w ito:
Donderdag
22 Juli,
i
FEUILLETON.
Don Cesualdo.
Middelburg 21 Juli.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen;
Prijs per S/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën 20 Cent per regel;
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
GEMEENTERAAD.
^CEEUTTE]RIJ\
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kniiningen: F. tan heb Peial, te Zierikzee: A. C. de Moou,te Tholen: W. A. van Nietjwenhüijzen, te Terneuzen: A. van der Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parjjs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger
De burgemeester van Middelburg, maakt bekend,
dat op Vrijdag den 23 Juli 1886des na
middags te drie ureneen openbare zitting
van den gemeenteraad zal plaats hebben.
Middelburg, den 21 Juli 1886.
De burgemeester voornoemd,
F. ERMERINS L. B.
De burgemeester en -wethouders van Middelburg,
maken bekend
dat de commissie, welke ingevolge artikel 15
der wet op de schutterijen van den 11 April 1827
voor dit jaar binnen deze gemeente is samenge
steld tot het onderzoeken van en het beslissen
omtrent de redenen van vrijstelling en uitsluiting,
hare zittingen zal beginnen op het raadhuis dezer
gemeente den 26 Juli 1886, des voormiddags te
10 uren.
Zij herinneren voorts de belanghebbenden aan
de artikelen 9, 10, 11, 12, 13 en 16 van zijner
majesteits besluit van den 28 Juni 1828 (Staats
blad no. 42), terwijl diegenen, welke vermeenen
mochten op grond van artikel 23 der wet aan
spraak te kunnen maken om bij de reserve te
worden geplaatst, zich eveneens op den 26 Juli
a. bjj de commissie zullen moeten aanmelden.
Middelburg, den 20 Juli 1886.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
F. ERMERINS, L. B.
De secretaris,
A. DE VUL DER VAN NOORDEN.
Bjj de gisteren in het district Amersfeort
gehouden verkiezing voor een lid der Tweede
kamer zijn uitgebracht 2506 geldige stemmen.
Het aantal kiezers bedraagt 3648.
Gekozen is de heer inr. Ij. W. C. Hieizclie-
nius (A.) met 1255 stemmen.
Jhr. Huydecoper (L.) bekwam er 662 en graaf
Schimmelpenninck (K.) 589.
Bjj de verkiezing op 15 Juni werden de heeren
baron Mackay en graaf Van Bylandt met 1803
en 1799 stemmen gekozen en verkregen de libe
rale candidaten, jhr Huydecoper en baron Van
Ittersum resp. 861 en 855 stemmen.
Met éen stem boven de volstrekte meerderheid
is den heer Keuchenins dus weêr toegestaan het
heiligdomde Tweede kamer, te betreden.
Die uitslag bewjjst dat Amersfoort voor de
katholieken geen geschikt district is om opeigen
rekening voordeelig zaken te doen.
De anti-revolutionnairen hebben daar de grootste
cliënteele. Hunne bondgenooten doen dus het ver
standigst de vennootschap voort te zetten.
Het Haagsche dagblad vraagt of bjj de jongste
verkiezingen in vele districten, b. v. Middelburg,
de liberale kiezers niet in conservatieve candidaten
18.
Een schets door Ouida.
IV.
Een lichte blos overtoog het waskleuri ge gelaat
van Gesualdo maar bjj bleef zwjjgen.
De jongeman, die hem met oogen vol haat gade
sloeg, zag schuld in dat hardnekkige, vastberaden
zwjjgen.
