Onderwijs. Kerknieuws. Verspreide Berichten, Grondswet-ontwerpen. Kiesrecht. van den arbeidstermjjn zou ook ten goede komen aan de werkeloosheid, waardoor men altijd een massa werkkracht heeft, die geneigd is zich voor te laag loon aan te bieden. Ook de tweede vraagwenscht gij vaststelling en regeling van den arbeidstijd bij de wet? werd toestemmend beantwoord door op éen na alle afdeelingen. Uit de antwoorden op vraag drie: tot welk getal uren per etmaal wenscht gij den arbeid be perkt bleek, dat de meesten zich voor een arbeidsdag van 10 uur verklaardensommigen wilden 8, anderen 12 uur, waarbij er op werd gewezen, dat het loon niet moest worden vermin derd. Voor sommige vakken, die 's zomers veel en 's winters weinig te doen hebben, zou een doorslag moeten worden genomen. De vierde vraag luidde: Wenscht gij een zelfden werktijd bepaald voor alle beroepen en bedrijven, en zoo neen, voor welke acht gjj dan uitzonde ringen, hetzij geregeld of op sommige tijdstippen, in beperkten of uitgebreiden zin, wenseheljjk? Uitzonderingen, waarop vraag 4 doelt, achtten bijna allen noodig, ook met het oog op werk zaamheden in fabrieken, die schadeljjk voor de gezondheid zijn. De regeling daaromtrent wilden sommigen overlaten aan kamers van arbeid. Er bestond groot verschil van gevoelen nopens vraag vijf, luidendewenscht gij het door u in het algemeen of met inachtneming van uitzonde ringen gestelde maximum dadelijk ingevoerd of met overgangstermijnen; bv. beginnende met 12, na drie jaar 11, na 6 jaar 10 uren enz. De eene helft wilde dadelijk invoering, de an dere een overgangstermijn. Vraag zes luidt: wenscht gij absoluut verbod om van den eenmaal vastgestelden werktijd af te wjjken, in ieder geval, of kunt ge er u mede ver- eenïgen, dat of voor bepaalde gevallen en bedrijven, óf voor alle werkzaamheid in erkende onvoorziene en buitengewone omstandigheden, of in beide ge vallen, speciale uitzonderingen worden toegelaten De groote meerderheid wil verlof voor afwijkin gen, waarvan in deze vraag gewag wordt gemaakt. In sommige vakken in dagbladzetterijen o. a. en bij werk voor den handel moet men kun nen afwijken. De vragen zeven en acht zijn Wenscht gij bij erkenning van noodzakelijke of onvermijdelijke uitzonderingen, dat bij de toe passing daarvan, het loon, voor de uren welke het als regel gestelde aantal overschrijden, met bv. 20 a 25 pet. worde verhoogd Indien gij de in vraag 6 bedoelde uitzonderingen wenscht of het toelaten daarvan onvermijdelijk acht, tot welke beroepen en bedrijven moeten die naar uwe meening dan worden beperkt Hooger loon bij overschrijding van den vastge- stelden tijd wilden verreweg de meesten en som migen zelfs een zeer belangrijk hooger bedrag, om het den patroons wat moeilijker te maken, terwjjl anderen juist in te hoog bedrag voor overwerk een te sterken prikkel zagen voor de werklieden. De meesten achtten 20 a 25 pet verhooging voldoende. Wat vraag negen betreft Wenscht gij zulk een wet ook in toepassing te brengen op arbeid, die in huis voor eigen rekening of voor rekening van anderen wordt verricht (te huiswerkers of ondernemers zonder gezellen) wilden verschillende afdeelingen den maatregel ook toepassen op de thuiswerkers, al ontkende men de bezwaren niet daaraan verbonden. Op vraag tienKunt gij ook voorbeelden opgeven omtrent overmatigen arbeidstijd, hetzij in uw vak of uwe omgeving gaven een aantal vereenigingen ten antwoord dat de overmatige arbeidstijd zóózeer regel is, dat het beter ware geweest vraagt 10 aldus te stellen Kent gij ook voorbeelden van uitzondering Op potten- en pannenfabrieken is de werktijd 14^ uren