N° 111. Woensdag 12 Mei. Middelburg 11 Mei. Het arbeiders vraagstuk. FEUILLETON. Catull Pimpel. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regels Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hans Wachenhusem Agenten te Ylissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: P. tan dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TholenW. A. van Nieuwenhtjijzen, te Terneuzen: A.van dee Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Lal be Cie., John F. Jones, opvolger. In de Vragen des Tijds van deze maand levert mr A. Kerd jjk eene beschouwing die, met het oog op hetgeen thans in de Liberale Unie besproken en behandeld wordt in het belang eener sociaal- politieke wetgeving, wel de aandacht verdient. Hij wijst daarin op d e Bureaus of statistics of labor, die op Amerikaan8cheu bodem gevonden worden. Het initiatief tot deze instellingen werd genomen door de regeering van Massachusetts, nadat ten iare 1866 door de National Labor Union voor 't eerst een eisch in die richting was gedaan. Eenerzijds erlangde men er de overtuiging, dat zonder nauwkeurige bekendheid met den feitelijken toestand der arbeiders geen deugdelijke sociaal- politieke wetgeving te hunnen behoeve mogelijk was; anderzijds begreep men, dat door tjjdeljjke enquêtes niet naar behooren in deze behoelte kon worden voorzien. Daarom verlangde in genoemd jaar een parlementaire commissie: dat er stappen gedaan zouden worden om jaarlijkscho statistieken te verkrijgen betrekking hebbende op den toestand, de vooruitzichten en behoeften van de njjverheids- klasaen. Kort daarop sloot een andere commissie uit de volksvertegenwoordiging zich bij dat ver langen aan; en vóór het einde van het jaar 1869 was reeds het eerste Bureau of statistics of labor in het leven geroepen. In den uitgebreidsten zin stelde men zich ten doel alles te verzamelen wat betrekking had op den arbeiderestand. En dat die instelling haar taak met ernst opvatte, bewijst wel de volgende verzekering van mr Kerdijk, dat de beide jongste verslagen der instelling, over de jaren 1884 en 1885 CGOt gegozons oror ^£o»<3ci,~.-?o-wGoid: een vergelijkend overzicht van loonen en prijzen in Massachusetts en Engeland gedurende het tijdperk 1860—1883; een historisch overzicht der loonen en prijzen van 1752 tot 1860; opstellen over de coöperatie in Engeland over het deelen door de werklieden in de winst van industrieele onderne mingen; over voedingsmiddelen, hun spijzen en voedingswaarde over de kunst in de nijverheid een buitengewoon hoogen dunk geven van haar werkzaamheiden te recht is van het eerstge noemde onlangs gezegd, dat het seen schitterend bewijs levert van het ginds (door de officieele statistiek) bereikte standpunt." Niet altjjd intusechen is de instelling even gelukkig geweest in haar wijze van werken en met de daardoor verkregen uitkomsten. In den eersten tjjd van haar bestaan poogde men de inlichtingen, die men zocht, te verkrijgen door het zenden van circulaires met een reeks van vragen aan autoriteiten, arbeidgevers, arbeidne- mers, enz. Doch de aldus binnengehaalde oogst was in den regel schraal. Zulk een circulaire Roman van VIJF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK. De brieven van Carina. In plaats van zich eerst naar het dorp te be geven begon Hugo door het park te dolen en kon maar niet tot een besluit komen of hij zijn bezoek op het slot