w ra. 129' 1886. V rijdag 23 Juli. Middelburg 22 Juli. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3|m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën 20 Cent per regel.' Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. MIDDELBURGSCHE COURANT. w w Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krainingen: F. van deb Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van NiEüWENHtruzEN.te Terneuzen: A.van deb Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger De G. Crt. verklaart over de circulaires van mr. Saaymans Vader het stilzwijgen bewaard te hebben eensdeels omdat zp niet gelooft dat zulke taal veel overredingskracht bezit, anderdeels omdat zij geen oordeel wilde uitspreken over de scheeve voorstellingen, die een 87jarige grjjsaard, aan wiens leeftijd men althans den noodigen eerbied verschuldigd blijft, in zijne verkiezingsgeschriften van de partpen geeft. Dit laatste argument geeft ons aanleiding tot eene enkele opmerking. Het eerbied verschuldigd zjjn aan den leeftijd doet ons denken aan de theorieën van Van Alphen. Het gaat toch niet op te beweren dat iemand, omdat hp oud i srespectabel zou wezen. Lieve hemel, op welken grond Elke leeftpd heeft zijn verplichtingen, heeft zpn eischen; en slechts hp is eerbiedwaardig, die zich, hoe oud of hoe jong hij ook zjj, door zpne daden en woorden dit maakt. Laat ons toch ophouden met zulke holle rede neeringen, zulke dooddoeners nog langer als goede munt te laten circuleeren, en daardoor mee te werken dat zp steeds gedachteloos worden geuit en voortgeplant. Als aan de jeugd de onbezonnenheid eigen is, dan gaat het niet op elke ondoordachtheid op dien grond goed te keurenmaar nog eerder vergeve men zulk een daad aan eene jeugdig, onervaren gemoed, dan aan iemand van leeftpd, van ervaring, waardoor hjj des te beter weten kan wat goed of slecht is, een minder goede, laat staan een ongeoorloofde daad of een onwaar woord. Het spreekt van zelf dat het gezegde ook een goede zp heeft. De jongeren dienen bp hunne beoordeeling en bestrpding van de eerlpke mee ning der ouderen ook niet den eerbied uit het oog te verliezen, aan zulke personen verschuldigd, d. w. z. niet te vergeten dat hunne meeningen een gevolg zpn van geheel andere omstandigheden, van vroegere ervaringen, waarvan jeugdige per sonen zich geen denkbeeld kunnen vormen. Een voorbeeld kan onze bedoeling duidelpk maken. Als een oud strpder van het jaar 1830 ons zpn haat tegen de Belgen in kleuren en geuren beschrpft; ons, met tranen in de oogen, en dat is waarlijk geen zeldzaamheid, de teleur stelling schetst over den toen zoo nabjj de overwinning gedwongen terugtocht, dan voegt het niet om daarmee te spotten, dan moet men eerbied hebben voor zulk een ouderegeen jongere kan gevoelen wat er in hem omgaat. Maar, geen enkele leeftpd brengt het recht mee om eene oneerlpke, eene onzedelpke daad te doen; doch doet dit een jongmensch, dan kan hp misschien nog een geldend excuus in zpn jeugd en zpn weinige ervaring vinden. Hoe ouder men is hoe verstandiger men kan wezen en hoe beter en voorzichtiger men moet handelen. En nu gaat het niet op, dat men eerbied af dwingt alleen voor den ouderdom, dien men als dekmantel gebruikt om allerlei minder goede daden of woorden aan het oog te onttrekkenen dat men deze daarom liefst met stilzwpgen voorbij gaat. De heer Saaymans Vader had de liberale partij beleedigd; hp heeft zich schuldig gemaakt aan erge politieke onzedelijkheidzpn neef heeft hem dit duidelpk gezegd. En om