IN" 97. I29e Jaargang. 1886. Zaterdag 24 April. 88 FEUILLETON. Middelburg 23 April. Catul! Pimpel. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regelj Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Hans Wachenhuseni MIDDELBIRGSCHE Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek Peul, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te Tholen: W. A. van Nieu wenhuuzen,*te Terneuzen: A.van dee Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenland: te Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John F. Jones, opvolger. De Standaard bevat een hoofdartikel, waarin de heer Heemskerk weer a faire genomen, enten slotte geschreven wordt „Ongetwijfeld zullen vele ook van onze vrien den met ons betreuren, dat zoo uitnemende zaak kennis, als de minister Heemskerk ook weer in de laatste campagne getoond heeft te bezitten, niet op duurzamer wijze ten nutte van het vader land kan worden gebezigd. Maar aan wien de schuld „Onlangs vroeg iemandhoe komt het dat een man als Heemskerk, die waarschijnlijk nog knap per is dan Thorbecke, toch zooveel minder gezag bezit dan deze had in zijn tijd „Zou het niet zjjn, was het antwoord, omdat Thorbecke een man was van karakter Thorbecke stelde de beginselen, Heemskerk zich zeiven het hoogst. „Het antwoord was scherp; was het onjuist?" Op die vraag valt het antwoord niet moeilijk te geven. Er is zeer veel waars in die opmerking. Maar het ia wêer eigenaardig dat juist van die zjjde zulk een lofrede op Thorbecke moet gehou den worden. Toen die groote staatsman leefde, werd hem van anti-revolutionaire zjjde geen scherpe aanval be spaard zelfs door zijn vriend Groen van Prinsterer werd hjj vaak ernstig bestreden maar scherper nog waren andere christelijk historische belijders in hun optreden tegen den liberalen premier. Thans gaat men hem verheerlijken. Waarom? Omdat het zoo gemakkelijk is een doode, van wien men niets meer te vreezen heeft, te ver heffen, teneinde daardoor een levende, voor wiens macht men bang is of tegen wiens, beleid men ernstige grieven heeft, te verkleinen. Dat is zoo, in het groot en in 't klein, de ge bruikelijke tactiek. Als Thorbecke nog leefde, wat zou ook bjj vol gens het beweren van zekere zijde ons .christen volk" grieven! En men zou tevens dezelfde verklaring omtrent hem afleggen, die men thans omtrent Heemskerk geeft. Thans meldt men uit Den Haag aan de Haarl. Crt. dat bijna zeker het ministerie in functie zal blijven, doch dat de ministers van Financiën en Waterstaat door anderen zullen vervangen worden» Daarna zou kamerontbinding volgen. Men zou das gedeeltelijk het recept krijgen door de De Tijd voorgeschreven, maar door een anderen apotheker bereid dan dit blad wenschte. Het Haagsche Dagblad heeft in een geestdriftvol artikel dc oprichting van een Anti-sociaal-demo- cratischen bond aangeprezen. „Het heeft echter een kleinigheid over 't hoofd gezien, zegt het Hbld zeer terecht. Er bestaat al Roman van ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. jË en bekendenoodlottige plek. Greiner keek lang naar omlaag. De geur der boschkruiden en de dampen, die uit het stilstaande water opstegen, werkten bedwelmend op zijne zintuigen. Zjjne ledematen werden mat, zijne oogen vielen dicht. Hij was moede, maar wist het niet. Daar kwam hem een visioen van vroeger Toor den geest. Hij had heel dikwjjls aan dat mooie meisje gedacht, dat hjj uit dezen vjjver gered had; zjj was spoorloos verdwenen en sedert waren er jaren verloopen. Wie wist wat haar tot wan hoop gebracht had; hjj had er nooit naar willen vragenzjj moest vlekkeloos in zjjn herinnering bljjven voortleven. Zjj had hier ook zoo gestaan, terwjjl hjj haar van den boschrand gade sloeg. Hare zinnen zouden zeker ook dien loodzwaren last gevoeld hebben, zoo als hjj op dit oogenblik, want alles ruischte en fluisterde hier zoo geheimzinnig om hem heen als de wind door het riet en de biezen blies en sulke droomerige tonen daaraan ontlokte, terwjjl de roerdomp er doorheen huppeldeEn de Jp^kels, die daar ginds hun eentonig liedje zongen, zulk een bond, een bond, die recht en orde wil, beschaving en welvaart tracht te bevorderen» kortom al wat het Haagsche Dagblad aan