N° 119.
129
1886.
21 Mei.
Tig.
V rijdag
Kleinhandel in sterken drank.
FEUILLETON.
Catull Pimpel.
Middelburg 20 Mei.
e
Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 8/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien: 20 Cent per regels
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels 1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hans Wachenhusen.'
MIDDELBIJRGSCHE
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vey Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. w. Bolland, te Krniningen: F. van der Peijl, te Zierikzee: A. C. de Moou, te TholenW. A. van Nieüwenhuuzen, te Terneuzen: A.van der Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger.
De burgemeester en wethouders van Middelburg
brengen, ingevolge art. 5 der drankwet, ter open
bare kennis:
dat bij hen is ingekomen een verzoekschrift
van Adriaan Gabriëlse, waarbij hij vergunning
vraagt om in het perceel op de groote Markt lett.
K no. 3 den kleinhandel in sterken drank van at
1 Juni a. s. te mogen voortzetten.
Middelburg, den 14 Mei 1886.
De burgemeester wethouders van Middelburg,
P I C K
De secretaris,
A. DE VÜLDER VAM NOORDEN.
Het Wag. Weekblad is het eenige anti-liberale
blad dat volmondig en juist zegt, dat de verkie
zingen voor de provinciale staten voor de rechter
zijde niet de uitkomst hebben gehad, welke zij
er van verwachtte. Natuurlijk wordt bonne mine
gemaakt mauvais jeu, maar toch toonen de
feiten aan wat ten deze waarheid is.
Vóór 1896 is er, zegt het blad, geen de minste
kans, dat de Eerste kamer omgaat, maar hoogst
waarschijnlijk zal het, als het geschiedt, eerst in
'99 plaats hebben. Een ontbinding toch der
Eerste kamer kan ten deze luttele verandering
aanbrengen, daar haar kiezers, de prov. staten,
niet ontbonden kunnen worden.
De Eerste kamer blijft dus denkeijjk, ook als
in de Tweede kamer de rechterzijde een besliste
meerderheid bekwam, tot in de volgende eeuw,
het bolwerk van 't liberalisme.
En nu, onverschillig of gij u daarover verbljjdt
of er over bedroeft, reken in elk geval met dezen
stand van zaken, waarin, tenzjj in zeer buitenge
wone omstandigheden, geen verandering kan
komen.
De oogst, die, volgens de Stand., op den pro
vincialen akker voor 't grijpen lag, zal dus nog
eenige jaren behoeven, eer ze de schuren kan
worden binnengehaald.
Verder merkt het W. W. op, dat de rechter
zijde den heer Heemskerk voor zjjne kameront
binding wel dankbaar zjjn mag. »Het is toch
bekend, dat bij de loting over de beurt van af
treding, in '84 gehouden, de anti-liberalen onge
lukkig zjjn geweest. Waren er in Juni e. k. eene
periodieke verkiezing geweest, dan zouden de
kansen om te verliezen voor de anti-liberalen
grooter geweest zjjn dan die om te winnen. Door
de ontbinding is die loting nu komen te verval
len, wat voor hen geen gering voordeel is.
„Desniettemin zjjn we voor hen niet zonder
ongerustheid. De uitslag der verkiezingen yoor
de prov. staten wettigt die vrees. Al schreef
de Standaard nog zulke prikkelende artikelen,
toch waa het in menig district merkbaar, dat de
kerkeljjke quaesties een verlammenden invloed
S3.
Roman van
NEGEN EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK
De gevolgen.
„Maar tante lief, waarom zoo streng?"
yroeg ik.
„Birh", ging zij voort zonder naar mjj te
luisteren, »wordt van het hof verwijderd als hij
al gebabbeld heeft; het strijdt tegen zijn plicht
om onaangename tooneelen, die niemand kon
voorkomen, buiten deze muren te bespreken en
als hjj dat deed, moet hij er voor boeten.
„Gisela trouwt den man, dien ik voor haar
bestemd heb; alleen op die wjjze is het schan
daal, zoo het bekend geworden is, als een ver
zinsel van Birh voor te stellenNiet waar, hjj
rekende ook op haar Ik kon tusschen die twee
kiezen
„Hij bemint haar althans in stilte".
„Dus is zijn gebabbel als een uitvloeisel
van jaloezie voor te stellen; wjj zullen er een
anderen draai aan geven. Birh zelf kan haar
lastig gevallen zjjn".
»Maar tante 1 Ik schrikte van dit plan.
