N' 198 1886J Dinsdag 24 Augustus* 8 FEUILLETON. De eeuwige wet. Middelburg 23 Augustus. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco f 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën 20 Cent per regel; Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. GEMEENTERAAD. MIDDELBURGS® COURANT. Agenten te Ylissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moou, te TholenW. A. yan Niehwenhuijzen, te Ternenzen: A.yan dee Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John P. Jones, opvolger De burgemeester van Middelburg, maakt bekend, dat op Woensdag den "25 Augustus 1886, des na middags te drie ureneen openbare zitting van den gemeenteraad zal plaats hebben. Middelburg, den 21 Augustus 1886. De burgemeester voornoemd, F. ERMERINS L. B. De Amsterdammer gaat op zijn gewonen mees- terachtigen toon voort ons uit te schelden voor las teraars. Onze lezers herinneren zich, dat die be schuldiging berust op onze opmerking, naar aan leiding van de tuchtiging, zooals de Amsterd. het noemt, die wjj van de Standaard ontvingen. De opmerking luidde: „dat de sympathie van de Standaard voor de Amst., D. v. N. zeer goed te begrjjpen is; maar dat het beter zou geweest zjjn zoo over deze teere zaak ware gezwegen. De heeren Hovy c. s. mochten daarmee eens niet gediend wezen" enz. en die opmerking wordt gequalificeerd laster, omdat daarin ligt opge sloten een beschuldiging van omkooping. Reeds hebben wjj gezegd, dat die beschuldiging niet in onzen gedachtengang lag, maar dat wij een voudig doelden op de omstandigheid, dat de heer Hovy en andere anti-revolutionnairen aandeel hadden in het Dagblad voor Ned. en dat, waar wjj een groote mate van homogeniteit mochten ver onderstellen tusschen aandeelhouders eener courant en hare redactie de overeenstemming tusschen Amsterdammer en Standaard zeer goed te begrijpen was, alleen zouden de heeren Hp% c. s. niet gediend zjjn met die bekendheid. Waar ter wereld ligt nu eenige beschuldiging van omkooperjj? De Amsterd. verklaart dat de heer Hovy noch iemand anders van de anti-revolut. partjj voor een cent betrokken is in haar courant. Wjj twijfelen niet aan de waarheidsliefde van de redactie en wjj moeten dus erkennen hierom trent met vele anderen gedwaald te hebben. Wij zouden het bij deze erkentenis kunnen laten, ware het niet dat de hooge toon der re dactie ons dwong nader op de zaak terug te komen. Want al is het nu waarheid, dat geen anti-revolutionnair thans financieel belang heeft bjj De Amsterdammer, dit neemt niet weg dat er tjjden zjjn geweest dat men het ni^t beneden zich rekende althans financieelen steun van die zjjde zich te laten welgevallen en wij hebben te meer reden om deze bewering vol te houden, nu men ons naar aanleiding dezer kwestie een paar brie ven toezond, waarin ons ongevraagd eenige me- dedeelingen daaromtrent worden gedaan. »Persoonljjk" zoo meldt een dier schrij vers »zag ik van den colporteur de inschrjjvingsbiljetten der heeren Hovy- Novelle van E MIL MA R RIO T. II. Marie gehoorzaamde; zij schommelde zachtjes heen en weer en vouwde hare magere handen over haar borst. Martha stak snel de hanglamp aan, stookte de kachel op en zette den theeketel op tafel. Terwjjl het water begon te koken, dekte zjj de tafel en Maria keek naar alles, wat zjj deed, keek peinzend naar den theeketel wie weet waaraan die haar herinnerde! „Kom" zei Martha toen alles gereed was „nu gaan wjj eten. Hebt gij honger?" „Een weinig." Zij stond op; doch steunde met beide handen op den stoel en schoof als een uitgeputte zieke naar de canapé. „Kom hier naaat mjj" zei zjj met een schuchter lachje tot Martha, die al hare bewegingen met de oogen volgde. Zjj zaten dicht naast elkaar en eensklaps sloeg Marie hare armen om den hals harer vriendin en barstte in tranen uit. „O Martha!" meer kon zjj niet zeggen. „Stil, stil Marie. Ik weet dat wjj elkaar veel te vertellen hebben. Dat, wil zeggen, gjj mjj. Ik kan in weinig woorden zeggen, wat ik in de laatste zes jaren doorleefd hebt. Ik heb op u gewacht dat was mjjn leven. Maar gjj 1 Poch van daag behoeft gjj mjj niets te vertellen, Lohman, die