dat alles slechts onopgemerkt te laten alleen ter wille van zpn leeftpd, is ons te machtig. Wie eerbied verlangt, beginne met te toonen zich zeiven te respectee ren, door zich te verheffen boven onwaarheid. Noblesse obligezegt het Fransche spreekwoord maar ook de leeftpd legt iemand verplichtingen op; dat dienen de ouderen te begrppen, willen zp den jongeren tot voorbeeld Btrekken, en op hunne achting aanspraak kunnen maken. Maar de tpden zpn voorbp dat de jongeren, op grond van een groot woord, zich onder voogdij schap van de ouderen zouden moeten stellen, en zelfs niet tegen al wat onrechtvaardig en oneer lijk is zouden mogen opkomen, alleen omdat het door gevorderden in leeftpd is gedaan. En daarom hebben wp wel degelijk geprotes teerd tegen hetgeen de heer S. V. heeft durven schrijven. Het was te verwachten dat er bp de behande ling van het adres van antwoord op de Troon rede in de Tweede kamer menig hartig woordje gesproken sou worden. De gemoederen van de rechterzijde zijn, door teleurstelling geprikkeld, een weinig opgewekt; en daarom gevoelt men van die zijde te meer lust om het ministerie de zondebok te doen zpn. De heer De Savornin Lohman, verklaarde dan ook gisteren pertinent hoe eerder deze regeering van de groene tafel verdwijnt, des te beter het wezen zou, welk kabinet er ook voor in de plaats kome. Aan de linkerzijde verhief zich alleen een stem tegen enkele leden van het ministerie. Het was n. 1. de heer Rutgers van Rozenburg, die vooral tegen den minister van koloniën sterk is gekant, en die, zelfs al moest het geschieden dat daardoor het gansche kabinet viel, den heer Sprenger van Eyk wilde doen heeDgaan, omdat deze door de Nisero-kwestie en de Atjeh-blokkade-farce zich onmogelijk had gemaakt. Yan den minister van financiën eischte hij, dat hp zicb losmake van zpn onbezonnen verklaring, dat hp nooit zal mede werken tot een belasting op 't geprivilegieerd kapitaal; van den min. van waterstaat, dat zpn depart, van top tot teen worde gerestaureerd. Zonder dat wilde de heer Rutgers aan elke motie, hoe ook gemotiveerd, door wien ook voorgesteld, wanneer ook, tot omverwerping van 't kabinet medewerken. Aardig was de bewering van den minister Heemskerk, naar aanleiding eener opmerking over ongeoorloofde bemoeiing van burgemeesters met de verkiezingen, dat bjj hem maar één dergelijke klacht was ingekomen, en die betrof een burge meester, die behoorde tot de partp van den heer Lohman. Het Vad. wijst in zijn overzicht van die zitting op het feit dat enkele leden van de „rechterzijde blpkbaar berouw beginnen te krijgen over het aandeel, dat zij in de non-possumus-politiek hebben gehad. Zelfs de heer Schaepman verklaarde, dat de leden der rechterzijde, zonder met de in April gevoerde politiek in strjjd te komen, wel mee konden gaan met een adres, waarin gezegd wordt dat deze kamer in het bpzonder aan grondwets herziening haar beste krachten zal wpden. En de heer Van Baer voegde er bp, dat het alleen maar een bedreiging was geweest en niets meer. Maar merkwaardig was vooral in dit opzicht de rede van den heer Oorver Hooft. Hp, die eenige weken geleden, na de pertinente verklaringen van Van Wassenaer, Schaepman, Lohman en anderen, dat zp, zoo art. 194 niet naar hun zin gewpzigd werd, alle andere ontwerpen, zonder op den inhoud te letten, zouden afstemmen, een doodelpk stilzwpgen bewaardehp, die ook in den verkiezingsstrijd met geen enkel woord deed uitkomen dat hp het met de anti-revolutionnairen en katholieken niet eens was, maar