N° 163.
129
1886.
W oensdag
14 Juli,
FEUILLETON.
e
Nationale Militie.
Middelburg 13 Juli.
Don Cesualdo.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Adverfcentiën 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Oproeping van verlofgangers der
lichting 1883.
NA DE VERKIEZINGEN.
tSm.
ra,r?iTri
MIDDELBIJRGSCHE
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krainingen: P. van den Peul, te Zierikzee: A. C. de Moou,te TholenW. A. van niedwenhuijzen,te Terneuzen: A.van dek Peul Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger
De burgemeester van Middelburg,
gezien de ciiculaire van den commissaris des
konings in deze provincie van den 138B Mei 1886,
A no 654/1, 3e afdeeling (provinciaal blad no 76),
roept bij deze op de in deze gemeente wonende
milicien-verlofgangers der lichting 1883, behoo-
rende tot het korps pontonniers,
om op den tijd od de plaats als in de aan hen
tiit te reiken order is vermeld, tegenwoordig te
zijn, voorzien van al de voorwerpen van klee
ding en uitrusting, door hen bij hun vertrek
met groot verlot medegenomen, benevens van
hun verlofpas, teneinde rechtstreeks naar hun
korps te vertrekken.
Zij moeten zich vooraf, en wel op Vrijdag den
23en Juli a., des voormiddags tusschen 10 en 11
uren, bij den burgemeester hunner woonplaats aan
melden, voorzien van hun verlofpas, teneinde de
noodige biljetten, alsmede daggeld, indien zij dit
verlangen, en daarop recht hebben, te ontvangen.
De verlofgangers, die op het bepaalde uur niet
ter aflevering verschijnen, worden bij hun korps
gestraft.
Zij, die niet aan de oproeping voldoen, worden
al's deserteurs behandeld, terwijl degenen, die
door ziekte verhinderd worden op den bepaalden
dag onder de wapenen te komen, van die om
standigheid, onder overlegging van een verklaring
van den geneesheer, tijdig kennis behooren te
geven aan den burgemeester. Na hun herstel
vervoegen zij zich bij hun korps.
Middelburg, den 12en Juli 1886.
De burgemeester voornoemd,
P I C K E.
De verkiezingen zijn afgeloopen, de liberale partjj
is in de meerderheid. Alle zetels, op den éenen
van Utrecht na, werden behoudenvjjf werden
gewonnen; in die districten, waar tegenover de
verbonden tegenstanders de overwinning niet te
behalen was, werd toch de eer der vlag schitte
rend gehandhaafd. De zedeljjke waarde der zege
overtreft nog de beteekenis der numerieke ma
joriteit.
Deze verheffende uitslag is verkregen door de
macht der liberale beginselen, door het bewust
zijn van den ernst der beslissing, door de over
tuiging van de noodzakelijkheid der grondwets
herziening, bovenal in zake van kiesrecht, door
het, verlangen naar een krachtig hervormd staats
beleid, door den afkeer van politiek obstructio-
nisme, door den tegenzin tegen godsdienstige
onverdraagzaamheid en tegen het bederven van
het staatkundig leven onder den invloed van
kerkeljjke partijzucht.
Hij is verkregen door de wakkerheid der kiezers,
Een schets door Ouïda.
III.
Na den laatsten dienst in de Paaschweek stapte
er in het avondduister een man op de kerk af.
