N° 116.
129e Jaargang^
1886.
Dinsdag
18 Mei.
Mctas en liet algemeen stemrecM.
M FEUILLETON.
Catull Pimpel.
Middelburg 17 Mei.
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 3/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentien20 Cent per regel.'
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
Hans "Wachenhusen.
ÜIIDDELBURGSCHE COURANT.
vu
Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, teKruiningen: F. vae dee Peijl,te Zierikzee: A. C. de Moou,te Tholen: W. A. van Nieuwenhuuzen, te Ternenzen: A.van deb Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger.
door P. C. F. PKOWEIK
Evenals in de literatuur van iedere wetenschap
en kunst vindt men ook in die der staatkunde
werken, welke ten volle op den naam van classiek
kunnen aanspraak maken, omdat zij niet slechts
den ephemerischen toestand van het oogenblik
behandelden maar algemeen leidende beginselen
uitspraken, die ten allen tjjde verdienen te wor
den overwogen. Zulk een classiek werk op staat
kundig gebied is het te weinig bekende opstel
van onzen ThorbecJce »Over het heden
daagsche staatsburgersch',a;p." Nuonze
liberale partij langzamerhand conservatief is in
gedommeld op de lauweren, door haar vroegere
strijders behaald, ban niet genoeg herinnerd wor
den aan en bestudeerd worden hetgeen de vader
van ons, door zijn volgelingen verbasterd, libera
lisme geschreven en gedacht heeft. Bij de zich
steeds meer op den voorgrond dringende vraag
„wat is de roeping der liberale partij hoe kan
zij wéér nieuwe levenskracht bekomen en nieuwe
geestdrift wekken is de studie van zijn geschrif
ten een allereerst vereischte. Natuurlijk even
eens allereerst aangevuld met een wetenschappe
lijke studie der sociale verschjjnselen en vragen,
die zich sedert Thorbecke's optreden scherper ge
karakteriseerd en duideljjker geformuleerd hebben
en de wisselwerking van staathuishoudkunde en
staatkunde krachtiger hebben doen gevoelen.
Het maakt een zonderlingen indruk, wanneer
men ten onzent door staatslieden en juristen zoo
vaak allerlei Duitsche rechtsgeleerden, b. v.
Bluntschli en Von Mohl bestudeerd en geciteerd
ziei, tetvjjl juist wij Nederlanders kunnen bogen
op een staatsman, die, door en door nationaal,
de grondvester zou mogen heeten van een eigen
Nederlandsch Staatsrecht. Mogen
de beide eerstgenoemde geleerden gelden als
misschien de uitstekendste vertegenwoordigers der
school van het historisch staatsrecht, voor ons is
mogeljjb van meer belang hun historische m e-
t h o d e zelve, dan wel hnn toepassing dier methode
Voor de toepassing juist daajryaj? op onze toestanden
vinden wjj den uitstekendsten gids in onzen eigen
Nederlandschen staatsman, die aan zjjn uitgebreide
kennis van de geschiedenis onzer staatsinstellingen
een vaste overtuiging paarde omtrent de wjjze, hoe
die instellingen moesten gestuurd en hervormd
worden in den geest onzer eeuw. Simon van
Slingelandt verdedigende tegen het verwjjt, dat deze
zjjn tjjd vooruit zou zjjn geweest, schreef Thor-
becke Historische Schetsen p. 67): »J u i s t in
hen, die oorspronkelijk en vooitva-
rend waren, leefde en werkte de
igenaardige krach t yan hunnen tjjd,
Roman van
ACHT EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Waarin iets ongehoords aan het hof gebeurt.
Toen het bal zou beginnen, verspreidde men
zich door de groote zalen, die van lieverlede met
gasten gevuld waren. Ik vergat Gisela en zag
haar wel nu aan den arm van dezen of genen
danser, maar mjjn aandacht werd in beslag ge
nomen door tableaux vivants, waarmede ik mjj
moest bemoeien. Gisela had beslist geweigerd
daaraan deel te nemen, ofschoon ik er haar zoo
gaarne bjj gehad had; maar zij wist dat Pimpel
mjj er aan zou helpen en verscheidene dagen
te voren des morgens op het paleis had moeten
komen.
