Onderwijs. Hechtszaken. Verspreide Berichten De Visscherijen in de Schelde en Zeeuw- sche stroomen in 1885. mogeljjk gemaakt worden. En een paar gevallen van desertie, in den laataten tijd, toonen, dat de geest der troepen onder een en ander lijdt. Ver andering van politiek of in de wijze van oorlog voeren kan ons hier niet helpen, maar duiten, om het leger fjjdeljjk sterk uit te breiden om later een behoorlijke reserve op te richten. Aan het te dezer zake door het bestuur dier visseherjjen uitgebracht verslag ontleenen wij het volgende Het personeel der visseherjj-politie gat over het algemeen reden tot tevredenheidmet een der schippers was dit echter niet het geval. Door de ambtenaren, belast met het toezicht op de visseherjjen werden opgemaakt 201 processen- verbaal ter zake van overtreding van het regle ment en diefstal van visch of vischtuig134 van deze processen-verbaal werden opgemaakt door de ambtenaren der visseherij-politie. De aanstelling te Yerseke en Krabbendjjke van rijksveldwachters, uitsluitend belast met het toe zicht op de Yersche oesterbank van de landzijde, bljjkt een uitmuntende maatregel te zijn geweest, die bij voortduring zeer goede resultaten geeft. Het onderzoek naar de al of niet uitvoerbaar heid van de toepassing van electrische verlichting bjj de nachtelijke surveillance is tijdelijk gestaakt. Over het algemeen was het jaar 1885 voor de visscherjj vrij gunstig. Wij gaau nu over tot eene beschouwing van iedere visscherjj afzonderlijk. De bot-visseherij was dit jaar verre van gunstig te noemen. In de Oosterachelde werd in de laatste dagen van Mei op de verpachte perceelen in de Oosterschelde omstreeks h 2 korven per getij gevangen, doch half Juni werd de visscherij gestaakt, om die na afloop der ansjovis-visscherjj te hervatten en vol te houden. Toen had men een vangst van 1 tot hoogstens 3 korven per getij, doch steeds afnemende, tot de opening der mosselzaadbanken in het midden van September- Op de Wester-Schelde werd voor Juni geen goede eetbare bot gevangen, de vangst was daar schraal en bleef, hoewel in Augustus vrjj ruim, toch beneden die van het vorige jaar, vermoede- Ijjk niet meer dan ongeveer 22000 kilogram. De slechte vangst wordt door de visschers toe geschreven aan het groote, en naar hunne meening toenemende, aantal zeehonden. De prijzen waren hoog en bewogen zich te Tholen tusschen 7 en 8, zelfs een enkele maal 9 per tobbe; te Bergen op Zoom werd 5 per korf betaald, terwjjl voor bot van de Wester-Schelde 0.40 a 0.60, te Antwerpen somtjjds franc per kilogr. bedongen werd. De wjjting-visscherjj was van geene beteekenis. De schar-visscherij was op de Wester-Schelde dit jaar zeer slechtwerd vroeger aldaar in den regel met 28 kuilen gevischt, dit jaar werden er slechts 9 geplaatst, die te zamen niet meer dan 5 a 600 kilogr. opleverden, waarvoor 30 a 40 cents per kilogr. betaald werd. Op de Ooster-Schelde, waar de visscherij met 4 kuilen aan den Flauwerspolder werd uitgeoefend, was de vangst iets beter dan het vorige jaar; in Januari met de springtjjden 60 a 70, des nachts somtijds 100-,stuks per getjj, doch op het laatst van Februari reeds weder niet meer dan 8 a 10, 's nachts 15 a 20 stuks per getij. Na Februari werd de vangst gestaakt en half November door een der visschers weder beproefd, doch met zoo weinig succes (4 a 5 scharren per getij) dat de overige visschers zijn voorbeeld niet volgden. Als een der oorzaken van deze slechte