in het tegenwoordig*)kapi taal van De Amsterdammer hebben deelgenomen". Ditzelfde deelt ook een ander ons mee, die bovendien nog den naam van een eonservatief- clericaal noemt, terwijl een derde briefschrijver ons meldt dat, om het blad in zjjn vorigen vorm in stand te houden, er geld gevraagd is bjj de mannen van de Non-Possumus politiek, wat voor anderen een reden te meer was om er Eich verder aan te onttrekken en dat een aanzienlek lid der antirev. partjj (wiens naam wjj de redac tie van den Amst. onder geheimhouding willen mededeelen) voor een som had geteekend, in geval de leening volteekend werd. En nu is het zeer goed mogeljjk dat ten slotte al die overeenkomsten door het terugtrekken van een der twee of van beide partjjen zijn te niet gedaan, maar die feiten bljjven toch, welke ruim schoots stof tot de gewraakte redeneeringen, naar aanleiding van de houding der Amst., gaven en dus niet op zulke losse praatjes rusten, als de redactie het wil doen v 'orkomen. En hiermede sluiten wjj onzerzjjds het debat. Met het oog op de verklaring der redactie is dit woord onjuist. Aan het slot van een tweetal artikelen over »het kiesrecht in de tweede kamer," waar bjj voor namelijk gewezen wordt op de moeilijk- zoo niet onmogeljjkheid om eene grond wets-formule te vinden, waarbij den gewonen wetgever „de groote mate van vrijheid" wordt gegeven, en toch de deur voor het algemeen stemrecht wordt gesloten ge houden, komt de Arnh. Ct. tot de volgende slotsom »Een redeljjke grond voor het kiesrecht is alleen te vinden in de persoonlijke geschiktheid en be kwaamheid, niet in schoolsche wetenschap maar in ontwikkeling van het verstand. Dit is het ware vr jjzinnige beginsel, dat, werd het in de grondwet nedergelegd, aan den gewonen wetgever de groote mate van vrjjheid geven zou om eene zich over eenkomstig het rjjzend peil der volksontwikkeling uitzettende kiesrechtregeling tot Btand te brengen. Maar genoeg is het, te zeggen dat het een vrijzinnig beginsel is, om te weten dat men het van dit ministerie, van dezen minister van binnenlandsche zaken niet te verwachten heeft. Wanneer de liberale meerderheid dat niet gaat inzien, zal zjj gedwongen worden, mede te gaan met eene grond wetsherziening, die haar niet kan, niet mag voldoen. Of ze zal genoopt zjjn, te doen wat zjj in Juni heeft verzuimd, waardoor dan heel wat kostbare tjjd nutteloos zal verloren gegaan zjjn." In een artikel met het opschrift „Het kies recht" erkent het Vaderland dat het denkbeeld om de fundamentele wet zelve een zoo fumdamen- teel politiek vraagstuk als dat van het kiesrecht in hoofdzaak te doen beslissen veel aannemeljjks heeft. Maar bij de practische uitvoering stuit men op onoverkomeljjke bezwaren. Men loopt gevaar van in de grondwet of tot zooveel bjjzonderheden af te dalen, dat men het kiezerskorps maakt tot Hu zijt ge weer hier dat is mij genoeg. En gij zijt moede, dat zie ik u aan. Gjj moet dadeljjk gaan rusten. Uw bed staat nog op de zelfde plaats, Maar eet nu eerst wat." „Ik heb in lang niet geschreven," zei Marie „ik had u mjjn komst moeten melden maar alles kwam zoo onverwachts ik moest in eens weg en ik dacht dat gjj mjj die overrompe ling wel zoudt vergeven." Martha drukte haar slechts de hand en Marie begon haar thee te drinken. Het kopje beefde in haar hand. „Kind, kind 1 Waarom hebben wjj elkaar zoolang verdriet gedaan?" begon Martha eens klaps. „Waarom hebben wjj zes kostbare jaren onberroepeljjk verloren, met te vergeefs naar elkaar te verlangen, waarom waren wjj gescheiden, wjj die zoo eng samen verbonden zijn Was dat noodig „Ik weet het niet," stamelde Marie. „Het was lang, zeer lang en bitter niet waar, ik ben zeer veranderd?" voegde zjj er met een droeven, vragenden blik bij. „Ja," zei Martha, „Als gjj bjj mij gebleven waart, zoudt gjj er anders uit zien." Zjj vatte haar hand en bekeek die. „Uwe hand vertelt een lange lijdensgeschiedenis wat is zjj ver magerd! En met die fijne hand en uw gevoelig hart hebt gjj den levensstrjjd willen doorstaan! Dat was een ondoordacht plan, Marie." Deze boog het hoofd. „Het is mjj zeer slecht gegaan, daar ginds