„Gij durft het niet ontkennen, al zijt gij nog
zoo'n volleerde leugenaarsprak ^hjj met de
diepste verachting. >0, jou gemeene hond, die u
een dienaar des hemels durlt noemengjj zoudt
haar al diejareninde grootste ellende laten sljjten
om uw eigen nietig, kwjjnend, waardeloos, onbe
duidend bestaan te redden Welaan Luister en
versta mjj well Niemand kan zeggen dat ik mjjn
woord niet houd en hier bjj het kruis dat boven
ons hangt, zweer ik dat, zoo gij morgen niet alles
zegt wat gjj weet, en zjj veroordeeld wordt, ik u
aanklaag voor de wet, en als de wet u niet straffen
kan, zal ik u vermoorden, geljjk Tasso Tassilo
vermoord is. Ik mag kinderloos, doodarm en ver
vloekt sterven, indien mjjn hand misslaat 1" Zonder
verder een woord te zeggen stapte hij de kerk
door, terwijl het gouden zonlicht door de geschil
derde glazen, op zjjn blonde haren, zjjn verhit
gelaat, zjjne fonkelende oogen viel, zoodat gehee*
gjjn menscheljjke gedaante scheen veranderd te zijn
hun steunpunt moesten zoeken om staande te
kunnen blijven?
Die wijsheid is meer verkocht. Maar vragen
wjj, wat bedoelt men daarmee toch
Welke reden bestaat er om de heeren Buteux
en Smit te scheiden en den eerste alB een con
servatief voor te stellen, zelfs nu nog nadat hij
op de bijeenkomst, des avonds van den gewich-
tigen Donderdag 17 Juni, in het Schuttershof
pertinent verklaard heeft het eene groote eer te
achten, dat met hem het hoofdkiesdistrict Middel
burg voor de liberale partjj herwonnen werd.
Naar zijne vaste overtuiging zal, zooals hij toen
uitdrukkeljjk verzekerde, eene vrjjzinnige behan
deling der zaken Nederland tot welvaart brengen
daarom sprak hij ook de hoop uit dat in de
toekomst de liberale partij steeds zal zege
vieren.
Wat bljjft er nu, na deze verklaringen, over
van hetgeen het Dagblad schrijft? Dit bedoelt
toch zeker alleen onzen stadgenoot-afgevaardigde;
over den heer Smit zullen wij met het hof-orgaan
in het geheel maar niet spreken.
Doch wjj durven zelfs nog verzekeren dat, al
moge de heer Buteux niet behooren tot de ultra
liberalen, hij in ieder geval zeer afkeerig is van
het conservatisme van het Dagblad met zijne
clericale allures.
Het kan dus gerust de illusie laten varen waar
aan het zich met eene zekere zelfvoldoening
overgaf en waarmee het de N. R. Crt zoo aardig
trachtte tegen den muur te dringen.
Eindeljjk heeft dan iemand den moed gehad
om openljjk den heer P. H. Saaymans Vader,
oud-lid der Tweede kamer, onder het oog te
brengen dat hjj wel degelijk bjj den jongsten
verkiezingsstrjjd zich in zjjne beide strooibiljetten
ongepast had uitgelaten over de liberalen.
Men herinnert zich wellicht, hoe wij over het
eerste van dat tweetal ons uitlieten; en hoe wjj
niet aarzelden het tweede een pamflet te noemen.
In denzelfden geest schreef ook de Goesche
correspondent der N. R. Crt. Hij maakte den
heer Saaymans Vader een zeer ernstig verwjjt
van de wijze, waarop deze zich onnoodig in den
strjjd mengde.
In een ingezonden stuk kwam genoemde heer
daartegen op, en hjj ontkende dat hij in zjjn
circulaires de woorden oproerlingen, petroleurS
en beulen zou hebben gebruikt zulk eene aan-
tjjging werd door hem als lasterlijk gebrandmerkt.
En de correspondent deed tot onze verwondering
daaraan het zwjjgen toe! Dat was vrij kinder
achtig. Wie een strijd aanbindt, vooral in zulk
een tjjd, moet dien kunnen voortzetten of anders
hem liever niet beginnen.
En vooral was in dezen zwijgen zoo onverant
woord, omdat de beschuldiging zwaar mocht heeten
en weerlegging zoo gemakkeljjk viel. De corres
pondent behoefde slechts de door den heer Vader
verzonden strooibiljetten te laten afdrukken om
zjjn oordeel te staven. Hij deed dit niet en be
dierf daardoor veel, omdat menigeen denken zou
in die van den engel der wrake, van Tintoretto's
Paradjjs.