vaagst beschouwde men de gedurende de geheele maand December zeer hoog bljjvende laagwaterstanden, waarvan het gevolg was dat de Btroom niet bjjzonder sterk was, terwijl de schar alleen te vangen is daar, waar zware stroom loopt. Ook zjjn de zeehonden hoogst waarschijnlijk niet vreemd aan de geringheid van de opbrengst dezer visscherij, zoowel door het verslinden van de visch als door deze te verjagen. van een ietwat donkerder kleur. Toen hij de kruik gevuld had en terugging, bleef hjj even staan onder een ouden vlierboom, eenige passen van het hek verwijderd hjj zag om zich heen, zette de kruik neer en scheen op iemand te wachten. Weldra kwam er een vrouw in boerinnenkleeding naar hem toe. De man ging meer achter het struikgewas staan om zich te verbergen. „Ik begon te vreezen dat gij niet komen zoudt van daag," Bprak hij op gedempten toon en haalde een paar sneden brood en een stuk vleesch tusschen zjjn jas uit. „Daar haast u en verberg het, voordat de rentmeester op het erf komt." »Mads meent het toch wel goed met u, daar hjj uw vonnis zoo lang uitstelt" sprak de vrouw. „Misschien komt gij heelemaal vrij, zonder dat mijnheer uw schuld te weten komt." „'t Mocht wat", antwoordde de man, de schouders ophalende. „Mads Sellesen houdt mij slechts hier in den kelder zoo lang hjj kan, om dat ik zeven en matten voor hem kan vlechten en ik rek den tjjd zooveel mogeljjk, om een weinig van mjjn voedsel te kunnen sparen voor u en het kind. Hjj het goed met mij meenenO ja Onlangs kwam ik uit mjjn hol en vroeg hem om een schaar teneinde mjjn baard te kunnen knippen. „„Laat dien baard maar zitten, die zal zoo lang niet meer groeien" zei hij. »»Wij hebben nu matten genoeg; zoodra gij die, waar gjj nu aan bezig zjjt, afhebt, klaag ik u aan, zoodat uw yoanii kan geveld worden en wjj u ter dood Ook de gamaal-visBcherij was dit jaar zeer slecht, zoowel op de Oester- als op de Wester- Schelde; er werd weinig gevangen en de garnalen waren klein van stuk, bijgevolg laag in prijs. Ofschoon op de Ooster-Schelde een enkele maal 5 voor eene mand betaald werd, was er door gaans niet meer dan 3, 3j hoogstens 4 voor te maken. De op de Wester-Schelde gevangen garnalen werden tot hoogstens 10 a 12j cent per kilogr. en te Antwerpen aan de markt tot nog lageren prjjs verkocht; de totale vangst aldaar kan op 150.000 kilogr. worden geschat. Ook zjj, die deze visscherij op de Noordzee en in de zee gaten uitoefenden, maakten slechte zaken. Het gevolg hiervan was dat vooral van Tholen en Bruinisse zich veel minder visschers dan vroeger er mede bezig hielden. Beter ging het met de haring-visscherij. Reeds vroeg, in Februari, begon men onder Bergen op Zoom met het steken der weerenden 20en Februari waren reeds enkele weeren gereed en werden met het morgentij 35 en met het avondgetij 375 haringen aangebracht, de prijs was toen 3 de 100 stuks; na verloop van 8 dagen was de vangst vermeerderd tot 1800 stuks per getjj in sommige weerende prijs, die den 27 Februari nog 2.50 per 100 stuks was, viel toen tot op 1.50 of liever werd door de vischvrou- wen daarop gesteld, iets waaraan de visschers zich steeds schijnen te onderwerpen in plaats van, zooals vermoedelijk hun belang zou zjjD, te be vorderen dat de verkoop bij afslag geschiedde. Gedurende de grootste helft van Maart bedroeg de vangst niet meer dan 1000 stuks per getjj den 22en Maart brachten enkele visschers reeds 5000 stuks aan, waardoor de prijs daalde