N°T5. 129e Jaargang. Dinsdag Middelburg 29 Maart Onderwijs, Dit blad verschijnt d a g e 1 ij k s met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regel.' Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Veemarkt te Middelburg Agenten teYlissingen: P. G. de Yet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. BoLLAND,teKrniningen:F. van deb. Peul, te Zierilrzee: A. C. de Mooij, te TliolenW. A. van Nieuwenhuijzen, te Terneuzen: A.van dek Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Daube Cie., John P. Jones, opvolger. Donderdag den 1 April 1886 van des voor- middags 8 tot des namiddags 4 uren. De burgemeester en wethouders van Middelburg, P I C K De secretaris, A. DE YÜLÜER YAH NOORDEN. De Standaard, die onze meening omtrent het polsen van het anti-revolutionair centraal comité der beeren Smeenge en Yan Diggelen toeschrijft aan politieke stompzinnigheid, zij overtuigd, dat wij dit compliment gaarne willen deelen met het Wag. iveekblad en de Arnh. Crt., die hetzelfde gevoelen als wij zijn toegedaan. Wij behouden onze overtuiging dat een waar liberaal nooit kan meewerken om een anti-revolutionair in de kamer te brengenen waar de strijd tusschen twee zulke partijgenooten loopt zich zal onthouden. »Zelfs al is in den persoon van den een of den anderen candidaat iets, waardoor men van den een meer scherpte te duchten, van den ander meer welwillendheid te hopen heeft"dan nog zouden wij zulk een onthouding aanraden. Een fluweelen hand knijpt vaak onder het streelen nog harder dan een, die reeds dadelijk wat forsch aanpakt. Weet De Standaard ook een voorbeeld dat van liberale zijde gehandeld is op dezelfde wijze als nu het centraal comité deed Dat het amendementKeuchenius op art. 194, excentriek als het luidt, weinig sympathie zou vinden was te verwachten. Eene bijzondere bespreking vonden wij het niet waard; het drukt slechts het gevoelen uit van éen man, die in zijn isolement, zelfs tegenover zijn eigen party tegenwoordig zijn grootste kracht zoekt, en met zijn voorstel dan ook wel geheel alleen zal blijven staan. De Tijd schrijft er van: „Wij achten de indiening een daad van slechte tactiek, alleen geschikt om verdeeldheid te zaaien en het krachtig optreden der rechterzijde te be lemmeren de formuleering men lette vooral op de vierde alinea zoo ongelukkig mogelijk; den inhoud niet alleen minder goed dan dien van het amendement der geheele rechterzijde, den heer Keuchenius uitgezonderd, maar zelfs slechter dan dien van het tegenwoordige art. 194." De indruk van het Kath. blad bjj kennisname van het amendement, was deze: Men vraagt, hoe een scherpzinnig man Iets zóó onnoozels zeggen kan Prof. J. T. Buys schrijft in het Hbld. eene beschouwing over de amendementen, opgenoemd artikel der grondwet, zooals de regeering dat wil wjjzigen, voorgedragen. Hij zet daarin den stand van het vraagstuk uiteen en toont aan, dat het amendement der linkerzijde voor alle partyen aannemelijk is, in dien zij zich ertoe willen bepalen om in de grondwet „een gemeenschappelijken bodem neêr te leggen, waarop alle strijdvoerenden zich hebben te bewegen", en alleen zulk een bodem past in de grondwet". Na herhaald uitstel, wat ditmaal niet meer mogelijk schijnt, volvoert de heer N, A. Bouw man, de ijverige directeur van het stafmuziek corps van het 30 regiment infanterie te Bergen op Zoom, Woensdag een reeds geruimen tijd gevormd plan om in Middelburg een concert te doen geven door het symphonie orkest van genoemd corps. Nog versch ligt ons in het geheugen de hoogst verdienstelijke wyze, waarop bij de uitvoering van Benoits kindercantate: De wereld in door dat strijkorkest werd meegewerkt, en hoe ook aan den heer Bouwman destijds welverdiende lof gebracht werd voor zijne uitstekende leiding en zijne hulpvaardigheid. Zyn eerste optreden alleen met zyn orkest zou eene ongezochte gelegenheid kunnen wezen om hem voor dat alles een bewys van sympathie te schenken. Te meer omdat wij toen opnieuw het bewijs hebben verkregen, hoe zulk een concert voor muziekliefhebbers een waar ge not oplevert. Het is wel jammer, dat de uitvoering zoo kort volgt op de voorstellingen van het circus; maar de entrée voor het concert is zeer billyk gesteld 1 terwijl bovendien voor de liefhebbers van dansen