N° 126.
1886.
Zaterdag
5R>
29 Mei.
129e Jaargang!
Verkiezing,
Middelburg 28 Mei.
FEUILLETON.
Catull Pimpel.
Onderwijs,
Kerknieuws.
Rechtszaken.
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Bij deze courant behoort een BIJVOEGSEL.
Hans WachenAusen;
MIDUBLBl RliSCIIE GOURANT.
w
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. van dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moou,te TholenW. A~VANN^ëwenhduzen,te Terneuzen: A.van dee Peijl Jz?
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjeb Cie., John P. Jones, opvolger
De burgemeester en wethouders van Middel
burg maken bekend
dat bij de op den 26 dezer maand plaats gehad
hebbende opening van stembriefjes voor de be
noeming bjj herstemming van éen lid van de
provinciale staten van Zeeland is gebleken, dat
als zoodanig is gekozen de heer
J. A. DE WOLFF.
Voorts dat deprocessen-verbaal van steminlevering
en stemopneming van den 25 en 26 Mei jl. aan
geplakt en ter secretarie voor een ieder ter inzage
zijn nedergelegd.
Middelburg den 28 Mei 1886.
De burgemeester en wethouders voornoemd,
PIC K
De secretaris,
A. DE VULDER VAN NOORDEN.
Namens de Liberale Unie is, onder het motto
de verkiezingen de volgende opwekking, ondertee
kend door het bestuur en al de afgevaardigden
der verschillende afdeelingen, tot de kiezers ge
richt. Zjj luidt
„De Tweede kamer is ontbonden. Het besluit
des konings, waarbij voor de samenstelling der
geheele kamer een beroep op de kiezers gedaan
is, heeft dezen gesteld voor eene hoogst ernstige
taak.
Mistroostig ziet het volk den ongezonden poli-
tieken toestand, waarin het vaderland verkeert.
Door allen, die naar eene frisscbe en vreedzame
ontwik Velinjp vfvn t\na ni-.uuil'D
wordt thans van de kiezers genezing verwacht,
ja geëischt.
De behoefte aan »eene krachtige vertegenwoor
diging, die besluiten, en eene krachtige regeering,
die regeeren kan" dringt. De kamer moet van
het doode punt worden afgebracht.
In welke richting?
Op die vraag kan het antwoord niet twijfel
achtig zijn.
De kerkelijke partjjen hebben zich zelve ver
oordeeld.
Onverzoenlijk hebben zij de ernstigste en meest
vrijgevige voorstellen, van liberale zijde gedaan
of gesteund om den politieken vrede te bevorde
ren, afgeslagen. Blijkbaar was het er haar om te
doen, het politieke wapen, waartoe de onderwjjs-
quaestie, met de grootste overdrijving en met
behulp van de meest scheeve voorstellingen, sints
jaren gebruikt werd, niet te verliezen.
Het beginselloos verbond van de anti-revolutio
naire en de clericaal-katholieke partij is er op
neergekomen, dat zjj, omdat op één punt niet aan
elk barer wenschen kon voldaan worden, geza-
Roman van
TWEE EN DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Een heftig tooneel.
Zonder een woord te spreken stapte de groot
meesteres vooruit naar het rjjtuig en zwijgend
reden Gisela en zjj naar de stad.
„Mijn last luidt om u terstond bjj de vor
stin te brengen, die u in het salon wacht
bromde zjj, de trap opgaande. Gisela antwoordde
niet, gaf hoed en mantel in het voorvertrek aan
de kamenier en betrad de zoogenaamde Chineesche
kamer, waar de vorstin placht thee te drinken.
Deze wachtte reeds vol ongeduld en had mjj
laten roepen om getuige te zjjn van een ont
vangst, waarvoor ik beefde.
Gisela kwam met een schuchteren blik en ang
stig gelaat binnen. Tante zag haar onverschillig
aan, de overspannen toestand harer zenuwen
bracht een soort van gevoelloosheid te weeg. Zjj
bleef op de rustbank liggen en toen Gisela haar
hand zocht om die aan hare lippen te brengen,
werd die haar onttrokken.
Gisela richtte zich op en stamelde.
ȟwe hoogheid heeft bevolen...."
E: ^Gravin", begon tante op strakken toon, „gij
menljjk aan de geheele grondwetsherziening den
voet hebben dwarsgezet.
Deze onvaderlandschlievende houding tegenover
een zoo gewichtig en zoo noodzakeljjk werk heeft
terecht diepe verontwaardiging bjj talloos velen
in den lande gewekt.
Zulke partjjen mogen geen meerderheid worden-
Ook leert de geschiedenis, dat de vrijheid en de
welvaart van den staat er slechts bjj kunnen
verliezen, wanneer kerkelijke partjjen het roer
van staat in handen hebben.
