N° 81. 129e Jaargang^ 1886! Dinsdag 6 April, Middelburg 5 April iii te lii Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentien20 Cent per regel.' Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Agenten te Vlissingen: P. G. de VeyMestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kruiningen: F. van dek Peul, te Zierikzee: A. C. DEMoou,teTholen: W. A. van Niedwenhuijzen, te Terneuzen:A.van dek Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dattbe Cie., John F. Jones, opvolger. Naar aanleiding der beschouwing van J. van Scheld verzoekt de heer Polet plaatsing van het navolgendevolgaarne staan wij hem daartoe de ruimte op deze plaats van ons blad af. De heer Polet schrjjft Met ingenomenheid bemerk ik, dat de zaak der duinwaterleiding meer en meer de aandacht begint te trekken en met genoegen las ik daarom het opstel van J. van 'l Scheldin het nummer der Midd. courant van 1 April jl., omtrent die leiding te Middelburg, waartoe het verslag der alhier gehouden meeting hem aanleiding gaf. Het getuigt toch van groote belangstelling in deze nuttige zaak, dat de geachte schrijver geene moeite ontzien heeft om uit zoovele Hollandsche, Fransche en Duitsche werken cijfers te putten, betrekking hebbende, zoowel op het waterverbruik als op de kosten van aanleg van waterleidingen. Waar de geachte schrjjver, evenals de redactie van dit blad, niets liever zag dan dat zjj, die met hem in gevoelen mochten verschillen, daarvan blijk zouden geven, vermeen ik, nu ik het met zijne becjjfering niet geheel eens ben, niet beter te kunnen doen, dan ook mijne meening daarom trent nogmaals nader te doen kennen. Bij de inleiding van dit onderwerp op de be kende meeting werd door mij vooraf gezegd, dat ik meer in algemeene termen zou spreken, zonder daarbij bepaald de gemeente Middelburg op het oog te hebben; het aan mijn geacht auditorium overlatende te beslissen in boeverre er tusschen de door mjj te geven beschouwing en de duin waterleiding in deze gemeente eenig verband te vinden zou zijn. Ik was verder volstrekt niet van meening dat de door mij te noemen cijfers niet hier en daar voor wederlegging vatbaar zouden zijn. Daar ik dus meer in algemeene termen sprak, werd door mij de prise d'eau niet genoemd. Laat ik nu echter eens veronderstellen, dat- ik bij mijne becijfering de plaats onzer inwoning op het oog had, dan had ik kunnen mededeelen, dat, naar mij gemeld werd, de duinen aan de Oranjezon ongeveer 3 uren van Middelburg ver wijderd lagen; en wijl ik de zaak, ook wat de oprichtingskosten betrof, niet al te gunstig wilde voorstellen, werd, een uur gaans komt met ruim 5| kilometer overeen voor den afstand van die duinen in ronde cijfers 17 kilometers genomen, daarbij rekenende, dat de leiding van de vroonen ten westen vau de Oranjezon en van daar langs Vrouwepolder en Serooskerke naar Middelburg zoude loopen. Nu wil ik wel aanemen, dat deze weg mogelijk niet de kortste is, en dat die afstand door mjj wel wat ruim genomen kan zijn, doch het bljjft Ook een groot verschil, waar het punt van uit» gaDg in de duinen genomen wordt. Als ik nu met eenige meerdere juistheid de kaart van Walcheren raadpleeg en de door mjj hierboven genoemde richting over de hoofdwegen meet, dan kom ik tot eene lengte van ongeveer 14 kilometers. Bij mijne schema-berekening heb ik, zoowel voor de kosten van oprichting, als voor die der exploitatie, eenigszins de leiding