gelegenheid wordt gegeven hun hart op te halen. Voor ons blijft echter hoofdzaak het conceri, dat, zooals meermalen bij eigen ondervinding ons bleek, door zulk een orkest, heerlijke oogen- blikken verschait. Het muzicala Middelburg zal, naar wij hopen, daarom van de zeldzaam aange boden gelegenheid gebruik maken. De minister van financiën heeft bepaald, dat de jaarletter voor de branding der schepen en vaartuigen bij meting voor het recht van patent in het dienstjaar 1886/87, zal zijn de let ter e, aldus afgebeeld. Met ingang van 1 Mei a. s. wordt van Brou wershaven naar Hansweert verplaatst de commies bij 's rijks belastingen 8e klasse P. C. A. van der Loeff. Uit Wolfaartsdijk schrijft men ons: In de Woensdag 11. gehouden vergadering van den raad kwam in behandeling een door de heeren O. P. Lenshoek en M. Weststrate ingediend be zwaarschrift, tegen de lijst der kiezers voor leden van den gemeenteraad, Daarin werd verzocht dat J. Eggebeen daarvan geschrapt en M. D. Mieras alsnog daarop geplaatst zou worden. Uit een overgelegden staat van den rijksont vanger bleek dat J. Eggebeen voldoende is aan geslagen in hoofdsom en rijksopcenten voor grond- en personeele belasting, ore op bedoelde kiezerslijst geplaatst te worden en dat M. D. Mieras op dien staat in 't geheel niet voorkomt. B. en W. stelden daarom, op grond dat door adressanten geen enkel bewys tot staving hunner meening werd aangevoerd, voor hen in hun verzoek niet ontvankelijk te verklaren. Over dit voorstel staakten de stemmen. Sedert deze gemeente ressorteert onder het kanton van den rijksontvanger te Heinkenszand, is er eenig bezwaar verbonden aan de inning van de gelden, welke de gemeente toekomen en door genoemden rijksambtenaar worden uitbetaald, tengevolge waarvan dit onderwerp reeds in ver schillende vergaderingen ter tafel was gebracht en ten slotte besloten, dat de gemeente-ontvanger tot het afhalen van dit geld van den gemeente veldwachter, tevens bode der gemeente, kan gebruik maken, wanneer diens dienst als veldwachter dit toelaat, mits dat werk zou geschieden onder persoonlijke verantwoordelijkheid van den gemeen te-ontvanger. Uit een bij den raad ingekomen brief, waarvan de toon door den voorzitter zeer werd afgekeurd, bleek dat de gemeente-ontvanger bezwaar heeft tegen bovengemeld besluit en verlangde, dat de bode niet op de persoonlijke verantwoordelijkheid van den ontvanger maar op die der gemeente het geld zal afhalen. Ook hieromtrent werd geen definitieve beslissing genomen en staakten de stemmen. Medegedeeld werd nog, dat het verzoek van O. Gaan Az. en A. Markusse om vernietiging der- aanbesteding van het onderhoud der gemeente eigendommen voor 1886, door den koning was ongegrond verklaard. In een reeds den volgenden dag gehouden raadszitting werd met 4 tegen 3 stemmen, in strijd met het voorstel van burg. en weth., besloten het verzoek van de heeren Lenshoek en Weststrate in te willigen en de bedoelde kiezerslijst volgens hun verlangen te verbeteren. De voorzitter verklaarde dat besluit, als strij dende met de wet, den koning ter vernietiging te zullen voordragen. Het voorstel van B. en W. om de verantwoor delijkheid voor het afhalen der gelden van Hein kenszand voor den gemeente-ontvanger te laten, werd met 4 tegen 3 stemmen verworpen en daarop een voorstel van den heer Philipse, om dit op verantwoordelijkheid van de gemeente te doen geschieden met 4 tegen 3 stemmen aangenomen. Voor stemden de heeren Philipse, Jacob, Verschure en Van Damme, die telkens tegen het dag. bestuur in oppositie waren. Ook dit besluit verklaarde de voorzitter, omdat hij het in strjjd achtte met de bepalingen der wet, den koning ter vernietiging te zullen voor dragen. 