so FEUILLETON.
Catull Pimpel.
Hans WachenhuserL
Onderwijs,
Gemengde Berichten.
wel onder de leiding van deskundigen) tot een
eindbeslissing of motie zjjn geraakt, welke zeer
fraai klinkt, maar nietB in zich sluit.
„De regeering uitnoodigen tot het nemen der
noodigen maatregelen om den Atjeh-oorlog inder
daad te doen eindigen en Atjeh voorgoed aan
Nederland te onderwerpen!" Hoe naïef! Alsof
een regeering, welke daartoe den weg kende,
dezen niet reeds voorlang zou hebben ingeslagen.
Het merkwaardigste is, dat de heeren der kies
verenigingen dien weg ook niet weten aan te
wijzen."
„Brutus is," schrijft het Vad. naar aanleiding
daarvan „geljjk men weet, een tegenstander van
de agressieve politiek, waarvoor in de kiesvere
nigingen propaganda wordt gemaakt. Het komt
ons intusschen voor, dat ook de voorstanders eener
agressieve politiek moesten uitroepen non tali
auxilio. Wij willen het betrekkelijk nut van
kiesvereenigingen niet gering schatten, maar ze te
laten beslissen over een hoogst ingewikkeld militair
vraagstuk, waarvoor bovendien groote ethnologi-
sche kennis en administratieve ervaring noodig is,
is toch waarljjk de dwaasheid zelve. En hoe kan
eenig verstandig mensch eenige waarde ter wereld
hechten aan een bij acclamatie, door eenige totaa
onbevoegden, aangenomen motie, waarin plechtig
geconstateerd wor.it, dat er een eind moet komen
aan den Atjeh-oorlog.
Inderdaad, het ei van Columbus is gevonden.
Hoe dom, dat onze regeering zelf die prachtige
ontdekking niet heeft kunnen maken. De eerzame
Amsterdamsche en Rotterdamsche Burgerplichters
hebben het tooverwoord ontdekt: »»Er moet een
einde komen aan den Atjeh-oorlog.""
Nederland en Indië zijn gered."
Naar de N. R. Ct verneemt, is de vorige week
bij brief van den directeur van 's konings kabinet
aan den heer mr M. baron Mackay de vorming
van een nieuw ministerie opgedragen, doch is die
taak door hem niet aanvaard.
De heer mr J. A. Lev y vestigt in de Amst. de
aandacht op een curieus vonnis van do Arnhem-
sche rechtbank. Iemand te Arnhem, wiens per
ceel door gedeputeerde staten van Gelderland op
den ligger der publieke wegen was geplaatst,
verzet zich daartegen. Hij beweert eigendoms
recht en dagvaardt den commissaris des konings
der provincie voor de arr.-rechtbank zijner woon
plaats. Tweeledige vordering stelt hij in: Voor
eersttot vrijverklaring van zijn eigendom. Ten
anderen: te gelasten, dat het te wjjzen vonnis op
den ligger zal worden aangeteekend. Het eerste
wjjst de rechtbank toe, het tweede wijst zij af.
Dit laatste op grond„dat de commissaris des
konings noch gedeputeerde staten gehouden zijn,
ambtidaden op bevel van den rechter na te laten
of te verrichten."
Wegen op liggers zijn strafrechterlijk beschermd.
Zoodra de eischer het woordelijk hem toegekende
eigendom nu ook metterdaad handhaven wil,
loopt hjj gevaar van strafrechterlijk te worden
vervolgd. En straf beloont hij werkeljjk, bijaldien
rfjn strafrechter administratie'en justitie geschei.
den acht. Slotsomeen rechtens erkende eigenaar
kan in Nederland straf beloopen, indien hij nu
ook als eigenaar zich gedraagt.
De oorsprong van dien even belachelijke als
eoaen rechtstaat onwaardigen toestand ligt in
een dieper euvel. Ons ontbreekt administratieve
rechtspraak. Niet, dat mr. Levy het Arnhemsche
vonnis goedkeurt. Noch logisch, noch rechtens
acht hij het bestaanbaar. Maar dat zulk een
vonnis gewezen worden kan, komt hier van daan
dat wij geene administratieve rechtspraak hebben.