Versterking van de liberale partjj is daarom de
eisch van het oogenblik.
Maar versterking zóó, dat zjj eene actieve
meerderheid worde.
Immers, grondwetsherziening blijft onmisbaar
en spoedeischend.
Eene onbekrompen uitbreiding der kiesbevoegd-
heis is noodzakeljjkde grenzen, door de tegen
woordige grondwet gesteld, zjjn onhoudbaar.
Gewichtige vraagstukken, de financieele-, sociale-,
staatkundige- en koloniale belangen rakende,
moeten worden aangevat en afgedaan.
Zal het op dien weg tot daden kunnen komen,
dan moet de liberale partjj thans afdoende worden
versterkt. Het kan niet genoeg zjjn, dat zij enkele,
neen, zij moet vele plaatsen in de Tweede kamer
winnen of herwinnen.
Daarom dringen wjj er met den meesten nadruk
op aan, dat bjj de stembus van 15 Juni a. tot
dat doel eendrachtig worde saamgewerkt, dat
ieder met kracht en jjver, met ernst en toewjj-
ding strijde en anderen aanspore om hetzelfde te
doen.
Iedere stem kan beslissend zjjn.
Onthouding kan gevaar brengen. Onverschillig
heid op een zoo gewichtig tijdstip ware onver-
gefeljjk.
Ieder gevoele de plichten, die hem de vader,
landsliefde heeft op te leggen."
una at, Btemoricijes
ter verkiezing van leden der Tweede Kamer van
de staten-generaal, in de hoofdkiesdistricten Mid
delburg, Goes, Zierikzee en Dokkum op 15 Juni
en, in geval van herstemming, op 29 Juni a. s.
in te leveren, zullen worden geopend op 17 Juni
en 1 Juli d. a. v.
Waarschjjnljjk gedreven door de door den voor
zitter geuite vrees, dat ged. st. het raadsbesluit
van Vrijdag 11. omtrent het contract met het
kerkbestuur over den torenbouw niet zullen goed
keuren, hebben drie raadsleden uit Yerseke aan
ged. st. een adres gericht met verzoek wel hunne
goedkeuring aan dat besluit te hechten en met
het oog op het reeds gedeelteljjk verstreken sei
zoen daarmede den gewenschten haast te maken.
Tot dijkgraaf van den Zaamslagpolder is be
noemd de heer C. de Bokx, landman te Zaamslag,
zulks in plaats van den heer L. van Dixhoorn
overledenen tot dijkgraaf van den Noordpolder
te Axel is herbenoemd de heer D. Balkenende,
rustend landbouwer te Axel.
begrijpt dat uw onbehoorljjk gedrag op het bal
u onwaardig maakt om langer aan het hof te
bljjven.
„Dat voelde ik, uwe hoogheid!
„Als gjj het voeldet dan gebood uw plicht
af te wachten, wat ik over u zou beschikken.
Uw gedrag heeft niet alleen de wetten der
welvoegeljjkheid geschonden het was een onver-
gefeljjk verzet tegen mjjn uitgesproken wensch,
die thans in een onwrikbaar bevel veranderd is.
Gjj weet dat gjj, sedert u de genade te beurt
viel van aan dit hof te mogen leven, den vorst
en mij als uwe voogden moest beschouwen, die
over uw lot beslissen. De overtuiging, dat gjj u
hier niet op uw plaats voeldet en dat het hoogst
moeieljjk zou zjjn om u een huweljjk te doen
sluiten overeenkomstig den rang van mjjn over
leden broeder, noopte mij een man voor u te
kiezen, wiens eerzaam, degeljjk karakter en
buitengewone zedeljjkheid hem in mjjne oogen de
hoogste achting verworven hebben".
Tante zweeg om de uitwerking dier woorden
af te wachten. Gisela werd alleen nog bleeker,
doch verder verried haar gelaat niet de minste
gewaarwording.
„Ik volgde bjj die keuze ook den uit-
drukkeljjken wensch van dien man, die mjj
bekende, dat hjj u reeds bemind had, eer bjj
uit zjjn nederige betrekking tot den hoogeren
rang was opgeklommen, waarop zjjne voortref
felijke eigenschappen hem aanspraak geven?
Uit Hulst schrjjft men ons
Door ingelanden van den polder Ferdinandus
werd tot gezworen benoemd de heer J. Vaal en
tevens besloten den maaltijd met napartij bjj het
houden der rekening voortaan niet meer te doen
plaats hebben. Dit besluit is vooral eigenaardig
voor een polder, waarvan den ingelanden, in
plaats, van belasting te moeten opbrengen, jaar
lijks een niet onaardige som wordt uitgekeerd uit
de opbrengst der poldereigendommen. En het zou
gewenscht zjjn dat het werd nagevolgd door die
polders, welke minder ruim bjj kas zjjn.
