129* Jaargang^
1880.
Zaterdag
14 Augustus.
N° 190.
FEUILLETON.
Ik zal het vergelden.
Middelburg 13 Augustus.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
De Visscherijen in de Schelde en Zeeuw-
sche stroomen in 1885.
MIDDELBURGSddE COURANT.
Agenten te Vlissingen: P. Gr. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Boleand, te Kruiningen: F. van dek Peije, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Neeuwenhuijzen, te Terneuzen: A.van der Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger
Terwjjl wjj nog steeds te vergeefs wachten naar
antwoord op de door ons in ons nommer van
10 Aug. den Standaard gedane vragen, het
geven van opheldering valt dit blad zeker bij
zonder moeilijk of het verbergt zich met opzet
achter een deftig stilzwijgen mengt zich de
redactie van het D. v. N. in den strijd en slaat
zulk een opgewonden toon aan dat wjj, waren
wjj in Frankrjjk, ieder oogenblik haar secondanten
zouden verwachten om ons tot een duel uit te
noodigen. Zjj geeft aan de kwestie zelfs een
persoonlijk karakter.
Bij onze wêerlegging van het door het anti-
revolutionnaire orgaan geschrevene voegden wij
de opmerking dat de sympathie van de Standaard
voor de Amst., D. v. N. zeer goed te begrijpen
ismaar dat het beter zou geweest zjjn zoo over deze
teere zaak ware gezwegen. De heeren Hovy c. s,
mochten daarmee eens niet gediend wezen.
En deze woorden nopen de redactie der Amst.
tot een redeneering over die teere, dat wil vol
gens haar zeggen vieze zaak, alsof dit synoniem
zou wezenwaarvan de redacteur der Midd.
Crt., die prjjs zal stellen op den naam van fat
soenlijk man, dient te zeggen wat hg vreet.
„Zoo als de woorden van de Middelb. Crt. luiden
zal niemand er iets anders in kunnen lezen dan
dat de redactie van De Amsterdammer omkoop
baar is, zich inderdaad door Hovy c. s. heeft
laten omkoopen."
De redacteur van De Amsterdammer is dus een
schavuit of uw woorden zjjn ligtzinnige laster."
Wjj willen hopen dat de redacteur van dit blad
eenigszins bedaard is, want anders valt er moeilijk
met hem te redeneeren.
Wanneer al de conclusies, door hem gemaakt,
juist waren, dan bon er voor zjjne opgewondenheid
reden bestaan, maar zoover als bij gaat, gingen
wjj volstrekt niet met onzen gedachtengang, toen
wjj de bedoelde regelen schreven.
De algemeen in Amsterdam en daarbuiten ge
dane bewering dat de heeren Hovy c. s. financieel
De Amst. zouden gesteund hebben het is zelfs
door een enkel blad openljjk gezegdwaarom werd
de bewering toen niet aangevallen is voor ons
geen reden om daaruit voor de redactie minder
vleiende gevolgtrekkingen te maken. De redactie
geeft steeds bewjjs van zelfstandigheid, waar het
geldt de liberalen aan te vallen en hunne ge
breken bloot te leggenmaar daartegenover heeft
het algemeen de aandacht getrokken, hoe het den
anti-revolutionnairen steeds de handen boven het
hoofd hield en in de kerkelijke kwestie te Am
sterdam als advokaat optrad van de geschorsten,
zelfs tot algemeene verbazing, op zoo in 't oog
loopende wjjze en zoo eenzjjdig, dat het stof gaf
tot allerlei redeneeringen en zelfs openljjk geuite
meeningen.
Nu wjj daarop zinspeelden, zonder zelfs den
[Vit het D eensch
van CA RIT ETLAR.
