N° 140.
1886.
Donderdag
17 Juni.
1
Middelburg 16 Juni.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3|m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
EEN TREURIG KIJKJE.
6
MIDDELBIJRGSCHE COURANT.
Agenten te Ylissingen: P. G. de Yey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moou,te TholenW. A. van Nietjwenhhijzen, te Terneuzen: A.van dek Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dadbe Cie., John F. Jones, opvolger
Op verzoek van de redactie van het Bat. Hbld-
nemen wij den volgenden militairen brief over,
geadresseerd aan den heer X., 2e luitenant in
Nederland, smachtende naar eene overplaatsing
bij het Indische leger.
Waarde Frits.
Weder zijn onlangs een drie honderd militairen
van Atjeh geëvacueerd en te Padang aan wal
gezet om dóar in het hospitaal te worden opge
nomen.
De couranten gaven de naamlijst op der kajuits
passagiers, gevolgd door het traditioneele „bene
vens Z. M. troepen en bannelingen", en het lust
mjj nu eens je een blik te doen werpen op en in het
»zeekasteel", dat de zieken zal overbrengen van
de onherbergzame Atjehkust naar vredelievender
streken, waar zij wat kunnen bekomen van de
doorgestane vermoeienissen en het afgebeulde
lichaam zich wat herstellen kan in de koele kli
maten der Padangsche Bovenlanden.
Ik zal trachten je eens een denkbeeld te geven,
Frits, van de wijze waarop zij vervoerd worden,
Z' M» troepen, die zoo menigmaal hun leven in
de waagschaal stelden en hunne gezondheid voor
langen tjjd of wel voor immer verloren in het
land, welks naam met bloedroode letters moest
geschreven staan boven den ingang van ons
ministerie van koloniën en op de wanden der
zalen, waar onze volksvertegenwoordigers hunne
dikwerf zoo vervelende redevoeringen houden over
heel andere dingen dan eigenlijk aan de orde
moesten zijn
Doch alles is aan boord Het schip is voor
de afvaart gereed en er heerscht onder het
scheepsvolk een drukte en bedrijvigheid, zooals
behoort bij het onder stoom gaan. Maar het is
niet met hen, dat ik mjj bemoeien zal.
Het bovendek gelijkt een mierenhoopsoldaten,
vrouwen en kinderen krioelen dooreen en ieder
tracht zich zoo goed mogelijk te helpen en een
plaatsje machtig te worden. Hier en daar ligt
een zieke te steunen en te kermen, doch de uiting
van zjjn smart wordt overstemd door het gekibbel
en gekjjf van hen, die elkaar éen duim breed
ruimte betwisten. Een arme berri-berri Ijjder
tracht zich heen te werken door die menschen-
massa om een plekje te bereiken, waar hjj het
ljjdend lichaam kan nedervleien en zijne opge
zwollen beenen, die hem bijna allen dienst wei
geren, wat rust kan gunnen. Eindelijk heeft hij
een plaatsje gevonden zijn vrouw, die hem gevolgd
is, spreidt het matje voor hem uit en de arme
duivel legt zich neder. Maar nauwelijks ligt
hjj daar of de ruwe stem van een der op
varenden snauwt hem toe: „Kom pigi, orang
misti djalan disini", 1) en de arme kerel moet
heen en strompelt weer verder. Ginds bij het
kippenhok is nog een leeg plekje. Wel heerscht
daar een afschuwelijke lucht bij die vuile, vieze
gevangenis van het zeevarend pluimgedierte, doch
er is nergens plaats meer't is overal vol, stampvol.
Langzamerhand komt er echter wat kalmte in
dien menschenhoop na veel gescharrel en getwist
zijn ten slotte de meesten er in geslaagd om
lang-scheeps of dwars-scheeps hunne ledematen
uit te strekken, doch rust is hun weinig gegund.
Onophoudelijk loopt het scheepsvolk heen en weer
en kan het niet altjjd helpen, dat zjj hier een
berri-berri lijder tegen het pijnlijk been schoppen,
daar een kind op de voeten trappen of elders al
vloekende over de beenen eener vrouw struikelen.
