BUITElÏÏ-ANDr
Ingezonden stukken.
L'OEÜVBE.
Het Doodvonnis over de Middelbare-
Meisjesschool.
Groede, kad. sectie C nos. 959 en 960. Kooper
daarvan werd de heer M. M. Lucieer voor ƒ650.
Te Breskens is gisteren aanbesteed de her
stelling en het onderhoud d. r gemeente gebouwen.
Ingeschreven werd door P. MoDjé Pz., voor 218
J. A. Kareis, voor ƒ217; A. v. d. Sande, voor
216 en J. P. W. Besemer, voor 214.50. Aan
den laatste is het werk toegewezen.
Yan het burgerlijk heldendieht uit de Pransche
maatschappij van het tweede keizerrijk, door
Emile Zola in twintig omvangrijke boeken te
schrjjven, is wederom een deel verschenen.
Na den Parijschen volksroman, den roman uit
de Demi-Mondedien over den groothandel de
magazijnen Du Louvre en Bon Marché dien over
de werkstakingen der mijnwerkers ruimt Emile
Zola overeenkomstig zijn oorspronkelijk plan in
zjjn cyclus der Rougon-Macquart ook den roman
over de kunst een plaats in.
In L'Oeuvre wordt de strijd geschilderd door
het talent gestreden, dat zich een weg wil lianen
in de maatschappij. Claude Lantier, de hoofd
persoon, zoon van Gervaise uit VAssommoir en
Lantier, stelt met andere moedige jongelingen alle
pogingen in het werk om in Parijs fortuin te
maken, tevens baan te breken voor hun eigen
nieuwe kunstrichting. Zola behandelt in dezen
nieuwen roman het leven en lijden, de koortsach
tige inspanning, de vertwjjfeling van den kunste
naar, door eerzucht en honger op de pijnbank
gelegd, die te vergeefs aan zijn ketenen rinkelt,
die het talent in zijn handen, in zijn hoofd voelt
woelen, maar machteloos neerzinkt, in het bewust
zijn nimmer hetgeen zijn genie hem voorspiegelt
gedaante te kunnen schenken.
Tout voir et tout peindre, roept Claude uit in
oogenblikken, wanneer hij en zijn vriend Santos,
in jeugdigen overmoed, vervuld van grenzeloozen
werklust en droomend van roem en eer, met el
kander zich aan de illusiën hunner kunst over
geven de een sprekend over den grand so/eil,
over zijn kunst van le plein air, 7an zijn peinlure
claire et jeune de ander van die nieuwe richting
in de letterkunde, welke de wetenschap als de
eenig ware bron erkent, waaruit dichters en ro
manciers scheppen moeten.
Zjj zjjn de banierdragers van het impressionisme
in de schilderkunst en het naturalisme in de
letterkunde, zoo herhaaldelijk door Emile Zola in
theoretische beschouwingen bepleit, in zijn romans
als levensvatbare kunstrichting aangegeven.
In Claude Lantier valt het niet moeilijk des
schrijvers kunstbroeder, den schilder Manet te
herkennen. De sluier over diens beeld uitgespreid
is zeer doorschjjnend, maar Zola geeft geen por
tret. In Claude en den schilder Bongrand zijn
biographische waarheid en phantasie met dichter-
ljjke vrijheid gemengd en gescheiden. Zoo is
Claudes eerste mislukte tentoonstelling in den
Salon des refuses een getrouwe voorstelling van
Manet* impressionistisch-naturalistische inzending
aan den Salon des re/use's in 1863. Zijn werk werd
bespot, gehekeld, geheel Parijs was verontwaardigd
over zulk een schandaal, maar de kritiek aarzelde,
instinctmatig gevoelde zij, dat het van nu af met
de oude traditie was gedaan. Met Manets zon
was le grand soleil opgegaan, de Bchool du plein
air in 't leven geroepen.
Helaas Claudes zin ging niet op. Hij verliest
meer en meer het vertrouwen in eigen kracht en
vervalt in dien heroïschen waanzin der kunst,
waaruit geen redding mogelijk is. Worstelend
tegen het noodloteigen onmacht en 's levens
raaterieele ellende, gaat het, genie, verteerd dooi
de koorts van den innerljjken scheppingsdrang, ten
gronde.
