Kerknieuws. Verspreide Berichten, in le en 2e rivierdistrict, maar willen weten dat de zetel van die besturen verlegd zou worden. Voor de bovenrivieren zou dan Arnhem de aan gewezen standplaats voor den hoofdingenieur zijn, terwjjl men voor den zetel van het bestuur der benedenrivieren noemt Dordrecht of Rotterdam. Er zou zeker veel voor te zeggen zijn. De resi dentie is nóch de plaats voor het bestuur der boven- noch voor dat der benedenrivieren. De drie bovengenoemde plaatsen zijn daarvoor aan gewezen. Bovendien zetelen in Den Haag, behalve den minister, nog de hoofdinspecteur en 2 inspec teurs. Vanwege het Nederlandsch handelsmuseum, aan gemoedigd door het succes dat de onlangs gehou den wedstrjjd van meubelfabrikanten heeft gehad, dia in 7 weken bezocht werd door 5000 personen, terwjjl door 27 inzenders met 37 inzen dingen rt 90 ameublementen werden verkocht zal nu een wedstrijd en een tentoonstelling plaats hebben van verwarmings en verliehtingstoestellen. Zes prijzen werden beschikbaar gesteld, nl. een van 75 voor den bestgekeurden salonhaard of kachel, den détailverkoopprijs van f 150 niet te bovengaandeeen van 30 voor de bestge- keurde hniskamerkachel, den détailverkoopprijs van 60 niet te bovengaandeeen van 60 voor de bestgekeurde keukenkachel of fornuis, den détailverkoopprijs van 120 niet te bovengaande een van f 25 voor de bestgekeurde keuken kachel, den détailverkoopprijs van f 40 niet te bovengaandeeen prijs van f 50 voor de best gekeurde salonlamp, den détailverkoopprijs van 100 niet te bovengaande en een van 20 voor de bestgekeurde huiskamerlamp, den détailver koopprijs van 25 niet te bovengaande. Bjj eiken prijs wordt tevens een diploma uit gereikt en zal bij eene event, groote deelname voor elk nummer van den wedstrijd als tweeden prijs nog een diploma zonder geldprijs ter be schikking van de jury gesteld wordenterwijl op voordracht van de jury zoo noodig de prijsen gesplitst kunnen worden. De jury, bestaande uit 5 leden, wordt geheel door de deelnemers gekozen. Aan den wedstrijd kunnen deelnemen Neder- landsche fabrikanten, hetzjj alléén, in vereeniging met of door bemiddeling van magazijnhouders of agenten. Aan de tentoonstelling kunnen ook buitenland- sche fabrikanten deelnemen doch deze blijven bij den wedstrijd buiten mededinging. Inschrijvingen worden ingewacht tot 15 Juli 1886binnen 8 dagen na dezen termijn zal aan de inschrjjvers door de directie van het museum kennis gegeven worden of de wedstrijd al dan niet kan doorgaan en tegen welken datum de voor werpen worden ingewacht, (vermoedeljjk 15 September 1886). Het Hbld. bevatte gisteren eene belangrijke correspondentie uit Atjeh dt. 16 Mei. Wij waren echter, door overvloed van stof, niet in de ge legenheid om daarvan in ons vorig nommer iets over te nemen wij doen dat derhalve nu. Het hoofddoel van den schrijver is te wijzen op de slechte voeding maar vooral toont hij aan, hoe ons leger alles behalve goed is. Volgens de jongste formatie telt het Ned.