Het dek ligt vol, overvolEuropeesche, Ambo-
neesche en Javaansche militairen vormen een
bonte mengeling met matrozen, mariniers, vrouwen,
kinderen en bannelingen.
Doch volg mjj, Frits, den trap af naar het
tusschendek, of hoe dat ding heeten mag,
In de nauwe doorgangen tusschen de privaten
aan de eene en de machinekamer aan de andere
zjjde, liggen zieke soldaten op den vuilen, vochti-
gen, door roet en steenkool zwart geverfden grond.
Zjj dringen zoo dicht mogeljjk tegen de wanden,
om den toch reeds zoo nauwen doorgang niet
geheel te versperren. De temperatuur is hier
ondrageljjk heet, terwjjl de uitwasemingen der
urinoirs en privaten zich vereenigen met de olie-
1) Kom ga wegde menschen moeten hier loopen.
Vertaling voor den EoU, lener.
en vetdampen der machinekamer en de lucht
bezwangeren met afschuwelijke geuren.
Bjj de luiken ligt een heele hoop bagage opge
stapeld, en op, tusschen en achter de kisten, balen
en koffers hebben velen een plekje gevonden, waar-
zij hunne smarten kunnen ljjden.
Het is ook hier op dit tusschen- of onderdek, dat
de kleine veestapel gestald is, die tot voedsel moet
dienen onder de reisen ook de officiers-paarden
vinden hier een plaats. Alle ruimte moet echter benut
worden en dus bjj, naast, ja achter en tegen die
beesten hebben sommigen hun matje uitgespreid
om er de lange dagen en nog langer nachten neer
te liggen in doffe, half gevoellooze neerslachtig
heid. Als de dieren voldoen aan zekere behoeften
moeten zij opschuiven, om niet bevuild te worden
door den drek! Maar de grootste ellende moet
nog komen.
Het schip heeft zich in beweging gesteld en
een min of meer frissche luchtstroom verkoelt de
slapen der zieke, afgematte reizigersal verder
en verder geraakt men uit den wal, de Atjeh
kust blauwt weg en weldra is men in zee. 't Is
frisch hier en niet zoo verstikkend heet als op
die reede.
Maar die ongewone beweging van het schip
verwekt al spoedig de zeeziekte. De magen der
soldaten, niet gewoon zoo geschud, geschommeld
en gewiegd te worden, protesteeren daar tegen en
werpen haren inhoud langs ongewonen weg naar
buiten.
Zjj, die te ziek zjjn zich op te richten, ontlasten
zich slechts op de plaats, waar zjj liggen, en achten
zich gelukkig als een minder zieke makker hen
bjjstaat om hunne ligplaats weder te reinigen.
Yoort en altjjd voort gaat de tochtDe machine
stampt en dreunt en snuifthet schip danst,
wiegt en slingert en de arme kerels liggen daar
opeengepakt als haringen. Hier steunt en kermt
een berri-berri Ijjder en snakt naar lucht, terwjjl
hot hart hïtn bonst in 't Ijjfdaar ligt een ander
in heete koorts te jjlen en jammert om zjjn moeder
en bazelt over de Atjehers.
En n aast, neen tegen hem aan, wringt zich een buik
lijder en gilt het uit van de pjjnen, die hem door
de ingewanden snjjden.
Doch klagen hoort men weinig. Onze soldaten
weten veel te ljjden, Frits
De dag spoedt heen, de zon gaat onder en alles
wordt in duisternis gehuld. De slaap ontfermt
zich over sommigen, doch op verre na niet over
allen.
'tWordt koel, zelfs koud, en uitgemergelde koorts
lijders rillen in de kille nachtlucht en wikkelen
zich zoo dicht mogeljjk in de kapotjaa, de grjjze
pjj, dié onze soldaten het aanzien geeft van boeven
uit een bagno.
Doch ook nu is hun ellende nog niet ten top
punt gestegen.
