N° 78.
129e Jaargang.
1886J
V rijdag
2 April.
FEUILLETON.
Catull Pimpel.
lidcteltog 1 April
Dit blad verschijnt dagelijks,
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
Prijs per 8/m. franco 3.50.
Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent.
Advertentiën: 20 Cent per regel.
Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50
iedere regel meer 0.20.
Groote letters worden berekend naar plaatsruimte.
aa.
Hans Wachenhusen.
Middelburg in 18815.
MIDDELBIRGSCHE COURANT.
Agenten te Ylissingen: P. G. de Veï Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Kminingen: P. van dee Peijl, te Zierikzee: A. C. de Mooij, te TliolenW. A. van niedwenhuuzen,te Terneuzen: A.van dee Peijl Jz.
Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Dadbb Cie., John P. Jones, opvolger.
De redactie van de Tijd kan over het geheel
naar het schijnt, het met Ge Midd. Crtnog al
goed vinden. Meermalen toont zij dat zij kennis
neemt van hetgeen wij schrijven en wij waar-
deeren dit, omdat dit onmiskenbaar met talent
geredigeerd wordend blad een eerste plaats in
de journalistiek inneemt. Dat wij bet zelden eens
zijn, laat zich begrijpen. Ons beider standpunt
loopt daarvoor te veel uiteen maar des te meer
reden om te voorkomen dat wij elkaar verkeerd
begrijpen en daardoor noodeloos misverstand
ontsta.
Wat wjj schreven onder den titel Spiritualis
tische onzin neemt de Tijd ook nu weer over en
grootendeels met volkomen instemming.
Maar tegen onze bewering omtrent onzienlijke
dingen meent de redactie te moeten protesteeren.
En toch gelooven wij dat de Tijd onze woorden
öf niet goed gelezen heeft öf er eene beteekenis
aan geelt, die wij er niet aan toekennen. Het blad
meent dat, volgens ons, het geloof aan een leven
hiernamaals de bron zou zijn van alle dwaas
heden en schrijft
«Wij meenea dat de Middelb. Ct., indien zij zich de
moeite wil geven met oubevangen blik even om zich
been te zien, zal moeten toestemmen, dat zij, die tot
dusver in de wereld, ook waar het zaken van «het prac-
tische leven" gold, het edelste en het beste hebben tot
stand gebracht, dat zij, die hier hun taak als mensch op
de waardigste wijze vervuld hebben, volstrekt niet be
hoorden tot degenen welke hun belangstelling tot ««de
zienlijke dingen"" beperkt hebben."
Dat de Tijd zich in zijn oordeel over ons ver
gist, zal ieder begrjjpen, die met aandacht nog
eens naleest wat wij schryven, Afgescheiden van
onze persoonlijke meening omtrent zulke dingen,
erkennen wij steeds dat over het groote vraag
stuk van een leven na dit leven het laatste woord
wel nooit zal gesproken kunnen worden; dat
daaromtrent ieder het recht van meening heeft
en dit aan zijne waarde als mensch niets afdoet;
en dat voor velen een vast geloof op dit punt
een prikkel ten goede is, die ook in het practische
leven zjjn goeden invloed doet gevoelen, wat
echter het tegendeel ook niet buitensluit. Met
of zonder geloof aan een bovenaardsch leven kan
een mensch zijn plichten vervullen en groote
dingen tot stand brengen.
Maar wij schreven verder over hen, die op gods
dienstig terrein tot uitersten overslaan; wij
■wezen erop dat de spiritisten op dit punt in den
hoogsten graad overdreven, en dat zulke uiter
sten den mensch ongeschikt maken voor het
practische leven.
Wij meenden de redactie van de Tijd te scherp
zinnig, dan dat zij deze opheldering noodig zou
hebbenmaar nu wij haar die gaven zal zjj zeker
wel erkennen, dat zij uit onze woorden een zeer
verkeerde conclusie trok.
Roman van
ZEVENDE HOOEDSTÜK.
