Verspreide Berichten. De Visscborijen in de Schelde en Zeenw- sche stroonien in 1885. Onderwijs. Rechtszaken. bepalingen tegen welke wjj gewichtige bezwaren meenen te moeten aanvoeren. Die bepalingen zijn lo het heffen van een concessierecht (art. 26°) 2° het voorbehoud der bevoegdheid om te allen tijde zoo noodig de vervanging voor te schrijven van bovengronds- door ondergrondsgeleidingen (art. 28°); 3o het recht tot naasting zonder volledige schade vergoeding en de eigendomsovergang zonder ver goeden bjj het eindigen der concessie (art. 2°, 8° en 10°). Uwe vergadering veroorlove ons, onze bezwaren tegen die bepalingen nader toe te lichten. Ad lam. Het heffen van concessierecht zal natuurlijk de exploitatiekosten der ondernemingen doen stijgen. Daardoor zal het tot stand komen van zoodanige ondernemingen in vele gevallen worden bemoeilijkt en kan dit zelfs onmogelijk worden gemaakt. Hoe hooger dat recht, hoe meer kans dat nuttige ondernemingen zullen moeten uitbljj ven. Het komt ons voor, dat de belangen van vele kleine locali- teiten daardoor zeer zullen geschaad worden, en het ligt naar onze bescheiden meening allerminst op den weg van den Btaat om inrichtingen te bemoeilijken, welke het verkeer kunnen bevorderen, en voor handel en nijverheid ook buiten de groote centra van bevolking van overwegend belang kunnen zijn. Een bescheiden woord van protest zjj ons voorts vergund tegen de meening, uitgedrukt in de memorie van toelichting, dat de staat, de tele- phonen regelende, een recht (om verkeersmiddelen aan te leggen) afstaat. Wjj meenen dat van afstand van een recht geen sprake is. Aanleg en exploitatie van verkeersmid delen behoort niet vit den aard der zaak tot den werkkring van den staat. De staat, zoodanige verkeermiddelen tot zijn werkkring trekkende, treedt op met het oog op de algemeene belangen en kan zich een monopolie scheppen. Doch waar de staat daartoe niet bepaaldelijk met het oog op de algemeene belangen geroepen is, heeft hij zich te onthouden. Het terrein der particuliere nijver heid wordt begrensd daar, waar overheidszorg onmisbaar moet worden geacht. Waar die zorg niet dwingt om eeniga nijverheid binnen den werkkring van den staat te trekken, kan van afstand van recht om verkeersmiddelen te exploi- teeren geen sprake zijn. Ten slotte wjjzen wij er op dat bedrag en wijze der heffing geheel ter beoordeeling van de regeering zouden staan. En nu achten wij het in hooge mate bedenkelijk, dat zoodanige bevoegdheid zou worden verleend aan eene regeering, die particu liere exploitatie als een door den staat afgestaan recht beschouwt en zich wil vrijwaren tegen schade eventueel door het afnemen van het verkeer langs rjjksljjnen toe te brengen aan de schatkist. Bovendien achten wij de meening ongegrond, dat de telephoon de opbrengst van den rijks telegraaf zal doen afnemen. In zeer vele gevallen gelden de telephoonondernemingen als voedings kanalen voor de rijkstelegraaf; vele kleine plaatsen, thans niet in 't bezit van een rijkstelegraafkan toor, worden door de telephoon aan die kantoren verbonden, en daardoor stijgt het aantal personen die van de rijkstelegraaf gebruik maken. Ad 2um. De bevoegdheid om vervanging van bovengronds door ondergrondsgeleidingen te gelasten achten wjj zeer bedenkelijk. De telephoonondernemingen zouden daardoor met ondergang zijn bedreigd. Zoodanige bepaling zou het tot standkomen van elke telephonische geleiding bijna onmogeljjk