BIJVOEGSEL, lehoorende tij liet BUITENGEWOON STOMMER der Crisis op liet pliei ra Wel ei ïperMi van Dinsdag 10 Augustus 1886, N°. 186*. JACOB DUIJVIS. MDDELBURGSCHE COURANT DOOR Toen ik dezen winter eene voorlezing hield over de crisis op het gebied van handel en nij verheid, gevoelde ik zeer de groote moeilijkheden om dat onderwerp in eene lezing te behandelen, omdat de oorzaken zoo vele zijn, waaronder er dan nog gevonden worden, die op zich zelve stof voor vele lezingen aanbieden. Natuurlijk is de moeilijkheid thans noggrooter, omdat de tijd, die mij vergund kan worden, nog geringer is, zoodat ik hier eigenlijk slechts de punten kan aanstippen en er van een aaneen ge schakelde rede moeilijk sprake kan zijn. Crisissen op het gebied van handel en nijver heid doen zich geregeld voor. Sommigen meenen daarvoor vaste tijdstippen te mogen aannemen en hebben zelfs tabellen samengesteld om deze, hunne stelling te bewijzen. Ik voor mij vind bet zeer gewaagd vaste regels aan te nemen, 'tls mogelijk dat deze voor en kele vakken kunnen worden aangenomen, wat ik niet wil betwisten, doch zeer zeker geenszins voor het algemeen, voor alle zaken. Doch moge dat al waar zijn, te ontkennen is het niet dat, in welk vak ook, er tijden zijn waarin een zekere slapte In die zaken heerscht en waarin het maken van redelijke winsten moei lijk valt. Deze crisissen, boewei spoedig terugkeerende, zijn van geringe beteekenis omdat ze van korte- ren duur zijn. Zij zijn het gevolg van kleinere oorzaken, waardoor "de werking minder hevig is. Zulk eene crisis beleven wij echter op bet oogenblik niet. Deze is van een geheel anderen aard. Groote oorzaken liggen er aan ten grond slag en de gevolgen zullen daarom heviger, de duurzal veel langer zijn. De oorzaken zijn zeer moeilijk weg te nemen. Het is mijne overtuiging, (gij hebt het reeds kunnen opmerken,) dat ik geloot aan het bestaan van tijdelijke crisissen, die door kleine oorzaken worden te weeg gebracht en van crisissen, die groote oorzaken tot grondslag hebben. De eerste soort bepalen zich tot enkele vakken of tot een aantal vakken, die tot elkander in een nauw verband staan. In de andere crisissen worden langzamerhand alle vakken begrepen. De eerste doen zich in enkele landen gevoelen; en andere rijken ondervinden wel in meerdere of mindere mate den terugslag ervan, doch werken minder in op de algemeene welvaart. De andere soort doet bare werking over den ganschen aard bol gevoelen. De eerste doen zich vcor zelfs in tijden van algemeenen voorspoed en vooruitgang, zooals wij nu eeuw hebben beleefd. De oorzaken van de kleinere crisissen liggen meer voor de hand en zijn spoediger te ontdekken, ook door den herhaalden volgens sommigen zelfs regelmatigen temgkeer. Er zijn er die daarvoor 7 jaar durven stellen. Doch verwonderen zou het mij niet, dat dien lieden de droom van Pharao in het hoofd heeft gespeeld. Het staatje, over Britsehe uitvoeren door prof. Leone Levi gegeven, geeft mij voor die veron derstelling alle recht. Dit zegt nl. Goede jaren1843 en 1844 slechte 1845 1848 goede 1849 1853 slechte 1854 en 1855 goede 1856 1859 slechte 1860 1862 goede 1863 1866 slechte 1867 en 1868 goede 1869 1872 slechte 1873 1879 goede 1880 1883 slechte de volgende jaren. en in het verslag van de Engelsche enquête commissie wordt door verschillende kamers van koophandel en verschillende vakvereenigingen de malaise in de onderscheidene artikelen op ver schillende tijden opgegeven, Doeh allen stemmen daarin overeen, dat de malaise in alle artikelen thans eene ongekenden omvang heeft aangenomen. Gaarne wil ik echter aannemen dat nog niet alle vakben