Tot onderwijzer aan de bijzondere school te
Terneuzen is benoemd de heer Van Beveren, van
Dinteloord.
Nadat onlangs het klassikaal bestuur van Har-
derwjjk besloten had Voorthuizen en Kootwijk
niet te zullen bemoeiljjken, moet in eene verga
dering van het prov. kerkbestuur van Gelderland,
gehouden Donderdag 11., op aanbeveling van een
der advocaten van de synode, mr. Van Bolhuys,
besloten zjjn genoemd klass. bestuur aan te schrij
ven, binnen drie weken de zaken in die gemeenten
aan te vatten, en den ring te gelasten aldaar te
gaan preeken. Bij tegenstand van de zijde dier
gemeenten zou men een burgerlijk proces willen
beginnen; bjj tegenstand van klass. bestuur of
ringpredikanten de kerkeljjke tuchtmiddelen wil
len aanwenden.
De heer K. Beyl, de eenige, die zich tegen deze
maatregelen verzette, heeft daarop zijn ontslag
als lid van het prov. kerkbestuur genomen.
Srr vrvurö"
semenls-Rechtbank alhier was geheel gewjjd aan de
behandeling van den in 1884 gepleegden en veel
gerucht gemaakt hebbenden oesterdiefstal te
Yerseke.
Willem Kooman, oesterhandelaar te Yerseke,
thans gedetineerd, Marinus Hoffius, oesterhan
delaar, thans zonder vaste woon- of verbljjf-
plaats in Nederland, Izaak Kooman, arbeider te
Yerseke, en Jakob Verbeeke, schipper te Yerseke
waren tegen de zitting van heden gedagvaard,
beklaagd van in de maanden Augustus of Septem
ber 1884 van de Yersche oesterbank, ten nadeele
van de heeren Van den Broeke en C0., te zamen
en in vereeniging arglistig te hebben weggenomen
en zich toegeëigend acht h negen duizend oesters.
Behalve Hoffius waren al de beklaagden ver
schenen tegen den afwezige werd verstek verleend.
Git de verklaringen der gehoorde getuigen, 7
personen, bleek dat in Augustus of September
van 1884 door de twee eerste beklaagden aan den
getuige Hage, oesterhandelaar te Yerseke, ver
kocht zjjn 8000 a 9000 oesters en later nog een
paar duizend. Verder bleek uit de verklaring van
dat gjj, hoewel toen nog zeer jong, zijn
aanzoek had aangenomen, doch hem ontrukt
waart door omstandigheden, die ook een
onverwachte wending aan uw leven gaven
Ik heb mjj, toen ik u, om zoo te zeggen, uit de
heffe des volks ophief, waarin gij door een samen
loop van omstandigheden opgegroeid zjjt, niet
verheeldhoe moeiljjk het zon zjjn om den invloed
dier eerste opvoeding uit te wisschen, maar ik
gaf gehoor aan den aandrang mjjner nicht, prinses
Dora, die u in haar nabjjheid verlangde te hebben
en zelfs doof was voor de bezwaren onzer naaste
omgeving, diejtnjjn daad vrij bedenkeljjk vond
Helaas gjj noodzaakt mij zelf die bezwaren voor
gegrond te erkennen. Gjj hebt bewezen, dat er
ondanks uw opvoeding nog iets in u overgebleven
is, dat wel in het dorp Albertsheim past, maar
niet in een vorstelijk paleis, niet onder de oogen
van hen, aan wie gjj zooveel verschuldigd zjjt.
Gjj noodzaakt mij dus zelf tot het besluit, dat ik
u hierbij mededeel. Terwille van uw afkomst
sta ik u toe om onder toezicht mjjner nicht Dora
voorloopig aan het hof te bljjven, doch alleen op
mijn uitdrukkeljjk bevel in den familiekring te
verschjjnen, en het nooit zonder mjjn toestemming
te verlaten, totdat uw huweljjk met den geheimen
hofraad Von Pimpel gesloten is. Het overige
gaat den vorst aan thans weet gjj wat
ik wil 1"
Met een vriendeljjke handbeweging wenkte zjj
baar om been te gaan, Docb Gisela stond
den bestolene, den heer J. J. van den Broeke,
dat hij in Augustus de bedoelde bank heeft be
zichtigd en toen bemerkt dat die zeer goed bezet
was. Later is gebleken dat ruim 120.000 oesters
waren gestolen en na lang zoeken viel de
verdenking op den eersten beklaagde. Getuige
riep hem bij zich op het kantoor en besprak de
zaak met hem. Toen verklaarde W. Kooman den
diefstal gepleegd te hebben en willigde een ver
zoek van den bestolene om hem schadeloos te
stellen in. Hjj teekende eene bjj een notaris ge
passeerde schuldbekentenis van ƒ4000, doch
bedong daarvoor dat de zaak niet zou worden
vervolgd. Dit werd toegezegd onder bepaling
dat Kooman de namen zjjner medeschuldigen
noemen zou. Hjj zeide dat ook toe, doch kwam die
belofte niet na.