Die leemte is met ons rechtsbewustzijn en dat
onzer rechtsorganen in strijd. Daarin voorzien
de laatsten, zoo goed of zoo kwaad het gaat. En
het gaat wel eens kwaad, gelijk ons vonnis be
wijst. Hoe, wanneer is dat gemis te verhelpen?
Hoe? kan ieder kind u zeggen. Door Grond-
wets-herziening. Wanneer? Zoodra eene goede
genius onze grimmige partijen zal hebben over
tuigd, dat het geestelijke kapitaal, thans in po
litieke finesses verspild, oneindig beter besteed
Roman van
TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Re kamerjonker vindt de zaak bedenkelijk.
»Denk er nog eens goed over na Hugo", ging
Yon Birh voort.
Ik heb al een gelegenheid gezocht om u te
spreken en had u een heimelijke bijeenkomst wil
len vragen. Onze maatschappelijke positie loopt
helaaszoo verschrikkelijk uiteen. Maar het
denkbeeld, dat gij nu nog voor mij moet boeten,
is mij ondragelijk. Wie zal uw zuster helpen
wanneer gij maanden langDie Blümlein
moet, naar hetgeen ik van hem hoor, een schurk
zjjn, die alleen de roode vlag ontplooit omdat
hij meent dat het gouvernement hem in zijne
zaken te kort doeten de menschen, die hij om
zich heen schaart, zijn altemaal mopperaars om
dezelfde reden. Ik ben geen politicus; ik geloof
wat ik aan mijn stand verschuldigd ben en eer
biedig de meening van anderen, als zij uit een
reine en ware bron voortkomt. Als men de ge
dichten leest, die gij onlangs uitgegeven hebt
dan zou men waarlijk niet denken dat gij in
staat
„Ik begrijp u. Zeg niets meerIk ben
geen hemelbestormer; en waar is er een hemel
ware, als zij het lieve vaderland tot een recht
staat hielpen maken.
De St. Crt. bevat de lijst der 62 hoogstaange
slagenen in de directe belastingen in deze pro
vincie.
Op verzoek eervol ontslag verleend aan mr Yan
der Feen, als kapitein bij de dd. schutterij te
Middelburg, en bij die schutterij benoemd tot ka
pitein de heer H. Snijders, tot dusver 1* luitenant
tot eersten luitenant; de heer mr F. J. Sprenger
thans 2e luitenant; en tot tweeden luitenant de
heer G. H. G. Von Brueken Fock, thans schutter.
Hierbij voegen wij de mededeeling dat de heer
A. W. Berdenis van Berlekom op zijn verlangen
zijn tegenwoordigen rang van len luitenant-fgd
adjudant bij de schutterij blijft bekleeden.
Reeds gisteren in een deel onzer oplaag onder
laatste berichten medegedeeld.)
In de vergadering van den gemeenteraad van
Middelburg, op Vrijdag den 30 April des namid
dags ten 3§ uur, zal nog door den voorzitter aan
de orde worden gesteld de benoeming van een
stembureau voor de verkiezing van leden der
provinciale staten.
Op verzoek van de heeren J. Snelleman c. s.
om plaatsing van een licht- of gasboei voor het
inloopen van het Hellegat, is door den minister,
van marine afwijzend beschikt, op grond:
1. dat het Hellegat tot die vaarwaters behoort,
welke voor zee- en binnenschepen steeds hoogst
gevaarlijk zijn;
2. dat bjj onderzoek gebleken is, dat de plaat
sing van een gasboei, om het Hellegat bij nacht
te bevaren, met het oog op de ongunstige om
standigheden, waaronder dat vaarwater verkeert,
de schepen, die daarvan gebruik zouden maken,
aan ernstige gevaren bloot zou stellen en tal van
rampen zouden kunnen veroorzaken; dat de ge
deelten van het vaarwater aan het boven- en
benedeneinde (Hellegat en bij Bruiniase) bij nacht
niet worden bevaren, maar dat het ontbreken
van havenlichten te Dintel, Steenbergsehe Vliet
en Oude Tonge bovendien voldoende aantoont,
dat de behoefte daaraan niet wordt gevoeld.
