tjjdsverloop, gedurende
hetwelk wel eens een kreet van wanhoop werd
vernomen, of de dag der invoering ooit zou aan
breken.
Dat oogen'olik is nu gekomen. Met dankbaar
heid erkent de natie den gelukkigen afloop van
dien omvangrpken uitgevoerden arbeid en gaarne
stemt zjj in met de hulde, jl. Zaterdag door de
Nederlandsche juristenvereeniging gebracht aan de
leden der staats-commissie, die den grondslag
daarvoor hebben gelegd.
brak de morgen aanhet eene uur na het andere
verliep. Daar hoorde Martha, die nog altjjd met
hoed en mantel op de canapé zat, een bekenden
stap in de voorkamer. Zjj schrikte op. Keerde
zjj terug?.... Waarom? Om ten tweeden male
te verdwjjnen? Marie kwam binnen, ging regel
recht naar Martha toe en bleef voor haar staan
zonder haar een hand te geven. Zwjjgend zagen
de vriendinnen elkaar aan.
„Waar zjjt gjj geweest?" vroeg Martha
eindeljjk op heescheu toon.
„Hoor mjj aan", zei Marie. „Ik ben gekomen
om u alles te zeggen". En in korte woorden ver
telde zp haar alles, haar man zooveel mogeljjk
sparende en over zjjn misstap heen glijdende. Zp
zei slechts dat zjj elkaar een jaar lang niet hadden
mogen zien om redenen die ap liever ver
zweeg.... doch dat zjj nu weer vereenigd waren
om nooit meer te scheiden. Daarop zweeg zp en
Martha zei niets.
„Nu heeft hjj een vriend gevonden", begon
Marie eindelijk weder al stotterende „die ons wil
helpenHjj wacht onsin Amerikawjj
moeten onverwijld naar Hamburg om ons in te
schepen. In de nieuwe wereld zullen wp een
nieuw leven beginnen."
Zp kreeg bjj die woorden tranen inbareoogen.
Zp dacht aan het wederzien van gisterenhoe
zjj op straat kwam en hoe hjj haar schuw en
aarzelend genaderd washoe zjj hem had
moeten vragen om haar zjjn arm aan te bieden;
wapt hjj was zoo opgetogen over haar aanblik,
Naast de namen van de heeren J. de Wal, A.
A. de Pinto, M. S. Pols en W. F. G. L. Francis,
die met den betreurden Modderman leden der
commissie waren en van welken de voorlaatste in
1872 is vervangen door nu wplen mr J. J. Loke,
brengt zjj ook hulde aan andere mannen, die tot
het tot stand komen van het strafwetboek hebben
bevorderd. In de eerste plaats aan de ministers
van justitie, mr Yan Lilaar, die de commissie in
het leven riep, mr H. J. Smidt, die het eerste ont
werp indiende, Modderman die het tot wet deed
verheffen, en Du Tour van Bellinchave die de invoe
ring mogeljjk heeft gemaakt. En niet minder aan
de zelfstandige commissie van rapporteurs uit de
tweede kamer, die der regeering ter zjjde stond
in hare taak, en getoond heeft hoe goed een
zelfstandige commissie arbeiden kan.
Hare leden, de heeren Godefroi (sedert overleden),
Van der Kaay, Patjjn, De Savornin Lohman en
Des Amorie van der Hoeven mogen niet vergeten
worden op den dag der invoering.
Zal namens de Ned. juristen-vereeniging een
krans worden gelegd op de graven van Modderman
en Loke waarom ook niet van Godefroi?
den mannen, die tot den nationalen arbeid hebben
medegewerkt en nog in leven zpn, zjj openlpk
dank gebracht voor hun toewjjding. Welke
onderscheiding de regeering wellicht voornemens
is hun te verleenen, is ons onbekend, maar vol
komen zjjn op hen van toepassing de volgende
woorden, welke het Staatsblad van 11 April 1843,
houdende ontbinding der commissie van redactie
der nationale wetgeving, bevatte
»De leden worden ontslagen, onder betuiging
van onzen dank en onze hooge tevredenheid, zoo
voor de veelvuldige en treffelijke diensten, door hen
geheel belangloos bewezen, als voor den onver-
moeiden jjver en de bestendige bereidwilligheid,
waarmede zjj hunne gewichtige taak hebben vol
bracht."