maken. Onzekerheid toch is doodend voor elke onder neming. Wie zal zijn geld wagen in eene zaak, welke elk oogenblik tot ondergang kan worden gedoemd Volgens het wetsontwerp zijn wel eigenaren van gebouwen en gronden verplicht draden te dulden loven den grond zonder bevestiging of aanraking, doch bevoegdheid van den telephoonondernemer om onder eens anders grond draden te leggen is bij het wetsontwerp niet toegekend. Zoodra de regeering de verandering in onder grondsgeleidingen heeft gelast, staat de telephoon- onderneming bloot aan de eischen van alle eige- Dit zeggende reed hij de heide op en verhief weldra zijn stem tot een van die mooie liederen, die een ieder zoo bewonderde!! De zon zou spoedig ondergaan. De heide geleek een donkerrood fluweelen tapjjt, de roerdomp sjilpte tusschen de graskluiten van het groote moeras, waar Terkei langs reed om den straatweg te bereiken. De kleine waterplas sen tusschen de wilgenstruiken blonken als vloei baar goud in de avondzon. Terkei reed al zin gende voort. Iets verder op kwam hem een ruiter achterop. De leenheer keerde om en liet zijn paard midden op den weg gaan, richtte zich in het zadel op en schudde het hoofd. Het was Hartvig Saxe, dien hjj zag, met een gezicht dat een gelukkige stemming verried. Terwijl ze elkaar voorbij reden, groette Hartvig maar Terkei deed alsof hjj het niet zag en begon te fluiten. Doch even daarna scheen hij zich te bedenken, alsof hij inderdaad eenige van de vele goede eigenschappen verworven had, die Jes hem zoo kort geleden toegeschreven had. Wacht even, zalmvisscherriep hij. Hoe is het u te Lundenges gegaan?" Hartvig wendde zijn paard en reed naast hem voort. „Ik heb mijn zaak gewonnen, zooals ook billjjk was, daar het recht aan mijne zijde was. Maar ik moet u toch bedanken." naren onder wier perceelen de nieuwe verbinding zou behooren aangelegd te worden. Onteigening van den grond zou het eenige, zeer kostbare middel wezen dat in vele gevallen zou kunnen aangewend worden. Het behoeft wel geen betoog, dat slechts in zeer enkele plaatsen telephoonondernemingen tot der gelijke uitgaaf in staat zouden zijn. Ad 2>um. Het recht tot naasting behoort ook naar onze meening aan den staat te worden toegekend. Doch het wetsontwerp verzekert niet: „volledige vergoeding", maar „vergoeding volgens de regelen bij de concessie gesteld." De regeering is der halve niet verplicht zich tot volledige vergoeding te verbinden, en deze bepaling kan aanleiding geven tot bezwarende voorwaarden van con- cessiën. Nog veel bezwarender is de bepaling onder no 10 van art. 2 voorgesteld, tengevolge van welke de ondernemingen zouden moeten zorgen dat in uiterlijk 25 jaren uit de exploitatie het kapitaal mede zij uitgekeerd aan de aandeel houders of als reserve zij opgelegd. Het in no 10 vervatte stelsel doet concession voor kortere termijnen dan van 20 jaren, ver kieslijk worden, wanneer slechts het der regeering goeddunkt bij de concessie een redelijke uitkeering toe te zeggen. Wij durven vragen of het aangaat ook in dit opzicht den nijvere weder geheel af hankelijk te maken van de regeering? En is geen redelijke uitkeering bij de concessie toegezegd, dan zal in verhoogde tarieven toch het middel moeten gezocht worden voor den ondernemer om zich tegen schade te vrijwaren. De drie aangevoerde bezwaren resumeerende komen wij tot de gevolgtrekking dat het wets ontwerp een noodlottigen invloed zal uitoefenen op alle telephoon-ondernemingen in