De wind draait en loopt naar weateljjker streken
de sterren verdwjjnen éen voor éen achter dikke
regenwolken 5 een zoele lucht, vergezeld van lauwe
regendruppels, strijkt over het schip en veel
kenmerkender dat er iets op handen is dan dit
alles de roerganger neemt een versche pruim
en de wachthebbende stuurman zet zjjn kraag op
en knoopt zjjn jas dicht.
't Werd tjjd, want nauweljjks is hjj hiermede
gereed, of de regen slaat kletterend neer en het
dunne zonnetentje biedt weinig of geen weerstand
aan het hemelwater en laat het spoedig door in
groote droppels en dikke stralen.
En ook ter zjjde, te loevert-op, dringt de regen
in, voortgezweept door een sterken wind.
Enkelen vinden een schuilplaats onder boomen
of tusschen vaten of dringen zich tegen de ver
schansing, terwjjl anderen naar beneden vluchten
om in het overvulde tusschendek een schuilplaats
te vinden.
De zee is wilder geworden, het schip stampt en
beukt de golven, die spattend opvliegen, hun zilte
vocht vermengen met den regen en over steven en
verschansing vliegen om het den soldaten nog
ellendiger te maken.
Doch voort en immer voort gaat de tocht. Het
zeemonster sleurt zjjn droeve vracht met zich,
zonder zich te bekommeren om de ellende, die
geleden wordt.
Het dek is doornat en het water, dat niet snel
genoeg een uitweg vindt door de spuigaten, spoelt
heen en weer èn ieder tracht zich te redden op
een verhevenheid.
Ginds zjjn eenige soldaten bezig een zieken
makker te helpen en een droog plekje te bezorgen;
de arme vent heelt echter weinig of geen besef
van hetgeen er met hem voorvalt en laat slechts
een dof gekreun hooren. En ik wil 'twel ge-
looven, Frits, want die zieke is geen zieke, 't is
een stervende J Voorzichtig wordt hjj opgetild; ach,
het uitgeteerde lichaam was maar een lichte vracht
Zacht wordt hjj neergelegd op het kippenhok,
waar de berri-berri Ijjder van straks bereidwillig
een plaatsje inruimt: een bundeltje kleeren wordt
hem onder het hoofd geschoven. „Leg je goed
zoo, manke De man had vroeger een schot
gehad en trok nog wat met 't linkerbeenvaD
daar dien bjjnaam.
Doch >de manke" gaf geen antwoordeen lichte
zenuwtrekking om den mond en de strjjd
was gestreden
Het kippenhok was zjjn doodbed!
Doch voort en immer voort vliegt de boot!
maar wat is dat? Daar valt iets, een plomp
0 God, een manroept ge Doch stil, Frits...!
'tis »de manke". De golven sluiten zich boven
het ljjk en de manke zinkt dieper en dieper en
valt eindelijk neder op den bodem en neemt zjjn
plaatsje in in de lange, lange rjj van dooden en
geraamten, die den onderzeeschen wandelaar
slechts te volgen heeft, om te komen van Oleh-leh
tot Padang.
Zjj sterven bjj tientallen op den driedaagschen
overtocht. Arme, arme kerels!
Meen niet, Frits, dat ik een misplaatste philan-
thropie bjj je wil opwekken, omdat er soldaten ster
ven in de wereld. Neen dat nietSoldaten zijn
sterfeljjk en de oorlog is hard; en zjjne vermoeie
nissen en ontberingen wekken ziekten op en
ellende, dit is nu eenmaal zoo.
Maar ik protesteer tegen de wjjze, waarop zjj
vervoerd worden, Zjjner Majesteit'» troepen, die
na bloedig gestreden te hebben in liefelijker oorden
heil gaan zoeken voor hunne verwoeste gezondheid.
Zie, terwjjl jaarlijks duizenden militairen geëva
cueerd worden, bezitten wjj niet eens zieken
transportschepen en geschiedt het vervoer met
vaartuigen, hoofdzakeljjk ingericht voor kajuits
passagiers en vrachtgoederen.