der gemeente 's Gravenhage tot leiddraad aangenomen. J. van k Scheld merkt op dat het noemen van cjjfers voor vermoedelijk waterverbruik, ontleend aan het waterverbruik in andere plaatsen, volgens de ondervinding een slechte grondslag is. Nu wil ik gaarne aannemen, dat daaruit met zekerheid geen maatstaf te trekken is, maar er moeten bjj eene berekening toch cjjfers genoemd worden, en dan meen ik, dat even goed als zulke cijfers tegenspraak ondervinden, met nog te meer recht die cijfers betwijfeld mogen worden, welke op geen enkelen grondslag rusten, en een voudig willekeurig uit het brein van den beschou, wer voortkomen. Bij de oprichting eener gasfabriek wordt steeds een schema-berekening van het vermoedelijk gas- debiet per hoofd en per jaar gemaakt, en daarbij de eene of andere gemeente als maatstaf ter be rekening aangenomen. Nu heeft men plaatsen, waar nog geen 10 M' gas per hoofd en per jaar verbruikt worden, maar er zjjn er ook, die meer dan 100 Ma gebruiken; een enorm verschil dus en toch wordt hier een gemiddeld ojjter als norma der berekening aan- Ik wil aannemeD, dat het door mjj genoemde waterverbruik van 30 liter daags, zjjnde de helft van het verbruik te 's Gravenhage, waaronder ook het wasch-, schuur-, bad- en sproeiwater, alsmede het water voor de industrie begrepen is,— niet direct dat cijfer zal bereiken, maar ik twijfel niet of dat cjjfer wordt na een klein aantal jaren verkregen, zoo niet overtroffen. Te 's Gravenhage, nog gezwegen van andere steden in ons vaderland, vervijfvoudigde het waterverbruik in slechts 10 jaren tjjds. Bjj de discussiën tijdens de meeting, hebben wij gehoord, dat er hier weinig regenbakken gevonden worden, die zuiver waterdicht zijn, en derhalve het daaruit komende water als drinkwater onge schikt kan wezen, waaruit volgt, dat het duin water bjjna door iedereen als drinkwater en ter bereiding van spijzen zal worden aangewend. Maar bjj een' matigen pvjjs zal, ook uit het oogpunt van gemak, het duinwater mede voor andere einden worden gebezigd. De meening, dat de aanwezigheid van vele regenbakken te Middelburg oorzaak zoude zjjn, dat het duinwater in vele gezinnen alléén als drinkwater zou gebruikt worden, kan ik echter niet deelen. Men heeft te Middelburg goede en minder goede regenbakken, zooals men in andere plaat sen goede en minder goede welputten heeft. Niettegenstaande dat, neemt het verbruik van water uit een leiding in die plaatsen steeds sterk toe, en wordt van vele welputten slechts weinig gebruik meer gemaaktzoo zjj al niet geheel worden opgeheven door de weipompbakken een voudig aan de waterleiding te doen aansluiten. Dit is te Utrecht, en hoogstwaarschijnlijk ook in meer andere plaatsen het geval, waar, nog gezwegen van hetgeen vele particulieren doen, al de stadswelpompen, waaronder ook de zoo ver maard geweest zijnde „Maria-pomp", aan de waterleiding werden verbonden en er dus bijna geen welwater meer gebruikt wordt. Waar dan ook de directeur der waterwerken te Frankfort a/O Schmetzer en de ingenieur F. W. Biising te Berlijn alléén voor waterverbruik om te drinken, te koken en te wasschen, naar Vant Scheld meldt, 2035 liters water per hoofd en per dag berekenen, en soms, tengevolge van het gemak dat zulks eene waterleiding aanbiedt, die 35 liters nog worden overschreden, daar acht ik een cjjfer van 30 liters per hoofd en per dag, waarbjj nog op het gebrni^yvoor zoo verschillende