„God weet," begon de gevangene, „dat ik
een groot misdadiger ben en zwaar gezondigd
heb, Wjj leden zulk een gebrek, zjj daar was
ziek en het kleine kind ook, niemand wilde ons
helpen en bedelen mogen we niet; zoo kwam ik
op booze gedachten door het zien van de vele
schapen van mjjnheer, die hier op de heide
graasden. Ik zei ja, en ik zei neenhet liet mjj
geen rust; er kwam geen vogel in den knip en
op de jacht kon ik niet gaan, daar mjjnheer den
eenen voorpoot van onzen hond had laten afslaan.
Als ik thuis kwam lag zjj op den uitkjjk of ik
iets meebracht en in een hoekje zat het kind te
jammeren als een jonge hond, en op zjjne ver
kleumde vingertjes te zuigen. Ik wilde het niet
doen, dat kan mjjnheer gerust geloovenmaar
honger is kwaad om aan te zien, nog erger om
te ljjden en eindelijk kreeg de duivel mjj in
zjjn macht en ik stal een lam van de kudde.
Daarop kwam Mads Sellesen en sloot mjj in dien
onderaarschen kelder, opdat ik mjjn straf zou
kunnen ondergaan, als mjjnheer na zjjn huweljjk
thuis kwam."
„Van dat alles weet ik niets" zei Hartvig
jinaar daar is de rentmeester, Kom bier, yrjend
minsten lust te gevoelen om in deze teere zaak
ons te mengen omdat zij buiten ons omgaat,
vliegt de redactie op als buskruit en vraagt zjj
ons ophelderingen over meeningen, die in hare
eigen omgeving genoeg geuit werden, zoodat zjj
daar beter inlichting kan krjjgen dan bjj ons.
Wjj zinspeelden er alleen op dat, waar zooveel
lof door de Amst. wordt toegezwaaid aan de
mannen van de Standaard Hovy c. het voor
ieder verklaarbaar is dat dit anti-revolutionnair
blad ook op zjjn beurt de Amst. bewierookt;
maar dat dit voor genoemde personen, voor
wie de lof van het D. v. N. toch in de oogen
van het publiek iets dubbelzinnigs moet hebben,
omdat zjj in tal van zaken zoo hemelsbreed in
meening verschillen niet aangenaam wezen moet,
daar door zulke overdreven sympathie-betuigingen
nog meer stof tot praatjes wordt gegeven.
Van een vriend gevleid te worden kan er mee
door, maar door een tegenstander, als de Stan
daard, als de beste en braafste voortdurend te
worden geprezen geeft steeds aanleiding tot ver
keerde gevolgtrekkingen.
En als dan het groote publiek daarmee tevens
namen in verband brengt van personen, die er
hoegenaamd niets mee te maken hebben, dan
meenen wij reden te over te hebben om te waar
schuwen zulke teere zaken maar te laten rusten.
Wil de Amst. er liever op doorgaan, het is
ons wel. De redactie ervan legge dan maar aan
zjjn lezerskring, vooral in Amsterdam, uit, hoe
vereerend de lof van de Standaard voor haar is
en hoe prettig voor de heeren Hovy c. s. wan
neer beide bladen elkaar in de hoogte steken.
De redactie zal zeker wel zoo eerljjk wezen om
ons antwoord ook te brengen onder de aandacht
der lezers van haar blad, die kennis namen van
haar onheuschen aanval.
Mogen wjj de Amst. ook ten slotte nog op
merkzaam maken op hetgeen de Del/tsche Op
merker van 11 Aug. schrijft, naar aanleiding van
de scherpe afkeuring door Flanor geuit over de
kerkeljjke drijvers die hjj „duizendmaal gevaar
lijker- nog en afkeuringswaardiger noemt dan een
democ. soc."
De Delftsclie Opmerker dan zegt
„Slechts de Amsterdammer zit ook ditmaal
weder in het clericale schuitjehjj vindt het
gedrag van den burgemeester ongepast enz. Het
is alsof men de Delvenaar leest t Geen wonder,
dat de geheele clericale pera, ook onze Delftsche,
dweept met de Amsterdammer als „het eenige be
slist liberale orgaan." Geen wonder ook, dat het
publiek mompelt, dat de heer Hovy, de bekende
Amsterd. a. r. bierbrouwer en gemeentelijke ver
tegenwoordiger, een der groote aandeelhouders is
in dit „zelfstandige" blad, dat heden radicaal en
morgen reactionnair is en welks dubbelzinnige
houding vóór 15 Juni door de liberalen niet licht
vergeten zal worden!"