Zijn naam was Emilio Raffagivlo, maar hij was
algemeen bekend als Girellone, de zwerver. Zulke
bjjnamen vervangen de doopnamen der landlieden,
zoolang tot dat deze bjjna geheel vergeten zjjn,
terwijl op het platte land de familienaam zelden
of nooit gebruikt wordt. Girellone was een kar-
reman, die sedert een paar maanden aan den
watermolen diende. Hjj was iemand van om
streeks dertig jaar, met een somber gelaat, een dik
hoofd met haar donker en bruine, doffe en toch sluwe
oogen. Hjj was nu in zjjn Zondagspak en had
een ronden hoed scheef op het hoofd, dien hjj
echter afnam, toen hjj de kerk in kwam. Hp
kon lezen noch schrjjven en zjjn begrippen over
het geloof waren zonderling en verward hjj stelde
zich de kerk voor als een ding dat de'deugd be
vatte geljjk een tooverkracht, of een bundel krui
den; men behoefde slechts, dacht hjj, zekere
vormen in acht te nemen om veilig daarbinnen
te zjjnhet gedrag daarbuiten had niets te be-
teekenen. Niets terwereld evenaart de verwarring
en onduidelijkheid yan begrippen van den Itali-
Panachen boer ten opzichte va» zjja godsdienst.
door de toewjjding der leiders, door de onver
moeide inspanning bjj voorlichting en opwekking,
door de aaneensluiting der liberalen.
Het is ons, bestuurders van de Liberale Unie,
eene behoefte, onzen warmen dank te betuigen
aan allen die deze zege hebben helpen behalen
aan de kiezers en de leiders, aan de bestuurders
en afgevaardigden van kiesvereenigingen, aan de
redacteuren der liberale pers, ook aan zoovele
uitnemende mannen buiten deze kringen, die allen
door woord en geschrift, door persoonlijke be
moeiing en opwekking van anderen, de natie
hebben voorgelicht en den kiezers de beteekenis
van hunne taak hebben voorgehouden onzen dank
ook aan zoovelen, die ons in staat hebben gesteld
om in de bedreigde en twijfelachtige districten
de wakkere geestverwanten te steunen.
De Liberale Unie heeft thans voor de eerste
maal aan de voorbereiding der verkiezingen deel
genomen. De opgedane ervaring heeft de macht
der aaneensluiting bewezen zij heeft ook omtrent
hetgeen der Unie te doen staat, ons velerlei
geleerd. Wij zijn doordrongen van de overtuiging,
dat geregeld, en niet alleen in den verkiezingsstrijd,
de natie meer moet worden voorgelicht, bovenal
ook door het levende woord, door persoonlijke
bespreking en door het politiek debat; op dit
punt is onze aandacht in bjjzondere mate geves
tigd. Onmiskenbaar bracht ons de uitslag hoep
en moed voor de toekomst; onmiskenbaar legt
hij, met het oog op die toekomst, nieuwe plichten
op. Voor de vervulling van die plichten vragen
wjj nieuwe medewerking en steun.
Is de zege behaald, thans komt het er op aan,
dat van haar worde partjj getrokken ten bate
van het land, opdat eene hervormende staatkunde
worde gevolgd, opdat eene frissehe en vreedzame
ontwikkeling van ons politiek leven intrede, opdat
de kiezers en zjj, die het eerlang zullen worden,
uit de daden, die zjj zien, bunnen weten, wat het
volksbelang van de liberalen te wachten heeft.
Dit te doen is de taak van de aangewezen
leiders, de taak van hen, die tot vertegenwoor
digers van het volk gekozen zjjn. Met vertrouwen
wachten wjj hunne daden af.
Het Bestuur der Liberale Unie'.
G. A. VAN HAMEL, Voorzitter.
E. H. KARSTEN, Vice- Voorzitter.
H. J. DIJCKMEESTER, Penningmeester.
G. H. VAN BOLHUIS.
H. L. DRUCKER.
E. FOKKER.
J. B. KAN.
L. MICHIELS VAN KESSENICH.
D. WICHERLINK.
Het Hbld kan zich nog maar niet voorstellen
dat er zjjn, die de vervolging en de veroordeeling
van den heer Domela Nieuwenhuis onpractisch,
onnoodig, onbilljjk en gevaarlijk vinden.
Nu, daarin staat dit blad niet alleen.
Er zjjn van die personen, die door hunne bui
tensporigheden zich als 't ware boven de wet
plaatsen; en daarin vindt dan een groot deel van
De priester is voor hem gelijk de geneesheer voor
den wilde maar hij heeft opgehouden om zjjne
raadgevingen te eerbiedigen, terwjjl hjj een bjj-
geloovige vrees behoudt voor zjjn ambt. De man,
zjjn hoed afnemende, betrad de kerk en naderde
den biechtstoel onder het maken van een kruis.