Ook het Weekblad van het Recht wjjdt een ar
tikel aan den eersten September, waarin ten slotte
deze regelen voorkomen
Er rust thans eene zware taak op den Neder-
landschen strafrechtervooral in den eersten tjjd.
De invoeringswet zal eene reeks van vraagpunten
uitlokken. De uitlegging van de bepalingen van
het nieuwe strafwetboek zal tot verscheidenheid
van meeningen leiden. Telkens zal men het
nieuwe met het oude vergeljjken en de vraag zal
rjjzen, welke, naar het nieuwe strafwetboek als
de ware criteria van ieder misdrjjf moeten worden
beschouwd. Dit heeft echter ook zpne voordeelige
zjjde. Het wekt den strafrechter tot steeds ver
nieuwd onderzoekhet brengt een frisscheren
stroom in onze rechtsbedeelinghet strekt tot
een gestadige toetsing van de praktjjk aan de
wetenschap; het roept voortdurend wrpving van
denkbeelden in het leven.
Maar ook de Nederlandsche regeering heeft eene
taak te vervullen, niet minder zwaar enmoeiljjk.
Op haar rust de onafwijsbare plicht, met de
grootste zorg en onpartijdigheid de werking van
het nieuwe strafwetboek na te gaan ten einde,
dat hjj alles vergatDaarbjj voelde hjj zich
zoo beschaamd, dat hp haar bjjna niet durfde
aanzien, of toespreken. Eerst toen zjj aan zjjn
arm hing, hem met hare trouwe oogen aanzag,
toen zjj hem met haar lieve stem toefluisterde;
„Wat is mjjn lieveling bleek geworden 1 Wat ziet
hp mjj vreemd aan, ben ik dan niet meer uw
Marie eerst toen werd hjj weer eenigszins de
oude, kuste haar blonde haar en zei herhaaldelijk
„MarieMarieIn die woorden lag de
bekentenis van alles, wat hjj geleden, gevreesd,
gehoopt, en betreurd had. En toen zp hem vroeg
waar hjj woonde zei hp
„Ik heb een kamer in een hotel gehuurd
groot genoeg voor ons beiden," voegde hp er
schuchter bjj. „Daar zullen wjj ons hart uitstorten,
elkaar vertellen", vulde zjj snel aan. „Hier op
straat is dat niet mogeljjk."
En in die ongezellige kamer van een logement,
waar ze voortdurend gestoord werden, door stem
men, voetstappen en allerlei levenwat waren
ze daar in het eerst verlegenhoe vreemd was
hun dat eerste alleen zpn, na zulk een langen
tjjd 1 Zp zaten, door drie stoelen gescheiden, tegen
den muur en zeiden de meest onbeduidende
dingen. Doch telkens zochten hunne blikken elkaar,
en zp sprak het eerste woord dat de betoovering
verbrak; zjj vertelde hem dat zjjne tante haar
een som gelds gegeven had en dat zjj ook in den
loop der jaren een spaarpotje had gemaakt, zoodat
zp middelen genoeg bezat om den eersten moeie-
jjken tjjd door te komen Daarop werd hjj
wanneer na eenige jaren mocht bljjken dat naar
het algemeen gevoelen in sommige deelen van
het wetboek groote gebreken zpn ingeslopen, deze,
even als dit in Duitschland is geschied, bjj eene
nadere novella te herstellen.
Deze plicht is niet haar eenige. De regeering
heeft niet alleen het bestaande te controleeren»
maar ook het nieuwe voor te bereiden.
Met dezen eersten September eindigt het tjjd-
perk van den onstuimigen aandrang tot hervor
ming van het strafrecht; met dezen eersten Sep
tember begint de periode van ernstiger verzet
tegen de beginselen, welke nog altpd ons straf'
proces beheerschen.