De avond ging zeer aangenaam voorbij, de
tableau's voldeden goed. Daarna werd er weer
gedanst. Gisela onttrok er zich niet aan, ofschoon
se bljjkbaar geen pleizier had. Daarop werd er
door eenige leden van de opera gezongen. Ver
volgens was er weer cercle.
Tante zei mjj een paar vriendeljjke woorden
over de tableau's. Ik was moede, en met een
glae limonade in de hand betrad ik de galerjj
om een rustig plekje te zoeken. De meeste gasten
bevonden aich in de nabjjheid der buffetten, zoodat
Jiefc bier vrjj leeg wai en aan bet einde, dicht bjj
die bij hunne t jfd g e n o o t en lag te
sluimere n." In deze woorden ligt het geheim
van het welslagen van vele zjjner pogingen. In
de miskenning er van de verklaring van het
echec van onze vele pseudo-staatslieden der laatste
jaren, die zich met hun even kameleontische volge
lingen steeds angstig afvroegen of zjj wel handel
den »in den geest van onzen tijd." Hij, die zich
dergelijke vraag telkens angstvallig stelt en dien
overeenkomstig aarzelend en voorzichtig" han
delt, toont juist dat in hem niet leeft de geest
van zijnen tjjd.
Gouverner Pest prévoir. Regeeren is iets anders
dan heerschen. Thorbecke regeerde, Heemskerk
tracht te heerschen.
Regeeren is vooruitzien, leiden en sturen. De
staatsman, die dit wil, moet bezield worden door
wat men zou kunnen noemen een staatkundig
ideaal, waarheen hij het schip van staat wil sturen,
al weet hij ook dat hjj in zijn leven het daar
niet reeds zien zal. Hjj moet daartoe niet slechts
den vorm, maar meer nog den geest der staats
instellingen begrijpen; hjj moet de wording
van het raderwerk kennen, moet weten wat er
»in zit." Door de vastheid zjjner hand moet hjj
vertrouwen weten in te boezemendoor de
richting van zjjn blik te toonen moet hjj bezieling
weten te wekken voor hetgeen hem zelf in stille
geestdrift brengt; en bjj dit alles moet hjj met
kalm overleg, zonder zenuwachtige gejaagdheid
of angstvalligen schroom, de juiste snelheid der
vaart weten te berekenen, wil hjj niet gedwongen
worden tot hopeloos terugtrekken of doelloos
stilstaan. Zulk een staatsman was Thorbecke.
Na zjjn dood is er weinig meer geregeerd
maar is er Blechts geheerscht en geadministreerd.,
Van Kappeyne meende men een korten tijd, dat
hjj volgens de beginselen van bet Nederlandsche
liberalisme zou kunnen regeeren. Maar tegen
over de clericalen was hij zoo onverdraagzaam en
voornaam onverschillig, dat de godsdienstige
partijtwisten op staatkundig gebied nog meer
werden aangewakkerd. Op administratief terrein,
ook in zake de onderwp3wet, zoo centraliseerend
dat vooral op het platteland de liberale begin
selen een gevoeligen knak verkregen. En tegen
over het ontwakend rechtsbewustzijn van „het
volk achter de kiezers" zoo aanmatigend, dat het
vertrouwen der goed gezinde arbeiderspartij op
een hervorming van bovenaf geheel verdween. De
vermeende staatsman Kappeyne beproefde met
behulp der conservatief geworden liberalen te
heerschen. En toen hjj door het altijd nog
geheimzinnig plan zjjner grondwetsherziening een
aanvang scheen te willen maken met regee.re n,
was het reeds te laat. De oud-liberale partjj had
reeds haar zwanenzang gezongen.