Naar men meldt, zal de heer Gleichman, in
vereeniging met 8 andere kamerleden, bjj de
Tweede kamer een voorstel indienen om eene
Mads, ik moet u spreken!"
Mads Sellesen was een zwaarlijvig, gezet man,
met een verwaand, opgeblazen gezicht en de
onaangename gewoonte van nooit den persoon aan
te zien, met wien hjj sprak. Tegen de arbeiders
was hjj streng en bits, maar daarentegen hoogst
onderdanig en kruipend tegenover zjjne meerderen.
Toen Hartvig hem aansprak, stak hjj zjjn zweep
onder den arm en naderde met een diepe buiging
en den hoed in de beide handen vastgeklemd.
„Hoe zit dat in elkaar met dien man daar?
hoe lang zit hp al in dat hondenhok?"
Mads begon op zjjn vingers te rekenen, maar
Jes voorkwam hem en antwoordde
„Sedert den dag na de dag- en nachtsevening
heb ik gezeten, dus dat is nu tien weken."
„Waarom hebt gjj mjj daar niets van gezegd,
Mads
„Mjjnheer was op reis, toen we hem op
pakten, en toen mjjnheer thuis kwam, dacht ik
dat u wel wat anders aan het hoofd hadmaar
ik vraag u toch verschooning 1 Ik hield den
schooier gevangen en trok zooveel mogeljjk partjj
van hem, altjjd ten behoeve van mjjn waarden
meester. Wjj hadden in de schuur zoo'n groot
gebrek aan matten en zevenmaar nu is daar
in voorzien en ik smeek aller onderdanigst of
mjjnheer zjjn vonnis wil vellen en hem ter dood
laten brengen en ophangen tot een afschrikkend
en waarschuwend voorbeeld."
„Wat staat die man mjj tegen," fluisterde
Qjbyistiqe en legde baar hoofdje weer tegen den
enquête in te stellen naar den toestand van den
kinderarbeid. Men zie Laatste Berichten.)
De kamer van koophandel en fabrieken alhier
zal eene openbare vergadering houden op Maandag
den 16 dezer te 3 uren precies, ter behandeling
van het rapport betreffende de telephonie.
De koning van Portugal bracht gisteren een
bezoek aan de kon. familie op Soestdjjk. Ter
zjjner eer had opthet vorstelijk lustslot een diner
plaats. De hooge gast is heden naar Zweden
vertrokken.
De heer mr. J. W. Romer, sedert 27 Febr. 1877
procureur-generaal bjj den Ho ogen Raad der
Nederlanden, en gedurende 42 jaren lid van de
rechterljjke macht, heeft met 1 September e. k. een
eervol ontslag uit zjjne betrekking aangevraagd.
Tot lid van den raad te Overslag is gekozen de
heer J. van Laere, landbouwer aldaar. De heer
Henri van Bambart, onlangs gekozen, beeft de op
hem uitgebrachte benoeming niet aangenomen
van daar moest eene nieuwe verkiezing plaats
hebben.
Vervolg.)
De vangst van omvisch was in 1885 verre van
ruimzoowel in de Thoolsche als in de Bergen
op Zoomsche we eren ving men weinig elften,
hoogstens 4 stuks per getjjde prjjs wisselde ai
van f 1.20 tot 0.60 per stuk. In Maart werd
een zalm van 4 KG. en in Mei een steur van
80 KG. gevangen.
Geep, schol, spiering, posten, bliek enz. kwamen
■weinig voor. In een eükel [geny "Werden. 59 70
groote geepen gevangen, die tegen 4 a 5 cent per
stuk verkocht werdenoverigens waren de geepen
die gevangen werden zeer klein en nagenoeg on
verkoopbaar.