-Tnd. leger ongeveer 16.000 man infanterie. Hiervan komen pl. m. 10.000 man den 18 veldbataillons ten goede, terwijl de overige 6000 man door den geheelen archipel in verschillende garnizoenen zijn verspreid. Van deze laatsten zijn ongeveer 2/3 tjjdeljjk ongeschikt voor den velddienst, zoodat nominaal over pl, m. 12.000 soliede manschappen kan beschikt worden. Dit zou de toestand moeten zijndoch in wer kelijkheid zijn er thans in het leger, buiten hen die tijdelijk ongeschikt zijn, ongeveer 8000 beri- beriljjders, zoodat, wanneer er geen afdoende maatregelen worden genomen, men met zekerheid kan zeggen, dat binnen den tijd van 9 maanden schier geen valiede soldaten meer in degelederen zullen zjjn. Herhaalde malen doet zich het geval voor, dat Europeesche militairen, die nog geen zes maanden in het land zjjn, naar Atjeh worden gezonden, slotte beweren, dat het uw eigen schuld was." „Gij hebt uwe opinie ronduit gezegd, ik dank er u voor. En vindt gij dat er onder mjjne overige bewonderaars een is, wien ik ten veile mijn vertrouwen kan schenken „Zeker, kapitein Chaleixhij heeft een hart van goud, hij gedraagt zich voorbeeldig en gaat eene schitterende toekomst te gemoet. Ik meen, dat gjj hem afgewezen hebt?" „Ja, maar hij bemint mjj nog steedsik behoef hem maar een enkel woord te zeggen en hjj is weer presenthij zal nu ook mijn echt genoot worden. Ik neem hem uit uwe hand aan, mjjnheer Marchal, en ik verzoek u dit bewijs van vertrouwen en hoogachting als eene boete te beschouwen voor al mijne onbillijkheden. Wilt u mij nu ook eens naar Clara brengen Zoover was notaris Zimmer met zijn verhaal gekomen en ik had voortdurend aandachtig ge luisterd, toen het paard stilstond. Wjj stonden voor de herberg: de Zwaan. De andere jageis stapten uit hunne rjjtuigen, stampten op den grond, want zjj waren stjjf van het zitteD, ter wjjl de koetsiers de geweren een voor een aan reikten. Vijf en twintig a, dertig drjjvers stonden met hunne polsstokken op het voorplein geschaard onder kommando van een boschwachter. Twee gekoppelde honden jankten van ongeduld. De eigenaar van de Zwaan kwam op stoep met zijn bonten muts in de hand. Hij heette ons wel kom en zeide: »De wijn staat gereed, het maal is op tafel, en de ommelet is in de pan." om van daar binnen een maand met zware beri beri te worden geëvacueerd. In het meest gunstige geval gaan er maanden voorbjj, voordat zulk een man weder in staat is dienst te doen. Als regel kan men aannemen, dat een beri- berilijder voor den dienst te velde nimmer meer geschikt wordt. Die hoogst treurige toestand is grootendeels aan de tegenwoordige regeering te wjjtenwant men moge er van zeggen wat men wil, men moge in zeer geleerde beschouwingen treden over de oor zaken dier verschrikkelijke ziekte, maar gebrek aan goede voeding is de hoofdoorzaak. Den lea Juli 1885 is in Atjeh uit zuinigheid een voedingstarief ingevoerd, dat op andere plaatsen in Indië misschien voldoende, maar in Atjeh beneden alle critiek is. Men heeft door de invoering van dat voedings tarief (hongerlijderstarief) werkelijk op de voeding bezuinigd, maar daarentegen duizenden en nog eens duizenden aan de Ned.-Indische Stoomvaart- Maatschappij uitgegeven voor het evacueeren der zieke manschappen en het zooveel mogelijk weder aanvullen van de tekorten. Nu moge men aan voeren dat in Atjeh de Europeesche soldaat 0.06 en de inlandsche soldaat 0.03 daags krijgt boven de soldij tot verbetering der voeding, maar die gelden werden, tot zelfs hoogere bijdra gen, reeds uitbetaald voor dat het tegenwoordige voedingstarief in werking trad. Werden dus met een ruim tarief die toelagen noodig geoordeeld, hoeveel te meer zijn zij dan niet noodig, nu schraalhans steeds keukenmeester ia. Het opperbestuur is genoegzaam gewaai-scha^u tegen de invoering van het nu beslaande tarief: er is betoogddat het hoo^ut onbillijk was en dat de voeding onvoldoende zou zijn, maar niets heeft mogen baten. Er moest en er zou op de voeding bezvfnigd worden en de gevolgen daar van laten