Hoe die twee het toch eens worden.
Sella verliet «nel het prieel, terwijl Catull haar
vol bewondering naoogde. Verder op den dag
zag hij haar niet meer en ging hjj in het bosch
wandelen om met zich zelf te rade te gaan.
Tegen het vallen van den avond ging hij juffrouw
Hagemann vaarwel zeggen en beloofde terug te
zullen komen toen echter alles stil was in het
dorp en er licht op het kamertje van Sella was
gekomeD, sloop hij weer door den tuin in huis.
„Ik heb er goed over nagedacht", zei hij bjj
zich zelf eer hjj naar boven ging »en daar zij mij
zelf inlaat, zal er nu wel niets meer tusschen
beiden komen".
Sella ontving haar vroegeren speelkameraad op
haar kamertje waar hij zoo vaak met haar gezeten
had, terwijl de vink in zijn kooitje met zijn kopje
tusschen de veeren op een poot zat te slapen.
»Ga daar zitten, op dien stoelwant het is
niet zoo gemeend, als gij schjjnt ta denken," zei
Sella zeer ernstig, toen hjj haar wilde omarmen.
»Wij moeten heel bedaard samen spreken."
Catull gehoorzaamde. Zjj ging in den anderen
feoek van de kamer zitten en liet de kin op de
Een zeer gemoedeljjk woord richt de Standaard
tot de liberalen en conservatieven, dat ons diep
trof. Het vangt aan met de verklaring dat deze,
op uitzonderingen na die bij alle partijen voor
komen, te goeder trouw zjjn.
Die verklaring moesten wjj tweemaal lezen, om
te gelooven dat de Standaard de liberalen voor
menschen te goeder trouw houdt.
Later zegt zjj nog uitdrukkelijkwjj stellen
er prjjs op openlijk van onzen kant luide en
openljjk uit te spreken, dat wjj aan de goede
intentiën onzer liberalisten metterdaad gelooven.
(Waarom zelfs bij die gemoedeljjke verzekering
hen ook nu nog uitgescholden
Die verklaring gaat vooraf aan een betoog, dat
eigenlijk het beginsel der liberalen de volksbe
weging ontstaan deed en de tegenwoordige ge
daante van het volksleven, zoo onheilspellend voor
de toekomst, de consequentie is van de liberale
ideeën.
„Met liberaal te zijn spelen de liberalisten boog
spel. Konden zij tweeërlei liberalisme huldigen:
een liberalisme zonder de autoriteit van Gods
woord voor de heeren op de sociëteit, en een
liberalisme met Gods woord .voor de armen in
hun hutten en stulpen, dan ware het gevaar zoo
groot niet."
Uit die woorden zou men opmaken, dat het
leven der liberalen zjjn eigenlijk middelpunt vond
in de sociëteit. De Standaard weet echter zeer
goed, dat door duizenden onder de liberalen de
sociëteit ternauwernood bezocht wordt en dat ook
zjj bezield zjjn met een ernstig streven om het
geluk der maatschappij te bevorderen en haar
tevens niet slechts zedelijk maar ook verstandelijk
te ontwikkelen.
En zoo velen zich verwjjderd hebben van Gods
woord, zooals de Standaard bet noemt, dan was
dit het gevolg van het drijven dergenen, die
daaraan zulke bekrompen menscbeljjke begrippen
hechtten, dat zij, die een booger bewustzijn hebben
van de roeping en de plichten van den mensch
niet meer konden samengaan met dienaren van
vorm en letter.
Hadt gjj uwe deuren wjjder opengezet, wat
uitgedreven werd, zou gebleven zijn. ArnhCt.)
De regeering heeft ingediend een nader gewjjzigd
wetsontwerp tot wjjziging van hoofdstuk II, l9
afdeeling der grondwet.