zich candidaat liet stellen door de partpen, die de non-possumus-leuze als ver kiezingsleuze gebruikten, hp kwam thans aan de kamer verklaren, dat hp het met die non- possumus-politiek nooit eens was geweest en dat hp met zijn door Den Haag uitgestooten vriend Schimmelpenninck wel degelijk bereid bevonden zou zpn de andere ontwerpen van grondwetsher ziening naar hun eigen verdiensten te beoordeelen 1 Vreemder houding is wel niet denkbaar, te minder, omdat hp ook nog gezwegen heeft, toen indertijd het ontbindingsbesluit in de kamer door het ministerie verdedigd werd, op grond dat de geheele rechterzijde voor verdere grondwetsherziening haar medewerking had opgezegd. »Ter loops zp hier ook nog melding gemaakt van een klein duel tusschen de heeren Vermeulen en Schaepman, waarbp de laatste tegen de onver zoenlijke houding van zpn vriend uit Eindhoven protest aanteekende. Men ziet uit dat alles, dat er op dit oogenblik in de gelederen der minderheid al zeer weinig éenheid valt op te merken" zegt genoemd blad. Hoofdzakelijk raakte het debat verder de paragraaf in het adres over de troonrede over het kiesrecht. Door die paragraaf wil blpkbaar de liberale meer derheid aan het ministerie te kennen geven, dat zp wel bereid is met dit kabinet het werk der grondwetsherziening voort te zetten, maar dat zp daarbp éen reserve wenscht te stellen, nl. dezen eisch, dat de regeering met betrekking tot het kiesrecht de eischen der liberale partp moet accepteeren. Die eischen nu zpn van tweeërlei aard. In de eerste plaats willen de liberalen, dat het nieuw artikel 76 aan den gewonen wetgever zooveel vrpheid zal laten, dat deze in staat zal zpn bp de toekomstige regelingen van het kies recht de kiesbevoegdheid gelpken tred te doen houden met de politieke ontwikkeling der natie, en in de tweede plaats is het hun verlangen, dat aan de gewpzigde grondwet terstond een voorloopig kiesregelement tot uitbreiding der kiesbevoegdheid, huiten de grenzen door de tegen* woordige grondwet afgebakend, zal worden toe gevoegd. Hoe de regeering daarover denkt, weet men nog niet recht. Tegen de paragraaf zelf had de premier geen bezwaar, maar hjj scheen toch de bedoeling daar van te willen verzwakken en draaide er om heen. Men moest zeide bp, wachten op het afdeelings- verslag van het desbetreffend grondwetsartikel. De linkerzpde drong echter op nadere verkla ringen omtrent dit punt nu reeds aan. Wel licht worden die heden of morgen gegeven. Volgens bij ons ingekomen brieven en mede- deelingen moet ook gisteren (Woensdag) avond de tram MiddelburgVlissingen tot ernstig beklag aanleiding hebben gegeven. 40 a 50 personen, meest alle voorzien van retourbiljet, hebben van half tien tot half elf uur vruchteloos beneden aan het badhuis te Vlissingen in de zandwoestijn staan wachten op de tram van half tien. Aan het thans aldaar gevestigde hoofdbureau was niets bekend of er een wagen zoude komen, al dan niet. Het wachten moede is men naar Vlissingen gewandeld, waar sommigen een rijtuig namen en anderen te voet naar Middelburg terugkeerden. Volgens gewonnen informatie had de tram na kwart voor negen uur op de ljjn Betje Wolfsplein— Badhuis eenvoudig den dienst gestaakt. Anderen, die in hetzelfde lot deelden, meldden ons, dat de gansche dienst dien avond zeer onge regeld heeft plaats gehadmaar dat toch nog om tien minuten voor elf uur een tram hen en enkelen, die met Jobsgeduld hadden volhard in het wachten, van het genoemde plein naar Middelburg heeft ge bracht. Om echter toen door te