zou gaan brengen of niet. Eindelijk zag hij een donkere gedaante aan het einde eener laan, die hem bljjkbaar opwachtte. „Gjj riep hij, zjjne schreden verhaastende, uit. „Ik zag u reeds uit mjjn venster, mijnheer Greinerl" zei Giisela, hem de hand toestekende. „Ik voel mjj gedrongen om u te komen bedanken voor al uw goedheid, gravinzei hij, hare hand kussende. „Gjj hadt mij beloofd, Gisela te zeggen. Ik heb u al gewacht. Uw zuster, bij wie ik dageljjks kom, omdat ik zooveel van de kinderen houd, zei mij dat gjj het zoo druk hadtMaar niet waar, van daag bljjft gjj hier Ik ga met u naar haar huisje. Tot mjjn epijt kan ik u nog niet op het slot ontvangen; daar ligt alles nog ten onder ste boven en ik verlang zoo naar gezelligheidik ben hier heel alleen". Zjj scheep nog te aarzelen of zjj hem ook eerst b. v. werd, blijkens het verslag over 1870, slechts beantwoord door 217 van de 1248 werkgevers, en door 114 van de 2680 werklieden, tot wie zij was gericht. Aanvankelijk meende men de ontmoe digende uitkomst aan eigen schuld te moeten wijten, aangezien het aantal gestelde vragen te hoog was opgedreven. De uitslag werd echter niet gunstiger, toen men ten deze zelfbeperking had geleerd. Tengevolge van die ervaring ging men er meer en meer toe over, door persoonlijke nasporingen de gewenschte gegevens bijeen te brengen. Wel bleek het ook hierbij een bezwaar, dat niemand tot het verstrekken van inlich tingen kon gedwongen worden, zoodat het bu reau zonder veler vrijwillige medewerking wei nig vermocht; doch deze werd te bereidvaar diger verleend, naarmate haar vruchten voor een ieder duidelijker openbaar werden. Zoo slaagde het bureau er in, den gruwelijken staat, waarin te Boston een deel der arbeiderswoningen verkeerde, bloot te leggen. Zoo werden in 1875 de levensomstandigheden van 397 arbeidersgezinnen bestudeerd en beschreven. Zoo heeft een onder zoek, ten jare 1873 in 233 textiel-fabrieken ingesteld naar ventilatie, veiligheidsuitgangen, omheining van gevaarlijke werktuigen enz., geleid tot de wet van 1877, waarbij het toezicht op de fabrieken aanmerkelijk werd verscherpt. Wat den invloed van het bureau verhoogde, was het vertrouwen in zijn onpartijdigheid. - Dit voorbeeld, door Masschusetts gegeven, vond navolging in de andere staten van de Unie. Het werd een staand nommer op het programma der invloedrijke werkliedenvereenigingen. Naast die bestaande instellingen verlangden echter de werklieden de oprichting van een centraal bureau voor gansch de Unie. Niet alleen, omdat zjj hiervan meer gelijkvormigheid ver wachtten in de verslagen der onderscheiden staten; ook en bovenal, omdat zjj vertrouwden, dat op deze wjjze de weg zou worden gebaand voor een dj li o in ij un Gelang. In dien zin werd dan ook sedert Iövt vchuuu schrift tot de algemeene volksvertegenwoordiging gericht om inlichtingen te verzamelen over het arbeidersvraagstuk; over de betrekking van den arbeid tot het kapitaal, over de werkuren, de loonen, en de middelen om den toestand van de werklieden, zoowel uit sociaal, als intellectueel en moreel oogpunt te verbeteren. De leiding der nationale instelling werd toe vertrouwd aan Carroll Wright, die in Massachu setts zjjn sporen had verdiend en met te grooter belangstelling mag zeker wel haar eerste jaar verslag worden tegemoet gezien, nu het voorna melijk gegevens zal behelzen omtrent den ge- drukten