Gesualdo stond roerloos in de verlaten kerkde
armen over de borst gekruisthet hoofd voorover
gebogen. Er was een groot besluit, een machtige
ingeving over hem gekomen, bjj het hooren der
woedende woorden van zjjn vjjand. Het was als
of het licht uit den hemel op hem was neerge
daald. Hjj mocht het geheim dat hem in den
biechtstoel was toevertrouwd niet prjjsgeven, maar
hjj kon zich zelf gevenzjjn brein was vol van
legenden van zelfopoffering en martelaarschap.
Waarom zou hjj niet opgenomen kunnen worden
in de heilige schaar der martelaren
Neen, hjj was te nederig om zich zelfs maar in
gedachte naaBt hen te plaatsen. Het meeste wat
hjj doen kon, was, dat wist hij, boeten voor zijn
onuitwischbare zonde van te gedoogen dat een
menscheljjke liefde, hoe onschuldig, onbaatzuchtig
en ongeopenbaard ook, den eenvoud en de reinheid
zjjner toewjjding aan zjjne geloftenbevlekte. Hp
was slechts een boerenjongen geweest totdat hjj
met zjjn gevoelig hart en onontwikkelden geest
naar het seminarie was gegaan, en hjj was ge
boren met de ziel van een St. Franciscus, van
een St. Rocco, een St. Jan, geheel misplaatst in
den tijd, in de wereld, waarin hjj leefde, een
ziel waarin de hartstochten van het geloof en de
zelfopoffering even sterk was als bjj anderen de
hartstochten van wellust en zelfzucht. De geeste-
ljjke wereld was voor hem werkeljjkheid en de
aarde met baar meedoogenlooze, hebzuchtige men-
dat er van zijne zijde eene verdachtmaking had
plaats gehad, wat natuurljjk de liberale zaak
schaadde. Ons te mengen in dien strijd lag, dunkt
ons, niet op onzen weghoe moeiljjk het ons ook
viel om te zwijgen tegenover zoo'n brutale ont
kenning.
Thans is gelukkig een, in deze kwestie nauw
betrokken en daarom zeer bevoegd, persoon op
gestaan om den heer Vader tegen te spreken en
te doen, wat de correspondent zelf had moeten
doen. Het is jhr J. L. C. Pompe van Meerder-
voort, gewezen liberaal candidaat, op wien de
heer Vader in zijn ingezonden stuk zinspeelde.
De heer Pompe geeft, in zijn schrijven in de
N. R. Crt. van gisteren, eenige aanhalingen uit de
bewuste strooibiljetten en zegt o. a.:
»Hoe het mogelijk is, dat de heer S. V. in zijn
brief van 6 Juli ontkent, dat hjj ons brandmerkte
als oproerlingen, petroleurs en beulen, is mij on
verklaarbaar dit toeh waren slechts enkele der
liefelijke benamingen tegen ons gericht, en bad
de schrjjver van 3 Juli geheel juist alles willen
teruggeven wat mr 8. V. in zjjn beide strooibil
jetten over de liberalen gezegd heeft, dan had hjj
moeten vermelden „socialisten, anarchisten,schand-
bladen-schrijversoproerlingendwingelanden,
beulen, plegers van de ergste gruwelen brand
stichters en volksmisleiders", want niets meer en
niets minder dan al die fraaiheden staan aan het
adres der liberalen in die strooibiljetten gedrukt.
„Deze beide strooibiljetten, juist komende van
die zjjde, van mijn oom, hebben mjj ten diepste
gegriefdhij kende mjj beter, en zoodanige ver
dachtmaking was onwaardig; ik voor mjj aarzel
niet, ze het toppunt van politieke onzedelijkheid
te noemen."
