N° 204. 129* Dinsdag 31 Augustus. 1886J 9 FEUILLETON. De eeuwige wet. Middelburg 30 Augustus. Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 8/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën 20 Cent per regep Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20^ Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. MIDDELBURGSOHE COURANT. Agenten te Ylissingen: P. G. de Yet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van des Peijl, te Zietikzee: A. C. de Mooij, te TkolenW. A. van Nieuwenhuijzen, te Terneuzen: A.van dek Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger Over den normalen arbeidsdag leest men in de Werkmansbode'. »De normale arbeidsdag gaat reeds van mond tot mond, d. w. z. deze zaak is op weg om populair te worden. Dat dit nog heel wat anders is dan een zekere regeling bij de wet, behoeft niet betoogd, maar toch heeft zulk een algemeene bespreking, be- en veroordeeling deze uitwerking, dat er over de zaak zelve ernstiger gedacht wordt, dat deze en gene besluit eenige wijziging te brengen in de behandeling der werklieden, indien hij liefst niet wil dat een officieele commissie een en ander ontdekt, dat niet wel te verantwoorden is of den werkgever niet in een gunstig licht plaatst. »Zoo lazen we met belangstelling een ingezonden stuk, opgenomen in 't Handelsblad van 20 dezer. De schrijver laat zich minder gunstig uit over het bekende rapport van het A. N. W. V., dat hij verward en gebrekkig noemt en geen licht geeft. Wjj meenen dat dit rapport geeft wat het geven kan en daaraan beantwoordt. Als maatstaf voor den wetgever is het zeker niet geschikt, maar wie het goed leest, verneemt er uit hoe er gedacht en geoordeeld wordt in de kringen, die 't eerst geroepen zijn er iets over te zeggen. Juist dat uiteenloopende, ongelijksoortige, moet licht doen vinden door den wetgever, indien het er toe mocht komen een regeling voor den werktijd te ontwerpen. Ware dit een gemakkelijk werk, dan zou de schande niet in woorden uit te drukken zjjn over het zoo lang reeds verzuimen van het regelen dezer zaak. »De schrjjver van het ingezonden stuk heeft zich verder tot taak gesteld om evenzeer de moeilijke punten eener wettelijke regeling te doeduitkomen, maar tevens om aan te toonen dat de werklieden zelve zooveel tot hun lotsverbetering kunnen toedoen. Een goed betoog, eene waarheid, die menigmaal in dit blad, op vergaderingen en op andere wijze heeft geklonken. >Een wet, die overmatigen arbeid tegengaat, acht de schr. beter, dan een bij de wet geregelden normalen arbeidsdag. Hg kan geljjk hebben en zeker zal men dankbaar aannemen wat er goeds geregeld wordt. TVoor alles echter onderzoek, deugdelijk en grondig; dit af te wachten is zaak, want de feiten zullen de beste gegevens verstrekken, en een enquête zal stellig veel aan 't licht brengen dat men niet wist, zelfs niet vermoedde. Maar ook het uitpakken der bezwaren kan van goede wer king zijn, en hoe meer de zaak besproken wordt, des te beter komt men tot een zeker doel. Op bouwend werkt men reeds door paal en perk te stellen aan misbruik en door te voorzien in anderer tekortkomingen wegens onkunde, onwil of zelfzucht. Wordt de zoogenaamde openbare meening of wel het gesprek van den dag beheerscht door deze en soortgelijke economisch-politieke vraag- Novelle van E MIL MA R RI O T. YI. En nu, nadat zjj in een vol jaar niets van hem vernomen had en vast en stellig geloofde dat hjj eindelijk hier of daar begraven zou zijn, was hg er weer onaangediend, onwelkom, als altijd. Het kwam bjj Marie met haar aangeboren rechtschapenheid niet op om den staf over iemand te breken, wiens portret haar door een vijandige hand geteekend was. Zjj wist reeds lang dat mevrouw Wonanska niet altjjdde waarheid sprak. „Wie weet," had Marie vaak gedacht, „of zjjn verwaarloosde opvoeding, zgn ongelukkige jeugd hem niet verbitterd hebben Het bljjkt dat hij edel voelt, daar hg zgn leven op het spel gezet heeft voor de bevrgding van zijn land. Zes jaar in Siberië wat kunnen die niet van een mensch maken Wie weet of hij wel wezenljjk slecht is de menschen en het noodlot hebben hem slecht bejegend en ik wil dus geen voorbarig oordeel over hem vellen." Maar nu zjj hem zag zoo brutaal, zoo have loos deinsde zg toch voor hem terug. Hg had haar niet terstond opgemerkt; hg lag in zgn stoel en dampte voort. Doch eensklaps richtte zicht op, om den ftwb weg t<j> werpen en ont stokken, dan geschiedt dit niet vóór den tijd' De werkman in Nederland moet er zich nog aan gewennen dat hij opgemerkt wordt door zgn evenmensehen". Het Dagblad van Z.