Van comfort voor zieken geen zweemDaar
liggen ze, de arme soms halt doode kerels, op de
harde planken van het dek, nu eens te hijgen
naar wat frissche lucht dan weer blootgesteld aan
wind en regen.
Daar liggen zjj in den heeten luchtstroom, die
opstijgt uit kombuis en machine-kamer, en snak
ken naar wat koelte, en wentelen zich rond, drie
dagen en drie nachten, in vuil en onreinheid
Van lichaams-reiniging is geen spraak. Ja toch,
als 't regent en bjj overslaande zeeën.
En als er eens een epidemie uitbrak onder die
als varkens gestalde menschen-massa? vraagt ge
wellicht.
Och, Frits, daar rekent men niet op, want het
zou geld kosten om rekening te houden met
zulke mogeljjkheden. En het zjjn immers slechts
soldaten
Ik heb dit alles niet van hooren zeggen, mjjn
waarde, doch ik heb die ellende gezien en gehoord,
toen ook ik, het lichaam Verteerd door koorts,
elders herstel moest zoeken voor gesloopte krachten.
Maar ik was niet zóo ziek, of ik kon nog diep
medeljjden gevoelen bjj den aanblik van dat met
zieken en gezonden volgepropte schip. Ik was
niet zóo ziek of ik kon toch nog beven van
woede, van machtelooze, goed maar toch
van innige woede bjj het aanschouwen van de
wijze, waarop zjj »geëvacueerd" worden, Zr. Ms.
troepen, de soldaten van het Nederlandsch-Indische
leger
Weet je wat je doet, Frits?
Als ge in Hollandsche steden soms bjj hoofd
wachten of plaatsbureau's „oproepingen" vindt,
aangeplakt tot aansporing om dienst te nemen bjj
het Indische leger, hang dan dezen brief daar
naastEn, wees thans gegroet en geloof me
als altjjd,
tt.
Sj-anoe.
In de Geneeskundige courant wordt de voorge
stelde wjjziging van de geneeskundige wetten
behandeld.
Volgens die verandering wil de regeering het
geneeskundig toezicht opdragen aan a inspecteurs,
1 adviseurs en voorts aan gezondheidscommissiën,
deze laatste meer bepaaldeljjk in de grootere
gemeenten. Nu zal volgens dat blad in plaatsen
boven de 15.000 zielen zulk een commissie niet
moeieljjk zjjn samen te stellen. Maar op de
plaatsen, die de meerderheid uitmaken, met
mindere bevolking, zal men stuiten op gebrek
aan personeel en ongeneigdheid van de artsen om
zich het lidmaatschap te laten welgevallen. Kan
dit laatste bezwaar ondervangen worden door de
leden te salarieeren en aan hun besluiten kracht
van executie te verzekeren, het eerste bezwaar is
onoverkomeljjk. Daarentegen zal het noodig zijn,
dat de gezondheidscommissiën haar aanstelling,
maar vooral haar instructie ontvangen van wege
het staatstoezicht.
De Geneesk. Ct wil een openbaren gezondheids
dienst door het geheele rjjk aldus geregeld zien
benoeming van districtscommissiën, met een ge
neeskundig ambtenaar aan 't hoofd, daarnaast
twee practiseerende artsen, een pharmaeeut, een
veearts, een architect en een rechtsgeleerde,
derhalve bestaande uit 7 personen. Aan deze
commissie zou moeten worden opgedragen1° al
wat in betrekking staat tot de openbare gezond
heidszorg 2° het visiteeren van de apotheken in
het district. Aan deze districts- of arrondissements-
eommissiën zou men een zelfstandigen werkkring
moeten opdragen, behoudens haar ondergeschikt
heid aan de bevelen van den minister van binnenl.
zaken, die zich door deskundige ambtenaren zou
kunnen doen voorlichten.
