N° 167. 129 1886. Maandag 19 Juli. Middelburg 17 Juli, FEUILLETON. Don Cesualdo. Dit blad verschijnt dagelijks; met uitzondering van Zon- en Feestdagen.1 Prijs per 3/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën 20 Cent per regel; Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL. Brieven uit de Hofstad. 8 iuiddëlbubgschë courant. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mesidagh Zoon, te Goes: A. A. W. Boeland, te Kruiningen: F. van dek Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooie, te TholenW. A. van Niedwenhuijzen, te Terneuzen: A.van dek Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicity étrangère G. L. Dalle Cie., John F. Jones, opvolger 16 Juli 1886. Zoolang het nog maar voorspellingen geldt is het zeer moeilijk te bewijzen dat iemand gelijk of ongelijk heeft. Zoo ban ook ik thans nog niet het bewijs leveren, dat mijne mededeelingen omtrent de houding der liberale kamerpartjj juist waren, maar evenmin is de Haagsehe correspon dent van het UtrecMsch Dagblad bij machte op goede gronden aan te toonen dat ik verkeerd was ingelicht, gelijk hjj beweerde. De toekomst zal dit moeten leerenmisschien beslist de naaste toekomst, die der eerstvolgende dagen, wel tus- sehen dien correspondent en mij. Intusschen geeft de tegenspraak in genoemd dagblad mij aanleiding tot een paar opmerkingen. Vooreerst dat niet alle kamerleden de vraag, wat gebeuren zal, schouderophalend beantwoorddenik weet dit van zoo nabij mogelijk, want de berichten, die ik gat zjjn van een kamerlid afkomstig en wel van een, die aan de linkerzjjde wordt medegeteld. Ik betwijfel of bedoelde correspondent uit zóo goede bron puttezijn negatieve mededeelingen geven mij daartoe alle recht. En in de tweede plaats moet ik opkomen tegen zijne bewering, alsof mijn bericht moet strekken om mij den schijn te geven van goed ingelicht te zjjn. Het is mijn gewoonte niet om iets als stellig te schrijven', wanneer ik daartoe geen goede gronden hebde ondervinding heeft mjjn trouwe lezers kunnen leeren, dat mijne kanalen in den regel goed zijn, al heb ik niet de vervelende hebbelijkheid van sommigen mijner collega's om mjj daarop telkens te beroemen. Bovendien komt het mjj een vreemd middel voor, dat men maar iets uit zjjn duim zuigt om geloof waardig te schijnen, een middel, dat in de praktjjfe immers moet falen, omdat de werkelijkheid vroeg of laat die verzinsels komt logenstraffen. Ware het niet, dat in dit blad de tegenspraak uit het Utrechtsch Dagblad was overgenomen, dan zou ik daaraan geen woord gewijd hebben; nu was ik evenwel aan de redactie en mjjn lezers verplicht mjj te rechtvaardigen tegenover den op mjj geworpen blaam. Na deze meer persoonlijke kwestie wil ik nog even een en ander bericht uit dezelfde correspon dentie bespreken. De berichtgever deelde vroeger mede, dat het plan bestond een nieuw wetsvoor stel tot herziening der kiestabel aan de grond wetswijziging te doen voorafgaan, en hoewel hjj erkent dat zjjne mededeeling schijnbaar werd gelogenstraft, verzekert hjj nu, dat inderdaad zulk een voorstel in onderzoek is geweest en meent hjj dat het wellicht nu nog zal^worden ingediend. In hoeverre dit laatste bewaarheid zal worden 15. Een schets door Ouida. IV. Intusschen trachtte Gesualdo met al de kracht, die in hem was den waren schuldige te overreden om openlijk te bekennen, wat hjj hem onder het zegel der biecht verteld had. Hjj sprak hem in het geheim en bezigde alle argumenten, welke de kerkleer en zijn eigen vurige wenscb hem ingaven. Maar geen tegenstand is zóó hardnekkig, geen zelfzucht zóo ondoordringbaar, geen schild tegen overtuiging zóó sterk, als de domme onwetend heid en eigenliefde van een laag gemoed. Girellone was doof voor alle berispingen, voor alle betoo- gen; hjj was volkomen ongevoelig voor al het leed dat hjj berokkend had en zou berokkenen als hjj bleef zwjjgen. Wat ging hem dat alles aan De gedachte, dat de molenaarsvrouw in de gevangenis zat, behaagde hem hjj had haar altijd gehaat als hjj haar in haar opschik, zooals hp dat noemde, langs hem heen zag gaan, met haar paarlen halssnoeren, hare zilveren haarspelden en goud horloge met ketting. Menigmaal had de lust hem bekropen om er naar te grjjpen en ze haar af te rukken. Welk recht had zjj daarop, zjj de dochter van naakte, hongerige lieden, die zee- en