-H. en 's Grav. bespreekt het gerucht, dat de regeering bedacht is op het opheffen van enkele normaalscholen, ten einde den al te grooten aanvoer van onderwijzers te stuiten. Het Dagblad zou gaarne een menigte dezer inrich tingen zien verdwgnen, doch acht alleen een geleidelijke opheffing van ongeveer de helft dezer scholen raadzaam. Nu zgn er nog 109 normaal scholen in 25 districten. Wanneer men bepaalt dat in elk district 2 normaalscholen bljjven, dan kon men voor de 59, die worden opgeheven, bepalen dat, te beginnen met 1887 en in 1888 en 1889 geen nieuwe leerlingen worden aangenomen. Tegen 1 April 1890 waren deze inrichtingen dan feitelgk opgeheven. Bljjkt later dat de aanvoer der 50 scholen te gering is, dan kan het aantal kweekelingen op de 50 kweekscholen worden verhoogd. Wil de regeering zegt het Dagblad dit stelsel volgen, dan is daarvoor een kleine wijzi ging in art. 20 van het reglement der normaal scholen noodig en wel deze „Na l Januari 1887 zal dit alleen plaats hebben voor 2 normaalscholen, door ons in elk schooldi strict daarvoor aan te wijzen. De overige normaal inrichtingen vervallen tegen 1 April 1890." Aan art. 8 deze alinea toe te voegen „Voor die inrichtingen, waar na 1 Jan. 1887 geen kweekelingen meer worden toegelaten, zal deze toelage zich regelen naar het aantal lesuren, door hen gegeven." Men schrijft ons: In de Terneuzensche Courant van 28 Augs. wordt, naar aanleiding van het artikel in de M. Ct. van 20 dezer, betrekkelijk eene stoomvaart Zierik- zeeVlake, de vraag gedaan of een vroeger aan gegeven plan, tot het inrichten van een stoom- bootdienst tusschen Zierikzee en Terneuzen, die Wemeldinge, Vlake en Hansweert aandeed, niet verkieslijker en doeltreffender wezen zou, en ge wezen op de moeiljjkheid die, werd eerstbedoeld plan verwezenlijkt, aan het herhaaldelijk in en uitstappen en het gesjouw met het reisgoed verbonden is. Zeer zeker zou een dienst als de schrjjver in de T. N. Cl. bedoelt veel voor hebben boven het door ons bedoelde plan, ware het niet dat zoodanige dienst in den winter zoo goed als onmogelijk is. Aangenomen dat het 3 maal per dag varen in den zomer bestaanbaar zou wezen, 's winters bjj ijsgang is het dit zeker niet; in de eerste plaats wjjl de stoomboot, die van groote capaciteit zou moeten zjjn, niet door het jjs zou komen en in de tweede plaats omdat het schutten op het kanaal door de beide sluizen veel te veel tjjd eischen zou. Ook bij mist en donker weder is de reis van Zierikzee naar Wemeldinge vrjj wat gemakkelijker te maken dan die van Terneuzen naar Zierikzee. Eindeljjk behoort er nog rekening mee gehouden waarde haar. Hoe vaak herinnerde zjj zich in latere jaren dien eersten blikhoe herinnerde zjj zich dat zjj van het eerste oogenblik af aan invloed op hem uitgeoefend, zjjn weêrbarstig, verwaarloosd wezen bedwongen had. Hunne oogen ontmoetten elkaar, hjj werd verlegen, sprong op, wierp zjjn eindje sigaar in het vuur, zag beschaamd naar zjjn versleten kleeren, zjjn besljjkte laarzen wierp nog een blik op Marie; mompelde een paar onverstaanbare woorden en verliet de kamer- Mevrouw Wonanska lachte en Marie keek hem verbaasd naVan dat oogenblik af was er tusschen hen een onverbreekbaar verbond gesloten. Wat trok haar in hem aan Dat wist zjj niet. Hjj was niet mooi: zijn mager gezicht met voor uitstekende jukbeenderen, eenigszins platten neus en volle, zinneljjkc lippen gaven duideljjk genoeg zgn landaard te kennen. Zgn afhangende knevel was blond, zjjn lang haar licht bruinzjjne diep liggende oogen waren blauwachtig grjjs. Hjj had een loomen slenterenden gang, een slordige houding, stak de handen veelal in de broekzakken en zette gewoonljjk zgn hoed scheef op het hoofd. Op zjjn gelaat, dat door gebrek en ontbering scherpe ljjnen had gekregen, lag gewoonlijk een spotachtige, minachtende uitdrukkinghet was alsof hjj meestal zichzelf en anderen uitlachte. Zjjn