toestand der njjverheid in binnen- en buitenland. Dit voorbeeld biedt mr. Kerdijk Nederland ter navolging aan. Nergens toch zou in een dringender behoelte worden voorzien dan juist ten onzent. Inderdaad", zegt de schrjjver, „bitter maat verdiend was, en is nog steeds, de uitspraak, een tiental jaren geleden door den heer Levy gedaan»»Dit staat naar het slot zou brengen; maar zjj vreesde hem te krenken, want na hetgeen hjj onlangs gezegd had, moest hjj met gemengde gevoelens op haar grondgebied staan. „Ik zou mjj zeer gelukkig voelen als ik den dag met u mocht doorbrengen", zei hjj. »0, als 't u blieft geen complimenten, die hoor ik meer dan mij lief is. Ik moet bekennen, mjjnheer Greiner", ging zjj voort, terwjjl zij verder het park in wandelde „dat ik u met ongeduld gewacht hebwant ik heb u iets te zeggen, dat mij zeer bezig houdt. Die bank daar is mjjn lievelingsplekje, daar heeft men zulk een heerlijk uitzicht dat steeds kalmeerend op mijne zenuwen werkt; willen wjj daar gaan zitten? Ik heb mijn ledigen tjjd en de eenzaamheid goed gebruikt en ik wil u zoo gaarne vertellen waarvoor. Wilt gjj mjj een oogenblik uw aandacht schenken Hugo ontwaarde een zekere plechtigheid op haar gelaat. „Gij zijt rechtsgeleerde en kunt mjj met uw raad bjjstaandoch daarvoor moet ik beginnen bjj hetgeen gjj mjj zelf verteld hebt, want gjj begrijpt dat ik daarover nagedacht neb". „Laat dat vergeten en begraven zjjn. Ik had er van moeten zwijgen". »Neen, volstrekt nietIk ben namelijk tot de ontdekking gekomen dat wjj twee vjjan» dige partijen zjjn, doch die elkaar geen kwaad willen doen". >Ik kwam niet hier begon hjj. »Maar nu zjjt gjj er en anders zqu ik naar vast, wjj hebben een departement van binnen- landsohe zaken, maar wij kennen de binnenland- sebe zaken niet."" Zet u aan het onderzoek van welk maatschappeljjk vraagstuk gij wilt, en van de feiten, die gjj vóór alles wenscht te leeren kennen, omdat de sociale wetenschap en de sociale politiek telkens moeten mistasten, zoo zjj niet op den vasten bodem dier feiten staan, kunt gjj ten aanzien van andere volken tienmaal moei te weten komen dan ten aanzien van het onze. Is dat niet in verhoogde mate te betreuren, is het niet in waarheid benauwend, nu het nemen van wetteljjke hervormingsmaatregelen op sociaal gebied ook in de schatting van menigeeD, die voorheen van staatsinmenging ten deze niet hoo- ren wilde allengs wordt een onafwjjsbare eisch? „Zeker zjjn er onder deze maatregelen, die on verwijld genomen kunnen worden, terwijl andere binnen betrekkeljjk korten tjjd door een even omzichtig als krachtig geleide enquête alleszins naar eisch kunnen worden voorbereid. Doch even zeker schjjnt het mjj, dat, indien tijdig een bljj- vende dienst tot het waarnemen van verschijnselen in het leven der njjverheid, tot het bjjeengaren van gegevens omtrent de nooden en behoeften der werklieden, deugdeljjk ware georganiseerd, wjj vrij wat geruster de toekomst zouden kunnen tegengaan, omdat wjj dan toegerust zouden zjjn met de kennis, die de sociale hervormer behoeft om de vele klippen te ontzeilen, welke zijn vaar water onveilig maken. Zullen wij den dag be leven, waarop men er eindeljjk toe overgaat, het verzuimde in te halen Aan de heden gehouden verkiezing voor de provinciale staten werd deelgenomen te Middel burg door 432 van de 524 Vlissingen door 179 van de 296 en te Goes door 238 van de 271 kiezers. Wij meenen onzen lezers een dienst te bewjj- sen door eens te herinneren, hoe bij de twee jongste verkiezingen, in 1880 en 1883, wegens periodieke aftreding de uitslag was in de beide -*«* - .A-. 