en tusschen betrekkelijk kleine gemeenten, dat of de aanleg onmogelijk zal blijken, öf slechts dan wanneer zeer hooge tarieven worden toegestaan. Wij zouden daarom aanneming van het ont werp zeer betreuren ten ware de 3 genoemde bepalingen in milden zin werden gewijzigd. Ve r v olg. In de putten, zoowel binnendjjksche als hooge en lage vloeiputten, zjjn ook vele pannen gelegd en de aanslag van oesterbroed was aldaar niet het geringste. Den 6cn Juli, dus twee dagen vroeger dan in 1884, werden reeds 2 tot 4 broedjes op de pannen gevonden, den 14en Juli in de vloeiputten op de IJersche bank 40 a 50 per pan en op 30 Juli telde men 80, 100 tot 150, later zelfs 200 tot 700 broedjes per pan. Ook in de vloeiputten onder den wal was de aanslag zeer bevredigend en telde men 50 tot 100 broedjes per pan. Op de in de Zandkreek en langs den oever van Noord-Beveland gelegde pannen was de aan slag minder ruim en meer ongelijk. In de Zand kreek wisselde ze af van 8 tot 40 per pan en nabij Noord-Beveland van 2 tot 70het broed was op beide plaatsen over het algemeen veel grooter dan op do Ooster-Scheldehet aantal uitgebrachte pannen was er p. m. 1.220.000. Tengevolge van verzanding, veroorzaakt door minder goed toezicht van den pachter, ging het broed aangeslagen op een paar goede perceelen voor 4 verloren. Op de perceelen in den Dorsman, waar pannen gelegd zjjn, was, voor zoover men die pannen boven het zand heeft kunnen houden, de gemid delde aanslag 30, evenzoo in de Vlei van Ouwer- kerk, terwijl ze voor Bruinisse en Stavenisse 20 a 25, voor den Dreischor-polder hoogstens 20, nabjj Brouwershaven niet meer dan 10 en aan den hoek van Bommenede 1 a 2 broedjes per pan bedroeg. In de Eendracht was de aanslag goed, men vond er pannen met 75 tot 150 broedjes. Over het algemeen waren de op al die plaatsen aangeslagen oesters klein. Op de Herkingsche bank zjjn dit jaar tamelijk veel jonge oesters (val 1884) geraapt, op sommige perceelen vond men er 30, 40 tot 50.000. Wat de zoogenaamde natuurlijke broedval op de schelpen aangaat, deze was overal rjjk en „Dat is wel mogeljjk," antwoordde Terkei met zelfbewustzijn, „maar men spreekt van mjj in Oost en West en ik ben grootmoedig. Toen ik van morgen hierheen reed viel het mjj in, dat wjj adelljjke heeren toch liever éen ljjn moeten trekken tegen de kooplieden en boerenen dus gaf ik toe en begenadigde u." „Zullen wij nu weer goede vrienden worden, gelijk van ouds?" zei Hartvig hem de hand toe stekende. „Rijd nu mee naar Lönborg en laat alle vijandschap vergeten zjjn, daar zal Christine zich ook zoo over verheugen." Terkei lachte. „Gjj verlangt zeker weer om eens een mooi verhaal te hooren, gjj beiden, dat van Mulle Rask van Froldberg, of het oude liedje van mjjnheer Bryning Ja, ik heb hooren zeggen dat gjj mjj daarom zoo prijst." Hartvig keek onbegrjjpeljjk verbaasdwant hjj wist evenmin van Mulle van Eroldberg af als van mjjnheer Bryning; maar hjj was niet in de gele genheid om zjjn onwetendheid te kennen te geven, want Terkei hield eensklaps zjjn paard in, slaakte een kreet en wees op Jes, die te voorschjjn kwam op den djjk, welke het moeras omgaf. »Zijt gjj daar weer?" riep Terkei, „wat duivel, waar komt gjj nu weer van daan „Ik liep over de kluiten in het moeras, terwjjl gij den langen omweg reedt. Ik moest u weer naast mjjnheer Hartvig Saxe zienrjjden." „Ja, zoo gaat mjjn heele geheim naar de slechts op enkele perceëlen van de Bergsche bank iets minder