per dag, ook voor kinderen van 12 jaren af. In suikerfabrieken wordt dag en nacht gewerkt, met twee ploegen, elke ploeg staat 36 uren achtereen. Bij de spoorweg-, tram- en omnibusmaatschappijen (inzonderheid de Am- sterdamsche, waar de diensttijd 18 uren per dag is) van 's morgens 6 uren tot middernacht. In het meubelvak werken van de 1000 werklieden 800 langer dan den gewonen dag en die is 11) nren werktijd of 13 a 13) uren met inbegrip van den schafttjjd. In de bouwvakken wordt door een deel der werklieden des zomers gewerkt van 4 a 5 uren des morgens tot 8 a 9 uren des avonds, op andere tijden van 6, 7 a 8 uren af tot 10 en zelfs tot 12 ureD, terwij! een ander deel geen werk kan vinden en weer een ander deel een zeer korte dagtaak heeft, die het verzuim niet kan vergoeden, waartoe de werkman in andere seizoenen genoodzaakt is. Boerenarbeiders werken des zomers van 3 uren 's morgens tot 6 uren 's avonds, en daarna, nog in hun eigen tuintje, als zij dat hebben, enz. Naar aanleiding van de elfde vraag Hebt gij ook nog op- of aanmerkingen van al- gemeenen aard, waartoe vorenstaande vragen u geen aanleiding gaven drongen een paar afdee lingen aan op afschaffing van arbeid op Zondag, op verbod van vrouwenarbeid en betere regeling van den kinderarbeid. Anderen wilden een inter nationale regeling. Men wees ook op de noodza kelijkheid om inspecteurs aan te stellen of kamers van arbeid in 't leven te roepen. In een schrijven aan de N. R. Ct deelt de heer Kley mede, dat het bericht betreffende de door hem ondergane straf onjuist is. Wel heeft de heer Kley zich reeds op 31 Maart 1885 ter beschikking gesteld, doch tot nu is de minister van koloniën althans voor zoover hem bekend niet op het toen door zijne excellentie gegeven antwoord teruggekomen. Reeds den 3cn Juni d. a. v. wendde de heer Kley zich met een request te dezer zake tot de tweede kamer der Btaten-generaal, doch de inlich_ tingen van den minister naar aanleiding daarvan aan dat lichaam verstrekt zijn nog in handen eener commissie en is die zaak nog niet afgedaan. Dezer dagen heeft hjj zich opnieuw met een request tot de volksvertegenwoordiging gewend, met verzoek de afdoening van de hem betreffende zaken zoo mogelijk te willen bespoedigen. Mr Th. Goudsmit behandelt in de Verzekerings bode eene kwestie, die thans ook voor Nederland van belang kan worden de verplichting der levensverzekering-maatschappijen tegenover hem die bij een oproer het leven verliezen. In Frankrijk is daarover menige procedure gevoerd en in de hoogste ressort werd beslist, dat het de vraag slechts is, of men zich onder de opstandelingen als een hunner bevond, zooals de soldaat in een oorlog. Dit acht mr Goudsmit het zuivere beginsel, maar het moet dan ook in de voorwaarden der verzekering duidelijk worden uitgedrukt, zoodat geen uitkeering kan worden geweigerd aan hen, die, gelijk zich te Amsterdam gevallen hebben voorgedaan, gedood werden zonder aan het op roer te hebben deelgenomen. In menig geval zal, zegt de heer Goudsmit, het bewijs wel moeilijk te leveren zijn, maar dit stelsel verdient toch de voorkeur boven het niet uitbetalen aan de vrouw en kinderen van een onschuldige. De Londensche correspondent van het N. v. d. D. meldt, dat dr Jorissen Vrijdag te Londen is aan gekomen. Hjj denkt in het midden dezer week in Nederland te komen. Het doel zijner reis is, met de Nederlandsche belanghebbenden over ver schillende Transvaalsche aangelegenheden, ook financieele, te confereeren, doch het hoofddoel is de spoorwegconcessie, waartegen in den Trans- vaalschen volksraad door de Engelsch-gezinde partij allerlei tegenkantingen