tot ƒ0.80 en toen de vangst niet verminderde, was op het einde van Maart niet meer dan 0.50 te maken. In April liep de prijs terug tot 0 40 en toen den Hen April een visscher 30.000 stuks aanbracht (dit was de grootste vangst in dit jaar) en de vangst verder geregeld ongeveer 10.000 stuks per getij bleef, daalde de prjjs tot 0.25 om tegen het einde van April, toen de vangst verminderde, weder te stijgen tot 30 a, 40 cent en daarop te blijven, niettggenstaande tengevolge van het koele weder in Mei nog vangsten van 8 a 10.000 en in Juni zelfs nog van 1 a 2000 stuks voorkwamen. De Thoolsche weervisscherjjen waren niet zoo vroeg gereed als die van Bergen op Zoom, daal de plaatsen waar ze staan niet zoo ver boven laag water liggen en er in het voorjaar geene lage ebben voorkwamen. De eerste Thoolsche visscher begon dan ook niet voor omstreeks half Maart te visschen, de vangst begon met 280, vermeerderde spoedig tot 500, 700, 900 en 1500 stuks en later tot 6 a 7000 stuks; de prjjzen waren aan vankei jjk 3.10, daalden spoedig tot op 1 om daarop geruimen tjjd te blijven staan en ten laatste tot op 0.50 te vallen. Ook op de Wester-Schelde was de haringvangst voordeelig te noemen; wel waren er getjjen waarin niet meer dan 100 stuks gevangen werden, doch meestal was de vangst 800 a 1000 stuks als gemiddelden prijs kan men 0.50 per 100 stuks aannemen. Wordt vervolgd.) Heden is mej. M. S. Bourdrez van Schoonhoven, te Utrecht gelaagd voor de akte 1. o. Engelsch. De heer P. de Kejjzer te Cortgene is benoemd tot tweeden secondant-interne aan de inrichting van den heer Beltman te Leerdam. Zooals wjj gisteren in 'tkort meldden, werd voor het hof te 's Gravenhage behandeld het appèl van een 17jarige dienstbode, geboren te Domburg, die zich bezwaard gevoelde door een vonnis van de rechtbank te Middelburg, waarbij haar een maand celstraf was opgelegd, voor een haar ten laste gelegden diefstal van een zilveren sigarenpijpje, ten nadeele van een boerenarbeider, die te gelijk met kunnen brengen. Gij eet al te veel."" De vrouw barstte in tranen uit, drukte zjjn hand aan haar hart en fluisterde „Neen, o neenZoo wreed zal hjj niet zijn Als zjj u ter dood brengen, Jes, ga ik ook heen, neem het kind en spring er mede in de rivier, daar heb ik alle nachten over liggen denken. God zal het mjj vergeven!" „Dat zult gij niet doen, Anna Maria. Als gij uzelve en het kind het leven beneemt moet gij ten eeuwigen dage als een spook rondwaren. De Heilige Petrus kan u niet binnen laten in het Hemelrijk na zulk een zonde." „Dan ga ik naar mevrouw Christine en smeek om uw leven, mag ik Zjj zag er zoo goed, zoo vroom uit; en ik heb iets voor haar gedaan, waar ze haar geheele leven genot van zal hebben." „Wat wil dat zeggen? Wat kan zulk een onbeduidend schepsel als gij zjjt voor haar doen „Den dag voor dat zij hun intocht hier op Lönborg hielden legde Sessel Vaevers uit Ilaverdal op de brug, die zij over moeten, een stroohalm met knoopen er in, uit kwaadheid omdat mjjnheer haar van den winter geen schepsel haverkoren had willen leenen. Het is een gevaarlijk wjjf, die Sessel; maar ik zag haar toeleg en wierp het leelijke ding in de diepe gracht, waarop ik twee stroohalmen kruiselings over elkaar in de plaats legde; dat beteekent geluk en dat mevrouw Christina haar geheele leven den weg des Heeren zal bewandelen." Hartvig Saze stond met zjjn vrouw bjj bet haar in dienst was bjfeen landbouwer^te Koude- Jrerke, tevens