3. dat aanzienlijke uitgaven zouden gevorderd
worden om bedoeld vaarwater eenigszins voldoende
te verlichten, en dat zulks dan nog slechts voor
een gedeelte van het jaar dienst zou kunnen doen,
terwijl in het slechtere seizoen en des winters,
na de wegneming daarvan, de schipperij het ge
mis nog meer zoude gevoelen.
In het afdeelingsverslag over het wetsvoorstel
betreffende de desertie wordt geschrevensommige
leden hadden bjj geruchte vernomen, dat de kun
dige hoogleeraar, aan wien de bewerking van
nieuwe crimineele wetboeken was opgedragen, zou
zijn teruggekomen op zijne aanvankelijke bereid
verklaring om zich met dien arbeid te belasten.
Wellicht zou de regeering bij de behandeling van
dit wetsvoorstel wel aan de kamer willen mede-
deelen. in hnevfiv ria.t oornnVif. np w»n.k,;a
berusten.
Het U. D. meldt thans, dat werkeljjk de
Utrechtsche hoogleeraar Pols voor die taak heelt
bedankt.
De hoogstaangeslagene in 's rijks belastingen
in Groningen is thans de commissaris des konings
jhr. mr. A3. van Panhuys, voor 4571.20§, waarop
de heer W. A. Scholten volgt met 4519.93^.
In de provincie Utrecht komt op de lijst dier
aangeslagenen als no. 1 voor mr. W. J. Rojjards
van den Ham, te Utrecht, met 6564.57en als de
laagste de heer G. C. F. van Hengst, te Utrecht,
met 1020.50.
In Gelderland staat bovenaan mr. J. baron Van
der Feltz, te Voorst, met 5432.73, en het laatst
de heer W. H. Van Braam, te Arnhem, met
638.88.
In n°4 va n het Algemeen Nederlandsch Familie
blad, tjjdschrift voor geschiedenis, geslacht, wapen-,
zegelkunde enz., onder leiding van A. A. Vorsterman
te vinden die nog niet bestormd is? Ik heb dien
bundel voor eigen rekening uitgegeven om mjj
te rechtvaardigen en om de wereld te laten oor-
deelen of daarin de reden kan liggen voor de
behandeling, die ik bjj het kabinet ondervonden
heb".
Birh schudde het hoofd.
»Zelfs de partjjdigste rechter zou er geen in
vindenHet zijn de gewone dichterlijke wendin
gen enkele zeer kernachtige, maar tevens zeer
sierljjke uitdrukkingen, zullen zeker niet in den
smaak van een drogen bureaucraat vallen, maar
Schiller, Goethe, Shakespeare en anderen hebben
veel erger dingen gezegd. Gjj weet nog niet dat
ik dien bundel op het slot binnengesmokkeld heb,
om u ten minste een voldoening te verschaffen,
ten opzichte van uw ontslag. Men waardeert u
daar meer dan gjj denkt
„Die moeite had gjj u kunnen besparenik
verlang zulk een rechtvaardiging nietik verlangde
die alleen van het groote publiek."
„Maar ik verlangde dieWees zoo goed
en hoor mij een oogenblik aan en dan moogt gjj
mjj, zoo gjj wilt, een egoïst noemen."
Hij bracht Hugo bij een bank en ging met hem
in de manescbjjn zitten.
»Ik moet u bekennen dat ik 's nachts geen
oog meer zal kunnen dicht doen, nu de rechtbank
u vervolgt om dat ongelukkige vers van mjj. Men
wil het tot een veroordeeling brengen."
„Dat mag men
„Neen, dat mag men niet 1 Ik zou mjj als
den schrjjver moeten bekend maken, dat wil zeg-
van Oyen, komt o. a. voorVragen en antwoorden
betreffende wapens en het geslacht Hondius.
Ter voldoening aan het verzoek der tweede
kamer, heeft de minister van marine inlichtingen
gegeven betrekkeljjk het adres van visschers
Moddergat en Wierum, houdende verzoek om gedu
rende de maanden Maart tot en met Augustus twee
kanonneerbooten te doen post vatten voor het Frie-
sche gat ter bescherming van de visschersvloot.
Adress. beklagen zich, dat zjj in de uitoefening
van hun bedrjjt worden lastig gevallen door Engel-
sche visschers, die zich niet ontzien, hun want eng
netten te vernielen en afhandig te maken, en zelf
hun vangst voor hun oogen wegkapen en_mede-
nemen.