De volgende getuigen, arbeiders, schippers of
schippersknechts, hadden of een of meer der be
klaagden en nog een paar andere personen 's avonds
naar het perceel, waarop gestolen was, gebracht»
hadden ze de oesters zien wegnemen of hadden
zelf de behulpzame hand geboden, altijd vermoe
dende dat de beklaagden tot hetgeen zjj deden
volkomen gerechtigd waren.
De beklaagden namen ter terechtzitting eene
zeer zonderlinge houding aan. Zjj wraakten de
verklaringen der getuigen, wanneer deze voor hen
bezwarend waren, zonder echter die wraking door
eenig bewjjs te staven. Zij trokken enkele, voor den
rechter-commissaris afgelegde, verklaringen in,
eveneens zonder de reden duideljjk te maken,
waarom zij toen zoo en nu anders verklaarden.
De geheele bekentenis bjjv., waarbjj Willem
Kooman verklaard had Hoffius heeft mjj gevraagd
oesters te gaan halen óp het perceel van Van den
Broeke, en ik liet mjj er toe overhalen, werd
door hem teruggenomen.
Eveneens deed zjjn broeder Izaak, die in de
instructie verklaard had ,jk„bevoad,
Dp mp nier ae vraag oi ik gein wilde verdienen
door oesters bjj Yan den Broeke weg te halen
en eindeljjk ben ik meegegaan. Die bekentenis
zoo zeide hij nu was hem door den rechter
commissaris afgedwongen, die gedreigd had hem,
zoo hjj niet bekende, in voorarrest te houden.
Het hoofdpunt hunner verdediging was ten slotte
dat zij wel oesters weggehaald hadden, maar van
meening waren dat zjj dit van een perceel van
Hoffius deden en dan volkomen in hun recht waren.
Toen Willem Kooman gewezen werd op het
voor hem bezwarende feit, dat hjj, onschuldig
zijnde, toch geen schuldbekentenis van 4000 zou
afgeven, antwoordde hjj dat hij dit gedaan had
om zjjne eer en goeden naam te redden en zich
voor straf te behoeden. Hjj was 's nachts op een
perceel geweest, had er oesters weggehaald en
vreesde daarom voor den dader te worden gehouden.
Het openbaar ministerie wees erop dat, toen
een vjjftiental jaren geleden de staat het besluit
nam om een gedeelte der Schelde en Zeeuwsche
stroomen meer productief te maken dan tot dus
ver en de verschillende vischplaatsen verpachtte,
het natuurljjk wel te verwachten was dat vele
roerloos.
„Doorluchtigheid, ik vraag gehoor!"
»Gjj hebt verder niets meer te vrageL, aileefl
te gehoorzamen Tante wierp mjj een knorrigefl
blik toe. Ik stond op, ging naar Gisela toe en
legde mjjn band op haar schouder.
„Welaan, doorluchtigheidhoorde ik haar
tot mjjn ontsteltenis zeggen, »ik zie van mjjn
verzoek om gehoor af, maar ik zweer u bjj al
wat mjj heilig isbjj het aandenken mjjner moeder
dat niets mjj zal dwingen om een man te nemen,
dien ik veracht."
Zjj verwjjderde zich met een stjjve, koele
buiging.
Ik wist niet wat te doenmoest ik tante eerst
tot bedaren brengen, die waarschjjnljjk een zenuw
toeval zou krijgen Maar zij wenkte mjj om heen
te gaan ik hoorde de schel voor haar kamenier
en volgde Gisela. Aan de deur wachtte ik nog
even om haar niet alleen te laten voordat de
andere er was.
„Zelfs de stem van die vrouw, die de schuld
van Eduards dood is geweest hoorde ik haar
uitroepen. „Dora Dora gilde zjj mjj achterna
en wenkte de kamenier om nog weg te bljjven.
„Welke een ongehoorde driestheid na alles, wat
wjj voor haar gedaan hebben 1" zij was opgestaan
en mjj nageloopen.
„Tante wind u toch niet zoo op. Het was
welbegon ik.
{Wordt vervolgd*)