einden gerekend is, voor Trazo gemeente zeker niet te hoog. Wat de becjjfering der aanlegkosten betreft, ook daarin ben ik het met den geachten schrijver niet eens. Is bjj de berekening van een debiet met eenigen grond een bescheiden middencjjfer te kiezen, bjj de berekening der aanlegkosten is dat slechts tot zekere hoogte te doen. Van Scheld geeft eene vergelijking der kosten van waterleidingen van 5 verschillende gemeenten in ons land en trekt daaruit een middencjjfer. Deze wjjze van berekenen is echter in het geheel niet betrouwbaar. Hjj vergete niet, dat te Rotterdam noch te Njjmegen duinwaterleidingen zijn; te Rotterdam bijv. wordt in de onmiddelljjke nabjjheid der stad het Maaswater eenvoudig in hoogreservoira opge pompt, om na gefiltreerd te zijn te worden afgele» verd. Ook te Njjmegen geschiedt dit bjjna op dezelfde wjjze met het Waalwater, waardoor de kosten van aanleg in die gemeenten natuurljjk veel geringer zijn, Waar ik dan ook bjj mjjne schema-begrooting vermeldde, dat ik de inrichting te 's Gravenhage eenigszins als leiddraad had aangenomen, daar had ik alléén het oog op de gebouwen, de kanalen in de duinen, de bezinkingsreservoirs en de stoompompwerktuigen. Ook de heer d* Carsten, die, evenals de andere doctoren op die meeting, eene belangrjjke hygië nische beschouwing leverde in 't belang eener duinwaterleiding, deelde bjj die gelegenheid eene in Engeland bestaande formule mede, welke hem door den directeur eener drinkwaterleiding was aangegeven, nam., dat die kosten berekend werden op 12 per hoofd. Wijl het mjj bjj de inleiding, zooals hiervoren reeds is gezegd, alleen te doen was globale cijfers te noemen, en het mij zelfs genoegen deed die cjjfers, als veel te hoog berekend, te hooren be- strjjden, wilde ik toen met dien geachten spreker daarover niet in debat treden. Nu de zaak echter wat nauwkeuriger dient bekeken te worden, moet ik bekennen, dat ik die formule voor ons land, en allerminst voor onze gemeente, betrouwbaar vind, Ik wil aannemen, dat die formule in Engeland geldig is, om reden in dat land bijna alle plaatsen naar evenredigheid hunner uitgestrektheid even sterk bevolkt zijn. Dit is echter hier het geval niet. Do bewuste berekening hangt, naar mjjne be scheiden meening, hoofdzakeljjk af van de uitge strektheid der gemeente in verhouding tot de bevolking; terwjjl men daarbjj niet uit het oog moet verliezen, dat de duinen hier op een zeer grooten afstand van de gemeente verwjjderd liggen. Wil men echter tot een betrouwbaar cijfer komen, dan dient een grondig, plaatselijk onderzoek door deskundigen vooraf te gaan. Hoe het zij, en in welk opzicht ik ook met de door Van Scheld gebezigde cijfers moge ver schillen, zooveel is zeker, dat ik zijne belangstelling in deze zaak, waar hjj erkent, dat hjj eene drink waterleiding eene der meest dringende behoeften voor onze gemeente acht, ten zeerste apprecieer. Wanneer het getij verloopt, moet men de bakens verzettenzegt het spreekwoord. Heeft Middelburg eertijds zjjne grootheid door handel en scheepvaart aan het water te danken gehad; moge ook nu het water, zij het dan ook onder andere omstandigheden, dienstbaar gemaakt worden, om nijverheid en fabriekswezen, die wel vaart kunnen aanbrengen in onze veste, op te beuren en te verlevendigen 1 Dr. Schaepman en de heer J. A. Alberdingk Thijtn kunnen het niet best met elkaar vinden. Trouwens het meer vrijzinnig standpunt