N° 67. L29e Jaargang^ 1886. Zaterdag 20 Maart. Betere vooruitzichten. Dit blad verschijnt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen. Prijs per 3/m. franco 3.50. Afzonderlijke nommers zijn verkrijgbaar a 5 Cent. Advertentiën: 20 Cent per regelr Geboorte-, Trouw-, Doodberichten, enz.: van 1-7 regels ƒ1.50 iedere regel meer 0.20. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Middelburg 19 Maart. $oo zijn er ook tal van moeilijkheden, die Onderwijs, Kerknieuws. Agenten te Vlissingen: P. G. de Vet Mestdagh Zoon, te Goes: A. A. W. Bolland, te Erniningen: F. van dee Peul, te Zierikzee: A. C. de Moou,te Tholen: W. A. van Niehwenhttijzen, te Terneuzen: A.van dee Peijl Jz. Hoofdagenten voor het Buitenlandte Parijs en Londen, de Compagnie générale de Publicité étrangère G. L. Datjbe Cie., John F. Jones, opvolger. Er ligt nog een ruim veld ter bearbeiding open, vooral op wetgevend gebied, waarop men werkzaam kan zijn in het belang van den arbeidersstand. In dien geest schreven wij in ons jongste opstel, en wij dachten als van zelf daarbij aan hetgeen door het bestuur der Liberale Unie thans is verricht om in den boezem der af- deelingen de belangstelling op te wekken voor de vraagstukken van sociaal belang. Het besef, dat door de liberalen in de laatste jaren met of buiten hun schuld, dit willen wij thans niet onderzoeken veel verzuimd is, wordt levendig. Maar toch zou het onbil lijk zijn, wanneer niet erkend werd, dat daar tegenover toch ook op goede vruchten van hun streven op dit gebied valt te wijzen. Groote vraagstukken lost men niet zoo spoe dig op. Voor het lager onderwijs is door de liberale partij steeds zooveel mogelijk gedaan, om het te brengen onder het bereik van den werkman; voor het spaarbankwezen is reeds veel verricht; een bescheiden, al te beschei den stap op den weg tot regeling van den kinderarbeid is gezet; met het werklieden pensioenfonds werkt men thans met kracht voort, en voor het vakonderwijs der ambachtslieden heeft men op meer dan eene plaats inrichtingen in het leven geroepen. Maar daar blijft nog zooveel te doen over. Waar de opleiding van den werkman nog te wenschen overlaat; waar deze en gene patroon klaagt over de onvoldoende bekwaamheid van zijne werklieden waar o. a. in menig verslag over werkeloosheid op die gebrekkige ontwikke ling gewezen wordt en men zelfs dagelijks ziet hoe veel beunhazerij er valt op te merken onder de z. g. bazen in verschillend vak; omdat elk die maar eenigszins daartoe kans ziet, zich als patroon opwerpt; daar ligt het voor de hand dat er door den staat voor dit onderwijs nog veel te weinig of, liever gezegd, bijna niets gedaan is. Het Groningsche provin ciale werkliedenverbond wees er onlangs de Tweede kamer reeds op; de ambachtscholen, die er zijn, dankt men aan de medewerking van gemeentebesturen, provinciale staten en particulieren. Maar als men nagaat, wat er voor hooger onderwijs wordt verricht, dan zou voor dit »ottsbelang door den staat wel wat meer kunnen worden gedaan. Van preventief politietoezicht op fabrieken en werkplaatsen tot wering van de gevaren, welke op die plaatsen de veiligheid of de gezondheid der werklieden kunnen bedreigen, is in ons land zeer weinig sprake. Ja op enkel gebied, op dat van het gebruik van stoomtoestellen is toezicht; de ambtenaren, belast met het geneeskundig staatstoezicht, kunnen onderzoek doen naar bouw en inrichting van fabrieken en werkplaatsen, maar tegenover kwaadwillige fabrikanten is, bij gebrek aan wettige bepalingen, niets te verrichten. Een andere kwestie is de privaatrech