den Anti-soc. dem. bond wenscht op te dragen reeds verricht. Lid van dien bond zijn alle burgers, zijn naam isde Staat. „De geheele organisatie van den staat strijdt tegen de negatieve beginselen van de sociaal democratie. Aan hem bljjve het dus opgedragen den strijd tegen de sociaal-democratie te strjjden, evenals tegen anarchisme, communisme, nihilisme en dergelijke revolutionaire theorieën. „Bovendien, wat zal zoo'n bond uitrichten Er zullen zich eenige duizenden bjj aansluitenhjj zal een bestuur, een kas, vergaderingen en een orgaan hebben, maar handelend kan hij niet optreden. Weldra zal hjj, als de eerste opwelling van geestdrift bedaard is, door gebrek aan werk zaamheid sterven, na door verdeeldheid ondermijnd te zjjn. Dat toch liberalen en clericalen eensgezind ten strijde zouden trekken, kunnen wij niet ge- looven zoolang laatstgenoemden de „liberalisten" de vaders van het socialisme noemen. „Krijgt ook de sociaal-democratie hier te lande niet den scfajjn veel gevaarljjker te zijn dan zij in werkelijkheid is, indien een tegen-organisatie met al haar omhaal er tegen in 't leven wordt geroepen Zal de eenvoudige burger daardoor de schaduw niet voor een deel van het lichaam gaan aanzien en door sociaal democraten-vrees aange tast worden?" Daarmee in verband deze opmerking Tegenover al het drjjven en woelen der sociaal democraten is juist het beste stortbadzoo min mogelijk notitie ervan te nemen. Dit schreven wij reeds meermalen; wjj hebben waarljjk geen reden om ons bjjzonder ongerust te maken over de gevolgen van die beweging in ons land. Het doet ons genoegen dat het Hbld ook die meening is toegedaan. Ons dunkt men deed nog beter wanneer de dagbladen verder niet, zooals totnutoe, van elke redevoering, door de socialisti sche leiders gehouden, en die alle meestal op betzelfde neerkomen, uitvoerige verslagen opna men. Naar wij vernemen zullen met den aanstaanden zomerdienst, (aanvangende 1 Juni a. s.), op de Nederlandsche spoorwegen verscheidene meer of minder belangrijke wijzigingen worden ingevoerd. Wat de Zeeuwsche lijn betreft is daarbjj voor- gezteld de treinen, die 's morgens te 5.58 en 6.50 uit Ylissingen vertrekken, te vervangen door een trein die 's morgens 6.30 van Ylissingen zal afr jjden de verdere treinen uit Ylissingen zouden onver anderd blijven of slechts weinig wijziging ondergaan. In omgekeerde richting zou de trein, die te 9 uren 's avonds te Vlissingen aankomt en die nu slechts aan enkele stations stopt, alle tussehen Roosendaal en Vlissingen gelegen stations aandoen en daar voor eenige minuten vroeger uit Roosendaal ver trekken. Daartegenover zou de trein, die thans te 8 uur 52 uit Roosendaal vertrekt, niet verder doorrjjden dan tot Bergen op Zoom. en dan het geheimzinnig, plechtstatig ruiachen van het groene boschgewelf, het zachte neervallen der dorre bladeren al de verwarde geluiden in het bosch De bedwelming werd hoe langer hoe sterker; zijn borst werd meer en meer beklemd. Het was alsof hem de slaap overviel en hij was juist op het punt om alle bewustzijn te verliezen, toen eensklaps een sterke plons aan zijne voeten hem uit zjjn gevaarlijke verdooving, uit zjjn Nirwana, deed opschrikken. Het was alsof de steiger onder hem wankelde, alsof een stem hem wekte en er een hand op zjjn schouder gelegd werd- Er was een groote pad met een plof van den oever in het water gesprongen de wind had een verdord blad tegen zjjn oor gedreven. De opper vlakte van het water was vol met groote, draaiende kringen en daar bij die plechtige stilte het minste gedruisch al de bewoners van dit pa- radjjs opschrikte, vlogen eensklaps de kevers, de rietnachtegalen boven hunne nesten tussehen de halmen, en zweefden de glazenmakers statig boven het riet. Het was alsof er plotseling, als door een tooverslag, leven in deze stille wereld was gekomen. Ontzet, half bewusteloos deinsde Hugo terug en greep naar zijn voorhoofd. De wind speelde met zjjn haar. Zijn hoed lag aan zjjne voeten hjj wist er niets van. „Het is alof er hier beneden een demon huist!" mompelde hjj, om zich heen ziende. De zon flikkerde op het water e» deed hein pjjn aan de De gemeenteraad van Vlissingen zal morgen Zaterdag 24 