zich nu op een wijze ondervinden zóo verschrikkelijk, dat er tonnen gouds noodig zullen zijn om het leger weder eenigszins aan zijn roe ping to kunnen doen beantwoorden. Van de 1800 man, die verleden jaar grooten deels aan beri-beri zjjn overleden, zullen wij maar niet spreken en evenmin van het feit, dat b. y. ook in het hospitaal elk kwartaal duizenden guldens op de voeding wurden bezuinigd. Niet in het voordeel der zieken, dat behoeft geen betoog! Nu is het van het meeste belang, dat een aan merkelijke verbetering in de voeding worde ge bracht, hetwelk kan geschieden door het weder in werking doen treden van het voedingstarief van vóór 1 Juli 1885, en dat de bijslag worde gebracht voor den Europeaan op f 0.08 en voor den inlander op 0.06 per dag. Verder wordt het meer dan tijd, dat eindelijk iets worde gedaan om de ziekte te leeren kennen en zoo mogelijk te stuiten. Tot nogtoe heeft men daartoe ten minste in Atjeh niets gedaan. Geen garnizoen in Indië ot het telt beri-beri-lijders. Onder de inlandsche bevolking op Sumatra's Westkust verspreidt deze ziekte zich hoe langer zoo meer en het hospitaal te Kota Radja is zóo besmet, dat van hen, die met andere ziekten dan beri-beri ter verpleging worden opgenomen, minstens 70 pet. in het hos pitaal beri-beri krijgen. Men hoort er dan ook bijna niet van, dat zieken genezen uit het hospi taal worden ontslagen. Al diegenen, die wegens ziekte worden opge nomen, gaan öf dood öf worden geëvacueerd. Fantasio schrijft in het Alg. Dagblad van Nederl. Indië, naar aanleiding van het overljjden van mevr. Bosboom, zeker weinig vermoedende dat wij deze necrologie eerst na zjjn eigen dood zouden lezen „Met mevrouw Bosboom-Toussaint treedt eene der beminnelijkste Hollandsche vrouwen onzer eeuw van het tooneel. Wordt eenmaal hare correspondentie gedrukt, dan zal blijken dat haar gemoed en haar vernuft ver verheven waren boven haar talent als romanschrijfster. Levenslang was zij de galeislavin harer moedertaal, en sloofde voor hare onafhankelijkheid. Niettemin hield zij het hoofd steeds omhoog. Aan een vast vertrou wen paarde zij eene aangeboren schalkschheid die op de vereering, van welke zij het voorwerp was, Er was geen tijd te verliezen, het sloeg tien uur en om vier uur was het donker. Ieder snelde naar het dejeuner, at en dronk, vulde zijn veld- flesch, gespte zijn patroontasch aan, stak een pijp of een sigaar op, trok de kraag van zijn jas over de ooren, en zoo ging men ter jacht Toen was er geen sprake meer van dokter Marchal noch van des predikants dochter, maar- van dartele hazen, die de drijvers voor zich uit zagen huppelen, soms in volle vaart op ons af kwamen, en ons dan nog ontsnapten na een keer of tien tot mikpunt te zijn geweest. De gastheer, die de jachtpartij tevens had georganiseerd, ver plichtte zich aan al de gasten, en de goede man deed waarlijk, al wat hij kon om ons de goede plaatsen aan te wijzen. Bij eene pauze kwam ik toevallig in zjjne na bijheid, en ik drong erop aan, dat hij mij het einde van zijne geschiedenis zou vertellen. „Maar ik dacht, dat ik ze had uitverteld want den afloop kunt ge wel raden. Adda Lauth trouwde met kapitein Chaleix en leefde even vreedzaam met hem als Marchal met Clara. De dochter van den predikant en de brave dokter hadden nu de duidelijke bewijzen, dat zjj niet voor elkander waren geschapen, nu het bleek, dat zjj elkander niet noodig hadden om gelukkig te zijn." „Maar wat is er van al die andere menschen geworden „Zij hebben nog lang in onderlinge