N° 137. 129® Jaargang.1 1886. Zaterdag ■Mi 12 Juni J. I I. BÜTEUX AEIE SMIT. Jtr J. L. C. POMPEvan MEERDERVOORT Mr. L. 1 BYBAU. J. J. Tail KERKWIJK. VERKIEZING. ONDERWIJS, 89 FEUILLETON. Catull Pimpel. Middelburg 11 Juni. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel.' Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20.' Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Voor de aanstaande verkiezingen op Dinsdag 15 Juni a. bevelen wij ten drin gendste aan voor bet district: MiöLaelTDurg Zieriliz ©e. Hans Wackenhusea1 HIDDËLBURGSCHE COURANT. w Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kminingen: P. van dek Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moou, te TholenW. A. van Niedwenhtjijzen, te Terneuzen: A.van dek Peul Jz. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Da ure Cie., John FJones, opvolger Uithoofde van het Pinksterfeest zal deze courant Maandag den 14 Juni niet worden uit gegeven. en en De burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekenddat de inlevering van stembrief jes ter benoeming van twee leden van de Tweede kamer der staten-genéraal in het hoofdkiesdistrict Middelburg, zal plaatshebben op Dinsdag den 15eD Juni a. s., van des voormiddags negen tot des namiddags vijf uren, in de beneden ach terzaal van het raadhuis ingang achterdeur in den Helm), terwijl de opening dier stembriefjes zal geschieden in datzelfde lokaal op Donderdag den 17cn daaraanvolgende, des voormiddags te 9 uren. Middelburg, den lleD Juni 1886. De burgemeester en wethouders voornoemd, P I C K De secretaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. De burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekend 1°. dat ouders, voogden of verzorgers, die voor hunne kinderen plaatsing verlangen op de met 1 September e. k. te openen nieuwe openbare gemeenteschool G (Haringplaats) van meer uit gebreid of voortgezet lager onderwijs voor meisjes, voor 1 Juli e. k. aanvraag behooren te doen bij burgemeester en wethouders; 2°. dat ouders, voogden of verzorgers, die voor hunne kinderen plaatsing verlangen op eene der openbare gemeentescholen A, B, C, D, E en F van lager onderwijs, daartoe vóór 7 Juli e. k. aanvraag behooren te doen bij het hoofd der school 3°. dat op genoemde scholen geene kinderen worden toegelaten dan die den ouderdom van zes jaren hebben bereikt of in den loop des jaars zullen bereiken. Middelburg, den 8 Juni 1886. De burgemeester en wethouders voornoemd, P I C K t De secretaris, A. DE VULDER VAN NOORDEN. Roman van VEERTIGSTE HOOFDSTUK. Hoe Grein er B laum e i er zoekt. »Zij moet eens en voor al onzen wil ge hoorzamen", herhaalde tante met een doordrin gende stem. „Zij kent en minacht ons gezag over haar Op haar knieën zal zij mij vergiffenis vragen en die verleen ik haar alleen als zjj gehoorzaamt!" Haar heftigheid maakte een pijnlijken indruk. Gisela verbrak eindelijk het stilzwijgenbleek, doch vastberaden knielde zjj voor de vorstin neer en sprak op be yenden toon »Uwe doorluchtigheid, ik smeek om genade!" Tante deinsde verrast achteruit maar zag haar niet welwillend aan. Oom wilde tussehenbeide komen; doch werd met een vlammenden blik afgewezen. Slechts onder voorwaarde van algeheele gehoorzaamheid". Wederom diepe stilte. Tot mijn schrik zag ik ook Greiner vooruit treden en Gisela bezorgd aan zien. Ik beefde voor hetgeen bij doen zou en wierp een radeloozen blik op oom. En nu ge beurde hetgeen ik vreesde Gisela stond zwjj- gend op en bleef met gebogen hoofd haar YQH9Ü afwachten. Hoe de heeren De Savornin Lohman de waarheid huldigen. De heer N. Sluis te Enkhuizen had den leider der anti-revolutionnaire partij, jhr A. F. de Savor nin Lohman, opheldering gevraagd omtrent de door hem gebezigde en algemeen bekende woorden over den strijd, die ons land ten verderve voert. En wat durft deze heer in een brief aan den heer Sluis schreven Het volgende «Gij vraagt mij, wanneer en in