dan het vorige jaar. Met leedwezen moet het bestuur constateeren dat op de Yerschebank en inde Ooster-Schelde nog steeds, zjj het dan gelukkig nog slechts sporadisch, Portugeesche oesters voorkomen. De Zeeuwsche pachters van gronden in de Zui derzee hebben veel jonge oesters op hunne perceelen aldaar gebracht, doch klagen er over 't algemeen over dat veel van die oestertjes, die vóór den winter prachtig ontwikkeldenverstikt zjjn door het in den winter afgestorven zeewier, dat er op neer gezonken is. Enkele pachters voerden in de Zuiderzee Fransche oesters aan, doch het resultaat was van dien aard, dat eene herhaling wel niet zeer waarschjjnljjk zal zjjn. De visscherjj van leverbare mosselen op publiek terrein, d. w. z. buiten de in uitsluitend gebruik gegeven perceelen, was dit jaar van niet de minste beteekonis; het weinige mosselzaad toch, dat in de laatste jaren op de Schelde en Zeeuwsche stroomen voorkomt, wordt zoo schoon opgevischt, dat op publiek terrein geene volwassen mosselen meer voorkomen. De oogst van mosselzaad was dit jaar wel iets beter dan vorige jarensommige voor de publieke visscherjj opengestelde mosselzaad- banken waren vrjj goed bezet en bovendien konden de zaadbanken dit jaar vroeger dan anders (op 15 September) geopend worden, zoo dat het zaad, vóór de najaarsstormen opgevischt en op de meer beschermde perceelen gebracht, voor wegslaan behoed was. De hoofdopziener schat de hoeveelheid mossel-' zaad, van de in de Oosterschelde en Grevelingen opengestelde zaadbanken verkregen, op 32000 ton. Op den dag van openstelling der banken was de prijs van het zaad der in diep water gelegene bank op de Grevelingen 1, per ton en van dat der droogvallende bank bij Stavenisse 2,50 per ton. Op eerstgenoemde bank bevonden zich op den dag van opening 175 vaartuigen, op de laatst genoemde 65 en in de Pijpen 7. Zoowel het zaad van de Grevelingen alB dat van Stavenisse was mooi, het laatste ging echter dood, voor zoover het uitgezaaid werd op perceelen waar sterken stroom liep. Op aan den Em gelegen verpachte perceelen viel ook eene vrjj goede hoeveelheid mooi zaad, dat voor 1000 verkocht werd. Op 4 per ceelen in de Zandkreek viel veel zaad, van een dier perceelen werd 1000 ton afgehaald. Op de Wester-Schelde was de zaadval ook beter; ofschoon ze zich tot slechts twee plaatsen be paalde en de bankjes op beide plaatsen slechts klein waren, kwam er toch nog 2500 ton zaad af. Hoewel de zaadval dit jaar, in tegenstelling van vorige jaren, van eenige beteekenis was, was zjj toch in de verste verte niet voldoende voor de behoefte. Op de Wester-Schelde voerde men van elders (Zuiderzee, Engeland, de Belgische kust met de verpachte zeeweringen onder Cadzand) ongeveer drie millioen kilogram zaad en plant- mosselen in. Ook op de Ooster-Schelde liet men zaad van de Zuiderzee en uit Engeland komen Bruinisse ontving 22 a 23.000 ton, Tholen 9000 van de Zuiderzee en een klein partijtje uit Enge land in de Zandkreek werden omstreeks 11710 ton (d. i. ruim 3000 ton meer dan het vorige jaar) mosselen uit de Zuiderzee en uit Engeland 3285 ton aangevoerd. De Bergen op Zoomsche visschers voerden ruim 8000 balen mosselzaad, val 1884, uit de Zuiderzee aan, en in het najaar nog 4 wagons, ieder van p. m. 100 balen, van de val van 1885dit zaad werd uitgezaaid op de per ceelen in de Geul, Boomkil, Oud Vaarwater, Bergsch Diep en Laagte en voldeed zeer goed, zelfs dat van de val van 1885 bleef goed in