In de weeren werden ook vier zeehonden ge
vangen.
Op de Wester-Schelde ving men, voor zoover
dit na te gaan is, in de weeren en stallen 18
zalmen, die zeer ongeljjk van grootte waren en te
Antwerpen voor 18 tot 70 fr. per stuk ver
kocht werden. Den hoofdopziener is het niet be
kend of er Rjjnzalmen (salmo salar) bjj waren;
de exemplaren, die hjj er van zag, waren salmo
trutta. Een steur van 70 KG. werd gevangenen
verkocht voor 50 fr. Elften kwamen weinig voor,
hoogstens 30 stuks die naar gelang van de grootte
1 tot 2 fr. per stuk opbrachten.
Van Meivisch (fint, dolhein, hein, alosa finta en
geep) ving men met ieder getjj ongeveer 100 stuks.
Met de palingvisscherjj hielden zich op de
Wester-Schelde dit jaar meer visschers onledig
dan het vorige jaar, en met zeer bevredigenden
uitslagde vangst wordt geschat op 9000 KG.
en werd in België verkocht tegen den gemiddel
den prjjs van fr. 2j per KG.
schouder van Hartvig aan. Haar man glimlachte
„Wie zegt dat hjj hangen moet Misschien
komt hjj met geringer staf vrjj."
Mads schudde bedenkeljjk het hoofd
„Dat gaat niet! Waarachtig het gaat niet.
De wet zegt onherroepelijk dat hjj, die schapen
of zwjjnen van een andermans kudde steelt,
met zjjn leven daarvoor zal boeten." Hjj
sprak die woorden met herhaalde buigingen en
een bloemzoet gezicht, toen hjj den glimlach van
mijnheer zag.
„Gjj schjjnt goed op de hoogte van de wet
te zjjn, Mads."
„Ja dat ben ik Goddank 1 Mjjn vader zaliger
in het hemelrjjk liep jaren lang met het wetboek
onder den arm, als schout te Ringköping, en de
man mjjner tante hielp den koster psalmen zingen
in de kerk, en deed goed zjjn best. Iets bljjft
daar altjjd van hangen. Als mjj het genoegen
gedaan werd, dat hjj tot moes geranseld werd, eer
wjj hem ter dood brengen, zou ik u uiterst dank
baar ajjn."
„Welk voordeel kunt gjj daarvan hebben
zei Hartvig.
»Geen voordeelGeen voordeel Maar ik
heb twee neefjes daar ginds bjj den kaarsenmaker
in Varde; hun heb ik beloofd dat zjj mochten
komen kjjken, den eersten keer als er een mis
dadiger gegeeseld werd. Dat maakt het karakter
flink en zjj zouden er zich zeer over verheugen".
Hjj hield even op, spreidde de beenen ver uit
elkaar, zette d§ band voor den mond en begon
Op de Ooster-Schelde was de palingviascherjj
van geene beteekenis.
De vangat van ansjovis was dit jaar zeer ruim.
Op de Wester-Schelde ia sedert de afdamming
der Ooster-Schelde nog niet zooveel gevangen;
de weervisscherjjen aldaar brachten ruim 50 ton
aan, terwijl een paar Belgische visschers nog on*
geveer 5 ton vingen. De vangst dezer laatsten
werd te Antwerpen groen aan den afslag gebracht»
de gezouten ansjovis werd voor 55 a f 60 per
ton verkocht.
Op de Ooster-Schelde werd de eerste ansjovis
op 12 April gevangen en wakkerde de vangst zoo
spoedig aan, dat op het einde van die maand do
grootste hoeveelheid reeds binnen was, iets dat
zeer zelden voorkomt.
