Donderdag
10 Juni.
doe
J. P. I. BÜTEUX
ABB SMIT.
Jlr J. L. C. POffiPEvanMEERDER V 0 OBT
Mr. L. A. BYBAÜ.
J. J. van KERKWIJK.
FEUILLETON.
Catull Pimpel.
Middelburg 9 Juni.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Voor de aanstaande verkiezingen op
Dinsdag 15 Juni a. bevelen wij ten drin
gendste aan voor het district:
Zlerilizee.
GEMEENTERAAD.
Loting van het jaar 1885.
Hans Wachenhusen.1
MIDDELBURGSCHE COURANT.
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Krniningen: F. van dek Peul, te Zieritzee: A. C. DEMoou,te Tholen: W. A. van nieuwenhïjuzen,te Terneuzen: A.van dek Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Hie., John F. Jones, opvolger
Uithoofde van het Pinksterfeest zal deze
courant Maandag den 14 Juni niet worden uit
gegeven.
MiaaelDurg.
en
en
De burgemeester van Middelburg maakt bekend
dat op Vrijdag den 11 Juni 1886, des na
middags te drie uren, een openbare zitting
van den gemeenteraad zal plaats hebben.
Middelburg, den 9 Juni 1886.
De burgemeester voornoemd,
PICKÉ
süiWtëriI
De burgemeester en wethouders van Middelburg,
gelet op art. 11 van Zijner Majesteits besluit van
den 21 Maart 1828,
maken bekend
1°. dat de alphabetische naamljjst van al de
personen, die aan de loting van dit jaar moeten
deelnemen ter inzage van een ieder zal liggen
op bet raadhuis dezer gemeente van heden tot en
met den 22en dezer, des Zondags uitgezonderd, des
voormiddags van tien tot twaalf uren
2°. dat de voorgeschreven lotiDg zal plaats
bebhen op Woensdag den 23en Juni a. s. des voor
middags te 10 uren op het raadhuis dezer gemeente;
3°. dat mede bjj de loting zullen moeten tegen
woordig zjjn, ten einde tot eene naloting te worden
toegelaten, alle personen vallende in de termen
van schutterplichtigheid welke uit andere gemeen
ten sedert de laatste inschrijving in deze gemeente
zjjn komen inwonen en tot dusver buiten oproeping
zijn gebleven
4°. dat niemand tot de loting zal worden
toegelaten dan de ingeschrevenen zeiven of hunne
gemachtigden en dat ten bljjke daarvan zal
moeten worden vertoond een oproepingsbiljet, dat
aan iederen ingeschrevene van wege het gemeente
bestuur zal worden te huis bezorgd.
Middelburg, den 8 Juni 1886.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PICKÉ.
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
6».
Roman van
VEERTIGSTE HOOFDSTDK.
Hoe G reiner B l au meier zoekt.
Hij kon het niet samen rijmen en toch knoopte
zjjn voorgevoel allerlei draden aaneen. Die kroeg
houder in het dorp meende den man gezien en
herkend te hebbenen die naam Blaumeier,
dien hg zich bedacht had Blaumeier en
BlümleinHg had dien naam zeker in zjjn
geheugen verbasterd. Joost moest den volgenden
morgen Maar wat dan. Al was het nu dezelfde,
wat bewees dan dat hg voor meer dan twintig
jaren Ondanks het ruwe weder snelde hg
het dorp in om met Joost te praten en zeide
tegen Gisela dien avond nog niets van zijn ont
dekking, omdat alles nog zoo onzeker was. Doch
den anderen morgen, toen hg op het slot zoo
vreugde dronken ontwaakte, stond Joost reeds in
de voorkamer te wachten.
Alles in orde", begon hg. Daar gjj zeidet
dat de man Blümlein heet en de rjjke koopman
is, van wien ik natuurlgk gehoord heb, ging ik
van morgen in de vroegte naar hem toe en zei
Jat ik hen» zelf moest spreken over koren dat
De kiesvereeniging Nederland en Oranje te
Middelburg heeft een circulaire gezonden, die be
gint met de aandoenlijke vraag aan de kiezers
wat mr. Keuchenius misdaan heeft, »dat gij
het niet tot een eer zoudt rekenen, hem ten
tweeden male af te vaardigen?"
Toen onze oud-afgevaardigde Daan van Eek
in 1884 afgetreden was, moest Keuchenius wel
uit Gorinchem komen om hem te verdringen en
was er van zulk vragen geen kwestie.
De kiezers behoeven dus wezenlijk tegenover
den heer Keuchenius geen consideratie te gebrui
ken, vooral thans niet nu zij twee mannen heb
ben gevonden, die in hun district wonenen die
niet meededen aan de noodlottige non-possumus
politiek.