Moest die arme Birh ter wille van Pimpel opge
offerd worden Ik was nog onder den indruk
ket Italiaansche dagboek, waaruit de onge-
uitoefenen en velen, die anders den anti-revo.uti-
onairen stroom volgen, thans heel bedaard aan
den kant bleven staan, indien ze zelfs niet de
andere zjjde meê uitgingen. Vooral te Utrecht,
Zutfen en allermeest te Middelburg zal het er
spannen. Het spjjt ons het te moeten zeggen,
maar om meer dan ééne reden staan o. i. de
kansen der linkerzjjde beter dan die der rechter
zijde."
De bekende maar schier vergeten Leidsche
huiszittenhuis-kwestie is weder in herinnering
gebracht en geëxploiteerd ten behoeve van den
heer De Savornin Lohman.
Het gemeentebestuur van die stad had in 1848
een geschil met den kerkeraad der Ned. Herv,
gemeente over het huiszittenhuis. De kerkeraad
wilde zich niet voegen naar een nieuw reglement,
door den gemeenteraad vastgesteld, en op voor
stel eener commissie uit zjjn midden, bestaande
uit de heeren Luzac, Thorbecke en Olivier, werd
de handhaving van dit reglement doorgedreven,
door de kerkeraadsleden met behulp der politie
uit het gesticht te doen verwijderen. De zaak
gaf toen heel wat opspraak, leidde tot proeessen
en eindigde met een schikking, welke in 1853,
kort vóór het aftreden van het eerste ministerie
Thorbecke, door de regeering werd goedgekeurd.
Deze geschiedenis is uitvoerig in De Bosch
Kemper's Geschiedenis van Nederland na 1830,
deel V, beschreven.
De Tijd bespreekt ze onder den titel van Paneel-
zagerij. Het stelt, wat Thorbecke in 1848 te Leiden
deed, geljjk met de handelingen van De Savornin
Lohman in de Nieuwe Kerk te Amsterdam.
De redactie vergeet echter, zegt de Arnh. Crt.i
dat Thorbecke ambtshalve optraddat hjj niet
een troep aanhangers, maar de politie inriep, en
dat hjj geenerlei belang had bjj de zaak, terwijl
De Savornin Lohman geenszins op zulk een vrij
standpunt staat wegens zjjne betrekking tot de
Vrjje universiteit.
Al de punten van verschil echter daargelaten,
is het niet om hetgeen Thorbecke in de zaak van
het huiszittenhuis deed, dat men hem als den
grooten voorganger in de staatkunde erkende,
maar sommigen deden dit, zelfs ondanks zijne
houding in die zaak.
Waren de handelingen van Thorbecke ook vol
komen overeenkomstig met die van De Savornin
Lohman, dan nog zou daarvan het eenig gevolg
zjjn, dat men ze óok in Thorbecke afkeurde. Deze
heeft echter zooveel voor ons land gedaan, dat
men ze in dat geval, hem ten volle vergeven zou.
Het onderscheid tusschen beider optreden is
echter te groot, om ze met elkander te kunnen
gelijkstellen.
Op verzoek van den minister Heemskerk deelt
het Dagblad mee, dat de inhoud van het sehrjj-
van dd. 15 Mei 11., onderteekend: Nederlandsche
Handelmaatschappij, Amsterdamsche Bank en Am-
ster damsche succursale de la Banque de Paris et
des Pays-Bas, waarvan ook wjj melding maakten,
niet met de waarheid overeenkomt.
loofelijke bemoeiingen van tante bleken om Carina
van prins Eduard te scheiden, ten einde zijn
huwelijk met die prinses door te zetten en nu
zag ik haar een nieuwe intrige op touw zetten,
die ik ten hoogste moest afkeuren.
„Gij weet, Birh staat als lichtzinnig bekend!"
ging zij voort, »Hem zou ik het meisje nooit
gegeven hebben: hij verliest er dus niets bij en
wint slechts als hjj den post van opperjagermeester
krjjgt. Birh zal tot dien prijs gaarne een kleine
nederlaag ljjdenmaar gij moet mjj den dienst
bewjjzen om naar haar toe te rjjden en te zeggen
dat zij alleen op voorwaarde der stiptste gehoor
zaamheid op mjjn genade kan rekenen."
Ik aarzelde en zei:
„Ik vrees bjjna Gisela was in den
laatsten tjjd zoo veranderd Ik heb ook
reeds, met haar gesproken
„Zoowaarover
„Of liever Ja, ik moet het zeggen. Zjj
is ontstemd, onvoldaan
„OnvoldaanZij dat is ongehoord
„Misschien mag ik het zoo niet noemen
Gjj spraakt zoo even van hare moeder
Terwijl wjj in Ems waren, heeft zjj onder
allerlei rommel op een zolderkamertje brieven en
aantee keningen van haar gevonden." Tante scheen
onaangenaam getroffen.