in de malaise deelen. Er zijn bijv. nog vele artikelen, waarvan het verbruik en de uitvoer is toegenomen zelfs thans nog, doch de winsten voor de voortbrengers zijn ster sterk gereduceerd en bedragen in vele gevallen zelfs nihil. Daaruit kan men echter het bewijs putten dat de tusschenhandel op dat oogenblik nog niet zoo veel behoeft geleden te hebben als de voortbren gers. Doch het lijdt geen twijfel: ook zij zullen eindelijk hun beurt krijgen, ook zij zullen ver plicht worden hunne waren voor kleinere winsten om te zetten, terwijl ook de voortbrengers zullen trachten hoe langer hoe dichter aan de consu menten te komen en de vele tusschenpersonen te vermijden. Dat zal de tnssohenpersonen dwingen hunne diensten goedkooper te preasteeren, willen zij zich niet op zijde gezet zien. Vele kamers van koophandel in Engeland, vele vakvereenigingen schrijven een deel der lage prijzen toe aan de vele tusschenpersonen en ieder, die artikelen van Engeland betrekt, kan het waarnemen dat, waar men vroeger hooghartig door fabrikanten naar hun generaal agent of depothouder verwezen werdt, dezelfde fabrikanten nu zich rechtstreeks tot diezelfde koopers wenden. Zoo zullen langzamerhand alle zaken doen die in meerdere «f mindere mate in de crisis worden betrokken en zullen zij, die van vaste tractementen of pensioenen leven, het langst van eene goede conditie blijven. 't Mag ook wel, want in de voorspoedige jaren zijn vele traetementen op hetzelfde peil gebleven of' slechts matig verhoogd, in het geheel niet in verhouding tot de rijzing van de goederenprijzen. Een van de oorzaken van eene crisis op het gebied van handel en nijverheid is zeer zekerde gebrekkige kennis, die er nog bestaat van de wetten,welke den handel beheerschen,en de daardoor opgewekte dwaling dat men kunstmatig welvaart kan scheppen. Gebrekkige kennis van de economische wetten heeft de gouvernementen er toe geleid met koorts achtige drift publieke werken aan te leggen. Men heeft wegen aangelegd, kanalen gegraven, spoor wegen gemaakt, nieuwe zeehavens aangelegd zonder zich rekenschap te geven of liever genoeg zaam rekenschap te geven of daaraan behoefte bestond. Ons gouvernement ia daarvan niet alleeu te beschuldigen, waarlijk niet; overal is men in dat opzicht even roekeloos geweest als bij ons dit heeft den schuldenlast voor de meeste rijken bovenmatig bezwaard, den belastingdruk doen toe nemen, den rente-standaard tijdelijk verhoogd, de werklieden naar die werken heen getrokken, doch langzaamaan maar even zeker het koopvermogen van een groot deel der natie sterk doen afnemen Zij, die bij deze koorts als ik het zoo noemen mag profiteerden, wonnen groote kapitalen dia ze weer in allerhande ondernemingen zoowel ia als bniten Europa staken, en namen een weelderige levenswijze aan, die aanstekelijk werkte op ande ren, waardoor de consumtie van verschillende artikelen vermeerderde, nieuwe fabrieken van verschillende artikelen noodig werden, en ver meerdering van productie van grondstoffen on vermijdelijk was. Handen kwamen in menig bedrijf te kort en de loonen stegendeze stijging nu was oorzaak dat het consnmtievermogen ook onder den hand- werkstand verbazend toenam en zeer zeker zouden de loonen nog meer zijn gestegen, zelfs ver boven verhouding tot de winsten die de ondernemers maakten, iudien niet het menscbelijk vernuft de elementen te hulp geroepen had en nieuwe uit vindingen of verbeteringen van vroeger bestaande werktuigen in het gebrek aan handen ten deele of liever grootendeels had voorzien. Voort, voort, altijd voort ging het in dezelfde koortsachtige drift, in dezelfde richting. Maar