Over die gansche kwestie wordt in dien briet
zeer kalm heengegleden, een vernisje wordt ge
worpen over de houding der rechterzijde en na-
tuurljjk den liberalen de schuld van het gebeurde
gegeven. Zoo schrijft men geschiedenis
voor de kiezers.
De heer Keuchenius beeft de belangen van
Zeeland en der Scheldt behartigdOok dat wordt
tot zijne aanbeveling verkondigd. Alsof niet de
belangen van het land daarbjj betrokken waren
en de heer Keuchenius verplicht was te
handelen als hij deed, omdat het rijk anders zich
geplaatst had gezien tegenover eene lastige kwestie
de overname der Scheldet
De heer Keuchenius heeft zich jegens land en
koloniën hoogst verdienstelijk gemaakt, zegt men
verder.
Waarmee en op welke wijze?
Hjj doet nooit iet3 anders dan de kamerleden
vervelen met zijne redeneeringen; hij legt er zich
louter op toe om te „getuigen"op de wetenschap
te schimpen, adres aan zjjne houding tegenover
Pasteur's uitvinding en de vaccine, en geeft steeds
blijk van de meest onpractisohe, en zelfs voor
zijne eigen partjjgenooten een onmogelijk, politicus
te wezen.
Uit dat oogpunt zou het wezenljjk niet te
betreuren geweest zjjn als hjj rustig in Indië ware
gebleven.
Nog andere fraaie redeneeringen bevat dit Btuk.
Zoo wordt gevraagd Is mr K. niet eenmaal zelfs
door de liberale partjj op het schild geheven en
naar de Tweede kamer gebracht
Ja, maar hierbjj zegt men slechts de halve
waarheid. Destijds was de heer Keuchenius de
bondgenoot der liberalen, thans hun bitterste
bestrjjder! De omstandigheden zijn gansch en al
gewijzigd. De heer Keuchenius van toen en die
van thans zijn lang niet dezelfde persoondestijds
staarde hjj zich nog niet zoo blind op éen punt
als tegenwoordig.
Dan zouden, volgens de stellers van dien brief,
de liberalen door het land in kiesdistricten te
verknippeD, de meerderheid in de kamer hebben,
niettegenstaande zij minderheid in het land zgn.
ik wilde koopen. Hij kwam in zijn kamerjapon
op het kantoor en toen zag ik dadeijjk, dat het
dezelfde was. Hij is nu veel dikker dan toen,
maar ik heb hem toch direct herkend. Mij
kende hij natuurlgk niet meer en hjj vermoedde
dus yolstrekt niet, wat ik eigenljjk bjj hem kwam
doen".
„Voortreffelijk, vriend Joost! Dus gjj hebt
indertjjd een aangeteekenden brief voor hem op
de post gebracht".
„Ja, naar hjj zei aan zgn broeder".
„Herinnert gjj u het adres niet meer
„Het is al zoo lang geleden".
Hugo verkleedde zich, begaf zich met Joost
naar den directeur van politie en vertelde dezen
de zaak.
Een onmiddelljjk ingesteld onderzoek op het
postkantoor bracht aan 't licht dat er in dat
jaar een aangeteekende brief aan Chr. Blümlein
poste restante naar Leipzig verzonden was. Uit
de politie boeken bleek verder dat 's morgens na
den dood van prins Eduard aan Christiaan Blüm
lein een reispas naar Leipzig afgegeven wasdus
was hjj den aan zich zelf geadresseerden brief
nagereisd, om hem in Leipzig in ontvangst te
nemen. Dat was nu op zich zelf niet misdadig,
want als die Blümlein in dienst was geweest van
den prins, die voor zjjn dood weken lang afge
zonderd op zgn slot geleefd had, dan was hjj
toen buiten dienst en kon hjj reizen, waarheen hjj
Dit is niet waaren zelfs aan die zjjde is men
van de waarheid daarvan overtuigd, want te
Vlissingen verklaarde de heer Lohman zich sterk
tegen groote uitbreiding van het kiesrecht buiten
den census, omdat hjj van die nieuwe kiezers
geene meerderheid voor zjjne partjj verwacht. Eu
die meening heeft hij zelf ook meermalen elders
geopenbaard. Men leze wat men ons uit Oost
burg schrjjft. Maar de groote zaak is dat men
van die zjjde de anti-revolutionnairen en katho
lieken liefst als éen partjj voorstelthoewel zij
hemelsbreed in meening verschillen. De liberalen
daarentegen staan als partjj alleen en vormen dus
wel degeljjk eene meerderheid in het land.