Dit luidt:
»»De artikelen 16 en 17 der grondwet worden
vervangen door het volgend artikel:
»j>Bjj ontstentenis ook van de dochters, in het
voorgaand artikel bedoeld, gaat de kroon over op
de dochters in de nedergaande manneljjke lijnen
uit den laatstoverleden koning en, bij gebreke ook
daarvan, gaat de kroon over in de nedergaande
vrouwelijke lijnen.
»»In deze gevallen heeft steeds de oudere lijn
vóór de jongere, de manneljjke tak vóór den
vrouweljjken, de oudere vóór den jongeren en
hebben in iederen tak mannen vóór vrouwen en
ouderen vóór jongeren den voorrang!""
In 5 wordt voor „oudste in jaren" gelezen
hand rusten.
.„Gij weet dat ik niet het eigen kind der
Hagemanns ben, maar een aangenomen. Is het
niet treurig als men zelf niet weet, wie men
eigenljjk is?"
Catull zag haar aan, als om te zien wie zij zou
wezen. Hij vond alleen dat zij iets heel aardigs
over zich had, wat hij vroeger in zijn domheid
niet opgemerkt scheen te hebben.
„Dat zal juffrouw Hagemann toch wel weten."
„Die zegt dat zij er niets van weet. Haar
man heeft mij in huis gebracht, toen ik een pas
geboren kind was. Zjj vindt dat het er niets toe
doet. Hjj is nu toch dood en kan er niets meer
van vertellen. Iets voornaams ben ik zeker niet
geweest met mjjn roode haaren wat men eens
en vooral voor mijn opvoedig betaald had, was
zooveel bijzonders niet geweest. Ik ben dus altjjd
maar Sella Hagmann."
„Daar heb ik je ook altjjd voor aangezien."
jMaar nu zegt moeder dat een'van ons
beiden moet trouwen, opdat er weer een man in
huis komtzjj heeft nu eenmaal geen medelijden
met mjjn jeugd. Als ik het niet doe, moet zjj het
doenofschoon het haar zeer moeiljjk zou vallen
maar dan moest ik het huis uit, anders zou het
nooit goed gaan. Een ouden man wil zjj niet
hebben en een jongen mocht eens meer zin krjjgen
in mjj dan in haar. En dat zou maar oneenig-
heid geven."
»Dat geloof ik ook."
»Nn bad ik beel andere plannen, Moeder
eerstgeborene."
De laatste alinea van 11 wordt gelezen als
volgt:
Het geldt evenzeer ten aanzien van de nako
melingen der vrouw, die bij opvolging tot de
kroon is geroepen, met dien verstande dat de
kroon eerst bij geheele ontstentenis van die na
komelingen in de volgende vrouwelijke lijn uit
het regeerende stamhuis overgaat.""
De redactie van do eerste alinea van art. (13)
is eenigszins dubbelzinnig. Men kan de laatste
woorden, zooals zij nu luiden, opvatten alsof er
staat: „bij gebreke daarvan gaat de kroon over
op de dochters in de nedergaande vrouwelijke
lijnen." Aangezien nu deze lijnen aanvangen met
de dochters des konings, zou men dan het artikel
aldus kunnen uitleggen, dat het niet op deze
zelve, maar alleen op haar dochters en de nako
melingen d6r laatsten toepasseljjk zou zjjn, zoodat
de zoons van 's konings vooroverleden dochters
zouden zijn uitgesloten. Dit is natuurljjk de be
doeling niet. En daarom is de redactie eenigszins
verduideljjkt.
De uitdrukkingoudste in jaren, in alinea 2 van
art. (14), kan tot eenige onzekerheid aanleiding
geven, wanneer van twee vrouwelijke bloedver
wanten de eerstgeborene op jonger leeftjjd over
leden is dan de laatstgeborene. Daarom wordt
in dit opzicht de door de staatscommissie aange
geven redactie hersteld.