April, 's middags te 2 uren, eene open bare zitting houden ter behandeling van een voorstel tot het aangaan eener tjjdeljjke geldleening en tot het doen uitvoeren van eenige openbare werken bij de badplaats. Verder komt ter tafel eene aanvraag tot overschrijving der concessie van de duinwaterleiding. Op verzoek eervol ontslag verleend aan J. van Oeveren, als djjkgraaf van den Soelekerkepolder en benoemd tot lid van het best. van het waterseb de Sluis aan de Wielingen, J. F. Hennequin, [Zie laatste berichten van gisteren). Uit Goes wordt ons geschreven: In de gisterenavond gehouden vergadering van de Goescbe afdeeling der centrale liberale Tciesver- eenigingbijeengeroepen tot het stellen van vier candidaten voor het lidmaatschap der provinciale staten, waren 9, zegge negen leden tegenwoordig. Welk een belangstelling in de liberale zaken Welk een bewjjs van waardeering van de vele verdiensten der drie aftredende liberale leden Op voorstel van het bestuur werden de drie aftredende liberale leden bjj acclamatie candidaat gesteld. Zij zjjn de heeren mr. B. V. van der Bilt, J. A. A. Fransen van de Putte en J. M. Kakebeeke. In plaats van den heer C. Lucasse, eveneens aftredend lid, werd met 7 van de 9 stemmen gekozen de heer mr. W. L. van Voorst Vader, terwijl 1 stem op de heeren J. J. van Weel en L. A. Paardekooper Overman was uitgebracht. Van den heer Vader was eene verklaring inge komen, dat hij onbeperkt voorstander is van het openbaar onderwijs en op liberale leden voor de eerste kamer zal stemmen. De vier candidaten hebben allen de candidatuur aangenomen. Het Meiconcert der zangvereeniging van de Maatschappij tot bevordering van Toonkunst, afd Goes zal 5 Mei in de sociëteit Van ongenuchten vrij plaats hebben. O. a. zullen worden uitgevoerd Der Rose Pilgerfahrt von Robert Schumann en Loreley von Ferdinand Hiller. De medewerking van een tweetal solisten heeft men zich verzekerd. Uit Wolfaartsdjjk scbrjjft men ons Twee bekende kwesties kwamen in de Donder dag gehouden raadsvergadering, waarin alle leden tegenwoordig waren, ter sprake. In de eerste plaats werd mededeeling gedaan van het antwoord van den minister van binnei)l. zaken, betreffende de weigering van den burge meester dezer gemeente, om uitvoering te geven aan het raadsbesluit van 25 Maart jl.. in zake de verbetering der lijst van kiezers van leden van den gemeenteraad. Naar aanleiding van een verzoekschrift van de heeren C. P. Lenshoek en M. Weststrate, besloot de raad, zooals men weet, dien 25 Maart, met 4 tegen 3 stemmen, nog op gemelde kiezersljjst te oogen, de muziek tussehen het riet gonsde hem in de ooren; hij keerde zich om en wankelde van den steiger op den zachten moerasgrond. Met een rilling, die hem door merg en been ging, liep hjj door het hooge gras. Het suisde hem in de ooren. Met knikkende knieën sleepte hij zich tot aan den boschrand voort en viel op het mos neder. Werktuigelijk plukte zjjn hand eenige boschbessen af en laafde hjj daarmede zjjn droge keel. »Een kwaad uur!" riep hjj uit, „dat mag nooit terug keerenIk heb de zorg voor hen allen op mij genomen en zal die dragen! God zal mjj bjjstaan Hij moest voort. Het bewustzijn dat hjj in nuttelooze vertwjjfeling, in verslappende moede loosheid hier buiten rond doolde in plaats van onder de menschen voor zijn bestaan te strijden, maakte hem beschaamd. Daar hjj met het aan breken van den dag uitgegaan was zonder iets te eten, ondervond hjj nu de gevolgen dier lichamelijke uitputting, Hij spoedde zieh terug naar de stad met het plan om alles aan te nemen wat zich voordeed"; eenmaal moest het beter worden. Tegen den middag bereikte hij de stad, terwjjl hij in den laatsten tijd tot groote bezorgdheid zjjner zuster pas des avonds was thuis gekomen. Zoodra hij het slotplein betrad zag hij in zjjn zenuwachtigheid alweer een slecht voorteeken in de omstandigheid, dat zjjn vijand Pimpel met een anderen heer op het trottoir stond te praten. Hjj wilde hem niet zien en stak het plein dwars plaatsen M. D. Mieras en daarvan af te voeren J. Eggebeen. De voorzitter van den raad achtte dat besluit in strjjd met de wet, en droeg het ter vernieti ging aan den koning voor, omdat adressanten