de oom der bekl. De verdediger van deze appellante, mr Jaeobse Boudewjjnse van Middelburg, deed, aldus meldden de Holl. bladen, een geheel ander licht over deze zaak opgaan, dan daarover in eersten aanleg ge schenen had. In het begin van Maart van dit jaar kwam bekl. in dienst bij haren oom, bjj wien tevens als boerenknecht dienst deed een jongman. Zooals begrijpelijk is, leefde dit tweetal nu niet bepaald als hond en kat en werden er van weerszijden grappen en plagerjjen uitgehaald. Op zekeren dag ging de boerenknecht nuchter uit, maar kwam in zulk een abnormalen toestand 't huis, dat zjjn meester het raadzaam oordeelde hem de schuur tot slaapplaats aan te wjjzen. Den volgenden morgen kreeg de bekl. van hare meesteres, in last, de kleederen van den „pierewaaier", die de sporen droegen van 's mans toestand in den vori- gen avond, te reinigen. Bjj deze gelegenheid viel uit een der broekzakken het zilveren sigaren pijpje in quaestie. Het meisje verborg toen uit de grap het voor werp in een doosje, daarbjj uitgaande van de gedachte om den knecht voor zijn onbezonnenheid te laten boeten. Eerst later werd het pjjpje ge mist en toevallig 14 dagen later door de vrouw des huizes in het doosje hs.rer dienstbode en nicht gevonden. Gretig vertelde zij dit aan den knecht, die het jonge meisje voor diefegge uitmaakte. Hierover was zjj zoo verontwaardigd, dat zij het huis verliet. Later kwam de veldwachter en zside haar, dat haar meester en meesteres haar beschuldigden van diefstal van geld en de knecht van diefstal van zijn sigarenpijpje. De rechtbank had de arglist afgeleid uit de houding van bekl. voor den rechter, voor wien zij bekend had, zonder vrij uit te durven spreken van de onschuldige omstandigheden. Maar wat was, volgens p!., anders te verwachten van een eenvoudig, 17jarig landmeisje, dat eensklaps voor den rechter gebracht wordt Aan diefstal uit hebzucht kon ook niet gedacht worden, want het pijpje is 14 dagen door haar bewaard, op een plaats waar 't door iedereen makkelijk kon ont dekt worden. Pleiter concludeerde tot ontslag van rechtsvervolging, subsidiair vrjjspraak. Adv.-gen. jhr mr De SavorninLohman, in wiens oogen de schuld van bekl. reeds niet zeer over tuigend gebleken was uit het dossier, was door de pleitrede van den verdediger overwonnen en requireerde vernietiging van het vonnis der Mid- delburgsche rechtbank en vrjjspraak van bekl. Daarmee vereenigde zich heden het hof dat beklaagde vrijsprak. Denzelfden dag verscheen nog voor bet hof als appellant K. S., door dezelfde rechtbank wegens een kippendiefstal tot 1 jaar celstraf veroordeeld, na vroegere veroordeeling wegens diefstal resp. tot 6 jaren tuchthuisstraf en 183 dagen cel. Nu had hij wederom ten nadeele van een landbouwer te Kloetinge 4 kippen gestolen. De bekl. gaf in appel voor, onschuldig te zjjn. Het O. M. eischte bevestiging van het vonnis. Het hof vernietigde heden het vonüis en ver oordeelde K. S. tot een jaar celstraf. Thans komt men eindelijk bevestigen wat onze Goesche correspondent reeds maanden geleden meedeelde, dat nl. met 1 Oct. het Zuiden en het Nieuws- en advertentieblad voor N. en Z.