rivierzand groeven en krooien om te leren J Nu en dan had Generoea hem op baar wensch ik in het midden te latenik geloof het niet maar ben er niet zeker van. Waaromtrent ik echter wel zekerheid heb is, dat zulk een ontwerp na de laatste mislukte poging om het ledental der Tweede kamer te vermeerderen niet bjj den raad van state aanhangig is gemaakt, en dit zal toch wel bedoeld zjjn met de uitdrukking »in onderzoek". Ook thans is nog geen voorstel van die strekking bjj dat hooge staatscollege ingekomen. Indien de regeering voornemens was de herziening der kiestabel ter hand te nemen, mjj dunkt, dan zou een ontwerp daartoe wel be- hooren tot de spoedeischende, waarvan de troon rede spreekt, en dus zou het meer dan tijd zijn, dat de raad van state er op werd gehoord. Dat de koning persoonlijk de buitengewone zitting der staten-generaal heeft geopend, heeft hier een uitnemenden indruk gemaakt na de verschillende geruchten, die tot de laatste dagen liepen over redenen, welke Zjjne Majesteit, naar men geloofde, daarvan zouden terughouden. Sommigen meenen tegenwoordig overal gevaar te ontdekken, waar het toch waarlijk niet bestaat. Zoo werd ook nu weer van zekere zjjde er op aangedrongen, dat de koning niet de zitting zou openende vreesachtigen zagen daarin een gevaar voor on geregeldheden en allerlei schrikbeelden warden hun door het angstig brein. Onze grijze vorst heeft echter gelukkig daaraan geen gehoor gege ven maar heeft niet geschroomd zich aan zijn volk te toonen, wel vertrouwende op de liefde van zjjn onderdanen, wat ook een Domela Nieu- wenhuis daarop smaalde. De openbaring van die liefde, van dien eerbied voor onzen koning is wel het beste bewjjs voor het leugenachtige dier sociaal-democratische be weringen, die, in tegenspraak met de tastbare werkelijkheid als zjj zjjn, niet verdienen dat men er zooveel over spreekt en schrijft als men doet, die niet waard zjjn door den strafrechter vervolgd te worden, voor welke de oplettendheid, die men er aan schenkt, te veel eerbewijs is. Maar het scbjjnt wel of men tegenwoordig de eenvoudige waarheid vergeten is, dat een smeulend vuur slechts behoeft opgerakeld te worden om in een vlammenden gloed te veranderen. Zoo verhaalt men zelfs, dat onze regeering ernstig overweegt te trachten een soort socialisten-wet in het leven te roepen. Indien ik goed ben ingelicht zou reeds het ge voelen van den raad van state over een derge- ljjken stap zijn ingewonnen. Het is te hopen, dat men niet de onhandigheid zal begaan om zulk een uitzonderingswet voor te stellen, want het kan niet anders of zij zal werken als olie in het vuur. Een repressief optreden kan noodig zjjn, maar daarvoor is onze strafwetgeving voldoende, terwjjl daarentegen het plaatsen van de sociaal democraten onder een bijzondere preventieve wet, dus buiten de gemeene wetgeving, eeD tegenover gesteld gevolg zou hebben dan men er door wil bereiken. Toch is mjjn zegsman van zoodanig gehalte, dat ik vrees weldra een stap in die ge vaarlijke richting te zullen zien doen. hooghartige, gebiedende manier geroepen om water ot hout voor haar te dragen, en als zjj dat deed, had zij zich nooit de moeite gegeven van hem goeden dag te zeggen, of een vriendelijk woord toe te voegen. Zjjn trots was gekrenkt en hjj had altijd moeite gehad om zich te bedwingen en haar geen bede laarsdochter, geen zandworm te noemen. Even als hare bloedverwanten was hp bljj, dat zij nu zou zien dat haar mooie kleeren en sieraden haar niets hielpen en dat zjj het licht uit hare groote oogen kon schreien en den blos van hare perzik achtige wangen verliezen, in den bedompten, vunzigen kerker eener stadsgevangenis. Gesualdo worstelde met al de kracht, welke de diepgewortelde overtuiging dat hjj de waarheid spreekt, iederen spreker verleent, om de ziel van dezen verstokten zondaar, en waarschuwde hem voor de eeuwig durende straf, diehem wachtte, indien hjj volhardde in zjjn weigering om zich bjj het gerecht aan te geven. Maar hjj had evengoed kunnen spreken tegen de molensteenen, die in de rivier lagen te rusten. Waarom had die ellendeling dan den last van dit noodlottige geheim op zijne zwakke schouders geworpen Het was voor hem de bit terste smart, dat hjj in het geweten van dien misdadiger geen schuldbesef kon wekken. De man was bjj hem gekomen gedeelteljjk in een bjjgeloovige