welk verband ik de woorden gebezigd heb, »al zou het land er door ten verderve gevoerd worden." Ik weet dat niet. De liberale bladen zijn gewoon aanhalingen te doen, zonder de bron op te geven. Gij doet best, om, zonder bewijs, niets te gelooven van wat zij zeggen, althans gedurende de ver kiezingen. Ik herinner mij niet die woorden gebezigd te hebbenhet beste is, dat gij het hunzelven, desnoods openlijk, vraagt." En nu ligt voor ons de Standaard van 21 April, waarin voorkomt een slotartikel van den heer Lohman, getiteld Onze minimum eisch. En daarin lezen wjj deze woorden »Die onderhandelingen zjjnthans afgebroken: de b t r ij d moet dus we der worden voortgezet. Een strijd helaas! dien wij niet mogen opgeven, maar die, zoo God het nie.t verhoedt, ons land ten verderve voer t." Terwijl dus de eene heer Lohman zich niet ontziet de liberalen valschelijk te beschuldigen van verre gaande onzedelijkheid; schaamt de andere zich niet hen van leugen te betichten, niettegenstaande zjjne eigen woorden daar zijn om tegen hem te getuigen en zelfs in onze omgeving en in de Standaard alles wordt aangewend om de geïncri mineerde woorden te verzachten ot de beteekenis ervan te verdraaien. Het is waarljjk stichtelijk Aan de N. R. Ct schrijft men uit Middelburg o. a. het volgende »Van clericale zijde tracht men munt te slaan uit de omstandigheid, dat dr Schaepman door den heer De Brauw, commissaris des konings, van den trein is afgehaald en bij hem logeert. Als men nu weet dat de heer De Brauw ook den heer Gleichman heelt te logeeren gevraagd, en hem misschien ook wel van den trein zal halen, dan beteekent dat natuurlijk niets." Nu men zich zelfs bjj den verkiezingsstrijd ver loopt in dergelijke nietigheden en geheel particu liere zaken als kies-manoenvre dienst laat doen, willen wij hier bjj voegen dat dit bericht waarheid bevat, de heer Gleichman ook de gast van den heer De Brauw is; en hjj reeds lang te voren was uitgenoodigd. Ware er niet in een ander blad over die zaak geschreven, wjj hadden er zelfs niet aan gedacht daarvan melding te maken. Tante sidderde van toorn en balde de vuisten. Zij sloot een oogenblik de oogen en wierp toen zwijgend een blik op oom, opdat die zijn gezag zou doen geldenmaar bij stond besluiteloos hjj keurde dit niet goed. „Dora 1" hoorde ik tante bevend roepen. Ik trad op haar toe en bood haar mjjn arm aan. Wankelend ging zij met mij naar de deur. Doch daar gekomen stiet zjj mij van zich af, zich her innerende dat ik haar ook beleedigd had. Ik bleef besluiteloos achter in de kamer en hoorde Greiner op luiden toon zeggen »Mag ik uwe doorluchtigheid onderdanig verzoeken om mjj haar besluit mede te deelen?" Oom was in de grootste verlegenheid. Hij wist dat Gisela thans voor goed van het hof verban nen was en liep zenuwachtig op en neer» »Ja, wat verlangt gjj dan van mjj, mjjBheer Greiner vroeg de vorst voor hem staan bljjvende» „Niets, doorluchtigheid, dat herhaal ik, dan de vergunning voor de gravin om vrij over haar persoon en haar erfgoed te beschikken Oom zag Gisela daar zoo ootmoedig staan en had bljjkbaar medeljjden met haar, maar hier op dit terrein was zjj reddeloos verloren. s'tZjj zoo!" riep hjj uit, „maar binnen vier on twintig uur verwacht ik haar beslissing Gij zjjt immers advocaat en kunt het voorstel opma ken Mjjn laatste daad als voogd zal zjjn om dat goed te keuren als het billijk is Daarmede kon Greiner gaan en Gisela scheen De ehristelijk-kistörische kiezersbond Marnix heeft een manifest in de wereld gezonden, waarin wordt aangedrongen op „getuigen door onthouden!" Dit manifest protesteert tegen de houding der regeering, der liberalen en der anti-revolutionnaire partjj. De grieven tegen deze laatste zjjn door hare jongste houding vermeerderd. Wij vernemen, dat bij de directie der Ned. Bank het voornemen bestaat om een nieuwe soort van beleeningen in te voeren. Zjj zullen van de be staande slechts hierin