De minister herinnert dat, ingevolge de bepa
lingen der internationale conventie tot regeling
van het politietoezicht op de visscherjj in de
Noordzee, waaraan strikt de hand wordt gehouden,
alle visschers van die zee verplicht zjjn, zoowel
op hun vaartuig als op hun grootzeil en op het
vischwant merken te voeren, waardoor zjj ten allen
tijde kenbaar zjjn. De visschers die molest onder
gaan hebben de merken der wanbedrjjvers dus
slechts op te teekenen en van het gebeurde aan
gifte te doen bjj de bevoegde autoriteit, om recht
te krijgen. Het is opvallend, dat in den tijd van
ongeveer twee jaren, sedert welke de conventie in
werking is getreden, slechts drie pertinente klach
ten bjj de regeering zjjn ingekomen. Oogenschjjn-
lijk valt daaruit te besluiten, dat de in algemeene
termen vervatte klachten zeer overdreven zjjn.
Wat aangaat het verzoek van adress., merkt de
minister op, dat de aanwijzing van meer vaartui
gen tot het uitoefenen van het politietoezicht in
de Noordzee, dan de twee daartoe bestemde oor
logsvaartuigen, met het oog op de overige diensten
door de zeemacht te bewjjzen, niet doenljjk is en
daartoe ook geen vaartuigen beschikbaar zjjn
onze stoomkanonneerbooten eigenen zichjtot dat doel
niet. Bovendien zou, ook al waren meer vaartuigen
beschikbaar, daarmede toch niet voorkomen kun
nen worden, dat ongeregeldheden als waarvan in
het adres sprake is, gesteld zjj komen voor, zich
van tjjd tot tjjd voordoen, zoolang visschers van
verschillende nationaliteit in dezelfde wateren vis-
schen. Ook betwjjfelt hjj, dat de klachten der
visschers altjjd even billjjk zijn.
Er is, en de minister wenscht dit belangheb
benden ten zeerste aan te bevelen, vooral één middel
om de ongeregeldheden tussehen visschersvaar-
tuigen van verschillende nationaliteit te beperken,
nl. nota te nemen van de merken en keuteekenen
van het schade berokkenende vaartuig, het voorge
vallene behoorljjk te constateeren en bepaalde
klachten over feiten bjj den rechter in te dienen.
Tengevolge van het eerlang te nemen ontslag
door het hoofd van school n" 1 te Koewacht en het
openen der voltooide school n° 2, zal daar binnen
kort de benoeming moeten plaats hebben van 2
lir»of<3ftn rtar sp.hnlp.n, fin wol voopootiewe^k op een
traktement van 900 en van 800.
Het Belgische lichtschip Wielingen werd gis
teren (Woensdag) middag bij helder weder door
de uit zee komende Noorsche bark Gjemli
aangevarenhet lichtschip bekwam belangrjjke
schade, die zich gelukkig tot boven de waterljjn
bepaaldede bark werd evenzoo zwaar bescha
digd, en moest uithoofde van zjjn ontredderden
staat onmiddelljjk ten anker komen.
Zoodra de tjjding van het ongeluk te Vlissingen
bekend werd, vertrokken sleepbooten ter assistentie.
Gisteren middag zoo sebrjjft men ons uit
Vlissingen bevonden de gebr. De P., bootjes
roeiers uit Antwerpen, zich met een zeilbootje in
de monden van de Noordzee ter hoogte van de
Wielingen, toen door een opkomende bui met
uitschot van wind hun rank vaartuig het onderste
boven sloeg. Het mocht hun echter gelukken
zich aan de boot vast te klemmen en op de kiel
van de omgekeerde boot te klauteren, in welken
toestand zij ongeveer 1| uur in zee, dikwjjls geheel
gen mijn geheele toekomst prjjs geven en daar
ben ik niet rjjk genoeg voor. Heb ik u goed
verstaan Geeft gjj de courant op
»Ja. Van avond is mjjn besluit tot rijpheid
gekomen. Ik zou alle achting voor mij zeiven
verliezen. Gjj ziet aan mjj wat de omstandigheden
uit den mensch kunnen makenmaar het is mjjn
overtuiging dat hjj zich daar boven moet trachten
te verheffen, al bezwjjkt hjj er ook onder. Slechts
éen ding spjjt mjj dat anderen mjj op dien
moeieljjken weg moeten volgen."