beel, heel slecht, Martha," sprak zjj met tril- eene afgesloten kaste, die ook bij voortgaande politieke ontwikkeling gansche groepen burgers onverbiddelijk buitensluit, of zich te bepalen tot zoo rekbare grondslagen, dat men toch ten slotte feiteljjk de regeling geheel aan den wetgever overlaat. Daarbjj komt nog, dat wil men in de grondwet bepaalde regelen vaststellen, aan wie het kiesrecht zal worden opgedragen, men alt jjd naar uiterljjke teekenen zal moeten zoeken (belasting betaling, huurwaarde der woning, vermogen, examen), die zoo goed en kwaad dat gaat een maatstaf voor geschiktheid en zelfstandigheid aan bieden. En die uiterljjke teekenen kan men onmogeljjk losmaken van de inwerking van den gewonen wetgever, die ten slotte regelt al wat op de belastingen, de huurwaarde, examens enz. betrekking heeft. Het gevolg is, dat men onder den scbjjn van den grondwetgever te lateD be slissen toch altijd weder bjj den gewonen wetgever terechtkomt, en tevens, dat men den wetgever in menige regeling belemmert, waar de schroom van aan het kiesrecht te raken hem terughoudt van hervormingen, die op zich zelf noodzakeljjk zjjn. Het zijn deze overwegingen, die, meent het Vad., moeten leiden tot het standpunt, door de meer derheid ingenomen. Het is zeer zeker een grond beginsel, dat de kiesbevoegdheid moet toekomen aan hem, die de geschiktheid en zelfstandigheid bezit, welke hem in staat stellen, dat recht in het algemeen belang uit te oefenen. Welnu, als de grondwet dit beginsel uitspreekt, of althans van dit beginsel uitgaat, kan zjj het geheel aan de wet overlaten, de praktische regelen te Btellen, waarnaar de geschiktheid en zelfstandigheid zullen worden bepaald. Het komt hel Vad. voor, dat het plicht is der liberale partjj, thans dit beginsel onwrikbaar vast te houden. De formule worde gevonden door den minister Heemskerk, zoo het kan zonder den minister Heemskerk zoo het moet. De Arnh. Ct. had, om aan te toonen hoeveel moeieljjkheden de regeling van een normalen arbeidsdag, met zich medebrengt, het volgende voorbeeld gegevenEen fabrikant werkt met 20 werklieden, die 16 uren daags arbeiden a 15 cents per uur. Bepaalt de wet nu 10 werkuren daags, en wil de fabrikant evenveel arbeid verricht heb ben, dan vermeerdert hjj eenvoudig het aantal werklieden en betaalt dus niet meer werkloon. Maar indien nu de werkman in 10 uren evenveel wil verdienen als vroeger in 16 uren, dan zou dit eene meerdere uitgaat van 8933.60 jaarljjks van den fabrikant vorderen, waardoor hem het mede dingen en het bestaan onmogeljjk zou gemaakt worden. Hiertegenover stelt De Werkmansbode het in de brochure van den heer Heldt over den normalen arbeidsdag duideljjk gestaafde beweren, dat er voorbeelden zjjn aan te wjjzen van vermindering der werkuren zonder vermindering der voortbren ging. »Ten tweede, teekent De Werkmansbode hier lende lippen. „Dat dacht ik wel," riep Martha op schorren toon. „Lieve hemel, als men zoo ontzaglijk veel van iemand houdt, dat elk haar van haar hoofd ons dierbaar is en daarbjj weet dat dat beminde wezen in die onbarmhartige wereld rondzwerft, geslingerd, mishandeld en gekweld wordt dan zou menEn als men daarbjj overtuigd is dat het niet noodig was geweest!" „Ja het was wel noodig, Martha," zei Marie zacht, doch met nadruk, „toen was het noodig." „Goed. Wij zullen daarover niet strjjden. Hoe zacht gjj ook schjjnt, gjjbebt toch een jjzeren wil. Maar één ding zeg ik uhet was beter geweest om samen honger te ljjden, dan geschei den te leven." „Gjj zoudt alleen honger geleden hebben. Dat was het, wat mij voortjoegUwe liefde en offervaardigheid Maar laat ons nu daar niet van spreken ik ben dood moede!" Zjj liet haar blonde hoofdje op den schouder harer vrien din rusten en zuchtte„Ach slapen, slapen, slapen Welk een weemoedig verlangen sprak er uit die woorden! Dat was meer dan de gewone behoefte aan slaap en rustMartha nam haar als een kind in hare armen en droeg haar naar de slaapkamer. Marie sliep reeds, toen Martha zachtjes haar woning verliet en zich naar den koopman begaf. Hjj stond op en Btak haar lachend de hand toe. „Dat was een