Aan lezers zal het dit werk van Zola niet
ontbreken, maar wij vreezen, dat ook weer ditmaal
het grootst aantal hunner niet tot die soort zal
behooren, waarvoor de meester het werk geschre
ven heeft, want wij gelooven in des schrijvers
ernstige bedoelingen, welke hem bjj het vervaar
digen zjjner werken voor oogen staan, hoe zeer
en frischheid, met goud bruin haar en in die
groote oogen herkende hij Sellade verdwenen
Sella 1
Die sterren had hij niet gehoopt te zien schijnen
en zjj voorspelden hem niets goeds, met de ver
pletterende koelheid, waarmede zjj op hem neer
zagen. Doch zjj rustten geen halve seconde op
zjjn gelaat. Sella keerde zich af, zooals men een
boosdoener ontwijkt, en trok den sleep van haar
japon naar zich toe. Het ruischen der zjjde klonk
hem pjjnljjk in de ooren haar stap op den harden
mozaïk vloer was als een hamerslag op zijn zon-
daarsbart.
„Deze gang door, als ik u verzoeken mag",
riep een mannestem die hem deed ontstellen. Hij
keek den lakei verstrooid aan en waggelde den
aangewezen kant op. Voor de deur van het
kabinet stond hjj even stil. Hij moest diep adem
halen want zjjn hart klopte hem in de keel;
hjj kon geen woord uitbrengen.
Hoe kwam zjj hier bij de vorstinGedurende
al dien tijd had hjj niet meer aan haar gedacht;
hjj had wei gehoord dat zjj verdwenen wasdat
haar pleegmoeder met den tuinbaas getrouwd en
kort daarna overleden was
Een vjjandin hier op het slotMaar door welk
wonder was zjj hier gekomen en naar haar klee
ding te oordeelen zeker niet in een ondergeschikte
betrekking 1
Hjj dacht er niet aan op welk een zonderlinge
manier hjj zelf hier gekomen was, die Tulli, die
felobt*Tbets in het dorp had rondgeloopen; en dien
wij het ook betreuren, dat het vervolgen van'een
te eenzijdige richting hem dikwijls op dwaal
wegen voert, waar een onwaardig publiek hem
toejuicht. Voor Zola's talent koesteren wjj
oprechte bewondering en L'Oeuvre beeft ons
hierin versterkt. Schier op iedere bladzijde vindt
men onovertroffen schoonhedende heerlijke
stadsgezichten van Parijs zijn, evenals in een
vroeger werk Un page d'aii'Our, met ongeëven-
aarden gloed geschilderdhet leven der jonge
kunstenaars moge al te vrij en te uitvoerig ge-
teekend zjjn, wij gevoelen evenwel, dat Zola hun
geschiedenis neerschreef met zjjn eigen hartebloed,
gevloeid, sedert hij als twintigjarig jongeling in
Parijs met onvermoeiden ijver gestieden heeft.
Niettemin, zal evenals over alle vorige werken
san dezen auteur, het fatsoen met zijn philister-
opvatting van de kunst moord en brand schreeu
wen over vele bladzijden in VOeuvre, en in zijn
bekrompenheid de bekoorlijke idylle in de eerste
helft van dezen roman niet tot het schoonste en
reinste rekenen, wat ooit uit eens schrijvers pen
vloeide. Laat het den vereerders van Zola's
talent genoeg zijn, dat hij geen vertelling schonk,
die vluchtig genot verschaft, maar dat ook zjjn
jongste werk van ernstige studie getuigt en een
nieuwe belangrijke bijdrage tot de geschiedenis
der menschel jjke ellende wel is waar maar tevens
der werkelijkheid is. En de werkelijkheid is
zelden schoon of liefelijk, veelal leeljjk en slecht.
Et tu Brute 1 Middelburg, „de schoonste bloe-
me in 't Zeeuwsch prieel,"de voormaals bloeiende
koopmansstad, welker inwoners vorstelijke praal
ten toon spreidden, is in 1886 buiten staat een
paar duizend gulden op te brengen voor flink,
degeljjk onderwijs voor de dochters zijner burgers.