Gesualdo bereidde zich met een zucht voor op
het hooren zjjner biecht, ofschoon het een onge
woon uur was en de veelvuldige godsdienstoefe
ningen hem reeds zoo vermoeid hadden, dat zjjn
hoofd duizelde en zjjn gezicht beneveld was.
Doch nimmer had hjj zich achter lichamelijke
zwakte of een vergevorderd uur verscholen om
de plichten van zjjn ambt te verzaken. Den kar-
reman herkennende, verwachtte hjj het gewone
verhaal van dronkenschap, of diefstal, of wellust
op de een af andere zondige wjjze bevredigd, eD
zette zich gelaten neer om de verwarde herha
lingen te volgen, waarmede alle boeren vragen
beantwoorden of omstandigheden verhalen.
Zjjn geweten klaagde hem aan over zjjn onver
schilligheid. Moest de ziel van dien lompen,
door den van wjjn versuften kinkel hem niet
evenveel waard zjjn als die van beminnelijker
wezens
De man beantwoordde de gewone vragen
nurksch en op goed gelukhij kon niet nalaten
te doen wat hij deedomdat het bjjgeloof hem
er toe dreef en voor het oogenblik sterker was
dan iet» anders; maar hjj ergerde zich aan zjjn
eigen geweten, en was bevreesd voor hetgeen hjj
gedaan hadzjjn ledematen - trilden, zjjn tong
het publiek op zijn beurt aanleiding om ook
tegenover hen niet zoo scherp meer te onder
scheiden en elke handeling, die men ten opzichte
van hen neemt, toe te juichen, zonder verder na
te denken of uit zulke maatregelen nog niet grooter
gevaar ontstaat dan hetgeen men wil keeren.
Een opmerkelijk gebrek aan logica ligt ten
grondslag aan de redeneeringen van hen, die de
jongste vervolging van den heer D. N. verdedigen.
Hjj windt het volk op; in zijn blad komen
allerlei verdachtmakingen voor van personen, die
het gezag moeten handhavendaden van geweld
worden daarin verdedigd en daarom verdient hjj
dubbel en dwars de straf, die hem thans is opge
legd voor een nietig feit, dat eigenljjk meer ver
diende doodgezwegen te worden dan zoo ruchtbaar
gemaakt te worden als thans is geschied. Hoe
ernstiger bestrijders van de wetten men tegenover
zio h heeft, hoe voorzichtiger men moet wezen met
haar te handhaven.
D. N. heeft veel afkeurenswaardiger, veel
slechter dingen geschreven en gezegd dan juist
in het geïncrimineerde geval. Had men daarvoor
hem voor de rechtbank gedaagder ware mis
schien meer grond voor geweestmaar altjjd bljjft
het gevaar dreigen dat de gevolgen meer in zjjn
belang en dat zjjner partjj zullen wezen, dan dat
zjj het doel zullen treffen hetwelk men beoogt:
onderdrukking van zjjn invloed en van zjjne
woelingen.
De redactie van het Hbld heeft het dapperst
meegeholpen en doet dit nog dageljjks om D. N.
een grooten en onze maatschappij een slechten
dienst te bewijzen.
Om den volke te verkondigen hoe slecht mensch
D. N. was, nam het telkens de scherpste, de
ruwste, de grofste aanvallen uit zjjn orgaan over;
en begon die dan te bestrijden.
Zoodoende werd dit alles noodeloos in veel
ruimer kring verspreid dan het steeds gelezen wordt,
wat niet anders dan nadeelig werken kan. Be
keerd toch zal niet éen volgeling van D. N. worden
door hetgeen de redactie van het Aixst. blad
schrijft; maar wel wordt wellicht deze of gene
lezer daarvan door die aanhalingen opgewekt om
kennis te nemen van het orgaan, waaraan die
aanhalingen zijn ontleend.