Zoodoende ware ons laad ingedeeld in zooveel
gezondheidsdistricten, elk met een geneeskundig
ambtenaar, en indien men aan den roorzittenden
ambtenaar van het district het recht tot uitoefening
van de geneeskunst liet behouden en aan de leden
alleen schadevergoeding gaf voor het bjjwonen
der vergadering en het visiteeren der apotheken,
dan zou dit veel minder kostbaar zjjn dan het
bestaande of het nieuw voorgestelde.
De rolverdeeling tusschen adviseurs en gezond
heidscommissiën bevalt der Geneesk. Ct niet, en
nog veel minder begrjjpt zij de inrichting van een
kostbaar hygiënisch bureel, een staatslaboratorium
met staats-laboranten, omdat de regeering toch te
harer beschikking heeft de laboratoria aan de
universiteiten en hoogere burgerscholen en zelfs
particuliere instellingen, waar men zich met de
hier bedoelde onderzoekingen bezig houdt.
Met de geneeskundige raden, „die Germaansche
plant", heeft de G. C. niet veel op gehad. Maar
in plaats van in de wet te zetten, dat de minister
minstens eenmaal in het jaar een raad van ambte
naren bjjeenroept, zjj 't dan ook in een beperkt
getal, moest men dat facultatief stellen. Is er aan
leiding toe, dan zou de minister toch altjjd in de
gelegenheid zjjn, zoodanige bjjeenroeping te doen.
Behalve aan ons bureau zal Donderdag bjj den
heer F. B. den Boer alhier en bjj de heeren De
Vey Mestdagh te Vlissingen en A. A. W. Bolland te
Goes af en toe opgaaf gedaan worden van het
aantal stemmen, dat in ons district elk der ge
stelde candidaten heeft ontvangen.
Als bewjjs hoe druk er gestemd is, kan nog het
volgende dienente Cadzand stemden er 36 van
de 37, een 92jarige blinde man bleef afwezig;
te Zuidzande 43 van de 45 (de ontbrekenden
waren ongesteld), te Hoofdplaat 30 van de 33}
een was ziek; te St Laurens alle 31 en te O. en
W. Souburg alle 55, te Ritthem 29 van de 30, te
Koudekerke 94 van de 102, en te Kloetinge 35
van de 41 kiezers. In laatstgenoemde gemeente
was 1 stemgerechtigde overleden en waren 4
ongesteld.
Uit Vlissingen sehrjjft men ons:
Van af de invoering der tegenwoordige kieswet,
zjjn de kiezers nog nooit zoo getrouw opgekomen
als gisteren. Er bleven slechts 18 achterwege, en
onder hen komen 6 personen voor, die met 't
Pinksterfeest uit stad waren, behalve 1 die van
woonplaats is veranderd, 6 kiezers die op zee in
dienst Van het loodswezen waren, 3 die ziek of
invalide waren, 1 die een sterfgeval had, 1 land
bouwer wegens onbekende redenen en 1 onwil
lige kiezer. Er kwamen 4 kiezers uit Leiden en
Rotterdam over, die aldaar metterwoon of tjjdeljjk
aanwezig waren.
Nu, van zulk overkomen weten wjj ook in
Middelburg mee te praten. Ook daar kwamen er
uit Ruurlo, Njjmegen en een zelfs uit het buiten
land om hun kiezersplicht te vervullen.
In onze gemeente waren van de 23 achterge
blevenen er 11 in de onmogeljjkheid om te
stemmen, zoodat 12 hun kiezersplicht niet ver
vulden.
Te Zutfen kwam een kiezer, die te Berljjn
vertoefde, vandaar om zjjn stem uit te brengen.
De minister van oorlog had aan de betrokken
autoriteiten machtiging verleend om de officieren,
die kiesgerechtigd zjjn voor leden van de Tweede
Kamer en Dinsdag naar de legerplaats bjj Olde-
broek moeten vertrekken tot het houden van
practische oefeningen, zoo zjj dit verlangen, in
hun garnizoen te laten achterbleven, tot het
uitbrengen van hunne stem, om eerst daarna
hunne bestemming te volgen.
Zaterdag eindigden de eind-examens voor do
officieren, gedetacheerd bjj de 1« afd, der krjjs.»