1 '-'J'P-IML Op de in Jan. gehouden algemeene vergadering der afdeeling St. Annaland van de schippers- vereeniging Schuttevaer, werd door, eenige leden geklaagd over de inrichting van den laagwater- steiger te Cortgene. Deze is gevaarljjk en moeilyk voor het lossen en laden van vee in stoombooten of zeilschepen. De steigers aan het Catsche veer en te Stavenisse zijn in dit opzicht zeer doelmatig 1 ingericht, Ingeyolge besluit, op bovengenoemde algemeene vergadering genomen, heeft thans het bestuur der afdeeling aan ged. staten van Zeeland een adres gericht met verzoek dien steiger zoo mogelyk zoo te doen inrichten als die andere genoemde steigers. Het vervoer van vee uit en naa-- geheel Noord-Beveland zou zeker daardoor gemakkelijker gemaakt worden. Aan het verslag van de Zuid-Hollandsche Maatschv. tot redding van schipbreukelingen over 1885, ontleenen wij het volgende Directeuren hadden in het begin der maand Juli het verlies te betreuren van hunnen mede-directeur, den heer mr. W. C. de Crane te Zierikzee. Ge durende bjjna 30 jaren met de directie van dat station en der daar gestationeerde reddingvaar- tuigen belast, heeft hij met den meesten ijver en toewijding die betrekking waargenomen en voor de vele diensten, door hem aan de maatschappij bewezen, wordt hem door zijne mede-directeuren bij deze eene welverdiende en rechtmatige hulde toegebracht. De heer M. C. de Crane neemt thans aldaar de directie waar. In het begin vin dit jaar werd in overleg en met medewerking van wijlen den heer De Crane besloten, het sub-station Burchsluis van Zierikzee te scheiden en daarvan een nieuw station onder eene afzonderlijke directie te maken. De heer M. Bolle Lz,, burgemeester der gemeente Haamstede, heeft als correspondent der maatschappij met de meeste bereidwilligheid de directie van dit station op zich genomen. Wegens verplaatsing van den heer P. Jansen Pz. van Hellevoetsluis naar Brouwershaven, is de heer J. van den Berg, rijksloodscommissaris, in eerstgenoemde plaats als correspondent opgetreden. Op het station Burchsluis is eene geheel nieuwe reddingboot geplaatst, waaraan met koninklijke goedkeuring de naam is gegeven van Prinses Wilhelmina. Hiermede zijn de kusten van Zuid- Holland en Zeeland van Ter Heydetot Vlissingen met geschikte reddingbooten voorzien. Het getal der stations is daardoor van 9 tot 10 gebracht. In Zeeland zijn er de volgende Ouddorp, houten reddingboot en mortierschiet- toestel, onder directie van den heer B. P. v. Kerkwijk. Brouwershaven, zelfrichtende en waterloozende reddingboot Koning Willem IIIonder directie van den heer J. de Kater Jz.. Zierikzeereddingkotter Willem van Houten en reddingschokker Zierikzee, tijdelijk buiten dienst, onder directie van den heer M. C. de Crane. Burchsluis, zelfrichtende en waterloozende red dingboot Prinses Wilhelmina, onder directie van den beer M. Bolle Lz. te Haamstede. Vlissingen, zelfrichtende en waterloozende red dingboot, onder directie van het plaatselijk comité, secretaris de heer P. Smith. De stations en xeddingbootsn met het veruere materieel zijn alle behoorlijk geïnspecteerd en in orde bevonden, de noodige proefnemingen en oefeningstocht gedaan en tot het onmiddellijk verleenen van hulp is alles steeds in gereedheid. De door het hoofdbestuur van de Nederl. Maat schappij ter bevordering van nijverheidmet het be- bestuur der Vereeniging voor fabrieks- en hand- werksnijverheid in Nederlandbenoemde commissie tot het onderzoeken der vraag: in hoever heide- ontginning zou kunnen dienen als middel om werk te verschaffen, enz. enz., meent allereerst te moeten trachten na te gaan, hoe het op dit oogenblik in ons vaderland met den arbeidsnood gesteld is. Zij heeft daarom door bemiddeling van het hoofdbestuur de hulp der afdeelingsbe- sturen ingeroepen, om tot de wetenschap te ge raken, in welke streken van ons vaderland de behoefte aan werk het grootst is, en waar zich die arbeidsnood het minst doet gevoelen. Door den raad van bestuur van het Museum van Kunstnijverheid, te Haarlem, wordt op de aanzienlijken in den lande, wien de welvaart van ons volk door de verbetering van zijn nijverheid ter harte gaat, een beroep gedaan, om hunne medewerking te vragen voor de uitbreiding van dat museum. Nadat de verzameling van schil deryen in het Paviljoen te Haarlem naar het rijksmuseum te Amsterdam was overgebracht, zyn de prachtige localen van dat gebouw ter beschikking van het museum gesteld. De be stuurders koesteren de hoop, dat zij, die met middelen gezegend zyn en de eer des vaderlands lief hebben, nu ook van hunne zjjde eenige be langstelling zullen overhebben voor het doel, dat het museum beoogt: volksontwikkeling op het gebied van ambachtsnijverheid ten bate van volkswelvaart. Reeds zyn 43 corporation en bijzondere perso nen, door zich bereid te verklaren tot eene bij drage van 100 'sjaars, als leden opgenomen in den raad van bestuur. H. M. de koningin is beschermvrouw, H. K. H. de groothertogin van SakseD, geboren prinses der Nederlanden, eerelid het eere-voorzitterschap van den raad is opge dragen aan dr. A. Yrolik en het voorzitterschap aan prof. A. Pierson. Het Alg. D. v. N.