N°. 183 120* Jaargang^ Vrijdag 6 Augustus, Middelburg 5 Augustus. FEUILLETON. Be jescMeÉ van Borotiea Grape Dit blad verschijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën 20 Cent per regeL Geboorte-* Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Onderwijs. W, nadat de eerste somt was geleenigd, eerder ee» Rechtszaken» MIDDELBIIRGSEHE COURANT. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. van dee Peul, te Zierikzee: A. C. de Moou.te TholenW. A. van Nietjwenhuijzen, te Terneuzen: A.van dee Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datibe Cie., John F. Jones, opvolger Het gemeentebestuur van Leeuwarden, kennis genomen hebbende van het ontwerp van wet tot regeling der gemeenschap door eleetrische tele- phonen bjj kon. boodschap van 12 April en van 14 Juli 1886 aan de tweede kamer ter overweging en nadere overweging aangeboden heeft te dier zake een adres aan de volksvertegen woordiging gericht. Aangezien ook onze gemeente bjj de regeling dezer zaak belang heeft, ontleenen wij aan het adres van het bestuur der Friesche hoofdstad het volgende Wordt het aangeboden wetsontwerp tot wet verheven, dan staat de mogelijkheid open, dat deze gemeente van hare telephonische geleidingen wordt beroofd, omdat, zoo de concessionaris ver plicht wordt een concessierecht te betaleD, of de bovengrondsche geleidingen in ondergrondsche te veranderen, hp wellicht niet in staat zal zijn, zijne verplichtingen jegens de geabonneerden behoorlijk na te komen. Althans bestaat dan groote kans, dat de concessionaris indien hjj gedurende den tjjd der concessie met opoffering van kapitaal en arbeid de op hem rustende verplichtingen naleeft zich gelukkig zal rekenen als de concessie, die voor den tjjd van 15 jaren is verleend, geëindigd zal zjjn. Van het aanvragen eener verlenging der concessie zal geen sprake zijn. Bij aanneming van meergenoemd wetsontwerp zal dus voor onze gemeente het vooruitzicht be staan, dat eene inrichting van publiek nut zou moeten worden opgeheven, welker instandhouding onder de tegenwoordige omstandigheden althans nog mogelijk is. lledenen waarom het de kamer met eerbied en aandrang verzoekt het wetsontwerp tot regeling der gemeenschap door eleetrische telephonen niel aan te nemen voor zoover daaraan eene terug werkende kracht wordt gegeven, waardoor inbreuk zou kunnen worden gemaakt op bepalingen en voorwaarden waarop reeds concessiën zjjn verleend. Ook van andere zjjden is tegen het bedoeld wetsontwerp bezwaar geopperd. Boven en behalve de vergoeding van 30 pet. is aan Retranchement ƒ500 en Koewacht 1500 subsidie verleend voor de behoorlijke inrichting van haar lager onderwjjs. Uit Coljjnsplaat schrjjft men ons: Nog een paar dagen en onze gemeente staat een man te verliezen, die in den tjjd van drie jaren zich aller achting heelt weten te verwerven. De heer J. F. van Grasstek, rjjks-ontvanger, maakte zich in dien tjjd zeer vele vrienden. Rjjk en arm zien hem noode vertrekkende minder gegoeden zullen zjjn heengaan het meest gevoelen, daar hjj, de man van de daad, waar de nood aan dooe Johnny Ludlow (Mrs. Henry Wood). Verdwijning. Vele jaren daarna. L „Hebt gjj lang in dit hnis gewoond „Bjjna tien jaar. Ik leef van het verhuren der kamers." „Dat kan toch niet veel opbrengen, na af trek van huur en belasting," zei mijnheer op medeljjdenden toon. „Zijt gjj weduwe »]k noem mjj zoo," antwoordde zjj aar zelend. „Noemt gjj u zoo zei mjjnheer Todlethey eenigszins barschwant bjj hield niet van draaierjj. „Maar goede vrouw, gjj zjjt weduwe, of gjj zjjt het niet." „Ik ga er voor door, mjjnheer," „Wat drommel, wat meent gjj daarmee? Is uw man, is Mapping niet dood „Hjj was niet dood, toen ik het laatst van hem hoorde, mjjnheer. Dat is lang geleden. Maar hjj was mijn man niet." „Uw man niet 1" herhaalde mjjnheer. „Hebt gjj met hem gekibbeld en zjjt gjj gescheiden Ik hoop nooit een ongelukkiger gezicht te zien jjan dat 't welk Juffrouw Mapping toen zette. den man kwam, steeds op middelen peinsde en vaak ze vond om dien nood te lenigen. Aller wensch is dan ook, dat het den heer Van Grasstek in zijne nieuwe standplaats, Drachten, steeds