Terwijl overal elders de staat tot de wetenschap
pelijke ontwikkeling der vrouw zijn zorg uitstrekt,
in de overtuiging dat de verstandige vrouw haar
zonen tot goede staatsburgers zal opvoeden, beging
de volksvertegenwoordiging van het ^verlichte"
Nederlaud de onvergefelijke dwaasheid aan de
middelbare school voor meisjes den financieelen
steun van den staat te onttrekken en haar hul
peloos over te leveren aan de gemeenten. De
tivurige gevolgen bleven niet uit. Het kleine
Goes moest zijn meisjesschool het eerst ten offer
brengen, en wie zou het hebben durven veronder
stellen, Middelburg, de hoofdplaats van Zeeland,
maakt zich gereed hetzelfde te doen.
Te oordeelen naar de verschillende verslagen,
zooals zij in de Middelburgsche Courant van Za
terdag 3 April 11. voorkomen, hebben uit de
gezamenlijke leden van het college van het dage
ljjksch bestuur, der commissie van toezicht op het
middelbaar onderwijs en der commissie van toezicht
op het lasrer onderwijs slechts twee leden zich voor
onveranderd behoud der middelbare meisjesschool
verklaard. Het zij mij hier vergund enkele op
merkingen te maken over de drie plannen, zooals
zij den raad ter keuze voorliggen.
Dat het middelbaar onderwijs voor meisjes
gebreken aankleven, wie zal het bestrijden Maar
indien ouders aan hun kind een gebrek ontwaren,
zullen zij hiervoor genezing zoeken, maar immers
niet het kind dadelijk het hoofd afslaan? Het
dagelijksoh bestuur onzer gemeente, zoowel minder
heid als meerderheid, doet met onze middelbare
meisjesschool als de Spartanen met hunne zieke
of gebrekkige kinderen deden: de Ephoren hebben
het onderzocht en werpen het in den afgrond, de
een werpt wel is waar met zachter hand dan de
ander, maar den dood vindt het wurm in de
diepte.
Wat het voorstel der meerderheid betreft, daar
over kan ik zeer kort zijn. Zooveel vertrouwen
stel ik althans nog in net wijs beraad van onze
gemeenteraadsleden, dat zij dit plan met schou
derophalen zullen ter zijde leggen.
Bij het ontwerpen van dit plan stond den bei
den wethouders niet voor oogen: hoe zullen wij,
door de gegeven omstandigheden gedwongen tot
zij als een bedelaar behandeld had, toen hij bij
haar in huis kwam. Het ligt altijd iD den aard
van parvernus om naar de afkomst van anderen
te vragen.
„Hij is dood was het eerste wat hjj hoorde
en met glazige oogen staarde hjj den bode aan,
dien hij niet achter zich had hooren aankomen.
Dood WieZjj leefde, die hij minstens
voor dood gehouden had en wie kon er verder
nog dood zijn
„Gisteren avond is het telegram uit Mala
ga gekomen, maar niemand mocht het weten,
het was een diep geheimzelfs mjjnheer
hoorde het van morgen eerst Maar gjj
wordt gewacht
De bode opende de deur en Catull trad vol
verheven gedachten binnen. Hjj liep de bureau's
door, zag Greirnr in het voorbjjgaan niet eens
aan en stond eindeljjk voor den heer Rollmann,
als een rouwdragende, met de smart over den
afgestorvene op het gelaat, vochtige oogen van de
tranen, die hjj huilend te voorschjjn perste.
Rollman was een oude getrouwe dienaar der
vorstelijke familiehjj had van meet af aan ge
diend, beschermde ook anderen, die den zelfden
weg volgden, en genoot het volle vertrouwen van
den vorst.
Hjj zag met zjjn wit, gladgestreken haar en
zjjne zachte oogen Pimpel van daag met een
bjjzondere belangstelling aandoch zonder het
gewone welwillende lachje.