„Ik herinner mjj dat ik na Eduards dood
bevel gaf alles naar den zolder te brengen. Waar
zou men er mee heen? Niemand stelde er belang
ia» en voor ons was het een onaangename her
Het gesprek, door den minister in de zitting
der Eerste Kamer van 8 Mei 11. in hoofdzaak me
degedeeld, heeft werkelijk plaats gehad, en wel op
den Sen Maart 1886 in het departement van bin-
nenlandscbe zaken, derhalve even na de indiening
van het wetsontwerp betreffende de conversielee-
ning aan de Tweede Kamer. Hjj, die op dien
dag en die plaats het woord voerde ten behoeve
van het Amsterdamsche consortium, was daarvan
lid, en heeft als zoodanig op den 20en Juli 1884
de overeenkomst betreffende de leening van
60,000,000 met den minister Grobbée mede-
onderteekend.
Het is moeiljjk aan te nemen, dat hjj buiten
weten van zjjn medeleden het bezoek bracht of
dat hjj hen daarvan onkundig zou hebben ge
laten.
De verdachtmaking, als ware van de regeerings-
tafel aan de Eerste Kamer iets medegedeeld, dat
streed met de waarheid, berust dus zelve op eene
onwaarheid. Alleen is er een klein verschil van
tjjd, omdat de minister in de Kamer gezegd had,
dat het gesprek even vóór de indiening van het
wetsontwerp plaats had. Dit maakt echter in het
wezen der zaak niet het allerminste verschil.
Volgens het Vad. zal met het einde der maand
met de conversie der Nederlandsche staatsschuld
een aanvang gemaakt worden.
Naar aanleiding van het gisteren medegedeelde
omtrent het brievenvervoer op Zondag meldt eene
vriendeljjke hand ons nog de volgende staaltjes
van vlugge expeditie:
Een brief, Zaterdagavond 9f uur in Poortvliet
op de post gedaan, werd te Middelburg Maandag
morgen 11 uur bezorgd.
Ruim 14 dagen geleden had een andere brief
eveneens 38 uur noodig om denzelfden afstand af
te leggen. Toen duurde de reis van Dinsdag
avond tot Donderdagmorgen. Kan er dus in het
eerste geval Zondagsdienst in 'tspel zijn, bjj het
tweede is dit onmogelijk.
Zooals onze lezers zich zullen herinneren werd
in de algemeene vergadering van het departement
Middelburg van het Nut van den 21 April jl, bij de
behandeling der wetsherziening, bjj art. 34 door
een der leden voorgesteld aan dat artikel een
nieuwe alinea toe te voegen, luidende! De ten
jare 1819 opgerichte spaarbank is eene stichting
In verband daarmede stelde hetzelfde lid voor,
in art. 37 op te nemen de bepalingGeen
voorstel tot wijziging kan verandering brengen in
het beginsel van art. 34 behoudens het bepaalde
omtrent de ontbinding.
Nadat destjjds deze voorstellen in het breede
waren toegelicht en bestreden werd besloten de
verdere behandeling te verdagen.
Gisterenavond nu vergaderde het departement
tot behandeling dezer zaak en dat die zeer de
belangstelling der leden wekte, bleek uit de bij
zonder talrjjke opkomst.
In de eerste plaats was aan de orde de benoe
innering dat wil ik niet ontkennen."
„Het was toch niet goed, tanteIk wil
niet eens zeggen dat kieschheid jegens de over
ledene iets anders gebood Gisela stelde er
wel belang in en dat werd nog opgewekt door
het portret harer moeder, waarnaar wjj te ver
geefs gezocht hebben."
„Ik moest het haar althans beloven
Ik vergat er aan te denken.
„Zjj kreeg het van een heel anderen kant
en bewaart het als een heiligdom, sedert zjj weet
dat haar moeder op dat slot gestorven is."
Tante maakte een ongeduldige beweging.
„Ik zal kort zjjn. Gisela vond het dagboek
van haar moeder, dat tot weinige dagen voor haar
dood loopt".
Tante haalde de schouders op en schoof op
haar stoel heen en weder.
„Wat kan mjj dat schelen 1" fluisterde zij.
„Het wekt zeker in haar gemoed allerlei
gewaarwordingen op, die vergeefeljjk voor een
kind zelfs wanneer zij
„Ik hoop niet dat zjj
„Wees gerust, tantelief 1 Gisela schjjnt zich
niet tegen enkele verwjjteD, die door het lezen
dier briefwisseling opgewekt zjjn, te kunnen ver
zetten. Als ik haar goed begrjjp dan twjjfeltzjj
zelfs aan de billjjkheid van haar bezit van
Hainthal
Tante staarde mjj met ontzetting aan.