verschillen, dat zij ten allen tijde geheel of ten deele kunnen worden afgelost, onder aanzuivering van rente berekend tot den dag met een minimum van 8 dagen. De rente zal ecbter hooger zijnnaar de thans bestaande rente zal die 4 pet. bedragen onverschillig of het pand uit buiten- of binnenlandsche waarde bestaat. Door een misverstand is gisteren verzuimd onder de gewone berichten de mededeeling op te nemen, dat na de voordracht van dr. Schaepman op Woensdagavond het woord is gevoerd door de heeren J. L. van der Pauwert, Herm. Snijders, J. H. Snjjders, die allen den spreker bestreden, en den heer A. Littooij, die zjjne sympathie met het gesprokene betuigde. De spreker werd voorts onder algemeene toe juiching bedankt door den heer D. J. Mes, voorzitter der R. K. kiesvereenigingterwijl er op gezin speeld werd dat men in het najaar in Middelburg weer het voorrecht zal hebben den heer Schaepman te hooren spreken. Wjj vernemen dat hjj dan zal optreden voor het departement Middelburg der Maatschappij tot bevordering van fabriek en handwerksnijverlieid en eene literarische voordracht zal houden, kosteloos voor de leden dier afdeeling met hunne dames toegankelijk. Dat men ook van het goede te veel kan krjjgen was zeker de meening van de vele kiezers, die gisterenavond op de samenkomst ontbraken, welke in de Concertzaal alhier gehouden werd en waar jhr mr A. F. de Savornin Lohman eene politieke rede houden zou. Dat na hetgeen door dr Schaepman en jhr mr M. A. de Savornin Lohman reeds was in het midden gebracht, de spreker van gisterenavond niet veel nieuws zou vertellen was te verwachten en die verwachting werd verwezenlijkt. In eene uitgewerkte rede, op kouden betoog trant uitgesproken, zette de heer Lohman uiteen, waaraan de anti-revolutionnaire party haar be staan te danken had, schetste hjj den schoolstrjjd en verhaalde hjj hetgeen met betrekking tot de grondwetsherziening en bepaaldeljjk in verband met art. 194 was voorgevallen- Hjj verdedigde de houding zijner partijgenooten en trachtte aan te toonen dat zij recht hadden tot het voeren der non possumus-politiek. Het spreekt van zelf dat der liberale partij de beschuldiging van onware voorstellingen van de zaak gegeven te hebben niet werd gespaard, dat het beleid van den minister Heemskerk onzacht haar afscheid te hebben. De eerste vertrokmaar zij stond nog roerloos. Ik wist dat tante nu toch boos op mij was en ging dus naar haar toe. Intusschen had zij haar meer halsstarrige dan berouwvolle houding laten varen, ging naar oom toe en zocht zijn hand. Eerst zag hij haar ook vr jj boos aandoch toen hij haar smeekenden blik zag, stak hjj haar de hand toe, maar gedoogde niet dat zij die aan hare lippen bracht. „Dat hadt gjj de vorstin liever moeten doen J" zei hij berispend, doch voegde er goediger bij„Moge het u goed gaan te HainthalAls ik dien kant uitkom, bezoek ik u, om te zien of alles in orde isDaarop keerde hij naar zjjn schrijftafel terug en wjj verlieten hem. Ia mjjn kamer nam Gisela een aandoenljjk afscheid van mjj en zei „Ik zou mjj hier nooit thuis gevoeld hebben, en al heb ik den schijn van ondankbaar te zjjn, mjjn geweten zegt mij dat ik het niet ben 1" „Ik kom, morgen, overmorgen, zoodra ik kan bij u En dan moet gjj mjj veel van uw vroeger leven vertellen, waarover gjj steeds zoo hardnekkig gezwegen hebt Toen zij weg was voelde ik, dat mjjn tjjd hier aan het hof ook voorbjj was. Ik had het ver trouwen van tante verbeurd en daar ik 't Kerstfeest gaarne thuis wilde vieren besloot ik het van de houding van tante te laten afhangen of ik daarna terug zou keeren of niet. werd gecritiseerd en het ontbreken der rechtsge lijkheid in het eigenaardig licht werd gesteld, dat de anti-revolutionnairen daarop zoo gaarne laten schijnen. Even als op de andere bijeenkomstenonbrak het ook gisterenavond niet aan protest van de zijde der liberalen. Dr J. C. Bolle was de eerste die in een warm woord