in alles wel moge gaan. Tot lid van den raad te Aardenburg is gekozen de beer Chr. van Acker. Uit het verslag, uitgebracht op de Dinsdag te Nijmegen gehouden vergadering van de broeder schap der notarissen, bleek dat in het afgeloopen jaar 3 gewone en 15 buitengewone leden waren toegetreden: terwijl er 10 gewone en 11 buiten gewone waren overleden, en 4 gewone en 5 buitengewone hadden bedankt, zoodat het getal leden thans bestaat uit 580, nl. 205 gewone en 275 buitengewonewaarvan 132 de verhoogde contributie betaalden. De ontvangsten bedroegen 15.919.44 en de uitgaven 13.144.01$, zoodat het goed slot bedroeg 2775.42$. De volgende vergadering zal te 's Hertogenbosch plaats hebben. Tot lid van het dageljjksch bestuur werd de heer Elzevier Dom herkozen terwijl in plaats van den beer Klinkhamer, die als notaris zjjn ontslag had genomen, als lid van het hoofdbestuur werd gekozen de heer mr. J;F. Wertheim. In plaats van den aftredenden heer Beijerman, werd tot lid van bet hoofdbestuur gekozen de heer Boonzaaijer uit Gorkum en in plaats van den overleden beer Tjeenk Willink de hr. mr. Van Hasselt uit Groningen. Goedgekeurd werd een voorstel om voor bet volgende jaar 8200 af te zonderen tot ondersteuning der weduwen en weezen van gewone leden. In bet Hbld. van gisteren kwam in een parti culieren brief uit Atjeh, het volgende verhaal voor omtrent den moord te Rigas De Hok Canton was Zondagsmiddags te Rigas aangekomen. De lui bleven allen natuurlijk aan boordalleen de heer Roura 1) was aan wal en kwam in den avond op het schip. Nu luidt het verhaal het is nauweljjks te gelooven dat deze heer Roura aan Toekoe Oemar 2) zou gezegd hebben, dat er dollar 15,000 in plaats van 5000 dollar aan boord waren. Dit moet Oemar belust hebben gemaakt op zoo'n mooi sommetje. Maandagmorgen ging de heer Roura weer naar wal en onderwjjl kwam Toeke Oemar met zijn gevolg aan boord. Oemar moet zich dadeljjk naar de hut van den tjintjoe 3) begeven en hem gevraagd hebben waar zich 't geld, door de firma Jebsen C° gezonden, bevond. De tjintjoe zeide: boven, op de brug bjj den kapitein. Ver volgens moet Toekoe Oemar eerst de geldkist van den Chinees (ongeveer 1000 dollar) geleegd en hem bevolen hebben, als zjjn leven hem lief was, stil in zjjn hut te bljjven, daar hem alsdan geen leed zou geschieden. De man was lafhartig genoeg om te gehoorzamen, en daar gingen de Atjehers er op los naar de brug. Alle Chineezen aan boord bleven beneden en werden dan ook niet gewond of gedood. Vóór de Atjehers de brug Zjj stond met bevende vingers langs haar versle ten zwartzjjden boezelaar te strjjken en zei op gedempten toon„Mjjn geschiedenis is heel treurigals gjj wilt zal ik haar vertellen maar van morgen niet. Ik wil u gaarne mjjn weder waardigheden mededeelen want ik heb in zoo lang geen bekend gezicht gezien en ik heb mjj zoo dikwjjls verdiept in de gelukkige dagen van weleer, en mg oude kennissen voor den geest gehaald, naar mjj luisterende als ik over mjjn ongelukkig lot sprak. Ach dat was een heel andere tjjd dan deze!" »Dit kan geen heel gunstige tijd zijn. Het moet een wisselvallig bestaan wezen I" „Het is natuurljjk ongeljjk, Somtijds zjjn al de kamers bezet, somtijds staan zjj lêeg. Men moet het door elkaar slaan en in de goede dagen voor de kwade zorgen. Mjjnheer Pitt is heel goed voor mjj en bezorgt mjj dikwjjls studenten in de medicynen; hjj is een goedhartig man." „O! Zool Hoort gjj dat Johnny? Pitt een goedhartig man 1 Maar toch nog al licht zinnig, geloof ik, juffrouw I" „Wat! mjjnheer Pitt. Dat geloof ik niet mjjnheer 1 Hjj heeft zjjn kliniek hier vlak bjj en krjjgt veel praktjjk. Hjj" Hier werd zjj ge- gestoord door het binnenkomen van mjjnheer Pitt zelf» die kwam zeggen dat wjj bjj Brandon mochten komen. Wjj meenden dat Pitt zich in die zaak met Radeliffe leeljjk gedragen had j doch later vernamen wjj dat wjj hem verkeerd beoor deeld hadden» bereikten, ontmoetten zij den stuurman en den lsten machinist, die zich geducht verdedigden, maar met het treurig gevolg dat zjj beiden het leven er bjj lieten. Onderwjjl had ook kapitein Hansen reeds eenige revolverschoten gelost, maar