„Hebt gjj de treurmare reeda vernomen
bezuinigingen, het best onze meisjesschool inrich
ten zonder de kiem van het middelbaar onderwjjs
doodeljjk te treffen, neen, zjj dachten alleen:
zie hier eene schoone gelegenheid om die ver-
wenschte school op te ruimen. Wat behoeft eene
vrouw ontwikkeling, laten wjj er liever domme
gansjes van houden; bovendien steekt de ge
meente, d. w. z. de belastingschuldigen, een aardig
duitje in haar zak. Ik overdrjjf niet, de heeren
zeggen het zelf in huu toelichtende nota, dqt zjj
het liefst het personeel der midd. school „op de
meest eervolle wjjze en onder dankbetuiging voor
de bewezen diensten", met het behoud van eene
maand traktement (zegge een gansche maand),
naar huis zouden zenden.
Dat men het tegenwoordige personeel, waarover
men verklaart tevreden te zijn, liever niet aan
de nieuwe school begeert, kan toch niets anders
beteekenen, dan dat men een personeel van min
der intellectueel gehalte aan de nieuwe inrichting
wenscbt.
Maar de heeren moeten rekening houden met
bestaande toestanden en dan komen zjj tot het
besluit, dat, in aanmerking genomen 1° de hooge
kosten van de middelbare Bchool, 2° de weinige
ouders die verstand genoeg bezitten om hun
dochters eene ontwikkelende opvoeding te geven,
3° het niet noodzakeljjke van eene dergeljjke
school voor Middelburg, men de middelbare school
voor meisjes in deze gemeente moet opheffen en
vervangen door eene school van uitgebreid lager
onderwjjs.
In Goes zjjn de bevoegde autoriteiten noode tot
de hervorming der meisjesschool overgegaan; zij
teekenden het doodvonnis dier inrichting met
treurend hartde meerderheid van ons dageljjksch
bestuur daarentegen draagt de middelbare school
voor meisjes met cynisch leedvermaak ten grave.
Met hoongelach werpt zjj den laatsten schop
aarde op de zerk.
Welk een goed hart deze heeren de lichame-
ljjke en intellectueele ontwikkeling der vrouw in
't algemeen toedragen en welk helder inzicht zjj
in onderwijszaken bezitten, treedt duideljjk aan
den dag bjj de door hen ontworpen regeling van
het onderwjjs, op de nieuwe Bchool te geven. Zij
schrappen het onderwjjs in de gymnastiek en het
teekenen, beide vakken even nuttig, het een ont
wikkelt de lichameljjke krachten, het ander
ontwikkelt het aesthetisch begrip der vrouw
Ten opzichte der verdere regeling onderschrjjf
ik zonder aarzelen het oordeel van de minderheid
van het dageljjksch bestuur en van de commissie
van toezicht op het lager onderwjjs. De commissie
van toezicht op het midd. onderwjjs sehjjnt zeer
wjjseljjk geen tijd van beraadslaging aan het
voorstel der meerderheid verkwist te hebben. De
traktementen zijn zóó laag gesteld, dat het ge
halte van het onderwjjzend personeel en dien ten
gevolge ook van het onderwjjs zelf binnen korten
tjjd een zeer laag peil zal bereikt hebben. Waar
men zich zoo weinig laat gelegen liggen aan de
positie der tegenwoordige titularissen, die jaren
lang haar plichten met onvermoeiden jjver ver
vulden, zullen zij de eerste de beste gelegenheid
waarnemen elders eene plaatsing te verkrijgen.
Langzamerhand zullen de onderwjjskrachten dan
dalen en dalen. Of gelooven misschien de heeren
wethouders, dat de leeraressen, aan wie 50 fooi
jaarljjks wordt toegedacht, daarom onze ver afge
legen gemeente boven eene andere in het centrum
van bet land zullen verkiezen? Betrekkingen van
1000 zjjn er voor uitstekende leeraressen nog
wel in ons land te vinden. Dit tevens ten ant
woord aan het lid uit de commissie van toezicht
op het lager onderwjjs, die niet de verdienste tot
maatstaf der bezoldiging wil maken en van de
omstandigheid, dat spoedig het aanbod de vraag
in leeraressen zal overtreffen, wil profiteeren om
lage jaarwedden te verleenen. Ik begrjjp nu beter
waarom voor korten tijd in onze gemeente eene
leerares opgeroepen werd niet tegen de gebrui-
keljjke jaarwedde, maar tegen een loon van X.