leven, hoewel er nog geen groei aan te bespeuren was. De Zuiderzee mosselen werden op verschillende wjjze aangevoerd, een gedeelte kwam per spoor naar Bergen op Zoom en werd van daar door de visschers met vaartuigen afgehaald, een ander gedeelte werd door de visschers met hunne eigene vaartuigen rechtstreeksch aangevoerd, en weer een ander gedeelte kwam met tjalken. De laatste wjjze van verzending, die waarschjjnljjk de beste zou moeten zjjn, viel het slechtst uit; in April werden door 3 tjalken 3300 balen van 100 kilo gram aangevoerd, waarvan 14 dagen na aankomst reeds de helft dood was. Dit laatste was echter niet te verwonderen, de vaartuigen waren zoo vol geladen als maar eenigszins kon en hadden boven de luiken nog 30 balen geladen, terwjjl, waar de mosselen met gesleept wordende tjalken twee etmalen onder weg zjjn, eene goede wjjze van verzending volgens den hoofdopziener zou mede brengen dat de vaartuigen slechts half vol werden geladen. De uit de Zuiderzee aangevoerde plantmosselen groeiden goed, zoowel wat de schelp als de visch aangaat, op sommige perceelen werden ze zelfs vetze bleven echter niet vrjj van de zoogenaamde teek (kleine krab), ook waren er roode mosselen onder. Van het uit Engeland aangevoerde zaad had men slechte resultaten, hoewel het er bjj den maan," riep Terkei, neem uw hoed af, vriend Hartvig en buig voor dien knecht, aan hem hebt gjj het te danken dat gjj uw proces gewonnen hebt." Daarop vertelde hjj alles wat er op dien dag met hem gebeurd was, en smukte het verhaal alleen een weinig op. Jes stond op den djjk, terwijl het scbjjnsel van de avondzon over zijne lange gestalte vielzijn bruin gelaat straalde van bljjdschap. Hij hield zjjn pet met beide handen vast en stond voort durend te buigen terwijl Terkei vertelde. „Ik heb het vergolden! Ik heb het ver golden 1" riep hjj eindeljjk uit. En zoo reden de twee landheeren naar Lönborg. EIIOG. aanvoer prachtig uitzag kwam er geen visch in, en waar dit wel het geval was, was de visch mager en zwart. Vooral in de Zandkreek kwamen op het mos selzaad veel zeesterren voor, men maakte er echter op een paar perceelen met goed gevolg gebruik van de rol met pennen, die bjj de visschers van Bruinisse bjjna algemeen gebruikt wordt. (Slot volgt.) De heer J. de Ridder te Middelburg heeft be dankt voor zijne benoeming tot hoofd der Chr. sshool te Hoog-Keppel. De collecte voor de school met den bjj bel heeft te Vlissingen 341.95 opgebracht. Zooals wij gisteren in het kort mededeelden behandelde toen de hooge raad de voorziening van W. K., I. K. en J. V., te Yerseke, tegen een arrest van het gerechtshof te 's Gravenhage, waarbij bevestigd werd een vonnis der rechtbank te Middelburg tot 15, 18 en 9 maanden eenzame opsluiting ter zake van diefstal eener groote partij oesters van een oesterbank in de Ooster schelde toebehoorende aan den heer V. d. B. Deze voorziening werd bjj pleidooi toegelicht door den advocaat M. P. H. Wiercx, die een drietal cassatiemiddelen ontwikkelde en in hoofd zaak betoogde, dat in deze aan geen diefstal kon worden gedacht, omdat bljjkens een notarieele acte er koop en verkoop van oesters had plaats gehad, het volstrekt niet bewezen was, dat de oesters het bjjzonder eigendom" waren van den heer V. d. B., en, gesteld dat dezelfde oesters aldaar ter kweeking waren gezaaid, zij eene on roerende zaak waren geworden, waarvan geen diefstal mogeljjk is, Hetopneb. min. zal, zooals wjj meldden, den 31 