dat laatst genoemde inneemt; diens gunstige gevoelens om trent de openbare school zijn het kamerlid een doorn in het oog. Toen dan ook bjj de discussiën over art. 194 de heer Goeman Borgesius zich op den heer Alberdink Thjjin dorst beroepen verklaarde de heer Schaepman du haut de sa grandeur: „V°or dc katholieken in Nederland heeft die naam op dit stuk geen gezag en het katholieke volk heeft met groote algemeene droefheid verno men, dat die naam in dit debat gemengd is. De heer Thjjtn heeft de beste en edelste gevoelens van zjjne katholieke landgenooten door zjjn woor den in den 35en bundel van zjjn volksalmanak gekrenkt en gekwetstvoor ons geldt op dit stuk als eenig gezag het raendement onzer bisschoppen en alle talenten en al het genie van den heer Thjjin wegen daartegen niet op!t Ook zelfs de ervaring van den heer Thijm scheen voor den heer Schaepman geen gewicht te hebben. De heer Alberdingk Thjjm dient in de Amst. den heer Schaepman van antwoord „Met zekere emphase betuigt dr. Schaepman, in de kamerzitting van heden, dat hjj zich onderwerpt aan het bekende bisschoppelijke mandement ter zake van het openbaar en bjjzonder onderwjjs. De ondergeteekende, hetzjj dan in zjjn style de Bohème (de heer Schaepman weet altijd van die welgekozen rhetorische trekjes in zjjne redevoe ringen te vlechten), onderwerpt zich onvoorwaar delijk, evenals alle katholieken, aan de beginselen, op welsprekende wijze in dit mandement ontwikkeld, In de voorrede van mijn almanak voor het loopende jaar heb ik, wat dat punt betreft, vooral over toepassing gehandeld. Daar komt het op aad. Mjj lust niet dat stuk nogmaals uit te schrjjven. Zelfs de groote en grove woorden van het kamer lid, dat zich zonder blijkbare machtiging tot woordvoerder van alle Nederlandsche katholieken opwerpt, kunnen mij daar niet toe brengen. Ik ben bereid mijne meeningen tegen a r g u- Inenten te verdedigen; niet tegen uit de lucht gegrepen beschuldigingen. Yoor het overige, ik heb niet gezegd, en kon niet zeggen »dat alle bezwaren (ingebracht door het schooltoezicht) reeds dadeljjk worden wegge nomen". Ik heb alleen van mpe ervaring kunnen spreken en die wordt niet to niet gedaan door hetgeen dr. Schaepman van andere eerljjke lieden gehoord heeft". De SlCt. bevat een kon. besluit van den 25e" Maart 1886, tot schorsing tot 1 Juli van het besluit van den raad der gemeente Hoofdplaat van 10 Maait 1886, waarbjj aan mejuffrouw P. Steenmetser ontslag is verleend als onderwijzeres in de nuttige handwerken aan de openbare lagere school n° 2 in die gemeente, op grond dat ter beoordeeling of dit besluit met de wet strijdig is een nader onderzoek wordt vereischtendat de termjjn die in art. 70 der wet van 29 Juni 1851 is bepaald, daartoe geene voldoende tjjdruimte aanbiedt. Yolgens een in het tijdschrift De Zee voor komende statistiek van de zeiD en stoomschepen op 1° Januari 1886, hebben 44 natiën 43,692 zeilschepen met 12,867,375 ton. 35 natiën hebben 8394 stoomschepen, bruto 10,269,504, netto 6,719,101 ton. Nederland is daaronder vertegenwoordigd met 952 zeilschepen met 277,945 ton, en 174 stoomschepen met 214,538 ton. De verhouding bjj totale verliezen is, wat stoom- en zeilschepen betreft, voor Nederland zeer gunstig; het verloor in 1885 16 zeilschepen en éen stoomschip. Alleen was Amerika gelukkiger bjj de zeilschepen, en verloor Rusland geen enkel stoomschip. Wij ontvingen een afschrift van