vriend schap geleefd. Wat behoef ik u meer te zeggen? Gjj kent 's werelds loop, en weet dat ieders leven, haar glimlachend deed nederzien. Nooit was eene gevierde schrijfster in minder mate dupe, noch van haar eigen talent, noch van het talent of den ernst dergenen, die haar bewierrookten. Met bovenaardsche vrooljjkheid doorzag zij de nietig heid van den ondermaanschen roem, en gaf voor het voorrecht schrander en edelmoedig te zijn al haar lauweren gaarne weg. Alleen buitengewone wezens kunnen dus teren op de grootheid van hun eigen geest, en, gelijk anderen de verguizing of de miskenning overleven, het den lof van oningewjjden doen". Beroepen te Tholen de heer J. H. M. G. Wolf te Hurwenen. Aan den heer W. van Enst, amanuensis bij de natuurkunde aan de rijks hoogere burgerschool te Middelburg, is voor het badseizoen 1886 een stukje grond verhuurd aan de noordoostzijde van het Kurhaus te Scheveningen om daarop een houten gebouwtje te plaatsen met een verbeterde inrichting van de Camera Lucida. Aan de buitenhaven te Vlissingen is men, zoowel op den oostelijken kant (kolenkade), waar de nu in gebruik zijnde ponton komt te liggen, als op de noordelijke zijde, waar de haven verlengd wordt, en op den west"'i;irju kant (ligplaats van een der nieissaJ»iFoDi;0na) druk aan het werk uitnemen van grond enz. Gok op de werf van de maatschappij de Schelde is men ijverig bezig met het vervaardigen van de noodige pontons met toebehooren. De door den geluidkundige, den heer J. Lefébre uit Den Haag op den berm van den zeedijk aan de buitenhaven te Vlissingen eenige maanden geleden geplaatste kunstmisthoorn die zulk sterk geluid zou maken is nu defi nitief afgekeurd en gisteren van zijn standplaats verwijderd. Als een bewijs van toename van het verkeer aan het station Kruiningen kan gemeld worden dat in 1885 zijn vertrokken 16217 en aangekomen 13208 passagiers tegen 12474 en 10334 in 1884. De aandacht van handelaren wordt gevestigd op de goedkoope tarieven voor de telegrammen naar het buitenland, welke den le Juli ingaan. Bijv. voor Duitschland 2 woorden 15 c., 3 w. 20 c., 4 w. 30 c., 5 w. 35 c. (in 't algemeen ieder woord 6J c. doch het bedrag zoo noodig afgerond tot stuivers)voor Denemarken, Frankrijk en Zwitser land, 2 w. 25 c., 3 w. 35 c., 4 w. 45 c.voor Rusland 2 w. 45 c., 3 w. 70 c., 4 w. 90 c., 5 w. 1.15 c. (in 't algemeen ieder woord 22^ c. doch het bedrag zoo noodig afgerond tot stuivers). Eenige ingezetenen van Terneuzen zijn voor nemens op Zondag 11 Juli a. s. een pleziertocht te doen naar Vlissingen en Middelburg. Reeds hebben zich een 60tal deelnemers opgegeven. Gisteren zijn te Breskens drie leden uit het huisgezin der weduwe v. L., mooder en twee dochters, plotseling ongesteld geworden na het gebruik van een boterham met leverworst. Een heer, aldaar gelogeerd, werd eveneens ziek, terwijl een ander, die bij de weduwe op kamers woonde, en van de worst niet genuttigd „had, geen letsel ondervond. Wel een bewijs dat de worst oorzaak was van het voorgevallene. Gisteren is een begin gemaakt met het leggen der telefoonlijn Breskens naar Nieuwe Sluis ten dienste der kustwacht. Onder Kralingen is bij het zwemmen een 16 jarige jongen en te Deventer een militair, die niet kon zwemmen en het toch wilde doen, verdronken. - Te Ferwerd (Fr.) heeft men talrijke geraamten gevonden in nog volkomen gaven toestand, en die belangrjjk grooter en forecher zijn dan van het thans levende geslacht. Sedert eeuwen moet de plaats, waar men ze vond, niet