Na hem nam het bederf in onze staatsinstel
lingen hand over hand toe. Onder onzen tegen-
woordigen premier bereikte het een laagte, die
voor den blik der meest kortsichtigen zelfs
toegankelijk is, en ieders oogen noodzakeljjk
moet openen voor het staatsgefahrliche van den
den wintertuin, zag ik niemand. Ik begaf mij
daarheen doch deinsde verschrikt achteruit; want
tusschen de waaierpalmen door zag ik Gisela
aankomen en naast haarPimpel, die zeer
bleek, met neergeslagen oogen tot haar sprak,
en toen zjj eensklaps stilstond, en al» hulp zoe
kende om zich heen keek, bleef hij met gevouwen
handen voor haar staan, om sjjn vonnis af te
wachten. Ik had mjj achter een der zuilen ver
borgen. Gisela zag mjj niet. Ik was bang j en
dat nam nog toe bjj het zien van haar toornig
gelaat.
Zij zag spierwit, tot zelfs hare lippen, die
zenuwachtig trilden. Zjj had zich van hem afge
keerd, bewoog driftig haar waaier en keek angstig
om zich heen.
„Gravin", hoorde ik hem zeggen. „Ik bezweer
u in naam onzer vriendschap geef mjj een teeken
dat gjj mjj niet geheel verstoot, vergun mjj u te
bewjjzen hoe mjjn trouw en aanhankelijkheid
„Mijnheer Pimpel", bracht ze met onverholen
afkeer uit, sloeg haar waaier dicht, doch terstond
weer open om hem voor haar gelaat te houden.
„Spaar mjj wat ik u bidden magGjj zaagt dat
ik een stil plekje zocht om uit te rusten, daar gjj
mij hindertHeeft alles wat gjj geworden zjjt
u dan nog niet geleerd een fatsoenlek man te
zjjn Hp beet zich op de lippen. Dat woord
was krenkend. Het bloed steeg hem naar het
hoofd.
„Ik sprak tot de gravin Hainthal," zei hjj
met nadruk, en legde zijn hand op haar arm.
»j5ou ik mjj in het adres vergist hebben
toestand. Men moge het den heer Heemskerk
tot een verdienste aanrekenen, dat zjjn eigen
liefde zich heeft kunnen verzetten tegen het denk
beeld van onmisbaar fauie de mieuxmen moge
zijn beginselloosheid verschoonen door het feit,
dart. 0U20 Tweede Kamer te lafhartig en te zwak
was om hem te ontslaan; het bederf zou toch
eindeljjk zoo diep kunnen inkankeren, dat gemis
aan eigenwaarde, lafhartigheid en zwakheid een
misdaad kan worden tegenover de Nederlandsche
natie, die dringend behoefte heeft aan regeering
en leiding. In een beschaafd land moet niet ge
heerscht, maar geregeerd; niet gescharreld, maar
gestuurd worden.
Doch ik wjjk misschien ver af van Thorbecke
en zjjn classiek geschrift. Ik wilde door deze
afwijking er slechts aan herinneren, hoe hjj, die
in den tegenwoordigen tjjd vooruitstrevend
wil werkzaam zjjn, volkomen gerechtigd is terug
te gaan, terug tol Thorbecke, om diens werk
voort te zetten naar den geest van onzen tijd.
Ik wil daarom herhalen, wat ik reeds etteljjke
jaren geleden deed Nog eens Algemeen Stemrecht
Amsterdam 1881), en de noodzakeljjkheid voor de
liberale partij om het algemeen stemrecht op haar
programma te nemen, verdedigen met een beroep
op den vader van ons liberalisme.
Slot volgt.)
De commissaris des konings in Zeeland heeft
bepaald dat het in de maand Juni aanstaande te
houden onderzoek der in de provincie
ziel» bevindende verlofgangers van de
militie te land, om het even uit welke pro
vincie zjj afkomstig zijn, met inachtneming van
het bjj Provinciaal blad n° 13 van 1880 mede
gedeelde, betreffen zal hen, die vóór 1 April jl.
in het genot van onbepaald verlof zjjn gesteld,
onverscliïllig' tot welke lichting zij
Diehooren. Het onderzoek zal plaats hebben
i'u de gemeenten en op de dagen en uren, als
hieronder zjjn aangewezen.
Hulst. Zaterdag 5 Juni, des voormiddags te
10 uren, voor de verlofgangers uit Boschkapelle,
Clinge, Graauw, Hengstdjjk, Hontenisse, Hulst,
Ossenisse, St. Jansteen en Stoppeldjjk.