opwelling, een overbljjfsel van het geloof dat hem in zjjn kindsheid was ingeprent, en gedeeltelijk uit behoefte om zich te s/ogare (ontlaste») zooals hjj dat noemde, om zjjn ge Een beter middel dan dergelijke uitzonderings maatregelen tegen het wassen van den sociaal- democratischen stroom ware zeker, dat de koniug meer in het openbaar aan den gang van 's lands zaken deelnam. Geen welgezinde zal zijner ma jesteit de rust misgunnen, die bij des zomers op een zijner landgoederen neemt, maar wel mocht men verwachten, dat ook andere aangelegenheden dan de opening van een kamerzitting in staat zouden zijn die rust te doen afbreken. Meer malen zou 's koning tegenwoordigheid in Den Haag wen schel jjk zijn. Alleen reeds het feit, dat HH. MM. zich dagelijks onder de residentie bewoners bewegen en publieke plaatsen bezoeken, oefent een weldadigen invloed uit op de gezind heid des volks. Het moge kinderachtig schjjnen, maar ons volk is nu eenmaal wat kinderachtig gestemd in zijn liefde tot en gehechtheid aan ons vorstenhuis, en gelukkig dat het zoo is. Gelukkig dat reeds zulke kleinigheden vermogen in veler harten een bijzonder gevoel van gene genheid op te wekken en levendig te houden. Maar vooral zou meer openljjke deelneming van 's konings zijde aan hetgeen hier in regeerings- en bestuurszaken voorvalt niet weinig bijdragen om de achting voor zjjn persoon te verhoogen, zoowel in het binnen- als in het buitenland. Een bezoek aan ons land van hooge vreemde personages, internationale beraadslagingen, hier gevoerd, trekken meestal, voor zoover althans blijkt, niet de aandacht van den koning. Nog onlangs werd hier de conferentie gehouden tot wering van het misbruik van sterken drank op de Noordzee, zonder dat hare leden in éen enkel opzicht hebben bespeurd, dat wjj een koning bezitten. Al ware het alleen maar uit beleefdheid tegen over de regeeringen der vreemde staten, die hare afgevaardigden herwaarts zonden, had men mogen verwachten, dat de koning die heeren ten minste eens ten gehoore zou hebben ontvangen. Dat niets van dat alles gebeurde, schjjnt dan ook geen aangenamen indruk op hen te hebben gemaakt. Gelukkig dat die omstandigheid van geen invloed blijkt geweest te zjjn op den werklust der confe rentie. Belangrjjke besluiten zijn daar toch ge nomen. Men is overeengekomen aan de verschil lende regeeringen voor te stellen verbodsbepalingen uit te vaardigen tegen verkoop aan- en koop door de bemanning van visschersvaartuigen van spiritua liën, en met dien koop en verkoop geljjk te stellen ruiling tegen visch of scheepsbenoodigdheden, terwijlals waarborg voor de naleving van dat verbod, tevens is besloten te doen zorgen, dat schepen, die met de visschersvloten handel drijven op zee, niet meer sterken drank aan boord mede" nemen dan noodig is voor eigen gebruik. Als deze voorschriften in de verschillende staten wet worden en behoorlijk worden in achtgenomen, zullen veel kwaad en groote onheilen op zee voorkomen worden. Het is vreemd, dat men op de gehouden con ferentie niet met een enkel woord hem heeft herdacht, van wien het initiatief daartoe is uit schiedenis aan iemand te verhalen, 'tgeen een karaktertrek is van alle zwakke gemoederen, wanneer zij in gevaar of in moeieljjkheid verkeeren. Het was hem een verlichting geweest dat hij den priester noopte om zijn eigen schuldig gevoel te deelen, hij was bevreesd maar ook half trotsch op de manier, waarop hjj zjjn meester verslagen bad, en woedend dat hjj de daad voor niets had gepleegdmaar verder kende hjj geen aandoening behalve dat hp bljj was dat Generosa daardoor en er om moest lijden. „Gij zult voor eeuwig branden, als gjj vol hardt in die afschuwelijke boosheid,"zei Gesualdo herhaaldeljjk tot hem. „Dat zal ik er op wagen," zei de man. „De hel is ver at en de galeien zijn vlak bp." „Maar als gjj niet gelooft in mijn macht om u absolutie te geven ot u aan uw straf over te laten, waarom kwaamt gjj dan bp mij biechten?" riep Gesualdo uit. „O L dat men tegen iemand zjjn hart moet uitstorten, als men er iets van dien aard op heeft," zei Girellone »en ik weet dat gjj het niet kunt over vertellen." En van die opvatting was hjj niet at te bren gen. Geen betoogen, geen bedreigingen, geen smeekingen, geen plechtige, dringende verklarin gen, niets vermocht hem te vermurwen. Hjj had gebiecht om