geopend zijn geweest. Op de Groote Markt te Delft is men begon nen met de eerste voorbereidende werkzaamheden voorde plaatsing van het standbeeld van Hugo de Groot. het moge vroolijk of droevig, kalm of vol zorgen wezen, op dezelfde manier eindigt, n. 1. met ouder dom, ziekte en dood. Toch moet ik u nog eens vertellen tot welke grappige slotsom de dokter kwam. Toen de beide families eens samen uit de komedie kwamen, bespraken zjj een woord, dat zjj dien avond hadden gehoord: „„Ik vergeef u, maar ik zal het u betaald zetten."" Adda beweerde, dat eene vrouw niet onvoorwaardelijk kan vergeven. „Om een voorbeeld te noemen," zeide zjj tot den dokter, „als ge mij voor het vierde gedeelte toegetakeld hadt als ik u, zou ik wel vrede met u hebben kunnen sluiten, maar ik zou u nooit vergeven hebben. Komt werkelijk de herinnering aan die dingen nooit eens bij u op?" „Soms". „En als dat dan gebeurt, bemerkt ge dan niet, dat ge mjj toch eigenljjk haat „Ik ben u integendeel hoogst dankbaar." „Dat is al zeer sterk »Toeh niet, het is niet meer dan billjjk. Ik heb juist in dien tijd eenige flinke besluiten ge nomen en daden verricht, die misschien eenige verdienste hebben. Ik ben volstrekt niet zeker, mijn beste mevrouw Chaleix, dat ik daartoe do noodige geestkracht zou hebben gehad, als gjj mij niet hadt genoodzaakt alles in 't werk te stellen om uwe achting af te dwingen." EIKOE, Te Mierlo wilde iemand op eene in bew^. ging zijnde kar springen, doch stapte mis, viel er onder, en kreeg beide raderen over zjjn lichaam, waardoor hij twee ribben brak en in zorgwek- kenden toestand verkeert. Het treffende bericht van een schuldeloos meisje uit Duitschland, dat naar Arnhem gevoerd heette, om als blanke slavin verkocht te worden en waarover juffrouw Betz zich liefdevol heeft ontfermd, bljjkt bij nadere beschouwing een andere lezing te moeten hebben. Het juffertje toch, een Daitsehe prostituée, werd door een landgenoote naar Deventer getransporteerd, doch kon wegens minderjarigheid niet worden geaccepteerd. De reis naar Keulen weer met haar terug te maken, was voor de begeleidster wel wat kostbaar, vandaar werd door de beide vrouwen een kosteljjk en wel uitgevoerd plan beraamd, om te trachten vrjj nachtlogies en dito retour te verkrjjgen. De vrjjgevigheid van juffr. B., vooral wanneer het bedrogene Duitsche meisjes betreft, is in die kringen bijna spreekwoord el jjk geworden, zoodat werd besloten om een witkiel het verhaal op te disschen, zooals in de dagbladen is vermeld. Deze bracht het vol goed geloof aan het Doorgangs huis over, waar het eerbare meisje in haar warm nestje in haar vuistje zat te lachen, evenals de begeleidster in haar hotel zich van pret zat te verkneuteren. De ontgoocheling van de andere .zijde moet derhalve niet van de aangenaamste fGrt-e-wci. -sr-—»-— V/ad.) Iets over snelheid. Een goed voetga^aor legt in éen uur 5 J kilometer of een uur gaans af. Kon hij zonder ophouden doorloopen, dan had hij 450 dagen voor een voetreis om de wereld noodig. Viermaal zoo snel komt een ruiter in sterken draf vooruit, en zelfs acht maal zoo spoedig een flink schaatsenrijder, alsmede een rendier, terwjjl een slak slechts j meter in het uur vooruit komt. Een windhond zou, verondersteld dat hij de snelheid der eerste 10 minuten kon volhouden, in 16 dagen rondem de aarde loopen. Bij het vliegen legt een vlieg 1^, een zwaluw 23, een arend 30, een postduif 48 meter per seconde af, en de laatste zou, steeds doorvliegende, in acht dagen een brief rondom de