»Ik reik u de hand Hugo om met u samen
te gaan. Ik was degeen die misbruik maakte
van uw opgewondenheid om iemand uit den weg
te ruimen, die mjj door zjjn ongehoorden voor
spoed in den weg stond. Het heeft mjj niets
gebaatdus is het mjjn plicht om te zorgen dat
het mjj ook niet schaadt. In zooverre ben ik
volkomen zelfzuchtig. Maar ik wil ook tevens
voor u zorgen. Daar ginds," op het slot wjjzende
„hebt gjj het verkorven; die geluksvogel heeft
een hoogte bereikt, waarvan zjjn eerzucht nooit
gedroomd had. Ik ben ook teleurgesteld in mjjne
verwachtingen en heb nu mjjn hoop op iets
anders gevestigd, Ik kan het u wel zeggen; de
betrekking van opperjagermeester lokt mjj aan en
de tegenwoordige titularis zal weldra gepensio
neerd worden. U heb ik al in zoover geholpen
dat ik u een beschermvrouw op het slot bezorgd
heb."
Met een weemoedig lachje wees Hugo die eer af.
„Laat mjj uitsprekenOok hier is mjjn
zelfzucht in het spelik moet het er toe zien te
onder water, hebben doorgebracht, doch toen uit
hunne levensgevaarljjke positie werden gered door
de bemanning van het te Vlissingen te huis be-
hoorende visschersvaartuig n° 2, schipper Ben
Quellerjj, die hen en de boot behouden alhier bracht.
De sloep werd opgehaald, leeg gehoost en afge-
poest, en daarna gingen de „Slabakkers" zoo
noemt men zulke roeiers ook wel met hun nat
pak weder naar zee.
Aan het werk der droogmaking van de
westkolk te Terneuzen is vertraging ontstaan.
Een gedeelte van den sluisvloer is opengebarsten.
Men is druk bezig aan het herstellen en een
tweede locomobile wordt ter droogmaling in 't
werk gesteld.
In Zuid-Beveland bestaat tegenwoordig een
levendige handel in kalkoenen. Al wat van dien
aard te koop is vindt gereeden aftrek naar Noord-
Brabant, waar genoemde diersoort o. a. met goed
gevolg wordt gebezigd tot uitroeiing van insecten,
die aldaar verwoestingen aanrichten in de jeug
dige plantagiën.
Als de verwachting niet wordt beschaamd
dan zal een deel der nalatenschap van wjjlen den
spoorwegkoning Van der Bilt in Noord-Amerika
ten goede komen aan eenige inwoners van Zuid-
Beveland, die denzelfden familienaam voeren.
Hoewel bedoelde millionair door erfgenamen in
de rechte ljjn werd overleefd zjjn de zijd-magen van
Van der Bilt geïnformeerd dat hun legaten zjjn
bemaakt, tengevolge waarvan de vereischte stappen
worden gedaan.
Tengevolge van het vertrek naar België van
den heer Onghena te Zuiddorpe, komt de betrek
king van ontvanger-griffier van een tiental polders
in die en aangrenzende gemeenten vacant. In de
eerstvolgende vergaderingen van ingelanden dier
polders zal daarin worden voorzien.
Te Axel begon gebrek te komen aan
arbeiders-woningen. Door een tweetal timmer
lieden wordt dientengevolge een blok van vijf
huizen, overeenkomstig de behoeften van bedoelden
stand, gebouwd in de Oosterstraat (Oude Stad),
waardoor een groote leegte in die straat waarlijk
op nette wijze wordt aangevuld.
Op Vrjjdag 7 Mei a. zal de nieuwbenoemde
burgemeester van Axel jhr Quarles van Uffort zijn
ambt aanvaarden. Groote toebereidselen worden
gemaakt om hem feestelijk te ontvangen. Ver
schillende eerebogen zullen worden geplaatst en
versieringen aangebracht, waartoe eene feestcom
missie reeds druk werkzaam is.
Door het stoken van een Paaschvuur is
onder Rhenen een hevige brand ontstaan, waar
door ruim 300 ares heide eene prooi der vlammen
werden. Er is door de politie eene vervolging
ingesteld.