Tegenover dat oordeel was het onze destjjds
nog gematigd. Maar de heer Vader verdient
niet anders en meer en meer wordt nu bevestigd,
wat wjj in ons nommer van 8 Juni schreven dat
het „geene goede raadgevers waren, die de stille
rust van den heer Vader kwamen storen om hem
het harnas aan te doen."
Het ontwerp-adres van antwoord op de openings
rede, dat heden in de Tweede kamer in behandeling
komt, luidt als volgt:
Sire
»De Tweede kamer der staten-generaal waardeert
het hoogeljjk, dat deze zitting wederom door Uwe
Majesteit mocht worden geopend.
»Erkenteljjk voor de mededeelingen, in Uwer
Majesteits rede vervat, mag zjj niet verhelen, dat
naar hare meening nevens de lichtzijden in 's lands
toestand ook schaduwzjjden zjjn waar te nemen,
en met name in Nederlandsch-Indië meer dan
éene aangelegenheid bijzondere zorg vereischt.
»Aan de behandeling der aangekondigde wets
ontwerpen, in het bijzonder aan de herziening
der grondwet, hoopt zjj hare beste krachten te
wjjden.
Onder de belangrijke voorschriften der hoogste
staatswet, waarvan wjjziging raadzaam is, behooren
die betreffende het kiesrecht. Naar de overtuiging
schen, hare lusten, hare ldjjende harten, haar
eindelooze onrechtvaardigheid was voor hem een
akelige, onware droom.
Voor zjjn oog verrees nu plotseling de zelfop
offering, die hem toescheen als zjjn plicht, als
iets wat hem zou verzoenen met de Godheid,
welke hjj beleedigd had en met de menschheid,
die hjj op het punt was van te verraden. Voor
zijn geest, verzwakt en uitgeput door het lange
vasten en de onthouding van elke natuurljjke be
geerte, scheen zulk een offer een bevel des hemels.
Hjj zou zjjn eigen leven in ellende en schande
voortsleepen, dat was waar; maar wat zon dat?
Hadden de groote martelaren en stiehters zijner
kerk niet evenveel en nog meer geleden? Werd
de genade Gods niet gewonnen door zulke vrij
willige folteringen, op aarde aangenomen en ge
dragen
Hij zou wel is waar een leugen moeten zeggen;
hjj zou een smet werpen op den naam derjkerk;
hjj zou de menaohen doen gelooven dat een ge
zalfde priester een gemeen moordenaar kon zjjn,
gedreven door lagen haat en jaloezy; maar daar
dacht hij niet aan. In de spanning en verslagen
heid zjjner gefolterde ziel kwam hem het visioen
van een offer, waardoor hjj de eenige ljjdende
zou zjjn, waardoor de beschuldigde vrouw kon
gered worden, en het geheim dat hem meegedeeld
was bewaard bljjven, voor als een door den he
mel gezonden oplossing van al de weifelingen en
moeiljjkheden op zjjn, weg. In een vurig gebed
voor een der zjjaltaars der kerk uitgestrekt, ver
der kamer zal 's lands belang het best gediend
worden, wanneer aan den gewonen wetgever bjj
de toekomstige regeling van dat onderwerp eene
groote mate van vrjjheid wordt toegekend, en aan
de gewjjzigde grondwet voorloopige bepalingen
worden toegevoegd, strekkende om de kiesbevoegd
heid reeds dadeljjk uit te breiden buiten den kring,
door de tegenwoordige grondwet afgebakend.
»Mogen de werkzaamheden van Uwe Majesteit
en van de Staten-Generaal, onder Hoogeren zegen,
het welzjjn van het vaderland bevorderen."
Uit dit adres van antwoord, dat wjj met ge
noegen lazen, bljjkt dat de buitengewone omstan
digheden de kamer dan toch wel aanleiding gaven
om, op eene nietszeggende troonrede, iets flinks
te antwoorden.
Het adres zal zeker tot belangrijke discussies
aanleiding geven.