Het geloof en het ongeloof moet natuurlgk ook
weêr dienst doen Zoo menigeen laat zich door
den klank alleen meeslepen. Alsot mannen als
Bronsveld, Valeton, Gunning enz. alle ongeloo-
vigen zgn, al gaan zjj met de partjj van Kuyper,
Lohman en Keuchenius niet mee.
En dat noemt men de kiezers voorlichten!
Dat in die circulaire de naam van ons blad
voorkomt spreekt van zelf. Wat zou zoo iets
zjjn zonder Middelburgsche courant
Maar eigenaardig is de wjjze waarop men dit
maal dien naam daarin te pas brengt. Schjjnbaar
was men met de zaak verlegenen toch zonder
onzen naam was waarljjk de opwekking niet in
orde. Daarom schreef men deze kernachtige
woorden„Ware mr. Keuchenius een hunner,
geen twijfel ot de Middelburgsche courant zon haar
kolommen met den lot van Keuchenius vullen.'
Wat zegt men daarvan Zoo'n pittige opmer
king verdient vereeuwigd te worden. Die is zoo
afdoende, zoo welsprekend dat deze alleen zeker
den meest verstokten liberaal zal bekeeren.
Waarlijk, hjj, die deze tirade verzon, heeft eer
van zjjn werk. En voor hoeveel variaties is zjj
geschiktMet verandering van namen kan zij
door elke partij en in elke streek van ons land
gebruikt worden. „Het is bepaald fameus!
Auf Bhrezou Von SchuJcenscheuer uit Vorsten
school zeggen.
Bjj Prov. blad n° 87 worden de burgemeesters
gewezen op het feit dat door de gemeentebesturen
steeds op uitgebreide schaal misbruik gemaakt
wordt van den verleenden vrjjdom van port voor
dienstzaken, ter ontbieding, verzending en beta
ling van stukken ten behoeve van derden, niet
tegenstaande reeds vroeger daartegen werd ge
waarschuwd.
De burgemeesters worden op het ongeoorloofde
dezer handelwijze opmerkzaam gemaakt, en ver
zocht hun die het mocht aangaan te gelasten zich
voortaan daarvan te onthouden.
Aan de na te noemen gemeenten, die door de
uitgaven tot eene behoorljjke inrichting van haar
lager onderwijs yereischt, in verhouding tot hare
middelen en ^andere uitgaven onbillijk zouden
worden bezwaard, is, boven en behalve de gewone
vergoeding van 30 een subsidie verleend aan:
Breskens ƒ300; Burgh 350; Ellewoutsdjjk ƒ700;
Sr. Jansteen 1300; Kapelle ƒ1000; Oudelande
ƒ800; Philippine ƒ740; Waarde ƒ1500; We"
meldinge ƒ450.
wilde. Maar Joost, die gedurende den nacht zjjn
geheugen ingespannen had, om zich die dagen
beter voor den geest te roepen, verklaarde voor
den commissaris van politie, dat die Blümlein
eerst door den prins gehuurd kon zjjn, toen deze,
een paar weken vóór zjjn dood, van een buiten,
landsche reis terug keerde, terwjjl men in Hain-
thal vertelde dat er behalve de prins nog een
dame op het slot woonde, die daar dan ook ge
storven was. Na haar dood was Blümlein de
eenige die met den prins in aanraking kwam.
Intuüschen kwam de adjudant te paard voor het
politiebureau met de boodschap dat oom den
directeur dadeijjk verlangde te spreken. Greiner,
die ook geroepen was, sloot zich bjj hem aan,
terwjjl de commissaris zich onder het een of ander
voorwendsel naar Blümlein begaf en een half
uur later reed ook hjj naar het slot om rapport
uit te brengen. Kort daarop, terwjjl ik Gisela
zocht te troosten, werd ik bjj oom geroepen.
Mjjn voorgevoel had mij niet bedrogen. Ik
vond de vier heeren en ook tante, die juist door
een andere deur binnen kwam. Op aller gezich
ten las ik dat er iets bjjzonders gebeurd was;
tante zag de vreemde heeren met zenuwachtige
spanning aan.
»Moest u laten verzoeken", begon oom met
een bevende stem. „Aan den heer Greiner en
ook aan het krachtig optreden van den heer
commissaris is het te danken, dat wjj op het
De gemeenteraad van Middelburg zal op Yrgdag
den llen Juni 1886, des namiddags te 3 uren,
eene openbare zitting houden ter behandeling der
onderstaande zaken Ingekomen stukkenvast
stelling van het plan -tot uitbreiding van de
lokalen der burgeravondschooladressen om vrij
stelling van den dienst bij de brandweerbe
zwaarschrift tegen het suppl. kohier der inkom
stenbelasting 1885.