rpden tot het badhuis, scheen de conducteur niet noodig te vinden, omdat daar, volgens hem en getuigenis van anderen, „toch geen passagiers meer zouden wezen". Mocht er op dat oogenblik voor die bewering grond bestaan hebben, de mogelijkheid bleef toch in ieder geval evenzeer dat er wellicht deze of gene, b. v. een vreemdeling, was blpven wachten. In ieder geval bljjkt dat de aandrang, in het schrpven van gisteren tot de autoriteiten gericht, om toch te zorgen dat de dienst geregeld plaats hebbe, niet overbodig is. Het is voor de bezoekers van het badhuis vrp vervelend niet te kunnen rekenen op een geregelde vervulling van zulk een dienst. Van nog een zjjde wordt ons, naar aanleiding van het gisteren meegedeelde omtrent het gebruik van Engelsche cokes, de opmerking gemaakt dat men op zulke verklaringen van conducteurs niet te veel moet afgaan. Die hebben te weinig ondervinding en praten vaak over zaken, waarvan zp geen verstand hebben. Onze zegsman beweert dat er op den bewusten Dinsdag wel degeljjk D u i t s c h e tramcokes zijn gebruikt, zooals steeds op alle stoomtrams bier te lande worden gebezigd. Men schijnt hier dus eenvoudig met een praatje te doen gehad te hebben. Te Renesse zpn tot leden van den gemeenteraad gekozen de heeren M. Ejjke en A. Blom. Voor een derde vacature moet eene herstemming plaats hebben tusschen de heeren mr. J. A. Bolle, die 14 en G. de Oude die 6 stemmen verwierf. Ook te Burgh had 20 Juli zulk eene verkiezing, wegens periodieke aftreding, plaats. Van de 31 kiezers namen slechts 14 daarvan deel. Herkozen werden de aftredende leden W. Bepe Azn., I. van Zuyen en H. Beukelaar, elk met 13 stemmen. Te Zuiddorpe waren bp zulk eene verkiezing door 35 van de 39 kiezers briefjes ingeleverd. Eene herstemming moet plaats hebben tusschen de heeren Jh. Bupsse die 22 en D. v, d. Velde die 13 stemmen verkreeg, Het jaar 1885 kan zoo lezen wp in het verslag van den toestand onzer provincie wat den gezondheidstoestand der ingezetenen van Zeeland betreft, zeer gunstig worden genoemd. De gemiddelde sterftecijfers waren lager dan in de laatste jaren, nl. 19.95 op 1000 inwoners, tegen 22.58 in 1884. Het getal levenloos aangegevenen was 331, tegen 321 in 1884. Omtrent de npverheid m6ldt het provinciaal verslag het volgende: De algemeen heerschende gedruktheid van in» ductrie, handel en scheepvaart deed zich ook in dit gewest gevoelen. De belangrijkste industrieels inrichting der provincie, de scheepsbouw- en werktuigenfabriek der koninklpke maatschappp de Schelde te Vlissingen, bezigde etteljjke honderden werklieden minder dan vroeger. Eveneens zag zich de Commercie-Compagnie (bouw- en herstelling van schepen en werktuigen) te Middelburg tot sterke inkrimping van haar bedrjjf gedwongen. Een der andere scheepstimmerwerven in laatstge noemde plaats had daarentegen meer werk dan gewoonljjk; eene bark, bestemd voor de groota vaart, werd voltooid en twee loodsschoeners ge bouwd, terwjjl de bouw eener tweede bark werd aangevangen. Van de beetwortel-suikerfabriek fa Sas van Gent is alleen bekend, dat zp dooreenge- nomen aan 112 arbeiders werk verschafte. Da stoomhoutzagerpen te Middelburg, waarvan eene met kuiperjj op groote schaal, hadden ruim werk voor ongeveer hetzelfde getal werklieden als vroeger. De kleinere inrichtingen konden weder op den vroegeren voet blpven voortwerken, al wierpen zjj door de verlaagde prpzen minder voordeel af dan in vroegere jaren. De ambachtsnijverheid ondervindt nog steeds de nadeelige gevolgen van den