worden in het midden gebracht, hoofdzakelijk, zoo het schijnt, omdat de concessionarissen (de heeren Van den Wall Bake en Groll) Nederlanders zijn. Een gedeelte van den Transvaalsohen volksraad schijnt de voorkeur te willen geven aan een Engeleehe maatschappij, maar president Kruger heeft gezegd met de kwestie te zullen staan of vallen, en hij heeft de overwin ning behaald, in zoover dat een uitstel verleend is van zes maanden, om te trachten met de con cessionarissen eenige wijzigingen in de overeen komst te treffen, waardoor aan de oppositie in den volksraad wordt tegemoetgekomen en de concessionarissen op andere wijze worden schade- foos gesteld. De verslaggever van het Hdbl, die de algemeene vergadering der Vereen, t. b. v. fabriek- en Jiand- werksn. in Ned. bijwoonde en ook aan het uit stapje naar Domburg deelnam, geeft van het laatste in het Zondagsnommer van zijn blad een lezenswaardige beschrijving. Na de reis naarr de badplaats, de feestelijke ontvangst aldaar en de ringrijderjj beschreven te hebben zegt bij »De omgeving van Domburg is in éen woord verrukkelijk en onze schilders hebben reeds lang den goudmijn ontdekt, die aan hun kunstenaarsoog vele schatten heeft ontbloot. Het duin aan zee, dat nog slechts uit éen reeks bestaat, omsluit Domburg halverwege en daardoor ligt het dorpje in een dal, dat te schooner is, omdat de planten groei er niets te wenschen overlaat en de roode daken van de kleine huizen, welke aan Neuren- berger speelgoed doen denken, en het aardige kerktorenspitaje liggen daardoor als 't ware te midden eener golvende zee van groen, waaruit zich hier en daar een hooger gelegen koepeltje of een landhuis verheft. In de verte, achter deze groene partijen, liggen die welige akkers met hun heerlijke Zeeuwsche tarwe, op enkele waarvan het koren reeds tot schoven is gebonden of waarop de jjverige landman met den sikkel rondgaat. Vea ziet men hier weinig en slechts enkele »rood- bontjes" ziet men in de groene weiden hoogtijd houden, als schenen zij er enkel geplaatst om de schilderachtigheid van dit plekje gronds te ver- hoogen, dat alle aantrekkelijkheden heeft van een vergeten hoekje, waar zieken naar lichaam de gezondheid weder vinden door den onbesmetten dampkring en kranken naar het hart hunne smarten vergeten door het troostend lied der zee. Domburg is gelukkig nog geen groote badplaats, geen badplaats d la mode er is dus nog onbe dorven natuur en poëzie te vinden en het is te hopen, dat dit zoo zal bljjven." De gemeenteraad van Goes zal a. Donderdag des namiddags 1) uur vergaderen tot 't behan delen van het verzoek van mej. J. G. Risseeuw om eervol ontslag als onderwijzeres in de band- werken, de aanvrage van het burg. armbestuur om wijziging der begrooting voor 1885, het le supplet. kohier van den H. O. voor 1886, het opmaken eener voordracht ter benoeming van 2 leden in het college van zetters, de staten van oninbare posten en restanten van den H. O. en de belasting op de honden over 1884 en 1885. Voorts van de verzoeken van M. Salberg en D. Klemkerk om afstand van grond in erfpacht, de aanvrage van A. van der Burgt om vergunning tot het leggen van bruggen en het kappen van hakhout aan den stationsweg, de concept-overeen komst met de maatschappij tot beëindiging der concessie voor de exploitatie der gasfabriek, het voorstel van burg. en weth. tot het aangaan eener geldleening met plan enz., een ontwerp ver andering voor de exploitatie der gasfabriek en na vaststelling dezer verordening: Benoeming eener gascommissie. Aan een particulier schrijven van een kapitein van het Indische leger is het volgende ontleend: „Ik zou er bijna toe kunnen overgaan om te scbrjjven het Indische leger bestaat eigenlijk niet meer. Men vindt in de garnizoenen de ge raamten van bataljons en compagnieën, uit eenig officieren en wat kader samengesteld maar het vleescb, de valide manschappen nl., zitten op Atjeh. Tot hoe lang zij daar valide blijven weet men helaasGelukkig echter dat de ver schrikkelijke beri-beri eenigszins tot staan schijnt te zjjn gekomen. Er zijn te Atjeh nu nog compagnieën die van hun organieke sterkte geen 25 soldaten onder de wapens brengen. Om kleine expeditionaire troepen bij elkaar te krijgen, zooals naar Mandor, Poeloe- Bras en nu weer naar Rigas worden alle bataljons geplunderdaan de verplaatsingen, overplaatsingen en detacheeringen komt dan ook geen einde Hoe alle banden van korps-geest en kameraadschap daardoor verslapt worden, ligt voor de hand. Zoo dien ik nu in de laatste vier jaren onder mijn 5en kolonel en mijn 13cn bataljonskommandant en kommandeer ik mijn 9" compagnie Wat zeggen de kameraden in Holland daarvan Inhoud van de Lantaarn van 15 Aug.Plaat Hedendaagsche godsdienstoefening. No 1. Een voorbericht door Willem Hollander. No 2. Een brief uit Parijs, door Champrosé. No 3. Mijn laatste Salto Mortale, door Janus Blanua. No 4. Een nachtpitje, door dr Vlis. Verslagen.) Algemeene beschouwingen. Over slechts eenige onderwerpen werd opnieuw beraadslaagd, waarover de gedachten wisseling nog geen voldoende licht had verspreid. Door sommigen werd de meening geuit, dat herziening der grondwet bjj de bestaande ver houding der staatkundige richtingen niet zou z|jn tot stand te brengen, al werd daarvoor thans in eerste instantie eene meerderheid verkregen. Volgens enkele leden was die herziening ook onnoodig, omdat haar hoofddoel, verbetering van het kiesrecht, onder de tegenwoordige grondwet even goed kon worden verwezenlijkt door belasting hervorming invoering eener algemeene inkomsten belasting zou ongetwijfeld slagen, indien men er slechts van wilde afzien den grond dubbel te belasten. Het antwoord hierop luidde, dat het thans in staatkundigen zin een volstrekte onmogelijkheid ware, de herziening der grondwet ta laten rusten. Al ontveinsde men zich de groote bezwaren niet, aan het volbrengen dier taak verbonden, men mocht daarom de hoop niet laten varen, dat vaderlandsliefde ten slotte welmeenende mannen van verschillende zienswjjze zou nopen in het belang van het gansche volk de handen ineen te slaan. Overigens was geen zaak door de er varing meer voldingend bewezen dan deze, dat de grondwettelijke band tusschen belastingen en kiesrecht een goede regeling van beide onder werpen van wetgeving verhindert. Eenige leden drongen er op aan, eerst na afloop der geheele beraadslaging over de ontwerpen te stemmen. Er waren tegenstanders van de schoolwet, die betreurden dat geen voorstel was gedaan tot wjjziging van hoofdstuk X, omdat »een duurzaam volksbelang een verzoening of transactie eischt", en h i. was eene allen bevredigende redactie niet onmogelijk; ware den 9 April de stemming acht dagen uitgesteld, dan zou hoogstwaarschijnlijk een transactie zijn verkregen. Mocht de regeering onverhoopt geen voorstel willen doen, dan zouden deze leden zich beraden, of het op hun weg ligt, het initiatief te nemen. Andere tegenstanders der bestaande schoolwet geving achtten het alleszins verklaarbaar dat de regeering, na het mislukken der door haar aan gewende poging, zich van het doen van een nieuw voorstel tot herziening van art. 194 had onthou den. Dit nam intusschen niet weg dat elke grondwetsherziening, waar'ojj dit artikel onveran derd werd