eenmaal zou het blij keu dat drie, vier lijnen, in dezelfde riebting op hetzelfde eindpunt uitkomende, zeer zeker een of meerdere waardeloos maakt; dat drie, vier havens op betrekkelijk gerin gen afstand van elkander niet alle bloeiende havens kunnen zijn; dat een kanaal langs een spoorweg of een tram langs een spoorweg of een kanaal maken kan dat beide ondernemingen renteloos wordendat, waar bijv. 1 fabriek van een zeker artikel flinke rente kan afwerpen, het zeer goed mogelijk is dat 2 fabrieken van dit zelfde artikel beide niets verdienen. Maar ondertussehen blijven de schuldenlasten, die de verschillende staten voor die rentelooze of soms zelfs waardelooze publieke werken hebben gemaakt, bestaan en rente en aflossing moeten worden voldaan. De aandeelen ia verschillende maatschappijen en ondernemingen moeten worden volgestort en de deelhebbers trekken geen rente en zien de waarde hunner aandeelen sterk terug gaan, waardoor het koopvermogen van belasting schuldigen en dat zijn bijna allen en het koopvermogen van aandeelhouders en ondernemers en dat zijn velen, sterk terug gaat. Er zijn er die beweren dat het consumtie-ver- mogen nog zoo sterk niet verminderd moet zijn, want dat de nit- en invoerstaten, wat hoeveelheden aangaat, nog niet zulke sterke reducties aan too- nen in verschillende landen, ja dat er artikelen zijn die een maatstaf kunnen genoemd worden voor den gang van de nij verheid en die zelfs toenemende zijn. Steenkolen bijv. geven, wat de hoeveelheid aan gaat, voor ons land in 1885 nog vermeerdering aan en men maakt daaruit de conclusie dat er dus nog geen malaise zijn moet. Dit is eene v a 1 s c h e gevolgtrekking en zie hier waarom. Voor een zeker bedrag kan men een zekere hoeveelheid artikelen koopen. Van een zeker inkomen kan men zekere verteringen maken. Moeten de belastingschuldigen nu hoogere belastingen opbrengen; trekken de houders van eflecten lagere rentekrijgen de houders van aandeelen in financieele ondernemingen mindere dividendenbehalen de ondernemers en fabri kanten mindere winsten dan behoeven zij nog niet dadelijk mindere huizen te bewonen, minder brood, vleesch enz. te eten, minder gekleed te gaan, in het kort minder te consumeeren, op eene conditie en dat is deze: dat namelijk de arti kelen, die zij gewoon zijn te gebruiken of te ver bruiken, goedkooper geworden zijn, en aangezien de vraag niet altijd het aanbod, doch de vraag wel den prijs regelt, zal men dikwijls kunnen waarnemen, dat de voortbrenger evenveel voort brengt doch weinig of niet verdient, zelfs soms verliest. Is er voor een zekeren prijs weinig vraag naar een artikel dan is er spoedig een voortbrenger die den prijs zoo ver verlaagt dat er weer vraag komt; zijn voorbeeld moet door anderen gevolgd worden. Een pachter beredeneert: 't is beter dat ik mijn land bebouw dan het braak te laten liggen, al haal ik er dan ook slechts de pachtsom uit. Een fabrikant beredeneert: als ik m§ne labrlek laat staan gaan de gebouwen en machinerieën sterk achteruit mijne werklieden zijn broode loos, 't is voor alles beter dat ik doorwerk al verdien ik ook niet en daarenboven behoud ik mijne connectiën, zoodat ik direct weer voor deel heb als de toestand verbeteren mocht enz. Zie, als er nu door de omstandigheden vele voort brengers verplicht worden zoo te doen dan is het mogelijk dat de voortbrenging op hetzelfde peil biijtt en er toch in die vakken malaise heerscht. Want nauwlijks zal de voortbrenger trachten winst te maken of hij ziet de consumtie ver minderen en is spoedig verplicht dat licht te be grijpen streven weer te laten varen. Zoo ziet men dat er evenveel