Op Vrijdagavond e. k. zal in de zaal van den
heer Kujjpers te Vlissingen eene openbare meeting
gehouden worden, waarin de heer P. J. Troelstra
het woord zal voeren. Iedereen heeft daartoe
vrijen toegang en er zal ook gelegenheid tot debat
worden gegeven. De vergadering gaat uit van
de kiesvereeniging Plicht en Recht.
Voor- en tegenstanders der liberalen zjjn giste
ren te Goes aan het woord geweest.
Zooals wjj nog in een deel van ons vorig nom-
mer meldden, hield de heer jhr mr A. F. de Savor-
nin Lohman in het lokaal der Christ, jongelings-
vereeniging eene politieke lezing. Een 280 tal
personen was aanwezig. De rede van het afgetreden
kamerlid liep hoofdzakelijk over het onderwjjs.
Rechtsgelijkheid, zeide hjj, wordt verlangd door
de rechterzijde, en zoo moet het worden. Thans
is de toestand onhoudbaar, de liberalen zjjn niet
oprecht enz. De heer Den Boer vroeg welke
verhouding er bestaat tusschen sprekers aandeel
in de kerkeljjke kwestie te Amsterdam en zjjn
politieke loopbaan. De heer Lohman antwoordde
dat hij er niets mee te maken had en enkel advies
heeft gegeven, en schetste den loop der kwestie.
De heer Hartman vroeg waarom de spreker een
zoo werkzaam aandeel genomen heeft in die zaak,
waarmee hij niets had uit te staaD, waarop de
heer Lohman zeide als adviseur te zijn opgetreden.
De heer Massee vroeg of bjj het openbreken der
deuren het classikaal bestuur boven den heer
Lohman of deze boven het bestuur stond. Des
heeren Lohman's antwoord was ontwjjkend.
Aangezien de gemoederen in beweging kwamen
werd het debat hierover weder gesloten.
Door de heeren Van Swinderen en Massee werd
nog gedebatteerd op politiek terrein, echter zonder
vrucht voor een der partpen,
s' Avonds sprak in de Prins van Oranje de
heer jhr J. L. C. Pompe van Meerdervoort voor
de liberale kiesvereeniging en telde een 200 per
sonen onder zijn gehoor. Spreker wees op den
tijd, toen men de thans bestaande school in het
leven riep, en schetste de gevolgen van het neu
traal onderwjjs, die z. i. uitstekend mogen ge
noemd worden. Dit laatste blijkt onder meer uit
de toename der volksontwikkeling, die herziening
van het kiesstelsel noodig maakt.
Verder besprak de heer Pompe de non possutnus
politiek, door de kerkelijke partjj gevoerd, en
wees op de treurige gevolgen daarvan.
De kiesvereeniging Algemeen belang te Wisse-
kerke (N.-B.) heeft in haar vergadering van 8 dezer
met algemeene stemmen tot haar candidaten ge
steld de heeren mr L. A. Bybau en jhr J. L. C.
Pompe van Meerdervoort.
spoor zjjn gekomen van die som geld, aan mijn
overleden zwager toebehoorende, die mjj in de
laatste dagen zooveel ergernis bezorgd heeft. Gjj
herinnert u," ging hjj tot tante gewend, voort
„dat Eduard na zijn laatste reis zeer afgezonderd
in Hainthal leefdeer waren toen onaangenaam
heden tusschen ons, wisten dus r>'nts van een
nieuwen secretaris, dien hjj mee gebracht had, en
vermoedden niet dat hjj een som van vjjfmaal-
honderd duizend franken onder zich had, bestemd
tot delging zijner schuld aan den vader van dezen
heer. Bjj zijn dood vermisten wjj dus die som
niet. Zjjn secretaris had het slot terstond na dea
prinsen dood verlaten, maar daar wjj hem niet
kenden misten wjj hem ook niet. De vader van
mjjnheer Greiner eischte nu betaling maar er
was niets voorhanden ik roer dit netelige punt
niet verder aan. Eerst heden na zooveel jaren
heeft het toeval, of liever Gods hand, den sluier
opgelicht, die op dit geheim rustte, door de be
vestiging dat die som werkeljjk in handen van
den prins geweest is en door dievenhanden ont
vreemd, nadat er door een samenloop van om
standigheden niemand van ons bjj zjjn sterfbed
geweest is, dan zijn zuster, de vorstin, die hem nog
slechts den laatsten adem had zien uitblazen,
Nu is het mjjnheer Greiner gelukt dien secretaris
op te sporen en wel in een persoon, in wien men
hem nooit zou gezocht hebben.
Wordt vervolgd.)