verrassing 1" zei hjj, Zjj knikte. verder op aaD, is de beweging, over den normalen arbeidsdag ontstaan, in bjjna alle voortbrengende landen waar te nemen, zoodat ook de regeling zoo algemeen mogeljjk zal toegepast moeten worden. Ten derde heeft geen enkele industrieele iurich- ring recht van bestaan, indien zjj slechts kan mededingen ten koste van de gezondheid, het welzijn en de welvaart der voortbrengende men- scheljjke krachten. Zestien uren daags is geen menschelijbe, maar onmenscheljjke norm2/3 van het etmaal zwoegen om grootendeels voor anderen voort te brengen is geheel in str jjd met de natuur en met den regel aan haar wetten ontleend„uw etmaal worde verdeeld in 3 deelen, 1/3 arbeid voor de stoffeljjke, 1/3 voor de geesteljjke, 1/3 voor de physieke eischen van uw bestaan, waaronder voeding, slaap, beweging in de frissche lucht enz." Nu dient toch elke regeling zooveel mogeljjk dit ideaal der tjjdsverdeeling nabjj te komen, tenzjj men ophoudt den mensch als mensch te beschou wen en te erkennen. »Moeieljjk blijft de regeling ontegenzeggelijk, maar de moeieljjkheid zal in dezelfde mate ver minderen, als men meer nadert tot de natuurljjke toestanden, tot de eerljjke erkentenis van 'smen- schen rechten en plichten. Door de ministers van binnenlandsche zaken en van waterstaat, handel en njjverheid zjjn van nu af o. a. de volgende stations der staatsspoorwegen als hoofdstations aangewezen Goes, Middelburgen Ylissingen (stad). Genoemde stations zjjn als hoofdstations te be schouwen voor de spoorljjnen, die van verschillende richtingen aldaar samenkomen. Aan mejuffrouw A. M. C. Bolland, is op haar verzoek, op 1° Sept. eervol ontslag verleend als surnumerair der posterpen te Goes. Aan A. Bos, timmermansbaas bjj het Belgisch loodswezen te Vlissingen, is vergunning verleend tot het aannemen der ujjverheidamedaille 2e kl., hem door den koning der Belgen geschonken. In de vergadering van den djjkraad op Vrjjdag 20 Aug. is besloten tot de overbestorting van een gedeelte van 't in het voorjaar gezonken stuk B tusschen raai 19 en 21 van den Een- drachtpolder, omdat uit het onderzoek van den helmduiker is gebleken, dat genoemd zinkstuk beschadigd, zoo niet afgebroken is, en daardoor de oever niet als genoegzaam bedekt is te be schouwen. De kosten dezer overbestorting zjjn geraamd op ƒ812. Bjj de invoering van het nieuwe strafwetboek, dat is 1 September a., zullen zjj die met vergun ning sterkendrank in het klein verkoopen, het gedrukt exemplaar der drankwet dat in hun lokaal moet opgehangen zjjn door een ander moe ten vervangen. In de drankwet toch zjjn eenige wijzigingen gebracht bjj de »wet van 15 April 1886, houdende bepalingen, regelende het in wer king treden van het wetboek van strafrecht en „Vertel mij nu eens, hoe en waar gjj haar gevonden hebt. Het is mjj alsof ik droom. Ik heb bjjna geen kracht genoeg om mjj te verbljjden. Het kwam al te onverwachts." „Dat heb ik wel gedacht. Wilt gij een glaa wijn? Gjj ziet zoo bleek," „Dank uik heb niets noodig, vertel maar." „Welaanik kwam zooals gewoonljjk van avond om zeven uur thuis en zag op het portaal voor uw deur een jonge dame staan zoo droomerig zou ik haast zeggen, zoo Bchuw en zoo vermoeid, dat ik niet kon nalaten te vragen op wien zjj wachtte. Zjj noemde uw naam en toen herkende ik haar dadeljjkdat moest Marie zjjn. Gij hebt mjj haar zoo dikwjjls be schreven en haar photographie heb ik ook vaak genoeg gezienen dus verzocht ik haar om zoo lang bjj mjj binnen te komen, daar ik een goetS vriend van u was en gjj wel spoedig thuis zoudt bomenalles wat men in zulke gevallen pleegt te zeggen. Zjj nam mjjn voorstel aan en wjj be praatten allerlei samen. Wjj spraken over u, over mjjn kind maar zjj luisterde aldoor naar de deur en begon te beven, als zjj voetstappen hoordeHoed en mantel wilde zjj niet af. leggenZjj had het koud, zei zjjzjj zag ook zeer bleeken eindeljjk kwaamt gjj dat is alles. „Niet waar," zei Martha en zag hem strak aan, „zij maakt den indruk alsof zjj zeer onge«- lukkig is?" Hjj keerde zich met een zucht af,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 1