-Beveland zullen ophouden te bestaan en daarvoor in plaats te Goes een nieuw anti-revolutionnair orgaan zal verschijnen onder den titel van de Zeeuw. Tot redacteur is, volgens het N. en Adv. blad benoemd de heer J. Buyze van 'sHage, die deze benoeming heeft aangenomen en zich metterwoon te Goes zal vestigen. Dit is al een groote stap in goede richting. Tot nu toe hulde zich de redactie van dergelijke bladen in een geheimzinnig duister. Sedert de vorige opgave logeerden nog in het Grand HStel des Bains te Vlissingen, de heeren Verbeek en vrouw, GoesNattehohm en familie, AntwerpenA. Dufoir en familie, Ledeberg Tromp, Den HaagBeckraans, ZutphenVan Daalen, Arnhem; Vicomte Pindello, minister van PortugalBaron Van Rosendaal, consul-generaal van Portugal, Amsterdam; Baron de San Pedro, minister van Portugal en zaakgelastigdeGewin, UtrechtGilles en vrouw, Crefeld Sobias de Part, Midland. De extra-treÏD, die sedert twee weken des Zaterdags van Brussel op Vlissingen loopt en 's Maandags de badgasten van Vlissingen naar Brussel brengt, houdt op te rijden. Onder Terneuzen kwam gisteren een geval voor van de zoozeer gevreesde varkensziekte (vlektypbus.) tuinhek achter het vlierboscbje en hoorde alles wat daar gesproken werd. Opdat oogenblik trad de landheer uit zjjn schuilplaats te voorschijn en wende zich tot Jes. „Wat zjjt gjj voor menschen? En hoe komt gij er toe om dien kogel achter u aan te sleepen, zeg „Spreek maar, wees niet bang," voegde mevrouw Christina erbjj en gaf hem een tikje met de roos, die zij in de hand hield. Jes stond te hijgen, bevochtigde zjjne lippen met zjjn tong, maar kon geen woord uitbrengen. Zjjn vrouw had de handen op de borst gevouwen en de tranen rolden langs hare bleeke wangen „Mijnheer zal zeker een zacht en genadig rechter voor u zjjn," voegde Christina er bij. Wordt vervolgd j De koddigste voorstelling van het A meter- danrsche oproer, die wij onder de oogen kregen, is die van het Journal lllustré. Dit blad geeft eene prent over de volle pagina. De Dam is het tooneel van een feilen Btrijd. Op den achtergrond ziet men het stadhuis. Rechts een sterke troep paardenvolk in de uniform der Pruisische uhlanen met de lange gewimpelde lansen omhoog eene eharge maken, om den Dam in de richting naar het Rokin schoon te vegen. De Dam is zwart van de menschen. Velen zijn met stokken gewapend» die zij dreigend zwaaien. Op den achtergrond bij den Nieuwendjjk staat eene afdeeling infanterie, die bljjkbaar een salvo in de lucht heeft afgevuurd. Zjj houdt de geweren omhoog en de kruitdamp waait met den Noordenwind langs het Paleis. Kalm staart „juffrouw Eendracht" van de hoogte van haar voetstuk op dit ontzettend schouwspel neer (Amst.) In Zaamslag heeft zich het zonderlinge geval voorgedaan, dat een konjjn het leven schonk aan een nest vol jongen, die alle den kop en den staart van eene rat hebben. Te Lexmond zou een visscher in een schuitje een heer brengen aan boord van een stoomboot, toen door een rukwind de visscher overboord sloeg en verdronk. Dinsdag kwamen de stoomschelpenzuigers Friesland en Tijd reeds vroeg van een onderzoe kingstocht naar het wrak van de Lutine te Ter schelling terug, met de bigde tjjding, dat men het wrak van dat in 1799 gezonken goudschip had gevonden met behulp van een zandsteker van den heer Ter Meulen te Bodegraven. Beide booten kwamen met tal van vlaggen getooid de haven binnenstoomen. 