Men dacht aan de loonslaven van Domela Nieu-
wenhuis
Hoewel in mindere mate het systeem opruimen
toegedaan dan de meerderheid van het dageljjksch
bestuur, breekt ook de minderheid geen enkele
vroeg hjj en Pimpel antwoordde op diep neer-
slachtigen toon.
„Ik verneem het zooeven tot mjjn innige
smart
Er ontstond een oogenblik van stilte.
„Ja, hjj was voor u een welwillende, goede
chefzei de ander met zalving. „Hjj is het tot
aan zjjn dood toe geblevenwant een zjjner laatste
wenschen was een verzoek aan zjjn doorluchtig
heid om u voorloopig het bewind over den
schouwburg te laten, als hjj in den vreemde mocht
komen te sterven."
Het hart van Pimpel klopte ontstuimigangstig
zag hjj Rollmann aan, als om te gissen in hoever
de vorst dit verzoek gunstig opgenomen had.
Rollmann was schjjnbaar in gedachten verzon
ken en liet hem in spanning.
„Zijn doorluchtigheid," begon hjj na eenige
tjjd weer, „heeft gemeend het aandenken van een
ouden getrouwen dienaar niet beter te kunnen
eeren, dan door het vervullen van dien laatsten
wensch Ik wensch u geluk, mjjnheer den
hofraad 1" Hjj reikte Pimpel de hand, die eerst
Bprakeloos stond en zich toen over die hand
wilde buigen.
„Die dank komt zjjne doorluchtigheid toe 1
zei Rollmann hem afwerend. »De vorst heeft
namelijk een uur geleden last gegeven om uw
benoeming tot hofraad en plaatsvervangend inten
dant gereed te maken. Wjj zullen dus de zaken
heden laten rustenRollmann stond op en zond
hem beleefd weg.
lans voor het middelbaar onderwjjs van meisjes. Wij
hadden iets anders verwacht en ook mogen ver
wachten van den heer Pické. Wij verschillen
met hem van meening, wanneer hij zich vleit, dat de
waarde van het onderwijs volgens de door hem voor
gestelde hervormingen niet zou dalen. Evenmin als
een burgemeester zjjn titel tegen dien vancommissari
van politie verwisselt, verruilt eene leerares den
haren tegen dien van onderwjjzeres. Haar maat-
schappeljjke positie ondergaat daarmede wel
degeljjk eene grondige verandering. Zijn rede
neering over letterkunde is niet onaardig, maar
de werkeljjkheid zal spoedig de spitsvondigheid
er van aan het licht brengen ten nadeele van het
onderwjjs. Wat zjjn beweren betreft, dat meisjes
het zelden heel ver in de exacte wetenschappen
brengen, en dat de jongens uit de tweede klasse
der hoogere burgerschool het in dit opzicht veelal
winnen var de meisjes uit de vjjfde klasse der
midd. school, ik geloof niet dat hjj dit in ernst
meent Door niemand is nog bewezen, dat meisjes
niet met vrucht wiskunde en natuurkunde kun
nen beoefenen. Het door den burgemeester op
gemerkt versehjjnsel is een gevolg van de inrich
ting van het middelbaar onderwjjs. Op de
jongens-burgerschool wordt meer tjjd aan de
exacte wetenschappen besteed en minder tjjd aan
de talenop de meisjesschool juist het tegendeel
vandaar dat meisjes der vjjfde klasse verder in
de talen, jongens knapper in de wiskunde zjjn.
Indien op de middelbare meisjesschool aan de
exacte wetenschappen meer plaats wordt inge
ruimd wat alleszins aan te bevelen is om de
vrouw logischer te leeren denken dan zjj tot
heden doet zal het gewraakte verschijnsel
spoedig opgeheven zjjn.
Evenmin als de beide ontworpen plannen van
meerderheid en minderheid van ons dageljjksch
bestuur, kan mjj om meer dan een reden het
voorstel der commissie van toezicht op het midd.
onderwjjs toelachen, maar moeten wij van deze
drie kwaden een kiezen, dan het laatste als het
minst verderfelijke voor het middelbaar onderwjjs.