Wanneer men al dat gezwets stilzwijgend
liet voor hetgeen het isde politie zich alleen
bepaalde tot vervolgen en[straffen, waar daden van
geweld of verzet worden gepleegd maar die
dan ook streng strafte dan zou de beweging
veel minder omvang gekregen hebben. Het eigen
aardige van processen wegens hoon of laster is
bovendien meestal dat ze het onvoordeeligat
afloopen voor hen ten wiens, behoeve zjj werden
op touw gezet.
En in casu met den heer D. N. was de vervol
ging van majesteitsschennis op zulk eene nietig
heid gegrond, dat men het koningschap daarboven
verheven had moeten achten. Elk bewjjs dat
men dit voor zulke nietigheden reeds meent te
moeten beveiligen, is eene beleediging, der instelling
scheen te swollen en grooter te worden dan zjjn
mond, en zich niet meer te kunnen bewegen,
toen hjj op het laatst nauw hoorbaar uitbracht:
„Ik heb hem vermoord 1"
„Wien vroeg Gesualdo, terwijl zjjn hart
stilstond. Hij wist vooruit, wat het antwoord
zou zjjn.
„Tasso, den molenaar, mjjn baas," zei de
karreman en, na dit bekend te hebben, herkreeg
hij zijn moed en vertrouwen en op de ruwe, on
samenhangende, praatzieke manier, aan zjjns ge-
ljjken eigen, bracht hjj zjjn mond dichter bjj het
oor van Gesualdo en vertelde hem met een soort
van trots, hoe hjj het gedaan had en waarom.
„Ik wilde naar Zuid-Ainerika gaan", begon
hij, „daar heb ik een neef, die zegt dat men er
heel gauw geld verdient en heel weinig behoeft
te werken. Ik heb dikwjjla Tassilo geld willen
afnemen, maar ik was altoos bang. Hjj sloot het
dadeljjkweg, zoodra hjj het kreeg, al was het nog
zoo weinig, en het zag het daglicht niet meer
voordat het naar de bank ging of voor haar op
schrik uitgegeven werd. Hjj heeft menig bank-
billet van vjjftig franken voor haar uitgegeven
„Maar ziet ge den avond vóór het feest van
St. Pieter en Paulus had hjj over dag zeven honderd
frank voor koren ontvangen en ik zag het hem
wegsluiten in zjjn bureau, en aan zjjn vrouw
zeggen dat hjj het den volgenden dag naar de stad
zou brengen. Dat was des middags. Tegen den
avond hadden zjj een heviger twist dan gewoon
lijk; zjj tergde hem en hjj dreigde baar. Met bet
Tegenover de afkeuring van onze bestrjjding
door het Hbld. mochten wij ons van anderen
kant verheugen in bewjjzen van instemming met
hetgeen wij in ons jongste opstel„strjjd en
bestrjjding" schreven.
Met de Arnh. Crt., met wie wjj het voorrecht
hebben in dezen eenstemmig te zjjn wij bevin
den ons dus wezenlijk in goed en onverdacht
gezelschap zeggen wjj: „Dit doet ons genoegen,
niet omdat wij er eenige eer in stellen, te „„dur
ven"" opkomen tegen eene vervolging, al is die
van hoogerhand onder toejuiching van den grooten
hoop ingesteld ook niet omdat wjj in de sociaal
democraten kinderen zien van het liberalisme, die
wjj niet mogen verloochenen, maar omdat de
wezenlijk vrjjzinnige beginselen afkeerig zjjn van
geloofsvervolging op elk gebied. Even beslist ala
wij ons altijd hebben verklaard en zullen verklaren
tegen ketterjacht op kerkeljjk terrein, zoo zullen
wjj ook strjjd en tegen onderdrukking en beteu
geling van hen, wier soeiale geloofsbeljjdenis in
strijd is met de tjjdeljjk heerachende begrippen".