Door de Bergen-op-Zoomsche visschers werd
498 ton gevangen, waarvan reeds spoedig 300 ton
voor ƒ50 per ton werden van de hand gedaan,
omdat de visschers bevreesd waren hunne visch
niet te zullen kunnen verkoopen. Deze prjjs van
f 50 is ver beneden dien van de Zuiderzee-ansjo-
vis welke laatste in den regel steeds veel
goedkooper is, omdat ze hel eerste jaar onbruik
baar isde Bergsche en ook de Thoolsche ansjovis
is veel vetter dan die van de Zuiderzee en on
dergaat een veel zorgvuldiger behandeling, wor
dende door de visschers zelve gezoutenvolgens
de gewone verhouding der prijzen had men dan
ook voor de Bergsche ansjovis minBten 85 per
ton moeten maken.
Voor de niet terstond verkochte visch werd
later achtereenvolgens 55, 60 tot 80 per
ton gemaakt.
Ook te Tholen was de vangst vroegtjjdig en
gunstig afgeloopen, bedragende zjj ongeveer 160
ton. De vangst per week wisselde af van 13 tot
60 ton.
Op de Wester-Schelde kwam dit jaar zoo weinig
sprot voor dat men de visscherjj niet heeft uit
geoefend.
In de monden der Ooster-Schelde daarentegen
was deze visch buitengewoon overvloedig. In de
eerste maanden van het jaar werden onder Schou
wen geregeld 10 tot 15 manden per tjj gevangen;
het kwam somtjjds voor dat de netten zóo vol
liepen dat ze scheurden. De visscherjj werd door
visschers van Brouwershaven, Bruinisse, Ouddorp
en Arnemuiden uitgeoefend in de Hammen,
Roompot, Veergat, Breewater en Krabbengatde
beide laatstgenoemden waren de beste vangplaat-
sen.
Slechts een klein gedeelte van de vangst werd
naar de rookerjjen te Arnemuiden, een nnder
gedeelte naar die te Vlaatdingen gezondenhet
overige werd versch over Zeeland, Noord-Brabant
en Flakkee ter markt gebracht, waar 40 tot 50
cents per emmer er voor bedongen werd. Een
der visschers besomde in éene week 700.
In Maart was de sprot zóo mager dat ze on
verkoopbaar werd, hetgeen zeer opvallend was,
zjjnde de visch aanvankeljjk zeer vet.
Bjj den aanvang der vangst kwam onder de
sprot zeer veel groote haring voor.
uit alle macht naar de keuken te roepen- „Else,
meid, Elsje! Kom gauw hier voor den drommel!'
Miesepoes is op het donzen bed van mevrouw gaan
liggen met verlof gezegd, dat geeft oneenigheid
en minneleed."
„Maar waarom maakt gjj u niet uit de
voeten, domoor, daar gjj hier op het erf moogt
rondloopen zei de landheer.
„Waar zou ik heen loopen zei Jes bedrukt,
»en wat zou er dan van haar en het kind worden?
Terwjjl ik hier in de boeien zit, heb ik voedsel.
Dat deelen wjj samen. lederen dag sluipt zij hier
heen en krjjgt haar deel, zoolang het kan."
„Mjjnheer vergeet waarschjjnljjk ook dat ik
hem dien ring om het been geslagen heb," zei
Mads en sloeg met den zweep op den steenen
kogel. Met dat speelgoed kan men niet hoog
springen. Die steenklomp is zoo zwaar dat hjj
hem te nauwernood achter zich aan kan sleepen."
Jes zag den rentmeester met een minachtenden
blik aan, het krenkte hem bljjkbaar dat men zjjne
krachten geringschatte.
„Denkt gjj dat? Ja, als er geen ander be
letsel was, zou ik spoedig genoeg van dat speel
goed bevrijd zjjn," antwoordde hjj en stiet
verachtelijk met den voet tegen den kogel.
„Dat zult gjj wel laten, want het slot is
goed gesloten en ik heb den sleutel in mjjn zak."
„Hoe zoudt gjj het aanleggen om u van uw
ketting te bevrjjden vroeg Christina, »zeg het
maar gerust,"
(Wor$t y«rv<>ty<y