hunne beweringen, zooals art. 12 der kies wet uitdrukkelijk vordert, niet door de no o- dige bewjjsstukken gestaafd hebben. Burg. en weth. hebben de kiezersljjst opge maakt, naar aanleiding van de, door den ontvan ger der directe belastingen ingezonden, opgave, bedoeld in art. 7 der kieswet en daarop kwam voor J. Eggebeen met een totaal-aanslag van 17.84, terwijl M. D. Mieras daarop niet geplaatst was. Op de bloote bewering van adressanten, dat J. Eggebeen niet genoeg betaalt om kie zer te zijn, en dat bjj den aanslag van M. D. Mieras aan eene vergissing gedacht moet wordeD, nam de raad alzoo boven gemeld besluit. De minister nu vereenigt zich met het gevoe len van ged. staten in dit gewest en is van mee ning, dat de beoordeeling van de juistheid van 's raads beslissing tot de bevoegdheid van de rechterlijke macht behoort en dat dus art. 70 der gemeentewet daarop niet van toepassing is. Aan het in deze zaak door ged, staten van Zeeland uitgebracht verslag, ontleenen wjj het volgende «Dat door den burgemeester ten onrechte art. 70 der gemeentewet op het bedoelde raadsbesluit toepasselijk wordt geacht, daar volgens art. 148 der grondwet, in verband met art. 15 en volgende der kieswet, bezwaren tegen beslissin gen van den raad, op reclames tegen kiezerslijsten genomen, ter beslissing staan van de rechtelijke macht. Dat evenwel bij Z. M. besluit van 26 April 1865 Stbl. no. 80, een raads besluit tot wijziging van kiezerslijsten vernietigd werd, doch die vernietiging berustte op de overweging, dat de wijziging door den raad ambtshalve was geschied in strijd met art. 14 der kieswet,'t welk inhoudt dat zoodanig raads besluit alleen naar aanleiding van een verzoekschrift kan genomen worden. De vernietiging had derhalve plaats op grond dat de vormen, die de wet voorschrijft, niet wa ren in acht genomen de vraag of de raad een juiste beslissing bad genomen, bleef daarbij buiten beoordeeling." De voorzitter gaf hierna de vergadering te kennen, dat hij in deze beslissing moet berusten, omdat hij geen kiezer is en hem daardoor da gelegenheid is ontnomen, bij de rechtbank in hooger beroep te komen, omdat, waar de kieswet (art. 15) van belanghebbenden spreekt, daarmede, naar zijne meening, enkel k i e s b e- voegde personen bedoeld worden. Hij verzekerde echter tevens niet van zienswijze te zijn veranderd, en nog altijd te meenen, dat meerbedoeld raadsbesluit in strjjd met de wet is genomen en art. 70 der gemeentewet toepasselijk is, omdat door adres santen de vormen ook niet zjjn inachtgeno- men, want zjj hebben debezwarèn bjj hun verzoekschrift niet door de soodige be wijsstukken gestaafd, terwjjl bjj Z. M. besluit van 26 April 1865, ook een raadsbesluit is vernietigd, waar bjj de vormen niet in acht waren genomen. over. Daar reed hem opeens een hofrijtuig voorbjj, waarin twee dames zaten, een oudere met een ziekelijk uiterlijk en Hij bleef ontsteld staan. Dat jeugdige frissche gelaat, half met een sluier bedektDat was de verdwenene, aan wie hjj zooeven gedacht had» toen hij in gevaar verkeerde om bewusteloos zelf moord te plegen Zjj was het, buiten twijfel, want in het voorbjj rijden bloosde zij, toen hij zoo verrast zjjn hoed afnam en nu was zij voorbjj. Maar zij had zijn groet zoo vriendeljjk beantwoord zij had hem herkend met blijdschap herkend Maar hoe kwam zij in een hofrijtuig en naast die dame, de grootmeesteres Als in een droom staarde hjj het rijtuig na tot het uit het gezicht verdween. Toen herinnerde hjj zich, dat Pimpel aan den overkant stond en wierp een vluchtigen blik op hem, die hem over tuigde dat ook hij het rjjtuig verbaasd naoogde. Hjj drukte den hoed in de oogen en stapte voort onder het overwegen van allerlei mogelijk heden, totdat hjj zijn armoedige woning bereikte, waar alle zorgen hem weer op het lijf vielen. „Moed Mijn horloge en mijn laatste boeken zullen ons nog in het leven houden tot er uitkomst isriep hij zich zelf onder het naar boven gaan toe. Boven aan de trap ontmoette hjj een dikken heer met een rood gezicht en een breeden nek, die hem vroeg of hjj misschien doctor Greiner was Hugo i^ag hem toet bevreemding aan eï»

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 1