En nu ten slotte bet antwoord op de vraag
waarom moet de meisjesschool opgeheven worden?
Het antwoord van burgemeester en wethouders
luidtomdat de bestaande middelbare meisjes
school niet wel verdedigbaar is met het oog op
de draagkracht der bevolking, die de kosten moet
dragen. En de wethouders koesteren nog meer
zorg voor verkwisting van het geld van Mid
delburgs ingezetenen aan het onderwijs der vrouw
dan onze burgemeester, wiens beschouwingen over
de financieele toekomst onzer gemeente, getuige
zjjn voor korten tjjd uitgegeven brochure, voor
waar niet rooskleurig genoemd mogen worden.
In hun angst voor te groote uitgaven werpen de
wethouders het kind met het bad weg. Middel
burg, dat geen cent heeft uit te geven voor het
midd. onderwijs aan zijn jongens, daar het in het
bezit is van eene rijks burgerschool, dat een groot
subsidie trekt voor zijn gymnasium, kan geen
paar duizend gulden opbrengen voor het middel
baar onderwjjs aan meisjes. Is dit kan wel zoo
geheel waar Bestaat er niet nog een middel
om de benoodigde gelden voor onze meisjesschool
te vinden zonder een te drukkenden last op de
schouders der inwoners te leggen Indien ons
gemeentebestuur eens begon met eene evenredige
belasting, nl. een hoofdeljjken omslag met pro
gressie. Of wil men geen progressie, en beschouwt
men zich als te arm, men stelle dan ten minste
de kwestie zuiver. Men kieze tusschen gymnasium
en middelbare meisjesschool met zeer laag school
geld. Men vrage zich af wat zwaarder weegt
het voor de universiteit voorbereiden van enkele
doktoren, advokaten en letterkundigen, of het
verhoogen van het peil van ontwikkeling der
vrouw in onze maatscbappeljjke omgeving. Of
zou hierbjj ook weer het aristocratisch-kerkeljjk
element om den hoek komen kijken Zou men
eigenljjk liefst de vrouw maar laten zooals ze ten
deele was en ten deele ismet hare onlogische
uitingen en kerkeljjke bekrompenheden? Dan
kome men rond voor de zaak uit en decreteere
zachtzinnig-dom-ciericale onderworpenheid uw
naam zjj vrouw B.
Met opgeheven hoofd verliet Pimpel het kabinet.
De versehjjning van Sella, welke hjj voor een slecht
voorteeken gehouden had, scheen hem nu juist
geluk aangebracht te hebben. Hjj zou haar nu
wel weder op diezelfde plaats hebben willen
ontmoeten, om zich in al zijn waardigheid aan
haar te vertoonen. Toen hjj het paleis uitkwam
stonden de schildwachten weer op post, evenals
dien anderen keer, toen de vorst hem voor het
eerst zjjne genade betoond had doch zjj pre
senteerden ook voor den hofraad het geweer nog
niet.
Op zjjn bureau, waar hjj pas na een uur ver
scheen, daar hjj eerst tot zich zelf moest komen,
ontvingen hem al zijne onderhoorigen met diepe
buigingenwant Petermann de tooneelknecht,
die alles wist wat er in de stad voorviel, had
reeds van zjjn benoeming gehoord en zjjn porte
feuille naar de kamer van den intendant gebracht.
De heeren en dames van het tooneel kwamen
hem hunne gelukwenschen aanbieden en Pimpel
ontving hen met onberispelijke deftigheid. Het
was een plechtig oogenblik, want hjj geloofde
aan de oprechtheid van hen, die, geljjk hjj wist,
dageljjks om hem lachten. Met dezelfde beschei
denheid nam hij ook de felicitaties zjjner kennissen
aai), die hjj tegen kwam, en met tranen in de
oogen. ontwaarde hjj den krans, dien Petermann
aan de deur zjjner woning opgehangen bad.
Wordt vervolgdI).
Gedrukt bjj de Gebroeders Abrahams te Middelburg