1 ..i/imnar. Tl Tl Middelburg en Goes. Bij de 11 Mei A880 gehouden verkiezing tenge volge der periodieke aftreding brachten in het di strict Middelburg: 613 van de 1408 kiezers hun ne stem uit. Gekozen werden toen de heeren D. A. Dronkers met 491, W. A. graat van Ljjnden met 444, F. D. Sprenger met 439 en J. H. Snjjders met 427 stemmen, terwjjl tusschen de heeren J. C. Lantsheer, die 223 stemmen verkreeg, en dr J. van der Beke Callenfels, die er 192 op zich vereenigde, eene herstemming moest plaats hebben. Bjj de herstemming, 25 Mei gehouden, verkreeg de heer J. G. Lantsheer 428 van de 752 geldige stemmen en werd die alzoo gekozen, Op den heer Van der Beke Callenfels werden 324 stem men uitgebracht. Te Koes werden 795 stemmen uitgebracht en werden de aftredende leden allen herkozen. Re spectievelijk verkregen de heeren jhr mr C. van Citters 478, mr. B. V. van der Bilt 560, J. A. A. Fransen van de Putte 455 en J. M. Kakebeeke 411. u toegekomen zjjn. Hoor mjj dus aan en val mjj niet in de rede. Sedert ik zoo gelukkig ben van door u in het bezit van het portret mijner moeder te zjjn, laat dit mij geen rust. Het hangt in mjjn slaapkamer en eer ik inslaap zie ik er naar en het is altjjd alsof zjj mij iets te zeggen heeft. Die groote, mooie oogen zien mjj aan, die lippen schijnen zich te openen, als zeiden zjj Hoor mjj aan mijn kind 1 Dit ligt waarschjjnljjk aan mjjn verbeelding die opgewekt is door hetgeen gjj mjj verteld hebt, maar er komt nog iets bij. Een oude vrouw uit het dorp, die ik bjjgestaan had, kwam mjj zelf bedanken, en daar geen der be dienden haar den weg wees, zocht zg mjj in alle kamers tot in de slaapkamer toe, waar zjj met gevouwen handen voor het portret bleef staan. Zij zei dat zjj het herkende, want zjj was de eenige van de dienstboden geweest, die tjjdens de geboorte van het kind en het huweljjk op het slot gebleven was zjj met een ouden knecht, die sedert lang gestorven was. Zjj had tegen niemand gebabbeld, zells niet toen zij na den plotselingen dood van den prins weggezonden was en het slot onbewoond bleef. Zij zelf had indertjjd bevel gekregen van de grootmeesteres der vorstin om alles wat de over ledene aan kleinigheden nagelaten had, en wat de prins als kostbaarheden bewaarde, na diens dood op een zolderkamertje te bergen, waarvan zjj den sleutel moest afgeven, en zjj was overtuigd dat alles nog zoo moest liggen, als zjj het er gebraoht had, want niemand had er zich om stemmen. Verder waren uitgebracht op de hee- ren C. Koert 361, dr D. J. Helderman 347 en J. van Schouwen 289 stemmen. Bjj de periodieke verkiezing den 9 Mei 188S werd in het district MI«t<telbursfdoor 867 van de 1414 kiezers het stemrecht uitgeoefend. Daarvan leverden 860 geldige briefjes in. Alle aftredendo leden werden herkozen, nl. de heeren mr N. J. C. Snouck Hurgronje met 549, mr D. A. Berdenis van Berlekom met 531, J. P. I. Buteux met 647, 0. J. J. A. van Teijlingen met 568, Th. van Ujje Pieterse met 518 en A. Smit met 581 stemmen Toen bekwamen de heeren jhr J. L. de Jonge 329, dr J. van der Beke Callenfels 328, J. A. da Wolff 315, P. Melis Pz. 189, W. Maas 162 en M. C. van Westen 111 stemmen. In het district Goes