gehandhaafd, voor hen onvoldoende en van zeer geringe waarde zou zijn. Zij moesten dan ook blijven aandringen op wegneming hunner bekende grieven in zake het onderwjjs, doch zouden thans geen nota's indienen, en, om ver keerde opvattingen te voorkomen, ook niet vooraf de houding kenbaar maken, die zjj ten aanzien der opnieuw ingediende ontwerpen zouden aan nemen. Terwijl zjj over de onderwjjsvraag voor het oogenblik in geen verdere beschouwingen wenschten te-treden, meenden zjj alleen de be schuldiging, dat zij zich vroeger aan parlementaire werkstaking schuldig gemaakt hadden, verre van zich te moeten werpen. In eene afd. verklaarden enkele leden, dat h. i. een regeling onder het tegenwoordig art. 194 mogelijk is, die aan het openb. onderwjjs grooten- deels zijn beteekenis ontneemt, zoodat zjj zich ook bij behoud daarvan wilden neerleggen. Naar het oordeel der meerderheid bestond er na het voorgevallene geen aanleiding, om bjj de regeering aan te dringen op de indiening van een nieuw voorstel tot wjjziging van het X hoofd stuk. Zjj, die verandering noodzakelijk achtten, doch in de vorige kamer de daartoe door de regeering aangewende poging hadden verijdeld, behoorden thans zelf een voorstel in dien zin aan te bieden, waardoor zjj, in geval van aanneming, gebonden zouden zjjn. Alleen langs dezen weg scheen het verkrijgen eener transactie mogelijk. Bijaldien het X hoofdstuk onveranderd bleef, betoonden sommige tegenstanders der bestaande schoolwetgeving zich minder afkeerig van een beperkte, dan van een algemeene grondwetsher ziening. Eenige leden hadden wijziging gewenscht in hoofdstuk XI. Moet de grondwet sommige volks belangen tegen afwisselende meeningen beveiligen, dan moet ook veranderen van de grondwet niet al te moeieljjk worden gemaakt. Hoofdstuk III. Sommige leden waren nog niet overtuigd, dat's lands belang het best gediend ware door den wetgever eene groote mate van vrijheid te laten in zake kiesrecht. Waartoe dient eene grondwet, die op zulk een hoofdpunt het stilzwjjgen bewaart? De meerderheid achtte deze bedenkingen niet zoo overwegend. De regeering en de meerderheid der kamer zjjn gezind tot samenwerking op dezen grondslag, dat de grondwet zich onthoude, den gewonen wetgever een bepaald kiesstelsel voor te schrijven, maar hem in de gelegenheid stelle om de kiesbevoegdheid geljjken tred te doen houden met de ontwikkeling der natie, zonder evenwel den weg te banen tot het zoogenaamd algemeen stemrecht. De grondwet zal zich derhalve ten deze kunnen bepalen tot het uitspreken van het beginsel van rechtstreek- sche verkiezing; tot het stellen van de noodige eischen van leeftijd, geslacht, ingezeten- en Nederlanderschaptot uitsluiting van enkele categorieën van onwaardigen, en voorts tot toeken ning van kiesbevoegdheid aan hen, die voldoen aan de vereischten betreffende geschiktheid en zelfstandigheid, bjj de wet vast te stellen. Een dergeljjk grondwetsartikel zal een dam opwerpen tegen invoering van een volstrekt algemeen stem recht, doch aan den wetgever eene zoodanige mate van vrijheid verschaffen, als hij behoeft om tot eene zeer groote uitbreiding der kiesbevoegdheid te kunnen overgaan. Door een der leden werd de meening ontwikkeld, dat de wetgever aldus nog te zeer aan banden gelegd zou worden. Z. i. behoorde de grondwet wel degelijk de invoering van een algemeen stem recht, in gezonden zin opgevat, mogeljjk te maken en voor te bereiden. Aan den gewonen wetgever kon de toepassing van dit beginsel, op door hem te bepalen tijd en wijze, worden toevertrouwd. Enkele leden wenschten den leeftjjd van vijf en twintig jaren als vereisehte voor