een adres, door verscheidene tijdelijke bureelambtenaren van den rijks waterstaat in de verschillende districten, tot den koning gericht, waarin zij verzoeken, dat maatregelen genomen worden, welke tot eene verbetering van hunne toekomst kunnen leiden. Op verschillende gronden geven zij aan Z. M. in overweging, om hun toe te kennen1° eene aanstelling tot vast bureelambtenaar van den waterstaat2° genot van pensioeD, met inacht neming hunner reeds verstreken dienstjaren3° een indeeling van hun korps in klassen ot rangen, en opklimming naar den maatstaf van dienstjaren en bekwaamheden4° een kleine verhooging van bezoldiging, zooals zal blijken noodig te zijn ter tegemoetkoming in het bedrag, dat jaarlijks bjj eventueele toetreding tot het pensioenfonds zou moeten gestort worden. Het in druk verschenen kohier voor den hoof- delijken omslag voor 1886 in de gemeente Mid delburg bevat 3209 namen. In de verschillende klassen zjjn aangeslagen 1307 le kl. van 300 tot 400; 497 2e van 401 tot 500267 3e van 501 tot 600 158 4e van 601 tot 700; 120 5e van 701 tot 800; 95 6e van 801 tot 900; 118 7e van 901 tot 1000; 100 8e van 1001 tot 1200; 80 9e van 1201 tot f 1400; 85 10a van 1401 tot 1700; 64 lie van 1701 tot 200081 12e van 2001 tot 2500 48 13e van 2501 tot 300033 14e van 3001 tot 3500 29 15e van 3501 tot 4000; 15 16e van 4001 tot 450015 17e van 4501 tot 500017 18e van 5001 tot 6000 16 19e van 6001 tot 700012 20a van 7001 tot 8000; 22 21e van ƒ8001 tot 10000; 11 22e van 10001 tot 120005 23a van 12001 tot 140004 24e van 14001 tót ƒ17000; 4 25e van 17001 tot ƒ20000; 3 26e van 20001 tot 24000 3 27e van 24001 tot ƒ28000 3 28e van ƒ28001 tot ƒ32000; 1 29a van ƒ32001 tot ƒ40000 en 2 30e van ƒ40001 tot 50000. De heer J. M. Kuiler, opzichter van het stoom wezen te Rotterdam, is benoemd tot lid der jury voor de tentoonstelling, door Arti et industriae te 's Gravenhage te houden. In het 1" kwartaal 1886 behandelde het hulp postkantoor te Yerseke 52.744 stukken de posterjj betreffendedat is gemiddeld 590 per dag. Hier onder zjjn geen passe-brieven enz, begrepen» Alles was afkomstig van of bestemd voor de gemeente Yerseke. Zoo'n hulpkantoortje zet dufi nog al wat om Zondagmiddag te 12 uren verzonden wjj aaa onze abonnés in de provincie het volgende bul« letin Uit Enschedé seint men ons heden: Gisteren (Zaterdag) avond kwamen de schutterjj en huzaren te 6 uur weder onder de wapenen. In de straten was het echter veel kalmer dan Vrijdag avond, waarschjjnljjk door den regen. Tegen elf uur werden de schutters en de huzaren door de bewoners van den Krim, onder aanvoering van den socialist Yenerius, met steenen gegooid; de huizen moesten gesloten worden. De nacht is overigens rustig voorbjjgegaan. Tegen heden zjjn op verschillende plaatsen socialistische vergade ringen aangekondigd. Zondag avond te 9 uren ontvingen wjj uit Enschedé weder een telegram, dat wjj heden morgen te 8 uren aan onze lezers in de ntad bekend maakten. Dit meldde: De dag ging kalm voorbjj. Er waren geen patrouilles van schutterjj of huzaren. Op éene plaats werd eene vergadering gehouden. In een loods waren 200 menschen vereenigd daarbuiten stonden er wel 1500. Gesproken werd door de socialisten Bennink, Groothuis en Goorhuis. De burgemeester was tegenwoordig en, zoodra over hem, de politie of de militaire macht gesproken werd, legde bü den

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 1