aarde kunnen dragen. Op een spoortrein zou men 40 dagen voor een reis rondom de aarde noodig hebben. Een haai zwemt in een uur 12 meter ver. Uit een geweer schiet men den hagel met een snelheid van 90) en uit een kanon den kogel met die van 180 meter in de seconde. Het geluid doorloopt in een seconde 450 meter, of, als het krachtig genoeg ware, in een halven dag den weg om de aarde; het licht 315.000 en de electrische stroom, bv. langs een telegraafdraad, bijna dubbel zooveel kilometer per seconde. Ongeveer even snel wordt de gewaarwording van een zenuw naar de herse nen overgebrachttoch is hiervoor nog „tijd" noodig en deze is zelfs nog verschillend van duur, daar bv. een stoot van onze teenen ongeveer een duizendste van een seconde vroeger door ons be merkt wordt dan die van onze ellebogen, hoewel de laatste dichter bij onze hersenen gelegen zjjn. Dagbl Over de verschrikkeljjke ramp, welke ver leden week te Kocerad voorviel, schrjjft men naderHet ongeluk had plaats bjj den overtocht van de Sazawa, in de nabijheid van Kocerad bjj Schwarzkosteletz. Te Kocerad was verleden Zon dag de aartsbisschop, graaf Schönborn, aange komen om den kinderen het vormsel te komen toedienen. De prelaat was eerst voornemens, op het kasteel Kammerburg te gaan overnachten, doch op aanraden van den pastoor bleef hjj in het dorp, daar er geen brug over de Sazawa is ge legd en de rivier, door de stortregens, belangrjjk gezwollen was. Evenwel waagden zich Dinsdag ochtend onge veer 50 personen uit Kammerburg, communie kinderen, jongens en meisjes, met peters en meters op de pont, welke de overvaart verricht. Nauweljjks was de schuit in het midden van den snellen stroom gekomen of zjj sloeg om en met een hartverscheurenden kreet zonken al de opvarenden in de diepte. Een deel kon met groote moeite den oever bereiken het grootste deel, waaronder 22 kinderen, werd echter door den stroom meegesleurd en vond den dood in de rivier. De sociaal-demooraat Singer, afgevaardigde voor den Duitscben rjjksdag, is onder toepassing der socialistenwet uit Berljjn gezet. Den 10 Juni 11. is in de zwavelgroeven in Sicilië brand uitgebroken. Het hoofdtooneel der catestrophe is de zwavelgroeve Mintinella, tevens de rjjkste en belangrjjkste. 's Morgens te 11 uren nam men in den geheelen omtrek plotseling een ht.vig onderaardsch gedruisch waar, en toen de verschrikte bewoners zich naar de groeven be gaven, zagen zjj talrijke scheuren in den grond, eenige van 50 meters breed, waaruit groote ver stikkende rookwolken opstegen, die, door een stormwind voortgedreven, zich nog zes kilometers ver deden bemerken. Het aantal arbeiders, destjjds in de groeven aan het werk, bedroeg tweehonderd. Van deze allen werden, ondanks de inspanning der bewoners en der haastig toegesnelde afdee- lingen pionniers, slechts veertien man levend opgehaaldal de anderen zjjn ongetwijfeld omge komen, ofschoon men nog niet meer dan 76 lijken gevonden heeft. Deze zjjn vreeseljjk verminkt en bjjna onkenbaar; zjj werden in houten loodsen gebracht, terwijl de herkenningstooneelen hart verscheurend waren. De ljjken zjjn gezamenljjk begraven. De schade, door de catastrophe veroorzaakt, wordt op eenige millioenen lire geschat. De wanhoop en ellende der geheele streek, de dorpen Naro, Palma, Campobello, Licata, is onbeschrij felijk. Bjjna twee duizend werklieden zjjn nu broodeloos, daar over een groote uitgestrektheid het werk gestaakt is moeten worden. De omge-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 2