dezer conclusie nemen. Gisteren had zich voor de Haagsche recht bank te verantwoorden de heer D., houder van een winkel in de galerjj van het Kiirhaus te Schevening'en. Ten zijnen laste werd ingebracht, dat hjj in den loop van het badseizoen achter het raam van zjjn magazjjn had uitgestald het portret eener schoone, naakt in liggende houding. De magazjjnhouder werd op grond van het te koop stellen van onzedeljjke platen door den te Scheveningen gedetacheerd en inspecteur van po litie, op last van den hoofdcommissaris, eerst bekeurd, nadat hjj op eene voorafgaande waar schuwing geweigerd had., het vrouwenbeeld in Eva's kleedjj te verwjjderen. De winkelier zag er niets onzedelijks in en verklaarde, ook dat 't schilderjjtje aan geen enkelen kjjker aanstoot had gegeven. Ook achtte hij zich tot die tentoonstelling van de photographie'eener vrouw in haar natuurlijk gewaad gerechtigd, wan neer hjj in aanmerking nam, dat in bijna alle museums van de wereld voor het publiek toe- gankeljjk, dergeljjke studiebeelden te aanschouwen zjjn. Hjj behoefde de rechtbank niet eens zoover te leiden om haar te overtuigen, dat hij in zjjn oog niet tegen de openbare zedeljjkheid had gezondigd, want hjj wees haar slechts op het beeld van het ministerie van justitie in de Lange Poten hetwelk de naakte waarheid in vrjj wat plastie- ker vormen teruggeeft, dan het te koop gestelde plaatje van deze Eva. Het O. M. eischte een boete van 8 en boven dien de verbeurdverklaring van deze onschuld. A. Dinsdag uitspraak. Door den heer dr Mezger is te Domburg terrein aangekocht voor den bouw eener villa. De goedkoope trein van Rotterdam en Breda naar Vlissingen vertrekt van Rotterdam te 5.50 's morgens en van Breda te 7.15 om te 10.40 te Vlissingen (Stad) aan te komen. Te 7.40 's avonds wordt van Vlissingen de terugreis aangenomen om te 11.18 Breda en te 12.18 Rotterdam te bereiken. Hedenmorgen werd door een melkvrouw herhaalde malen aan een huis te Goes gescheld, zonder het gewenschte gevolg. Een ingesteld onderzoek bracht aan het licht dat de bewoonster van het huis levenloos te bed lag. Uit Goes wordt ons gemeld Nu er in den laatsten tjjd minder over geschre - ven werd zou men allicht denken dat van het spiritisme alhier het nieuwtje af is. Dat is ech ter lang niet het geval. Ofschoon de zittingen in den zomer niet zoo druk worden gehouden als in den winter, heeft men hier toch geregeld twee seances in de week, waar men hoofdzakeljjk met afgestorven converseert Bovendien worden wonderen verteld van de kracht van het genezend medium, dat reeds vier personen met goed gevolg moet hebben behan deld. Aangezien men echter de namen der her stelden niet noemt is het moeilijk om de waarheid of onwaarheid dier bewering aan te toonen. De roem van het Goesche medium is zelfs tot in Arnhem doorgedrongen en eene dame uit die plaats heeft zich hier tjjdeljjk metterwoon ge vestigd om bij de spiritisten genezing te zoeken voor haar ziekeljjk dochtertje. 'T is voor de liefhebbende moeder te hopen dat zjj beter resultaat zal krijgen dan een ander lijder, die reeds sedert geruimen tjjd door het medium behandeld wordt zonder echter de ver wachte genezing te verkrijgen. Men schrjjft ons uit Rilland Een groot aantal Noord-Brabantsche arbeiders zijn hier thans weer werkzaam aan het snijden der tarwe. Geen wonder dat de landbouwers, die hier gemiddeld 50 a 60 gemeten van dit graan

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 2