aantoonde, dat de strjjd, door Groen van Prinsterer aangebonden, van karakter is veran derd dat niet meer in isolement kracht wordt gezocht en niet meer, even als vroeger door dr Knijper, staats-aubsidie geweigerd wordt door de kerkelijke partij. Hjj wees erop dat de eerljjke Groen van Prinsterer zich in zijn graf zou omkee- ren, indien hjj er kennis van droeg, hoe zjjne volgelingen thans optreden. De heer P. A. Janssen besprak de kwestie van rechtsgelijkheid en meende dat de anti-revolu tionnaire partij zeer goed gebruik maken kon van de openbare sehool. Met enkele praktische, voor beelden toonde hij aan, dat in tal van zaken geen recht aan allen wordt gegeven en dit feiteljjk ook niet kan. De heer Hogerland van St. Laurens brak eene lans voor de zelfstandigheid der openbare onder wijzers, die niet, zoo als de heer Lohman gezegd had, satellieten zijn van de dominé's maar mannen die weten hoe zjj het kind moeten opvoeden. De heer J. J. H. Doorenbos bestreed den spreker eveneens op verschillende punten en toonde aan dat de door den beer Lohman gebruikte uitdrukking „de sociaal-democratie is de dochter van het libe ralisme" een leugen is. De heer Herfkens sloeg een anderen toon aan en verweet der liberale party, dat zjj de anti-rev.olu- tionnairen onderdrukt en ze in het geniep, in het duister trapt en slaat. De heer A. de Haas liet een woord van ernstig protest hooren tegen de beschuldigingen tegen de openbare school in het midden gebracht. Hjj zeide van oordeel te zjjn, dat, wanneer de anti- revolutionnairen er genoegen mede namen naast het openbaar onderwys het godsdienstige te plaatsen, de schoolstrjjd spoedig zou zjjn opgelost. De heer Kielstra verklaarde zich nimmer in den politieken strjjd te hebben gemengd omdat hjj steeds van meening was dat de Christen leeraar daarvoor te hoog staatnu echter werd hjj tot spreken gedrongen. Hij wees op het verschil van opvatting, dat onder de Christenen bestaat, en sprak ernstig tegen wat van antirevolutionnaire zjjde steeds wordt beweerd, dat de openbare onderwijzers allen ongods dienstig zjjn. Hjj was van oordeel, dat, wanneer een knaap van 12 jaren, die de openbare school heeft bezocht» ter catechisatie komt, de godsdienstleeraar uit stekend in staat is met goed gevolg het zaad der godsdienstige waarheden te zaaien. De heer Lohman antwoordde de verschillende sprekers en trachtte het door hen gezegde te ont zenuwen. De langdurige vergadering, te elf uur eerst EEN EN VEERTIGSTE HOOFDSTUK, Catulls gelukster verbleekt. Het gerucht van den bloedigen afloop van het duel bad Catull in de oogen der bevolking tot een martelaar der adellijke partij gemaakt, totdat tegen het vallen van den avond een dicht rjjtuig voor zijn woning stil hield, waaruit hjj doodsbleek door zjjn knecht naar binnen gebracht werd. De nieuwsgierige buren zagen niets aan hem, wat op een verband geleek, en verspreidden dus overal dat het gerucht van zjjn dood of vera wonding slechts een Bprookje was geweest. Weldra verscheen de dokter en door hem werd de waarheid bekend, dat de intendant op de plaats van het duel een zenuwtoeval had gekregen en bewusteloos naar Daldorf gebracht was, waar hij weer zoover by kwam dat hjj vervoerd kon worden. Hjj vreesde voor een ernstige zenuw ziekte en zoo lag de zwaar beproefde met jjs op het hoofd en holle wangen op zjjn legerstede ten prooi aan allerlei akelige vizioenen. Het was dood stil. Niemand kwam naar hem hooren: zou dat reeds de uitwerking zjjn van het bericht dat hjj zich verbeeldde de ronde door de stad ta hooren doen Waarom had zjjn moed hem op het laatste oogenblik begeven Was het dan zoo vreeseljjk om een pistool op iemand af te schieten Had hjj niet voor dat eene oogenblik zjjne zenuwen in bedwang kunnen houden, toen het er op aan kwam een man te zjjn. Het was onbegrjjpeljjk. En hjj had zich nog al zoo vast voorgenomen osjj,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 1