helaaszjjn tegenweer mocht niet veel baten. Van achteren werd hij aangevallen en kreeg on der meer een slag over zjjn schedel. Zjjne vrouw had men reeds aan de trap van de brug vastge bonden. Zjj wist zich echter los te rukken om haar echtgenoot te hulp te snellen, zoodat ook zij is gewond geraakt; en toen haar man ove f boord sprong is zjj hem dadeljjk nagesprongen. Maar dadelijk werden zij door een Atjehsche prauw achtervolgd en gevangengenomen. De 2e machinist heeft zich volgens het verhaal geen held getoond, maar zich dadeljjk in zjjn hut opgeslotenhjj heeft er 't leven wel afgebracht, doch is ook gevangengenomen. De matrozen, roergangers enz., enz., hebben zich ook allertreu rigst gedragen; niemand kwam den kapitein te hulp. Zjj zjjn gevangengenomenmaar hebben zich gered door naar 't nog te Rigas verbljjf houdend zeilschip te zwemmen en zjjn aldus hier behouden aangekomen". Op de vraag waarom er niet terstond uit Oleb- leh hulp is gezonden, wordt daar geantwoord dat er toevallig op de heele ree van Oleh-leh geen oorlogsschip noch een gouvernementsboot was te zien. 1) De heer Roura blijkt te zijn een oud-kapitein, onder wiens gezag een zeilschip door de firma Jebsen Co. te Penang was uitgezonden om peper te halen, waar voor hij evenwel de gelden nog niet bij zich had. Aangezien de Hok Canton meestal des Vrijdags om de veertien dagen te Oleh-leh aankomt en dan tot Dinsdags, soms zelfs tot Woensdags, blijft liggen, zoo had de firma Jebsen Co. haar gecharterd voor een reis van Oleh-ieh naar Rigas, om de reeds door den heer Roura gekochte peper te gaan halen en tevens te betalen, waarvoor kapi tein Hansen vijf duizend dollars aan boord had. 2) Toekoe oemar is de naam van den Atjeher, die te Rigas verblijf houdt, en die zoo geducht is in dat Staatje dat de de radja geen macht tegen hem bezit. 3) De tjintjoe is de supercarga (een Chinees) die aansprakelijk is voor de ladiDg enz. Mejuffrouw W. de Koning alhier heeft te Utrecht met goed gevolg examen gedaan in de Engelsche taal. Er is eenig licht opgegaan over de kwestie van den onderwjjzer Holling, die zich zou schul dig gemaakt hebben aan grove bespotting van den katholieken godsdienst. Aan de Zwolsche Courant wordt daarover uit Franeker geschreven: De Franeker schoolkwestie, door alle bladen reeds vermeld en door sommige met de noodige restricte beoordeeld, heeft al vast dit opgeleverd, dat de beide schoolopzieners, jhr dr^D. H. Wau- bert de Puiseau, districts-schoolopziener, en mr H. D. van Ketwich Verschuur, schoolopziener in het arrondissement Harlingen, twee dagen zich in Daar het nu echter niet mjjn bedoeling om over Pitt of Radeliffe te schrpven, maar wel over Dolly Grape zal ik den draad van haar geschiedenis opvatten bij haar aankomst te Londen met haar echtgenoot) mjjnheer Mapping. De vier duizend gulden, welke zij bezat, gingen bjj haar huweljjk in handen van mjjnheer Mapping over, want zjj dacht er niet aan dat die op haar konden vast gezet worden. De opbrengst van den inboedel werd ook aan hem uitbetaald en zoo kwam hjj in het bezit van Dolly en haar geheelen eigendom. Daarna hoorde of zag men te Worcestershire niets meer van hen en raakten zjj in het vergeetboek behalve een enkele ontmoeting, die ik straks zal vermelden. Het huis in Londen waar hjj Dolly zou brengen en waar hjj zoo hoog van opgegeven had, bleek een gemeubeld kwartier te zjjn, bestaande in een zitkamer en een slaapkamer op den Blackfrian weg, dat hjj pas gehuurd had, boven een winkel en juffrouw Turk, de winkelierster, was bun hos pita. „Ik kon zonder u geen huis kiezen, lieve ling" zei hjj, en Dolly was hem dankbaar voor die woorden. Al wat hjj deed vond zjj voortreffeljjk. Zjj was overgelukkig, ofschoon zjj zich in die groote stad niet weinig vreemd voelde en bjjna niet alleen in al die drukte durfde uitgaanwant in de meeste straten was het altjjd even vol als in de hoofdkerk te Worcester wanneer mjjnheer Beuson preekte. Het treurige bericht„dat zjj te Glocester over den;dood ,van haar*vader kreeg loco met het onderzoek der zaak hebben bezigge houden. Dat dit niet zoo gemakkelijk gaat, zal ieder begrjjpen