steenkolen gebruikt kunnen worden, evenveel grondstoffen kunnen worden verwerkt en dat er toch eene handels- en nijver heidscrisis kan bestaan. Die gevallen doen zich bier en overal elders voor en het is opmerkelijk zooveel antwoorden als de Engelsche commissie, die de enquête over de crisis in handel en nijver heid leidt, krijgt. De depressie is minder tastbaar in de verwerkte quantiteiten dan wel in het derven van winsten. Hiermede is tevens verklaard dat er strijd bestaat of er overproductie is of niet. Is er nu van alle ar tikelen, zoo vraagt men, dan zoo overmatig veel voorraad, zoo heel veel meer dan vroeger? En dan zal iedere onpartijdige daarop moeten ant woorden van niet. Doeh alleen de lage prijzen zijn in staat die voorraden op dat peil te houden dat dooreen van alle artikelen niet grooter is dan vroeger. Niet de zichtbare hoeveelheid be wijst dat er overproductie is, dat doet de lage prijs. Ware er niet in werkelijkheid overproduc tie, dan zou men hooger prijzen zien. Slechts van enkele zaken kan men bewijzen dat er, niettegenstaande de lage prijzen, nog over is. In sommige steden staan veel huizen leeg, niettegenstaande de huren zoo laag zijn dat ze verlies geven. In alle landen liggen stoombooten en zeilschepen aan den wal gemeerd, omdat er veel te veel gebouwd zijn in verhouding tot de hoe veelheid goederen die te vervoeren is, en zoo zijn er meer voorbeelden aan te halen. Ziehier enkele voorbeelden, waartoe gebrekkige kennis van de wetten waaraan handel en nijver heid zijn onderworpen, leidt, doeh er zijn er meer. Tot dekking van den rentelast waartoe dwaze uitgaven hebben geleid, nog vermeerderd door de overdreven krijgstoerustingen van alle natiën, hebben de gouvernementen geld, veel geld noodig. De jaren van voorspoed hebben niet alleen de individuën tot het inrichten van weelderige huis houdingen geleid doch ook de huishouding van iederen staat is op den meest overdreven voet in gericht. Daarvoor moet veel, heel veel belasting worden opgebracht, die de gewone bronnen van inkomsten eindelijk niet konden geven. Nieuwe bronnen moesten geschapen worden. En waarop is het eerst het oog gericht: op handel en nijver heid, op de bronaders van het volksbestaan. Kwitantiezegel, statistiek recht, in vele geval len zonderlinge toepassing der patentwet of be lastingwet, waardoor een boekdrukker tot mole naar verheven of wilt ge liever gedegradeerd wordt. Onwetendheid betrekkelijk den aard van een artikel, waardoor een glucose-fabriek 15 maanden onnoodig gesloten gehouden wordt. Ver hooging van telegraaftarieven. Voorstellen tot invoering van eene tabaksbelasting, welke onzen handel in dat artikel vernietigd zoude hebben. Voorstellen tot verhooging van andere inkomende rechten, die schadelijk zouden werken op sommige artikelen, en die bijv. op gezaagd hout zoo laag werden voorgesteld, dat ze den invoer niet het geringste zouden beletten en de invoerders zou den blootstellen aan alle belemmeringen, welke in voerrechten na zich sleepen. Allen voorstellen, die belemmerend werken voor handel en nijverheid en het verkeer doch die ge zamenlijk nog het deficit niet zouden dekken. En dat in een tijd waarin het voor de bron-aders van nationale welvaart zoo hoog noodig is de handen vrij te hebben. Geloof niet dal alleen ons gouvernement zulke dwaze wetten voorstelt. O neen, men beklaagt er zich overal overen het verslag van de Engel sche enquête-commissie is in dit opzicht leerrijk. Wel verschillen de zaken, waarover men zich elders beklaagt, doch in het wezen der zaak e'est tout comme chez nous. Gebrekkige kennis van de wetten, waaraan handel en nijverheid