't Is natuurljjk, dat het bericht van de vondst vrjj wat geestdrift verwekte. Be wijzen heeft men niet in opgehaalde voorwerpen, dat men inderdaad met bet genoemde wrak te doen heeft, doch men stiet op staal, ij iet en hout. Het geluid van den steker door meer dan 25 voet zand was zóo duideljjk, dat men den klank nog op het achterdek kon hooren, terwijl de zuiger van het voorschip werkt. Aangaande de staking van de betalingen der kasrierafirma Coster Van Leeuwen, te Alkmaar, wordt nader gemeld, dat de opmaking van het passief nog niet ten einde is gebracht, zoodat alle reeds genoemde cijfers op dit oogen blik nog zeer onzeker zjjn. Een brutale diefstal is te Amsterdam ge pleegd. Van een scheepsbarkas, liggende in de Brouwersgracht, is gisteren nacht het onderste gedeelte van den gestreken mast afgezaagd en meegenomen met een daaraan bevestigd stuk lood van ongeveer 180 K. G. Naar het D. v. N. meldt is de toestand van den bekenden tooneelspeler Tourniaire, die te Meerenberg wegens krankzinnigheid wordt ver pleegd, thans van dien aard dat vooreerst van zijn herstel geen sprake kan zijn. Op een Z.-H. dorp viel aan iemand geheel onverwachts eene erfenis ten deel. In plaats van zich daarover te verheugen, was de man mistroostig en had „gemoedsbezwaren" tegen het aanvaarden der erfenis. Na overleg met moeder de vrouw werd eene kaartlegster geraadpleegd, die uit de kaarten voorspelde, dat de man geen geluk met het geld zou hebben. Voor hem was dit eene reden te meer om te besluiten van die erfeniB af te zien. De heer G. H,, uit Melbourne, wiens won derbaarlijke redding en aankomst te Scheveningen wij eergisteren berichtten, is thans, meldt men, reeds zoover hersteld, dat bij eenige nadere mededeelingen heeft kunnen doen. Hij herinnert zich thans werkelijk, gelijk vermoed werd, op zekeren dag te Portville in de baai van Melbourne een zeebad te hebben genomen, kramp in het been te hebben gekregen, te zijn weggedreven en een drijvenden balk te hebben gegrepen. Hoe lang hij daarop is blijven zwalken, weet hij niet meer. Wel herinnert hij zich vreeselijk van de bran dende zon te hebben geleden, die hem een zonne steek heelt bezorgd, waardoor zijne geestvermogens werden aangetast. De heer H. is nog jong. Op lSjarigen leeftijd verliet hij ons land, om te Batavia bij zijnen oom, een bekend uitgever, aldaar werkzaam te worden gesteld. Later begaf hij zich naar Australië en slaagde daar als industrieel. Eerst het vorig jaar was bij in het huwelijk ge treden. Het grootste gevaar voor den geestes toestand van den geredde mag thans als geweken worden beschouwd. Mevrouw de wed. H., zijne moeder, is overgelukkig haren zoon aan hare zijde te hebben, en natuurlijk is aan zijne eehtgenoote te Melbourne terstond de onverwachte aankomst van den heer H. medegedeeld. Te Zuidwolde was een troep Zigeuners aan gekomen, die zich door de politie niet liet ver drijven. Zij dreigden met revolvers en hierop begonnen de jonge boeren hen te steenigen; nooit zag men Zigeuners barder wegloopen. Blijkens bericht van den consul-generaal der Nederlanden te New-York, is den 17cn Mei 1886 aan boord van het Duitsche schip Ida te Bayonne (staat New-Jersey) Vereenigde Staten van Amerika, overleden de vermoedeljjk uit Nederland afkom stige zeeman Jan Buiskool, nalatende eene som van 6,84 dollars of ongeveer 17 N. ct., bene vens eenige goederen. Rechthebbenden op de nalatenschap van ge zegden zeeman worden verzocht zich, onder over legging van de noodige bewjjsstukken, tot het ontvangen van voormelde som bjj gezegeld adres te wenden tot het departement van binnenland- sche zaken, te 's Gravenhage. Iets spiksplinter nieuws zal Woensdag 18 dezer te Utrecht worden vertoond. Daar zal de luchtschipper Lattermann, van Ber-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 2