als men weet, dat het gebeurde in Juni 1885 heeft plaats gehad en zelfs de drie bedoelde knapen bjj het eerste onderzoek niet te best kloptenbjj het tweede echter was een aan doenlijke overeenstemming op te merken. De lezing van het gebeurde, van kerkeljjke zjjde geleverd, kent men uit het klaagschrift. De an dere lezing is deze: De onderwjjzer Holling had indertjjd voor eigen oefening verzocht het orgel in de Roomsehe kerk te mogen bespelendit nu werd hem niet toegestaan. Een geljjk verzoek, aan het kerkbestuur der Doopsgezinde gemeente gedaan, had gunstig gevolg; en toen nu Holling niet meer zijn kerkplichten als Roomschgezinde waarnam, ontstond er een klove tnssehen hem en zijn geloofsgenooten. Nu moet het in Juni 1885 zijn gebeurd, dat de onderwjjzers Zimmerman en Holling vóór het begin van den schooltjjd of wel bjj gelegenheid dat de eerste van den andere de schoolljjst ging afhalen, een woord wisselden over het lastige van poeiers in te nemen, daar Zimmerman aan de koorts leed en met poeiers in den zak liep, waarop Holling beweerde dat de moeiljjkheid niet bestond, als men zich maar van ouwel bediende als slikmiddel, daar bjjvoegende „ik heb het juist bp mjj" en er Z. een proefje van presenteerde, waarop drie jongens mis schien meerdere daarbjj staande, ook een proefje vroegen en kregen. „Ziedaar alles," zegt de andere lezing, doch het onderzoek zal nu aan 't licht brengen of er werkeljjk spotternjj bjj deze zaak in 't spel geweest is. Het bljjft echter het verstandigst zich niet te laten meeslepen door de eerste lezing, wjj weten reeds genoeg hoezeer men zulke zaken overdrijft- In de gisteren gehouden vergadering van den raad van state, afdeeling voor de geschillen van bestuur, werd mededeeling gedaan van een kon. besluit houdende beslissing in de zaak van W. van den Broek te Middelburg, in beroep gekomen van een uitspraak van gedep. staten van Zeeland, tot handhaving van zijn aan wjj zing tot den dienst bjj de nationale militie. Met handhaving der uitspraak van gedep. staten is het beroep onge grond verklaard. Nog kwam in een kon. besluit, waar bjj burg. en weth. van Hontenisse niet ontvankeljjk zjjn verklaard in hun beroep van eene beslissing van Ged. staten van Zeeland omtrent den ligger der wegen en voetpaden. Behandeld werd daarna het beroep van het bestuur van het calamiteuse waterschap Nieuw-Bommenede en van A. Moolenburgh Czn. te Noordgouwe van een beslissing van gedep. staten van Zeeland, omtrent den ligger der wegen en voetpaden in de gemeente Zonnemaire. - Rapp. staatsraad mr Des Amorie van der Hoeven. Voor het waterschap trad op de djjkgraaf K. Hocke verlichting voor haar dan het tegendeelofschoon de onzekerheid over het lot van haar broeder geen oogenblik uit haar gedachte was. Maar Dolly was jong, Dolly was verliefdDolly was innig gelukkig. Haar man bracht haar in schouwburgen» naar Vauxhals en andere publieke vermakeljjk- heden en Dolly begon te gelooven dat het leven een gelukkige vallei jwas, waarin geen leed kon doordringen. Er kwam echter spoedig genoeg verandering. Mjjnheer Mapping begon veel van huis te zjjn, soms weken achtereen. Hjj schoofde schuld op zjjne zaken reizigers in wjjnen moesten heel Engeland bereizen, zei hjj, Dolly was niet onverstandig en nam die verklaring gewillig aan. Doch nu en dan gebeurde er wel eens jiets dat minder aangenaam was. Somtjjds kwam hjj thuis in een toestand, die haar deed ontstellen; alsof hjj bjj vergissing zelf zjjne monsters wjjn opge dronken had, in plaats van die bjj zjjne klanten te brengen, en daar zjj nooit in haar eigen huis iets van dien aard bjjgewoond had, zag zjj dit vol ontzetting en afgrjjzen. Daarop volgde een ander soort van onbehage lijkheid bet geld scheen op te raken. Dolly kon somtjjds niet krjjgen wat zjj voor hare ge ringe uitgaven noodig had, 't geen bjjna niets bedroeg als hjj van huis was. Zjj schreide een beetje op zekeren dag toen ze het zoo driegend noodig had en hjj verklaarde haar niets te kun nen geven. Daarop werd mjjnheer Mapping boos. Zjj be koelde niet te Scheie»} alle» m wl terecfet fee»

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 1