zijn onderworpen, hebben in onderscheidene landen verschillende fabrikanten om bescherming doen roepen; en de overtuiging, dat verhooging van rechten de inkomsten van den staat kunnen vermeerderen, heeft sommige gouvernementen gretig het oor doen leenen aan die roepstem en geleid tot verhooging vau inkomende rechten, die natuurlijk aanleiding gegeven hebben tot het oprichten van sommige fabrieken, waardoor het aanbod op de wereld markt is vergroot en dus de malaise in het algemeen in de hand gewerkt. Let wel. Ik wensch thans geen strijd te voeren over de wenschelijkheid of niet-wensche- lijkheid van protectie voor een land doch ik wensch te constatseren dat de crisis door de protectie van sommige of liever vele rijken is verergerd. Oostenrijk verhoogde de tarieven in 1877, 1879. Kuslaud in 1877 en 1881. Duitscb- land in 1879 en 1885. Frankrijk in 1882. Italië in 1882. Spanje in 1882. Griekenland in 1884. Zwitserland in 1885. Amerika voerde na het eindigen van den burgeroorlog een tarief in, dat voor sommige artikelen tot 100% bedraagt. Natuurlijk dat bij verhooging van invoerrecht het importeeren van enkele artikelen belemmerd wordt en dat dit aanleiding geeft tot het op richten van enkele fabriekenmaar dat die toch ook weer aan de malaise niet kunnen ontsnappen bewijst de toestand van handel en nijverheid in de landen, die protectie voorstaan. Ze hebben de positie voor anderen willen bederven doch kunnen onmogelijk verhinderen dat ze medegesleept wor den in den druk. Herhaalde slechte oogsten hebben er zeer zeker toe bijgedragen om de koopkracht van zeer velen, die bij het landbouwbedrijf betrokken zijn, te verminderen. In de dagen toen alleen Rusland in een tekort van de graanopbrengst moest voor zien, werden slechte oogsten door hooge prijzen opgewogen voor den landbouwer; thans echter niet meer. De kolossale aanvoeren ran Amerika, Australië en Engelach Icdië zijn oorzaak, dat zelfs bij zeer slechten oogst in Europa de prijzen dalen. De opening van h8t Suez kanaal is daarop van grooten invloed. Zelfs zoo, dat de scheep vaartbeweging, die na de opening van het Suez- kanaal tnssehen Engeland en Indië dalende zon moeten zijn, omdat de handel van Indië met Italië en zuidelijk Europa zich uitbreidde, op dezelfde hoogte is gebleven door den sterken aanvoer van larwe uit Engelsch Indië. Daardoor is het brood goed doch de koopkracht van de voortbrengers gedaald. Opening van nienwe handelswegen kunnen in enkele vakken en in enkele landen tijdelijk on gunstig werken. De opening van het Suezkanaal heeft alle havens aan de Middellandsche zee in eene gunstige positie gebracht, wat den handel met Indië aangaat, dooh een deel van die bewe ging ontnomen aan de Noord Europeesche havens. De opening van den St. Gotthard tunnel heeft den handel van Midden en Z. Duitschland met Italië zeer begunstigd, doch ontegenzeggelijk nadeel toegebracht aan den handel van Engeland, Frankrijk, Holland en België met Italië. Daardoor kunnen stoornissen in den handel en het fabrieks wezen van die staten ontstaan, die niet zoo dadelijk weder op te heffen ziju of door export naar andere landen worden opgewogen. Ook de lichtvaardige wijze,waarop kredietgegeven en genomen wordt, kan zeer veel bijdragen tot een handelscrisis. 't Geelt aanleiding, dat veel personen in zaken komen, die er niet ia behoor den te zijn en die van tijd tot tijd gedwongen worden hunne waren en producten tot iederen prijs te realiseeren, waardoor zij de markt ook voor de soliede mannen in het vak bederven. Waar is het, dat de koopers van dusdanige artikelen profiteeren, doeh direct verlies van hen, die krediet gaven, staat er tegenover en daarbij kunnen dan nog gevoegd worden de verliezen van de vakmannen door de prijsbederving. Ook de dwaze toename van de weelde kan oorzaak zijn, dat handel en fabriekswezen kwij nen. 