Een zoon van het Hemelsche rjjk smaakte
Dinsdag het geluk, in den echt te worden ver
bonden met eene dochter uit het land „ontwoe
kerd aan de baren." Het is nl. de heer Taen
Err Toung, later genaamd Frederick George
Arrhee, met mej. M. C. U. Cuypers, dochter van
den bekenden architect.
Bruidegom en diens vader waren in Chineesch
pontificaal.
Te Oosterwolde werd een knaap levensge-
vaarljjk door een adder gebeten, toen hij, bjj het
over een sloot springen, de hand op den grond
zette, waar juist de adder lag verscholen. Ook
werd de hond, welke de knaap verzelde, gebeten.
Men vreest voor het leven van het jongetje.
Te Enschedé stonden gisterenmiddag het
grootste gedeelte der werkstakende arbeiders voor
de fabriek des heeren J. F. Scholten Zn.zij
riepen de medewerking van den burgemeester in,
die met de afgevaardigden tweemaal achtereen
zich naar de eigenaren der fabriek begaf.
g^De arbeiders hebben daarop het werk weer be
gonnen, op de door de genoemde firma's gestelde
voorwaarden, na op verzoek van den burgemees
ter in het bezit van vroegere touwen te zijn ge-
Bteld. Vjjt wevers zijn echter niet weer toegelaten.
Men zal zich den brand herinneren die het
weeshuis te Lohernocken bjj Vörde, in de asch
legde en aan zes personen het leven koste. Te
dier zake had een 24 jarige hulponderwjjzer zich
dezer dagen voor de rechtbank te verantwoorden.
Door zjjne nalatigheid toch was de brand
uitgebroken. Den bedoelden avond had hjj zich,
om schriften te corrigeeren, in het huis eens buur-
mans begeven en, daar volgens bevel om 9 uur
des avonds alle lichten in het weeshuis moesten
uitgeblazen zijn, zjjn brandend licht in eene kast
verborgen. Deze kast geraakte in brand en van
daar breidde zich het vuur met zoo groote snelheid
uit, dat de ramp de gezegde treurige gevolgen had.
Het gerechtshof veroordeelde den jongen man,
van wien overigens door zjjne chefs de beste ge
tuigenis werd afgelegd, tot eene gevangenisstraf
van een jaar (en zes maandenhjj werd onmid-
krjjgen dat het onderzoek uwer zaak verjjdeld
wordt en daarvoor heb ik bondgenooten noodig.
Is mij dat gelukt dan kunnen wjj verder zien.
Morgen begeleid ik prins Paul op een uitstapje
die kan Pimpel ook niet uitstaan ik zal hem
vertellen hoe die door allerlei intriges een jong
ambtenaar uit het kabinet verdreven heeft, omdat
hjj ook naar de betrekking van tooneelarchivaris
dong. De prins heeft wel is waar de vorstin
tegen zich als hjj wat doen wil
„Wat zou hjj voor mjj willen doen Daar
ginds sta ik veel te slecht aangeschreven! En ik
verlang het ook niet
„Val mjj toch niet altijd in de rede? Ik
zoek maar eerst bondgenooten, daarna zullen wjj
zien wat wij ook voor u kunnen doen. Vooreerst
moet dat onderzoek verjjdeld wordenwat hoort
gjj daarvan als ik een aandoenljjk tafereel ophang
hoe gjj door armoede, door den plicht om voor
uwe familie te zorgen, genoodzaakt zjjt geweest,
die redactie op u te nemen, maar dat ik uit een
hoogst geloofwaardige bron weet dat gjj niet de
schrjjver van dat spotgedicht zjjt Ik zal zelfs
zeggen dat ik als uw Vroegere beste schoolkame
raad naar u toe ben gegaan om u te berispen en
dat gjj mij toen zelf die verzekering hebt gegeven.
Ik heb u in den put gelokt en moet er u weer
uithalen".
„Doe voor uzelven wat ik niet verhinderen
kanik kus de hand die mjj geslagen heeft niet".
„Hadt gjj maar niet dadeljjk terug geslagen!
Maar dat is eigenljjk ook een beetje mijn schuld.
Ik moet dus alle mijnen laten springen eer het