-I. bevat het volgende in zijn mailoverzicht loopende tot 24 Febr. Atjeh heeft in den laatsten tijd nog altijd meer last van het water dan van het vijandelijk vuur. De gewichtigstè gebeurtenis schijnt te zijn, dat een Chineesch vaartuig van Penang, ondanks waarschuwing, een moeielijken inham bij Oleh-ie'a binnen wilde loopen, verkeerd aanhield aan den Atjehschen oever, zich op een bank werkte en beschoten werd. Daarop groot geschiet onzerzijds, verdrijving der Atjehers raet geschutvlotmaking van het vaartuig, dat naar buiten gebracht wor dende weer vastliep, en 's nachts, hoe dan ook, los raakte en by den Atjehschen oever weer strandde. De berichten omtrent den ziektetoestand op Atjeh blijven nog treurig. Dertienduizend per sonen zijn, volgens eene opgave, in het afgeloopen jaar in het hospitaal opgenomen geweest; een kolossaal getal met een troepenmacht van een 4000 man, en misschien evenveel dwangarbeiders, zoodat sommigen meer dan eens in het hospitaal moeten opgenomen zijn, of de pas op Atjeh aan gebrachte vervangers van geëvacueerden ook in het hospitaal moeten zijn terechtgekomen. Ter vermijding van besmetting der inlandsche hospi talen by de dwangarbeiderskwartieren te Padang en hier, zullen de ongelukkige uit Atjeh aange voerde zieken, zooveel mogelyk direct naar het hospitaal in de hoogere streek worden getrans porteerd, hoewel velen zeker eenige dagen rust voor die verdere reis zeer noodig zouden hebben. Aan de loc. wordt uit Buitenzorg geschreven De resident van Banjoemas, waar het ook niet rustig is, had getelegrapheerd dat hij op het spoor was van eene groote samenzwering, welke hare vertakkingen had over geheel Java. Iemand te Buitenzorg, met name genoemd een Indo- Europeaan moet daar meer van weten. Dadelijk nam de regeering haar maatregelen. De rechter commissaris van Batavia met den subst.-officier van justitie vertrokken herwaarts. Het huis werd omsingeld, men trad binnen en yond een groote hoeveelheid brieven en papieren, waarvan de inhoud zeer gewichtig scheen. Deze stukken waren op allerlei wijze onder matten, kussens enz. ver borgen. Bij nader onderzoek ontdekte men ook een luik. Den bewoner van het huis werd ge vraagd, waartoe dit luik toegang gaf; tot niets, was het antwoord. Evenwel, men was zoo vrjj het open te maken en trad toen - het geval wordt romantisch ineen net gemeubileerde slaapkamer. Ook hier ging men aan het zoeken en ook hier werden velerlei papieren gevonden. Een der ambtenaren, die aanwezig waren, vond zich aan getrokken door een plank, bij wyze van boekenrek hoog tegen den muur vastgespijkerd. Hij klom er bij, strekte de hand uit en deinsde verschrikt achteruit. Hij had de vingers gelegd op een menschelijk aangezieht. Men haalde den zonder lingen heer, die zoo aardig schuilvinkje kon spelen, voor den dag en herkende in hem een hadjie, dis van Samarang naar Banjoemas werd opgezonden. Ik behoef wel niet te zeggen, dat de uitslag van een onderzoek, hetwelk: zich op deze eigen aardige wyze heeft ingezet, met belangstelling wordt tegemoet gezien. Mej. C. Beneker is niet te Baarland maar te Hoedekenskerke tot onderwijzeres in de nuttige handwerken benoemd. Zaterdag hielden de onderwijzers uit het arrondissement Tholen, afdeeling Noord-Beveland, te Cortgene hunne eerste vergadering in dit jaar, onder voorzitterschap van den heer mr L. A. Bybau. De byeenkomst was ditmaal niet zoo druk bezocht als men dat gewoon is. Eenige heeren hadden kennis gegeven, dat zij door onge steldheid verhinderd waren. Na afdoening van eenige huishoudelijke zaken, leidde de heer D. Sanders Wz. onderwijzer te Corfgene, het debat in over het onderwerp: „De muziek op de lagere school komt niet tot haar goed recht." De heer Mouthaan, onderwijzer te Oolijnsplaat, stelde de vergadering in kennis met de „letter- beelden" van den heer Yan Wulfen, eene methode om de kinderep op aangename en onderhoudend^

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 1