gedrukten toestand, waarin de landbouw bp voortduring verkeert. De oesteroultuur bleef zich uitbreiden en ver schatte groote voordeelen aan den handel en arbeid aan duizenden handen. In den loop des jaars werden ook te Cats, Colpnsplaat en Zierikzee oesterputten aangelegd. Echter bljjve niet onvermeld, dat voor30mmiga kweekers de groote aanslag van het broed, voor andere de geringe groei van de leverbare oesters de cultuur minder voordeelig maakten dan ia andere jaren het geval was. De visscherp bleef zich uitbreiden en de daartoe uitgeruste vaartuigen zpn niet onbelangrijk ver meerderd. Te Yerseke, dat zich weder belangrjjk uitbreidde tengevolge van de oestercultuur, werd o. a. ook een scheepswerf opgericht. De meekrap bereiding bleef kwjjnend. Terwpl in Schouwen, Zuid-Beveland en Tholen sommige stoven weder eenige weken werkten, zpn die in« richtingen elders nagenoeg verdwenen. Zoo werd in 1885 weder die te Biervliet gesloopt. De Goesche npverheid leed een verlies, door de verplaatsing naar Nieuwer-Amstel van eene schoenen- en laarzenfabriek, die een vrp aanzien lijken omvang had verkregen. Krachtens de wet van 2 Juni 1875 (Stbl. 95) werd door de gemeentebesturen vergunning ver leend tot de oprichting van 10 broodbakkerpen, 10 slachterpen, 2 bierbrouwerpen (van welke 1 met Btoomvermogeu), 2 stoomgraanmolens, 11 smederpen, koper- en blikslagerijen, 2 steenhou werijen, 1 huidenzouterjj en drogerp, 3 kalkblus- scherpen, 1 vijlenkapperjj, 4 bewaarplaatsen van petroleum, 1 sehietinrichting, 1 inrichting tot het voortbrengen van koude door amoniak ten dienste van eene kunstboter-fabriek, en 1 tot plaatsing van een stoomketel iu eene meekrapfabriek. Het Hbld wenscht dat er een beroep gedaan word# op de toewijding van de bekwame jonge geleerden, om de ziekte, welke ons Indisch leger teistert, de Beri-Beri, te gaan bestudeeren. Het voorbeeld van Pasteur, het voorbeeld der Fransche regeering, die Pasteur steunt, moet gevolgd worden door Nederland. Blpkens de officieele rapporten leden in 1879—» 83 gemiddeld jaarljjks 3544 militairen aan die ziekte, en in 1884 zelfs 5338; toen werden er 842 afgekeurd en van de overigen is een groot aantal ziekelijk en voor den velddienst niet meer geschikt. Wp moeten nu in de eerste plaats de oorzaken dier geweldige ziekte opsporenmen wil haar vinden in bacteriëndus zal de bacterioloog den weg moeten wpzen. Op het voetspoor van Pasteur en Koch zal men, gewapend met het microscoop, den vjjand moeten opzoeken en de wegen opsporen, langs welke hjj den menach overvalt. Het Hbl meent, dat jonge bacteriologen (min stens twee) moeten worden uitgezonden om de ziekte te bestudeeren, na voorloopige studie ia Europa. Maar vooral moet daarbp geen zuinig- beid op den voorgrond staan; men moet aan de moeilpke en gevaarljjke taak een honorarium ver binden, waardoor de voortreffelpksten zich tot da onderneming voelen aangetrokken. De regeering heeft echter nog iets doen. „Laat de medici de voorschriften geven, die het opnemen van ziektekiemen zooveel mogelpk kunnen tegen gaan, maar laat de regeering tevens en boven alles zorg dragen, dat de soldaat, die in die uit puttende epidemie moet leven, krachtig, dubbel krachtig gevoed worde, opdat zpn lichaam weer stand moge bieden aan de vergiitiging, waaraan hjj voortdurend is blootgesteld. De maatschappp tot bevordering van genees kunde heeft besloten zich tot de hooge regeering te wenden, met vergoek dat de wet, regelende dg

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 1