't Is niet te ontkennen, dat de weelde aan velen werk verschaft en als zoodanig zou lij een zegen kunnen genoemd worden. Doch ook zij, die aan de weelde van anderen verdienen, wor den door die kwaal aangestoken en eindelijk wordt het aantal dat op een gespannen voet met zijn beurs leeft te groot, en de nadeelige gevolgen blijven niet uit. Er komen er te veel, die op kosten der overige bevolking moeten leven, welk deel dan verplicht is zich opofferingen te getroos ten en in zijn welvaart wordt gefnuikt. Dwaze weelde kan, evenals het dwaas verleenen van krediet, een tijdlang eene opflikkering aan de zaken geven, op den duur echter zijn ze daar voor schadelijk. Ieder, die meer verteert dan verdient, leeft op kosten van het door zijn voorvaderen bespaarde of wel op kosten van zijne medemenschen en zijn bestaan is dus schadelijk voor het algemeen. Oorlogen werken vernietigend op de welvaart der volkeren. De slachting is oorzaak dat er weduwen en weezen gemaakt worden en ver minkten komen, in wier onderhoud door anderen moet worden voorzien. Vele met moeite en zorg bijeengebrachte besparingen worden meedoogenloos vernield. Ruwheid en dierlijkheid worden bevor derd, rijksschulden vermeerderd voor onproductieve uitgaven. Oorlogeh zijn oorzaak dat de rijken wedijveren in het op de been houden van groote staande legers, het houden van een groote oor logsvloot en het bouwen van forten. Voor de rente en aflossingen, door oorlogen veroorzaakt, en voor het bouwen en onderhouden der schepen en versterkingen, voor het op de been honden dier veie manschappen moeten vele, zeer vele be lastingen worden opgebracht, die de koopkracht der naties verminderen en het aanleggen van nuttige en productieve werken tegenhouden. De oorlogen van de laatste 30 jaren, in Europa gevoerd, kosten verre over de 16 milliard. De gewapende vrede kost den vijf gróótstee Europeeschen mogendheden meer dan 2 milliard 'sjaars. Het Engelsche oorlogsbudget is thans 48.000.000 gulden hooger dan in 1869. Ons budget van oorlog en marine klom iu dien tijd van 20.000.000 tot ruim 33.000000 'sjaars. Sprekende cijfers voorwaar. Er zijn nog meer oorzaken voor een depressie in den handel, doch mijn bestek is kort. Ik zou bijv, nog kunnen spreken over den nadeeligen invloed van werkstakingen, politieke woelingen, het dwaze stelsel van uitvoerpremiën doch de nadoelen voor handel en nijverheid daarvan liggen zoo voor de hand dat het onnoodig mag geacht worden daarbij stil te staan. Nn zal het ieder duidelijk zijn dat, indien een enkele dezer oorzagen zich doet gevoelen, er een tijdelijke stilstand in enkele vakken kan zijn in enkele rijken, doch dat het noodig is dat vele ot alle oorzaken samenwerken, wil de crisis de tegenwoordige hoogte bereiken. De staatsuitgaven zijn in alle rijken gestegen. Dwaze ondernemingen zijn in alle rijken op het getouw gezet dia veel kapitaal vernietigd hebben. Oorlogen hebben er plaats gehad. Oorlogstoe rustingen zija overal tot in het overdrevene gemaakt. Tarieven-oorlogen, die belemmerend werken op handel en verkeer, zijn in vele staten in vollen gang. Of belastingen handel en nijverheid drukken daarop wordt niet gelet. Politieke woelingen vinden overal plaats. Volksinisleiders lokken maar al te vaak werk» stakingen uit. Ook overdreven weelde, uitgelokt door enkel© zeer voorspoedige jaren, heerschte epidemisch.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 9