werd door 911 van de 1297 kiezers gestemdhet aantal geldige stemmen be droeg 884. Herkozen werden de heeren jhr mr J. J. Pompe van Meerdervoort met 546, mr J. C. R. van der Bilt met 494 en J. H. Bybau met 464 stemmen. Herstemming moest plaats hebben tusschen de heeren mr W. L. van Voorst Vader, die 405 en jhr J. L. de Jonge die 385 stemmen verkreeg. Bjj de herstemming werd gekozen jhr J. L. de Jonge met 410 van de 890 geldig uitgebrachte stemmen. Mr van VoorstVader bekwam er 339. Bij de eerste stemming waren nog uitgebracht op de heeren J. Vereeke 357, D. J. Helderman 346 J. J. Ramondt 242 en W. J. Vader 183 stemmen. Namens den minister van binnenlandsche zaken hebben ged. staten ter kennis gebracht van de gemeentebesturen, dat de aan de belanghebbenden in originali of in afschrift uitgereikt wordende schriftelijke niet geheel afwijzende beschikkingen op verzoekschriften om vergunning, bedoeld in art. 5 der wet van 28 Juni 1881 Staatsblad n° 97) zooals die bjj latere wetten gewjjzigd is, en de in art. 13 dier wet bedoelde afschriften der vergun ningen, op verbeurte eener boete van ƒ25, ge- papier, ïfifluBfiMn hoofdsom. De quitantiën voor het vergunningsrecht, betaald overeenkomstig het tweede lid van art. 7 van eerstvermelde wet, behooren, op verbeurte van gelijke boete, te worden gezegeld, indien het recht meer dan 20 bedraagt. Die quitantiën mogen dan niet op het afschrift der vergunning worden gesteld en moeten geschreven worden op papier, dat naar zjjne oppervlakte gezegeld is, (minimum recht 15 cent in hoofdsom.) Bevorderd tot luitenant-kolonel bij het ïegi ment grenadiers en jagers majoor A. A. F, Lan ding van hetzelfde regiment. Ter vervulling der vaceerende betrekking van secretaris bjj het burgerlijk armbestuur alhier ie door dat bestuur een dubbeltal opgemaakt, be staande uit de heerenJB. de Koning, particulier en G. Ruitenbeek, klerk bjj den prov. waterstaat bekommerd Dus had men niet eens de kieschheid gehad om de nalatenschap eener zoo gevierde kunstenares aan haar familie terug te zenden. Men beschouwde haar ook slechts ale een lastige minnares van den prins en wist niet dat zjj op haar sterfbed zjjn vrouw geworden wasMen wist ook niets van het kind misschien wilde men van geen van beiden wetenDe oude vrouw bracht mjj op mjjn verzoek naar den zolder, waar het opgehoopte stof bewees dat zjj geljjk had met te vermoeden dat men daar alles onaan geroerd had gelaten. Het slot van een der kamertjes was zoo verroest, dat zjj het met gemak kon openduwen, en een enkele blik overtuigde haar dat alles nog lag zooals zjj het neergelegd had. Met haar hulp bracht ik al de snuisterden, doosjes, toilet-benoo- digdheden, pakken met brieven en papieren naar beneden, sloot alles zorgvuldig weg en begon dien avond reeds met de papieren te doorzoeken. Er zjjn zeer gewichtige brieven onder, die gjj lezen moet, mijnheer Greinerik zal ze u heden nog geven. Lees ze met aandacht en niet onzelf zuchtig, dat verzoek ik u uitdrukkeljjkAls gij terugkomt, zeg dan welken indruk zjj op u gemaakt hebben. Voor heden wil ik er niet meer aan denken." Zjj Btond op en bracht hem zwijgend naar het huisje zjjner zuster, die zich met vrouweljjke nieuwsgierigheid heimeljjk afvroeg, wat die twee toch samen zouden hebben. Maar zjj sprak die vraag niet nit. Zjj nam dankbaar aan wat baar

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 1