Wjj hebben thans een nieuw wetboek van straf
recht de herziening van het wetboek van straf
vordering bljjft aan de orde.
Provblad no. 121 bevat de opgaaf van het
aandeel der gemeenten in de kwade posten op
de grondbelasting dienst 1883 en op de perso-
neele belasting dienst 188384.
Door sommige bezoekers van het Grand hStel
des Bains te Vlissingen werd gebruik gemaakt
van de gelegenheid, die de heer Vict. Zeppenfeld
aldaar aanbiedt om, na volop van de schoone
natuur te hebben geprofiteerd, ook een oogenblik
aan de kunst te wjjden. Velen echter, niet we
tende dat die gelegenheid bestaat, deden dat nog
niet en hen daarop opmerkzaam te maken ia
onze bedoeling.
De heer Zeppenfeld etaleert in een der zalen
verschillende werken van zpne hand, gezichten op
Vlissingen voorstellende.
De binnenkomst der visschersvloot, de aankomst
der schepen aan de Kade en het gezicht op de
Beurs leggen een goed getuigenis af voor den
scherpen blik en de groote opmerkingsgave van
den heer Zeppenfeld.
Bovendien vindt men er zeer fraaie zeestukje»,
terwjjl de vriendeljjke cicerone ook bereidwillig
zjjn album ontsluit en de bezoekers met zpn door
photographic teruggegeven scheppingen kennis
laat maken.
Een bezoek aan de kleine tentoonstelling kun
nen wjj gerust aanbevelen.
Het gemeentebestuur van Zoutelande beeft voor
de eventueel benoemd wordende gemeente
vroedvrouw te Westkapelle eene jaarljjkache
bpdrage beschikbaar gesteld van 50.
De raad der gemeente Goes zal a. s. Vrjjdag
den 3 Sept., des namiddags te 2 uren, eene open
bare vergadering houden tot aanbieding van da
begrooting voor 1887.
Door den dpkraad der waterkeering van het
ealam, waterschap Stavenisse werd besloten
300 voor duikeronderzoek op de begrooting
dienst 1886/87 beschikbaar te stellen.
Door denzelfden raad werd, ter benoeming van
een lid van het bestuur, tengevolge der periodieke
aftreding op 1 Nov. a. s. van den heer C. Steen-
ook vrijmoediger en vertelde dat hjj daarginds
(het woord tuchthuis wilde niet over zpne lippen)
veel gewerkt had, zelfs den grofsten handen
arbeid verricht, en zich alles ontzegd had, om
geld te verzamelen, Hjj stond op, opende zpn
koffer en toonde haar zjjn heelen schat; met een
ernstig huishoudeljjk gelaat, telde zp het geld,
en begong te rekenen.
Hp kwam naast haar, en sloeg haar een poos
vol bezorgdheid gade, doch eensklaps lagen zjj
in eikaars armen, kusten elkaar en weenden
van gelukNu eerst fluisterde hjj haar zpne
verwachtingen in het oor. Hp vertelde haar van
een vriend, die na zpn straf in Siberië ondergaan
te hebben naar Amerika was gegaan en hem daar
wachtte„en daar wil ik werken en een
ander mensch worden; gp zult het goed bjj mjj
hebben,zult u nooit over mjj behoeven te schamen
ik zal nooit, nooit weer Zp sloot hem den
mond met een kus.
„Stil lieveling. Laat ons het verledene ver
geten. Ik heb u; gjj hebt mjj, dus is nu allee
goed."
Doch hoe zjj later aan hun avondeten zaten en
zich bjjna verbeelden reeds een eigen huis to
hebben en hoe zjj elkaar daarna weer om den
hals vielen en hunne lippen elkaar telkens en
telkens weer zochten dat alles vertelde zjj
niet, hoe levendig het haar ook voor den geest
stond. Martha zou haar toch niet begrepen hebben
en bovendien was het jonge vrouwtje veel te
kuisch om met een derde oyer haar huweljjksp*