Wjj ontvangen verschillende klachten over de
zeer slechte wjjze, waarop gisteren de tram
van Middelburg op Vlissingen zich van haar taak
heeft gekweten.
Een bewoner van Vlissingen schreef ons het
volgende, dat wjj, tevens als echo van al de overige
klagers, hier laten volgen. Dit schrjjven luidt
aldus
Gisterenavond herhaalde zich de onregelmatige
loop van de Btoomtram. Nadat te half tien de
trein van de Groote Markt te Middelburg was
vertrokken, arriveerde de volgende eerst te ruim
half twaalf uur. De conducteur, wien men naar
de oorzaak daarvan vroeg, verklaarde dat, wegens
het ontbreken van Duitsche cokes, thans Engel-
sche cokes gebruikt moesten wordendat da
machinist der andere machine daarmede geen
stoom weet te houden, hjj zelf te Souburg ruim
een half uur had gewacht en, toen de trein van
Vlissingen niet kwam, was doorgereden Hij. op
zjjn beurt, reed echter ook met een defecte
machine, waarvan de rem niet bruikbaar was,
daar de stang ervan was gebroken. Duideljjk
was dit merkbaar bjj het wisselen op de Groote
Markt, toen de locomotief met groote vaart van
de helling der Pottemarkt afliep en eerst een eind
weegs verder stopte om terug te kunnen keeren.
Twee politie-beambten wilden den conducteur
niet doen vertrekken vóórdat hjj beloofde op elk
der wagens een persoon te stellen, die steeds bjj
den remtoestel op die voertuigen zou gereed
staan. Dit werd wel beloofd, doch niet gedaan.
Zoo vertrok men in vliegende vaart, zonder gele
genheid om te remmen, wanneer door de eene of
andere oorzaak de trein eens buiten de rails ge
raakte. Welk gevaar zoo'n tochtje oplevert, laat
zich gemakkeljjk begrjjpen.
Wordt het geen tjjd dat eindeljjk de autoriteitea
eens tusschenbeide komen om, vóór dat een of
ander groot ongeluk daarvan het gevolg is, aan
deze hoogst ongelukkige exploitatie een einde te
maken
En dienen ook zjj niet, in bet belang van het
publiek, te waken dat de dienst geregeld plaata
hebbe
beeldde hjj zich dat de zonnestralen, die door het
hooge raam op zijn gelaat vielen, het licht eenei'
bovenaardsche wereld waren, en in de door wie
rookgeur en hitte benevelde lucht meende hjj een
stem te hooren, die hem toeriep„Door ljjden
wordt alles gereinigd."
Hjj was geen wijs, geen sterk, geen ontwikkeld
man. Hij had het hart van een dichter en het
gemoed van een kind. Er was een moed in hem,
waarvoor die opoffering welkom waser was een
lichtgeloovigheid in hem, die alle overdriiyiug van
het eenvoudig geloof mogeljjk maakte. Hjj was
jong, onwetend, en zwak; maar op den grond van
zjjn hart lag de kiem van heldenmoed verborgen
hij kon ljjden en zwjjgen.
Toen hjj eindelijn opstond en de kerk verliet
stond zjjn besluit vaster was een groote kalmte
in zijn ziel gekomen in plaats van de onrust dia
er geheerscht had. De dag liep ten einde, .de
zon was onderde roode nagloed overgoot al da
muren en den stoffigen grond met allerlei schit
terende kleuren. De menigte had zich verspreid
op het verlaten plein vernam men geen ander
geluid dan het gekletter van het water, dat uit
de monden der dolfijnen in het marmeren bekken
viel. Toen hjj dat liefelijke gemurmel van het
kabbelende water hoorde, kreeg hjj tranen in
zjjne oog6n, zoodat de glans en schoonheid des
hemels voor hem verduisterd werd. Nooit zou
hjj het water der Marcarivier meer hooren rui-
schen in koele herfstdagen langs de populieren
stammen en de sleutelbloemwortels aan har^