zich te ontlasten sfogarsidat was al. Maar op zekeren avond, nadat Gesualdo weer lang met hem gesproken had, bekroop hem een onbestemde vrees, een stoffelijke vrees, geen gees- gegaan, den oud-minister wjjten mr Modderman. Misschien is dit wel het gevolg van de voortdurende afwezigheid in de zittingen, zelfs in die tot opening en sluiting der conferentie, van den tegen- woordigen minister van justitie. Maar die afwezig heid zelve is zeer bevreemdend. Van zijn depar tement ging de zaak uit, aan zjjn departement zullen natuurlpk de noodige wetsvoorschriften tot verwezenlijking van de voorstellen der conferentie moeten ontworpen worden, en toch bleef de heer Du Tour geheel buiten de zaak. Of dit aan minder sympathie met de voorgenomen regeling moet worden toegeschreven of aan andere redenen weet ik niet, maar zeker was de minister van justitie meer er bjj betrokken dan die van water staat, die zelfs geheel vreemd is gebleven aan de binnenlandsche regeling van den kleinhandel in sterken drank en de drankwet niet eens heeft medeonderteekend. Bjj het departement van koloniën wordt, zegt men, gewerkt aan het nemen van maatregelen tot opbeuring der suikerindustrie, die nog altijd zeer kwijnende is. De minister is voornemens verbe tering aan te brengen door eene wjjziging van de bepalingen van het regeerings-reglement voor Nederlandech-Indië, betreffende de op hoog gezag ingevoerde cultures. Een wetsontwerp daartoe moet reeds gereed liggen. Tegenover al het schjjnheilig geredeneer van het anti revolutionnair orgaan in onze omgeving, dat zoo onvroom is om met opzet, tegen beter weten in, communisten, socialisten en liberalen met elkaar te vereenzelvigen, willen wij alleen dit opmerken Dat wij eerljjke anti-revolutionnairen, die uit waarachtige overtuiging handelen, nooit zoo on- heusch bejegenen als dit orgaan zjjn tegenstanders doet, al stellen wjj onze meening ook tegenover de hunne. Dat wij alleen de leiders bestrijden en zullen blijven bestrpden met al de kracht en de macht van het woord, waarover wjj beschikken kunnen. Dat wjj elke vervolging af keuren en tegengaan. Maar, als men zooals dit blad en velen met hem wenschen, daarmee moet voortgaan, men zich niet bepalen moet tot de socialisten maar ook hen aanpakken, die nog veel gevaarlijker zjjn dan dezen, omdat ook zij, zij het dan ook op zoo genaamd christeljjk historisohen grondslag, tegen geen geweld opzien en zelfs den strpd willen voortzetten, „al zou die het land ook ten verderve voeren". Als men zulke, voor het algemeen hoogst ge« vaarljjke stellingen verkondigt is men, dunkt ons, nog strafbaarder dan of minstens even strafbaar als b. v. iemand die zich kinderachtig over den koning uitlaat. Men was zoo beleefd ons heden kennis te doen maken met de nieuwe kaart van Zeeland, onder toezicht van den heer N. A. M. v. d. Thoorn, ingenieur bjj 's rijks waterstaat te Goes, vervaar- teljjke; hij had zijn geheim meegedeeld, wie verzekerde hem nu dat het niet eenmaal zou opstaan als een bloedhond, en hem vinden en aanklagen! Hp had het verteld om rust te hebben, maar hjj had geen rust. Hjj vreesde elk oogenblik dat de hand van het gerecht hem zou grjjpen. Telkens wanneer hjj bet paarden getrappel der carabiniers door het dorp hoorde gaan, ot de witte sjerpen en driekante horden der gendarmes in het zonlicht op het veld zag, overviel hem het koude zweet van angst dat de priester toch alles zou verklapt hebben. Hij wist dat dit onmogelijk was, en toch was hp er bang voor. Hjj telde al zjjn spaarpenningen bij elkaar, een klein hoopje, vuile, verfrommelde banknoten tot een zeer klein bedrag, en was benieuwd of hjj daarvoor naar Amerika zou kunnen komen. Het was niet veel, maar de vrees noopte hem het er op te wagen. Hij bedacht een verhaal van sommen, die zjjn broer hem overgemaakt had, en zei aan zjjne kameraden en zjjn patroon dat die broer hem dringend uitnoodigde om bp hem te komendaarop pakte hij zjjne kleeren bjjeen en vertrok. Aan den molen en in het dorp werd er een beetje over gepraat en zjj zeiden dat Girellone wel at wasmaar dat zjj voor hun part niet zoover weg zouden willen gaan. In den loop van den dag hoorde Gesualdo van zpn vlucht. „Mjjn God 1 Is bij weg Heeft hp het land verlaten riep hjj onwillekeurig met bleeks Jippen uit,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 1