Axel. Maandag 7 Juni, des voormiddags te
10 uren, voor die uit Axel, Hoek, Koewacht,
Overslag' Philippine, Sas van Gent, Ter Neuzen,
Westdorpe, Zaamslag en Zuiddorpe.
IJzendjjke. Woendag 9 Juni, des voormid
dags te 10 uren, voor die uit Breskens, Biervliet,
GroedeHoofdplaatNieuwvliet, Schoondjjke,
Waterlandkerkje en IJzendjjke.
Sluis. Vrjjdag 11 Juni, des voormiddags te
10 uren* voor die uit Aardenburg, Cadzand, Eede,
Oostburg, Retranchement, St. Kruis, Sluis en
Zuidzande.
Zierikzee. Woensdag 16 Juni, des voor
middags te 10 uren, voor die te Bruinisse, Drei-
achor, Nieuwerkerk, Oosterland, Ouwerkerk en
Zierikzee.
Brouwershaven. Donderdag 17 Juni, des
Een bliksemstraal uit hare oogen trof hem.
„Welk een brutaliteitriep zij uit, „des te
zekerder ben ik, dat ik mjj niet daarin vergis."
Ik zag hoe zjj hem met een gloeiend gelaat
haar arm onttrok en toen hjj niet wilde wjjken
ik slaakte een angstkreet trof haar waaier
zjjn wang met zooveel kracht, dat het ivoor in
stukken sprong en de edelsteenen, waarmede hjj
bezet was, op den grond rolden.
Het glas was mjj uit de hand gevallen. Zoodra
zjj mij zag vloog zjj hjjgend naar mij toe en legde
haar arm in den mjjnen.
Geschrikt over hetgeen zjj gedaan had, keerde
zjj zich om, toen een luid gelach in onze nabijheid
haar oor trof.
„Gisela 1" fluisterde ik vermanend. Zij her
stelde zich spoedig en riep
»0 kom! Ik heb slechts de schaamteloosheid
gestraft, waarmede hjj mjj al in Hainthal lastig
is gevallen, zoodat ik niet meer alleen in het
park kon wandelen Geloof mjj vrjj 1 Hjj
heeft niets te veel gehad
„Maar als men het hoort en als men ge
zien heeft," riep lachend een mannestem vlak bjj
ons, en wel die van den kamerjonker, die haar
niet uit het oog verloren had, toen zjj de oran
jerie betrad en met jaloezie ziende dat Pimpel
hem voor kwam, hen gevolgd was en achter een
andere zuil verborgen ook het tooneel gadegeslagen
had.
„Gravin I" riep hjj opgetogen uit. „Ik wist
dat er een gerechtigheid wasmaar het is een
verrassing voor mjj dat zjj zulk een scboone hand
voormiddags te 10 uren, voor die uit Brouwers
haven, Burgh, Duivendjjke, Eikerzee, Ellemeet,
Haamstede, Kerkwerve, Noordgouwe, Noordwelle,
Renesse, Serooskerke en Zonnemaire.
K a p e 1 1 e. Zaterdag 19 Juni, des voormiddags
te 10 uren, voor die uit Kapelle, Wemeldinge,
Yerseke, Kruiningen, Krabbend jjke,Rilland -Bath,
Schore, Waarde.
Tholen. Maandag 21 Juni,des voormiddag!
te 10 uren, voor die uit Oud Vosmeer, Poortvliet»
Scherpenisse, St. Annaland, St. Maartenadjjk, St.
Philipsland, Stavenisse en Tholen.
Oortgene. Woensdag 23 Juni, des voor
middags te 10 uren, voor de verlofgangers uit
Colijnsplaat, Cats, Cortgene en Wissekerke.
Goes. Vrijdag 25 Juni, des voormiddags te
10 uren, voor die uit Baarland, Borssele, Driewe
gen, Ellewoutsdijk, Goes, 's Gravenpolder, 'sHeer
Abtskerke, 's Heer Arendskerke, 's Heerenhoek,
Heinkenszand, Hoedekenskerke, Kattendjjke, Kloe-
tinge, Nisse, Oudelande, Ovezand en Wolfaartsdjjk.