In de laatste alinea van art. (22) wordt gezegd,
dat ook voor „de vrouw en hare nakomelingen,
die bij opvolging tot de kroon zjjn geroepen," de
regel, in de eerste alinea vervat, zal gelden. Maar
van wie zal in dit geval het nieuwe stamhuis ten
opzichte der opvolging zjjn oorsprong nemen
Van die vrouw of wel van haar nakomelingen
Zeker van de eerste. Om de onzekerheid weg te
nemen is een gewjjzigde redactie voorgesteld.
- -> -
W. Bakker, die heden den dag herdacht waarop
hjj voor 25 jaren aangesteld werd als bode bjj
de plaatseljjke belastingen alhier, ondervond vele
bljjken van belangstelling. Dat de ijver en de
bezadigdheid, die hjj bjj het vervullen zjjner vaak
moeiljjke taak steeds aan den dag legt, gewaar
deerd worden, bleek den jubilaris, toen hjj heden
morgen door den burgemeester, in bjjzjjn van de
wethouders, den gemeente-secretaris en den ge
meente-ontvanger, met zjjn feest harteljjk geluk
gewenscht werd en hem eene gratificatie in geld
werd aangeboden.
Ook de andere gemeente-ambtenaren, onder
wien Bakker werkzaam is, gaven hem tastbare
bljjken van tevredenheid.
De heer P. C. van der Vliet ia benoemd tot 2e0
luitenant bjj het korps, gevormd uit de vereeniging
tot vrijwillige oefening in den wapenhandel Prins
Hendrik te Veere.
Het eerste nommer is verschenen van de
Indisclie-Spectatoronder redactie van P. van
Djjk en M. T. H. Perelaer Primitief was, zooals
wij meldden, de titel de Indische mail gekozen,
moest trouwen. Zjj is nog geen veertig, en ik wil
liever eens hooren, wat de vorstin met mjj
voorheeft."
„Laat u maar niet met die hoogdravende
ideeën in!" riep Catull minachtend. „Men be
looft u al het mogelijke en naderhand gjj
ziet immers hoe het mjj gaat. Men is lid van het
vorstelijk tooneel-gezelschap, wordt met veel om
haal aangesteld en op een goeden dag hoort
menmaak dat gjj weg komt, zoek iets anders."
„Moeder laat mjj echter geen rast; zij zei"
van middag reedsik zie het Pimpel aan dat hij
alleen om u komt. Bedenk u dus niet lang. Als
gjj hem niet neemt, geef ik morgen mjjn jawoord
aan den tuinbaas Pelix, die al lang zin heeft in
onze winstgevende zaak. Er moet weer een man
in huis Rijn! Als de vorstin van daag niet
ziek geworden ware, dan wist ik nu al wat zjj
van mjj wilmaar nu kan zjj heden nog sterven.'
„Ach komZjj zal een kamerjuffrouw noodig
hebben en daar zjjt gjj toch te goed voor! En
wat uw geboorte aangaathoogstens zjjt gjj het
kind van een hoveling en een kameniertje en dan
zou het u aan het hof net zoo kunnen gaan als
het die gegaan is."
Catull hield zich beleedigd dat hjj slechts als
behulp zou genomen worden. „Gjj hebt er nog
geen denkbeeld van wat er aan zoo'n hof al voor
geschiedenissen voorvallen. Als ik naga wat die
prins Paul alleen met die burgermeisjes uitvoert
- die zjjn al verloren als hjj haar slechts aan
giet".
maar toen kort daarop de verschijning van een
blad onder geljjken titel werd aangekondigd
besloten redactie en uitgever, de heer Joh. Ykema
te 's Gravenhage, den titel te wjjzigen. Koens
woorden Ende desespereert nimmer koos men tot
devies.
Wjj ontvingen het verslag der Kamer van Koop
handel en Fabrieken alhier omtrent den staat van
haDdel en njjverheid en scheepvaart in Middelburg
gedurende 1835.
Wjj ontleenen daaraan de volgende bjjzonder-
heden:
ln het algemeen wordt de toestand als volgt
geschetst.
Stilstand" is de zuivere kenschetsing van den
staat van handel, njjverheid en scheepvaart in de
laatste jaren in deze gemeente.