stem en zjjn lach klonken heeschzjjne manieren waren ruw, zjjne bewegingen lomp. Hjj was ook niet be minnelijk. Menschen, die in alles schipbreuk geleden hebben, zjjn zelden beminnelijk. Hjj was te worden dat in het door ons bedoelde plan de reis te water veel korter is. Het bericht van het Domb. Badn. dat de Mid- delburgsche Orkestvereeniging, onder leiding van den heer J. Cleuver, te Domburg eerstdaags een concert geven zal behoeft eenige nadere toelichting. Niet door de Middelb. Orkestvereeniging, die trouwens niet bestaat, maar door eenige jonge lieden, dillettanten waarvan ook thans enkelen te Domburg logeeren, en die onder leiding van den heer Cleuver zich oefenen in samenspel, zal een muziekavondje gegeven worden, dat zeer aardig zjjn kan. Wij voldoen gaarne aan het verzoek om deze toelichting te geven opdat de vele vreemdelingen, die thans te Domburg vertoeven, door den weidschen naam van Midd. Orkestv. geen verkeerd denkbeeld krijgen van den muzikalen toestand in Zeeland'g hoofdstad. Men schrijft ons uit Hoofdplaat: Met het oog op te verleenen uitbreiding van vrijdom van belasting, ten behoeve van het cala- miteuse waterschap en van den cal. polder Hoofd plaat, overeenkomstig het contract van overdracht der polderhaven en Kaai, werden de verordenin gen op de heffing van Kaai- en havengeld door den raad in zjjne vergadering van 25 Augustus gewjjzigd. Tot de benoeming van twee leden van het college van zetters werden voorgedragen de hh. J. Baars, aftredend lid, L. D. Spinnewjjn, J. de Zwart en Th. Plasschaert. De betrekking van onderwjjzeres in de nuttige handwerken voor meisjes aan de school te Slik- plaat (jaarwedde 50!) is nog steeds vacant. Geene enkele sollicitante deed zich op. Tot brandmeester is benoemd de heer J. J. Pateer, in de plaats van J. F. Maes (ontslagen). Uit IJzendjjke schrjjft men ons In de jongste vergadering van den gemeente raad werd de rekening over 1885 overgelegd doch niet goedgekeurd, omdat onder de uitgaven het opruimen der beruchte zinkputten in rekening was gebracht en de leden eenparig van oordeel waren dat, vermits het aanleggen dier putten door het dageljjksch bestuur in strijd met een besluit van den raad was geschied, en de raad op het deswege ingestelde hooger beroep in het geljjk was gesteld, dat bestuur nu ook verplicht was de kosten, uit die onrechtmatige daad voort vloeiende, zelf te dragen. De voorzitter verklaarde echter van die beslissing weder in hooger beroep te zullen komen. Deze aankondiging bracht onze vroede mannen evenwel in geen kwaad humeur, want bj) den post gewoon onderhoud" verklaar den zjj ditmaal dien te zullen goedkeuren, hoezeer daaronder „vernieuwingen" voorkwamen waarove1 burg. en weth. de toestemming van den raad behoefden. Zjj waarschuwden met nadruk tegen eene herhaling, want wee 1 het dageljjksch be stuur, zoo het nog eens de attributen van den raad durfde verkorten. ook niet goed. Tegen wien had hjj het moeten zijn? Wie was er goed voor hem geweest? Hjj sprak over alles met afkeuring en minachting zelfs over het heiligstehjj geloofde aan niets, boog voor niets. Hjj had niets te verliezenyoor hem was alle vrees overbodig gewordenHjj zag iedereen met een onverschilligen, uitdagenden blik aan. Om zjjn tante gaf hjj niets. Al zei zjj hem de grofste beleedigingen hjj bleet onver stoorbaar en gaf geen antwoordmisschien luisterde hjj niet eens naar haar. Alleen voor Marie had hjj ontzag. In haar tegenwoordigheid werd hjj stil en bedeesdhij luisterde naar haar en zag haar vaak met treurige, smachtende oogen aanhjj scheen haar iets te willen zeggen, doch er den moed niet toe te hebben. Zjj beminden elkaar reeds lang zonder het te wetenzjj wilden het niet weten. Zjj waren beiden bevreesd zjj voor hem en hjj voor zichzelf. Mettertjjd kreeg zjj echter een beter inzicht in zjjn karakter en ontwaarde met bljjdschap dat het er daarin niet zoo treurig uitzag als zjj ge vreesd had. Hjj was niets anders dan een onbe- schrjjfeljjk ongelukkig mensch met een door en door krank gemoed. Hjj had de achting zijner medemenschen verbeurd en nu wilde hjj die onverschilligen, die gehaten, althans doen gelooven dat hjj niets om hen gaf. Doch voor Marie legde hjj het masker af. Hjj maakte geen