het kiezerschap in de grondwet te zien opgenomen, en voorts daarin bepaald te zien, dat alleen zij kiezers kunnen zijn, die in eenige rijks directe belasting zijn aangeslagen. Sommige leden wilden ruimte laten tot invoering van eenig stelsel van evenredige vertegenwoor diging. De redactie van het nieuwe art. meende men aan de regeering te moeten overlaten. Zoo ook behoort de regeering geheel vrij te bljjven omtrent de indeeling in kiesdistricten. Te Breda is heden voor de hoofdakte geslaagd de heer F. Risch te Breskens. Te Axel is Zondag door de R. K. gemeente feesteljjk de dag herdacht, waarop voor 25 jaren die gemeente na 275 jaren werd hersteld en de eerste maal de heilige offerande der mis werd opgedragen. De kerk was fraai versierd, zoowel als de be waarschool. De tuin van den pastoor was 's avonds geïllumineerd en een vuurwerk werd afgestoken. Het muziekgezelschap uit Zuiddorpe bracht eenige muzieknommers ten gekoore. Het moderamen der synode is ter audiëntie ge weest bjj den minister van binnenlandsche zaken, teneinde mededeeling te doen van de door de synode genomen maatregelen ter bevestiging of herstelling der wettige orde in de Ned. herv. kerk. Met de meeste welwillendheid en belangstelling werden die mededeelingen ontvangen, waarbij het moderamen de verzekering mocht verwerven, dat de regeering steeds bereid is, zooveel tot haar kring behoort, de pogingen der synode tot hand having van recht en orde te steunen. Door den gewezen predikant Viug te Leider dorp, iB Zondag ook des avonds in de bijzondere christelijke school godsdienstoefening gehouden. Een verzoek van zijne aanhangers aan den president-kerkvoogd om de sleutels der kerk te bekomen, werd door dezen van de hand gewezen. De verzoekers hebben daarop gedreigd binnen kort de deuren der kerk open te zullen breken. Arrondissements-Rechbank te Middelburg. Heden zijn veroordeeld A. B., 20 j. landmanskneeht, Biervliet, tot lm. cel en 8 b. s. 1 d. cel; P. J. de S., 21 j. ar beider, Koewacht, tot 3 m. cel en 8 b. s. 1 d. cel; F. K. 21 j., werkman, Veere, tot ƒ12 b. g. 5 d.A. V. 32 j., stationswachter, Woens- drecht, tot 7 d. celL. M. 25 j., koopman en J. G., 23 j. dijkwerker, beiden Westkapelle, ieder tot 12 b. s. 5 d., allen wegens mishandeling; P. van B., 19 j. werkman en A. V., 35 j. arbei der, beiden Axel, wegens overtreding der drank wet, de le tot 10 b. s. 3 d. en de 2e tot 5 s. 2 d. Vrijgesproken zijnJ. F. de P., 17 j. arbeider Breskens, en J. A. B., 22 j. draaier, Vlissingen, de le beklaagd van mishandeling, de 2e van diefstal- Eene vrouw te Goes, die behalve in petroleum ook aan spiritisme doet, kwam dezer dagen aan een juffrouw aldaar de groeten overbrengen van hare reeds lang overleden dochter. Dit maakte op die dame zoodanigen indruk dat zij een zenuw toeval kreeg, geneeskundige hulp moest worden ingeroepen en de dame nu nog lijdende is. tJit Ovezand schrijft men ons dat de heer J. J. Quist, photograaf te Goes, eene photographie heeft genomen op 's rijkskosten van de muurschil dering in de Herv. kerk aldaar, voorstellende eene ridder in wapenrusting. Zondagavond heeft de opstijging van Latter- manns Rotateur te Nijmegen plaats gehad. Lang zaam steeg de ballon omhoog, tot op ongeveer 500 meter, en dreef toen in Noordelijke richting over de stad. Nagenoeg boven de rivier de Waal gekomen, dreef een N. O. luchtstroom den ballon, die niet naar het roer van den sehipper scheen te willen luisteren, naar de stad terug, waarna de reiziger te ongeveer 8 uren, een half uur na de opstijging, in den Botanischen tuin nederdaalde.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 2