De lage vrachtprijzen drukten de groote scheep
vaart en de binnenvaart in niet geringe mate
lage, bijna voortdurend dalende prjjzen van
granen en bjjna alle andere goederen deden den
landbouw en den handel verliezen lijden, terwijl
menige nijverheid daaronder eveneens leed.
Toch verminderde de omvang der werkzaam
heden in slechts weinige fabrieken en werkplaat
sen, en was zelfs in enkele grooter bedrijvigheid
te bespeuren dan in hel voorafgaande jaar.
Terwijl in 1882 het aantal gebouwde eigendom
men 3159 bedroeg, waarvan 3039 belastb. en 120
onbelastb., met eene belastbare opbrengst ad
455660 en eene belasting in hoofdsom ad
ƒ23712, beliepen de cijfers in 1886: 3264 gebou
wen, waarvan 3137 bel. en 127 onb.; met
466300 aan belastb. opbrengst en 24265 aan
belasting in hoofdsom.
De belastbare opbrengst nam in vjjf jaar met
slechts 10640 toe.
De handel in granen had weder een sleepend
verloop en bepaalde zich weder bijna uitsluitend
tot inlandsche productende prijzen behielden
eene dalende richting met uitzondering van eene
kortstondige rijzing in April, toen door buiten-
landsche politieke verwikkelingen de tarweprijzen
eene tijdeljjke verhooging van cirea 30- per last
ondergingen.
De nieuwe oogst werd meerendeels onder gun
stige omstandigheden binnengehaald en leverde
over het algemeen eene zeer voldoende opbrengst
en eene uitmuntende kwaliteitbet oogsten der
bruine- en witteboonen werd door aanhoudenden
regen zeer vertraagd en tengevolge daarvan werd
veel in min of meer vochtigen staat opgeschuurd,
waardoor weder de aanvoeren van droge boonen
langer dan gewoonljjk zich lieten wachten en de
prjjzen van geschikte kwaliteit betrekkeljjt hoog
zjjn gebleven.
De aanvoer van vreemde granen voor veevoeder
waren weinig beteekenend.
Omtrent de veemarkt valt hier niets bjjzonders
te vermelden; de aanvoeren van vee bljjven
ongeveer even groot.
De uitvoer van aardappelen, geperst stroo en
hooi was niet onaanzienlijk; ongeveer 15 tjalken
vertrokken van hier met ongeperst hooi, te zameh
uitvoerende 500.000 kilo. Bovendien werd per
»Ik doe altjjd alsof ik hem niet zie".
„Ik spreek ook niet van u, ofschoon hei;
mjj verwonderen zou als hjj zjjne netten niet
ook naar u uitwierp".
»Ik ben niet zoo> zooals de schoone Alwine
riep Sella, zag hem nijdig aan en keerde hem
den rug toe.
»Haal toen geen oude koeien uit de Bloot!
Ik had op het tooneel heel andere veroveringen
kunnen maken... maar bedenk wel, wat heden
niet geschiedt, kan morgen niet meer dat zeg ik u;
want ik kwam eigenlijk slechts hierheen om mjjn
geboorteplaats nog eens te zien, eer ik voor goed
weg ga.Als wjj dus verder niets te bespreken
hebben, vaarwel dan!" Hjj stond op en reikte
haar de hand. „Het was dus maar gekheid Zeg
uw moeder goeden dag van mjj
Sella schrikte: zjj had den heelen dag over de
zaak gedacht; maar moeder had haar bang ge
maakt. Zjj deed alsof zjj zjjn hand niet zag en
zonk op baar stoel neer, terwjjl zjj voor zich heen
mompelde
„Heb ik dan de zekerheid, dat gjj mjj waar-
ljjk gelukkig zult maken gjj zoudt wel eena
net zoo met mij kunnen handelen als met de
vrouw van den concierge".
sDat was een dwaasheid, waar ik al lang
niet meer aan denk
Wordt vervolgd.)