praatjes, wilde niet voor martelaar doorgaan, doch zei eenvoudig en scbjjnbaar kalm dat zjjn leven mis» Te dezer gelegenhed verweet men B. en W. dat de gemeente-fondsen somtjjds nutteloos wor den verspild en dat met hoogstnoodige zaken, als b. v. het verbeteren der straten waarvoor 300 op de begrooting was uitgetrokken, niet eens een begin wordt gemaakt. De begrooting voor 1887 werd 14 dagen ter visie gelegd. Op de voordracht voor zetters wer den geplaatst de heeren P. Crupsbergs en J. B. de Witteen op het dubbeltal de heeren F. de Houck en J. B. Antheunis. De minister van waterstaat, handel en njjverheid heeft zjjne buitenlandsche verlofreis aanvaard. De heer Van den Bergh denkt eerst eenigen tjjd te Arnhem door te brengen en zal den 14'* September in de residentie terugkeeren. Bjj gelegenheid der plechtige onthulling van het standbeeld van Hugo de Groot te Delft zal de feestrede gehouden worden door mr W. H. de Beaufort, lid der tweede kamer. Ook door de kamer van koophandel en fabrie ken te 's Hertogenbosch is een adres gericht tot de tweede kamer ter bestrjjding van het wetsontwerp betrekkelijk de telephonische geleidingen. Op den laatsten dag van de vergadering der juristen-vereeniging was aan de orde de behan deling van het volgende onderwerp »Moet aan onschuldig veroordeelden al» mede aan beklaagden, die vrijgesproken of van verdere vervolging ontheven worden, schadeloosstelling worden verleend Hierover werden praeadviezen uitgebracht door mr J. Domela Nieuwenhuis en mr F. B. Coninck Liefting. Prof. Van Hamel verdedigde het beginsel van schadeloosstelling, mits men onderscbeide tusschen van rechtsvervolging ontslagen en vrjjgesprokenen. De heer D. Simons verdedigde het absolute stelsel van schadevergoeding, dat z. i. wel zal zegevieren als eenmaal de vrjje bewjjstheorie is ingevoerd. Prof. Pols betoogde ook dat allen, wier schuld onbewezen is, recht althans op materieele ver goeding hebben. Prof. Mayer verklaarde zich in theorie ook voor het absolute beginsel, maar schrikte nog terug voor de practische gevolgen en spoorde daarom aan tot bedachtzaamheid. Op grond zjjner practische ervaring verzette de heer Rethaan Macaré, officier van justitie, zich tegen het verzwaren van de verantwoordeljjkheid der rechters door de materieele kwestie der vergoeding. Ook de heer Eyssell waarschuwde voor de ver strekkende practische gevolgen, terwjjl prof. Fabius het beginsel warm verdedigde. De uitslag der stemming over de volgende vraagpunten was 1 Moet aan veroordeelden, van wier onschuld later op bjj de wet bepaalde wjjze bljjkt, schade loosstelling worden verleend Eenparig beves tigend beantwoord. 2 Moet aan beklaagden, die vrjjgesproken of van verdere vervolging ontheven worden, schade loosstelling worden verleenda zuiver op grond lukt was en het hem aan moed ontbrak om tegen het onvermjjdeljjke te worstelen. Hjj had nooit aan een mogeljjke bevrijding van Polen geloofd en had zich bjj die beweging meer uit strjjdlust en zucht naar avonturen dan uit bezieling aan gesloten. „Ik had toch geen vaderland, geen haard, geen geld, ik had niets behoorljjks geleerd en eischte heel veel van het leven," zei hjj. „Een Poolsch edelman is niet geschikt om te werken en wat had ik ook moeten worden, nadat ik tot mjjn twintigste jaar mjjn leven verdroomd had? In Siberië ging het mjj niet slechter dan ergens anders. Daar moest ik werken en dat doodde ten minste den tijd Met mjjn vrijheid wist ik niets te beginnen. Ik heb overal rondge zworven ik heb het meest losbandige leven geleid; ik heb gespeeld, bjj zekere landgenooten gebedeld; ik heb mjj bjj avonturiers aangesloten en zoo zal het voortgaan totdat de dood er een einde aan maakt. De verloren zoon van een ver loren landin die paar woorden ligt mjjn geheele geschiedenis opgesloten." Medeljjden ja dat was het, wat haar het eerst tot hem trok. Het begon met medeljjden en eindigde met liefde een liefde die haar deed ontstellen. Zjj streed er niet tegen zjj was bereid om alles op te offeren ten einde hem t® redden... Zjj geloofde aan hem, die al lang niet meer aan zichzelf geloofdezjj geloofde aan hem, omdat zjj hem lief had en de liefde niets onmo» geljjk vindt. {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 1