„Yergeef mjj, ik kan mjj vergist hebben. Zjj
zei gigteren dat haar moeder den prins kort voor
ming van twee leden van het hoofdbestuur in
plaats van de heeren J. A. Böhringer en mr. C.
H. B. Boot, die aan de beurt van aftreding en
niet herkiesbaar zjjn. Gekozen werden de heeren
A. C Wertheim te Amsterdam mot 39 en mr,
B. Mees te Rotterdam met 34 stemmen. De me
de voorgedragen heeren mr. A. J. Royaards te
Amsterdam en mr. A. Bloembergen Ez. te Leeuwar
den verkregen ieder 8 stemmen.
Hierop kwam de hoofdschotel van het menu
ter tafelde spaarbankkwestie.
Een der leden van de spaarbankcommissie gaf
namens deze een historisch overzicht van het
ontstaan der spaarbank en hetgeen met haar in
den loop der tjjden is gebeurd, om op grond
daarvan de wenscheljjkheid aan te toonen dat het
rechtsstandpunt van de spaarbank worde uitge
maakt.
De voorzitter van het departement nam ver
volgens het woord om in het breede op juridieke
gronden te befoogen, dat de spaarbank geen
stichting was en kon zjjn. Dit werd door onder
scheidene leden öf bestreden öf beaamd in meer
of minder lange pleitredenen.
Eindelijk kwam de zaak in stemming en ver
klaarden zich 32 leden voor het amendement en
29 er tegen.
Na dezen uitslag gaf het bestuur kennis, tenge
volge daarvan, collectief zjjn ontslag te nemen en
stelde het voor de verdere behandeling van de
wetsherziening uit te stellen.
Daartoe werd met groote meerderheid van stem
men besloten.
De vraag werd nog gedaan of met de aanneming
van het amendement zoowel het voorgestelde op
art. 34 als dat op art. 37 bedoeld is, wat de
vergadering met 36 tegen 15 stemmen toestemmend
beantwoordde.
De vergadering ging alsnu uiteen.
De bjj het 3e reg. inf. nieuwbenoemde le luits.
W. F. Johannes, L. W. C. G. van der Garden,
I. C. Sommer en N. Ducroix, zijn resp. ingedeeld
bjj het 5e, le, 5e (Bergen op Zoom) en 4e bat.
(VlissingeD).
Uit Goes schrjjft men ons:
De heer H. Merckens van Vlissingen hield
gisteren avond in de Prins van Oranje alhier
eene lezing over de Homoeopathie. Bjj het begin
der lezing waren slechts weinigen aanwezig, doch
een poos later steeg hun aantal tot een 150,
waaronder eenige dames. Geen der Goesche ge
neeskundigen, ofschoon allen een toegangskaart
was gezonden, was tegenwoordig. Eerst behan
delde de spreker de allopathische geneeswijze en
door onderscheidene citaten uit werken der ver
schillende schrijvers over de geneeskunde trachtte
hij aan te toonen, dat de geneeskunde sedert de
vroegste tjjden weinig vooruitgegaan is, en de
verschillende (schrijvers elkander (soms zich zeiven)
de werking der geneesmiddelen betwisten en de
geneeskunde niets meer of minder dan een groote
kwakzalverij noemen. Sommige scbrjjvers, door
spreker aangehaald, gaan zelfs zoo ver met te
haar dood driemaal honderd duizend lires, die zjj
van haar Vader erfde, gegeven had en nog eens
tweemaal honderd duizend franken, de opbrengst
harer diamanten, om het goed van een hypotheek,
die er op rustte te bevrjjdende prins is kort
na haar moeder gestorven en die hypotheek is
nooit afgelost, maar de kroon heeft den hypo
theekhouder een proces aangedaan, dat zij gewon
nen heeft, zoodat de familie van dien man doodarm
is geworden. Niemand weet haar te zeggen, waar
dat geld gebleven is, opdat zjj het, als erfgename
van Hainthal, aan de rechtmatige eigenaars kan
teruggeven".
„Een sprookjezei tante en streek met
haar zakdoek over het voorhoofd.
ïHebt gjj nooit van zoo'n proces gehoord
„Jawelmisschien Maar hot was heel
andersHoe durft zij de rechtschapenheid van
den vorst in twjjfel trekken 1
„Vergeef mjj, dat heb ik niet gezegddan
zou ik haar onrecht doen maar het schjjnt dat
anderen, bjj wie zjj in onze afwezigheid inlichtin-
tingen gevraagd heeft,
„Wie zjjn die anderen, die het vraagden.
Een familie Greiner Broeder en zuster,
de kinderen van den hypotheekhouder, die vroeger
zeer rjjk en een vriend van oom Eduard moet
geweest zjjn".
Tante verschoot van kleur.
Wordt vervolgd,)