Want daarin zit hem toch hoofdzakeljjk de
kneep. Dit bleek ook ten duideljjkste uit de
woorden, door het O. M. tegenover D. N. gesproken.
Thans zullen daarom ook velen juichen in het
feit dat Zondag aan de Belgische grenzen moet
hebben plaats gehad.
Zooals wjj meldden, zou de heer Domela Nieu-
wenhujjs gisteren te Gent komen, waar te zjjner
eer een groote betooging zou plaats hebben.
Hem is echter Zondag op reis naar Antwerpen
te Esschen de toegang tot België verboden. Hjj
is daarop met een reisgenoot naar Den Haag
teruggekeerd.
Aldus luidde het verhaal van eenige reizigers, dat
ons op het eerste bericht zeer onwaarschjjnljjk in
de ooren klonk.
Curieus is de mededeeling, die men er bii doet.
dal de vriend, met wien D. N. reisde, gerust had
kunnen doorgaan, maar dat deze verkoos met zjjn
reisgenoot ook thuis te komen.
Alsof zelfs de omgang en de vriendschap met
D. N. staatsgevaarlijk mag heetenHoewel, wie
weet wat wjj nog beleven 1
Waarom werd D. N. op zjjn reis bemoeilijkt
Vreesde men voor rustverstoring tengevolge der
te houden betooging, dan zou dat gevaar zeker
niet verminderen door de kennisneming van het
feit dat de hoofdpersoon, wien de ovatie gold,
door de hoogere macht in zjjne persoonlijke vrjj*
heid was belemmerd.
Het middel zou dan bepaald erger geweest zjjn
dan de kwaal.
Zoolang wjj echter nog niet juist weten, op welke
gronden het verbod om de Belgische grenzen over
te trekken berust, zullen wjj ons verder oordeel
opschorten.
Het Handelsblad noemt onze bewering onwaar,
dat er sociaal-democraten vervolgd worden wegens
misdrijven, die het nieuwe strafwetboek niet kent
en verwjjst naar art. 111, waarbjj „opzettelijke
beleediging den koning of der koningin aange
daan" wordt strafbaar gesteld. Toen wjj het
aanbreken van den dag luisterde ik of hij op wae.
Hjj stood voor het aanbreken van den dag op.
ontgrendelde de deur, opende den molen zelf,
en riep den meesterknecht en zei dat hjj naar de
stad ging en zei ons, wat wjj te doen hadden.
„Ik bljjf den heelen dag weg", zei hjj. Het was
nog schemerdonker. Ik sloop hem na zonder dat
de knechts mij zagen. Ik zei bjj mjj zelf dat ik
hem zjjn geld wilde ontnemen, terwjjl hjj langs
de zjj wegen liep om de diligence naar St. Artero
te halen. Ik zei niet bjj mjj zeiven dat ik hem
wilde dooden, maar ik had besloten om het geld
te nemen. Het was genoeg om iemand naar
Amerika te brengen, en daar een poos in het leven
te houden. Daar was ik vast toe besloten. Geld
is de aanleiding tot de meeste dingen. Ik volgde
hem een halve mjjl voordat ik moed genoeg had.
Hjj zag mjj niet door het riet. Hjj stak het gras
over, daar waar de boomen zoo dicht staan en
toen zei ik bjj mjj zeiven„Nu of nooit 1" Toen
viel ik hem aan en doorstak hem onder den schouder.
Hjj viel neer als een blok. Ik doorzocht hem,
maar hjj had niets in zjjn zak dan een geladen
revolver. Ik denk dat hjj zich maar zoo gehouden
had, alsof hij naar de stad ging, met het voor
nemen om terug te keeren om de minnenden te
overvallen. Ik begroef het mes onder de populieren,
een paar el van de plaats waar hjj viel. Ik had
het in de rivier kunnen werpen, maar zjj zeggen
dat voorwerpen, waar iemand mee vermoord is,
altjjd boven drjjyen. Gjj zult het vinden als gjj
graaft onder den grooten populier, dien zjj deq