V e e r e. Zaterdag 26 Juni, des voormiddags
te 10 uren, voor die uit Aagtekerke, Domburg,
Grjjpskerke, Oostkapelle, Serooskerke, St. Laurens,
Veere en Vrouwepolder.
Vlissingen. Maandag 28 Juni, des voor
middags te 10 uren, voor die uit Biggekerke,
Koudekerke, Meliskerke, Oo*t- en West-Souburg,
Ritthem, Vlissingen, Westkapelle en Zoutelande.
Middelburg. Dinsdag 29 Juni, des voor-
middags te 10 uren, voor die uit Arnemuiden,
Middelburg en Nieuw- en St. Joosland.
De verlofgangers moeten zich verzamelen voor
het gemeentehuis.
Het door ons medegedeelde gerucht dat de heer
J. A. de Wolff, notaris te Vlissingen, een even-
tueele verkiezing als lid der provinciale staten
niet zou aannemen is ook te Vlissingen verspreid.
Daar verspreiding van zoodanig gerucht, wanneer
het onjuist ware, als een onwaardige verkiezings
manoeuvre zou kunnen worden gekwalificeerd, doen
wjj ons nummer van heden aan den heer De Wolff
toekomen. Hij is dan in de gelegenheid dat gerucht
tegen te spreken, en die tegenspraak zullen wjj
natuurlijk gaarne publiek maken.
Mocht het gerucht niet tegengesproken worden,
zoo kan het als waarheid worden aangenomen.
Dr Schaepman begint zich nu Ook te wjjden
aan -koloniale vraagstukken, wat wjj voor hem
een gevaarlpk pogen vinden, Hjj betuigt zjjne
sympathie met het geschrift van den heerPruys
van der Hoeven, maar zegt toch aan het slot van
zjjne beschouwingen daarover in de Tijd deze be
hartigenswaardige woorden
„Men vervalt, naar onze bescheiden meening,
ten opzichte van het concentratiestelsel weer in
dezelfde fout, die ons in Atjeh reeds zooveel
kwaad heeft berokkend: men breekt telkens de
begonnen lijn weer af. Men iaat aan geen enke
len maatregel den tjjd om ten volle te werken.
bezit
Een bestraffende blik van mjj bracht hem tot
zwijgen. Vol bewondering liet hjj Gisela voorbjj
gaan en begaf zich in de zalen om aan zjjnö
intiemste vrienden te vertellen, wat hjj zooeven
met eigen oogen gezien had.
Gisela hoe kondt gij u zoo vergeten 1" riep
ik, haar naar een van de verste kamers volgende»
>01 vraag het mjj niet! Sedert weken weet
ik al wat die ellendeling in zjjn schild voert»
Buitendien beteekent het tusschen hem en mjj
zooveel niet als gjj denkt. Gravin Gisela heeft
heden slechts gewrokèn, wat hjj indertjjd de arme
Sella Hagemann heeft aangedaan. Wjj waren
alleen, en dus behoefde de een den ander niet»
kwaljjk te nemen. Ik verlaat echter van avond
nog het paleis. Gjj vindt mjj in Hainthal." Zjj
brak haar waaier verder in stukken en wierp
hem weg.
„Dat zult gjj niet, doen Gisela 1 Beloof
het mjj."
„Ik beloof niets."
»Het is éen uur 1 Over een nar is alles af-
geloopen 1 Wacht op mijl Ik ga naar tante, opdat
het haar van avond niet meer ter oore koine
Ik drukte haar de hand en ging in de zaal terug.
Birh scheen echter al gebabbeld te hebben.
Zjjn gelaat straalde zegevierend. Hier en daar
zag ik de gasten lachend de hoofden bij elkaar
steken. Zjjn verhaal was voor de balfslaperigen
een welkome opfrissching geweest. Toen ik tante
opzocht, was zjj reeds naar hare kamer gegaan
en ik was bljj dat ik een reden had om haar te
volgen.
{Wordi vtrvolgd.)