telijke regeling tusschen werkgever en werkman, waarbij vooral op den voorgrond treden de aansprakelijkheid der patroons voor ongelukkenhun werklieden overko men, en de beperking der arbeidsvrijheid, opdat aan den arbeider zooveel mogelijk worde verzekerd, dat de werkgever hem met zorg behandelde, wake voor zijn gezondheid, en hem de hoogst noodige rust schenke, door b. v. het werken op Zondag door de wet te doen verbieden of te beperken. Nu toch is eene weigering om op zulk een dag te arbei den voldoende om den werkman het ongenoegen Van zijn baas op den hals te halen, en hem wellicht zijne betrekking te doen verliezen. Is het bij de wet verboden, de werkman heeft zulk een willekeur niet meer te vreezen. tusschen werkgever en werkman vaak rijzen wij zullen niet ontkennen, dat zij dikwijls van nietigen aard zijn en dat onderling welwil lende verhouding aan eene goede beslechting daarvan bevorderlijk is, maar bij ernstige ge schillen is de weg voor den werkman hoogst moeilijk en kostbaar om recht te verkrijgen. Scheidsgerechten, uit werkgevers en arbei ders bestaande, zouden daarom zoo uitstekend zijn, omdat zij langs minnelijken weg veel kunnen doen om bestaande geschillen op te lossen. Wanneer wij dan nog wijzen op den toestand der arbeiderswoningen, vooral in groote steden, op het gebrek aan toezicht daarop; op de wettelijke regeling der banken van leening, waaraan nog zooveel ontbreekt; dan meenen wij dat er voldoende stof is voor een vrucht baren arbeid, Die stof in eens te bewerkeneen volledig programma omtrent al die punten in 't leven roepen, kan zeker niet in de bedoeling liggen van het bestuur der Liberale unie. De vraagstukken dienen onderzocht, —punt voor punt. Yan bespreking in de verschil lende afdeelingen verwachten wij weinig heil; de kwesties zullen, bij de geringe belangstel ling die er bij velen bestaat voor de zaken van publiek belang, menigeen koud laten. Trouwens wat zal zulk eene bespreking voor nut kunnen stichten, waar men niet voldoende gegevens heeft omtrent den feitelijken toestand, zooals die door het gansche land is Het meest gewenscht komt ons voor, dat de besturen der verschillende afdeelingen der Uniemet betrekking .tot .de punten die thans aan de orde zijn gesteld, nu reeds aan bevoegde personen opdragen een onderhoek in te stellen naar den toestand, zooals die in hun omge ving is. De verschillende verslagen daarvan kunnen dan door het hoofdbestuur tot een geheel worden gebrachten wanneer dan de aandrang tot eene parlementaire enquête het gewenscht resultaat heeft, kan door de daarmee belaste commissie het verslag der Unie als grondslag voor een onderzoek worden gebezigd. In ieder geval blijft dat verslag dan zijne waarde houden, en kan het, in het licht gegeven, voor onze wetgevers eene prikkel zijn om het eerst de hand aan het werk te slaan daar waar dit het hoogst noodig is. Vrucht baarder dan alle wijdloopige besprekingen in vergaderingen, die schaars bezocht worden, kan zulk een middel beter tot het doel voeren. De tijd, dien wij laten voorbijgaan, moet ingehaald worden de omstandigheden dringen tot handelen. De stoutheid, waarmee van sociaal-democra tische zijde wordt opgetreden, behoeft ons geen schrik aan te jagen maar moet wei tot prikkel dienen om te handelen. Wie met aandacht het programma, dezer dagen van die zijde openbaar gemaakt, heeft gelezen, zal beamen dat er genoeg punten in voorkomen, welke bij ons liberalen sympathie kunnen vinden. Zij spreken harder; zij speculeeren op de volkshartstochten. Maar wij, die bedaarder onzen weg bewandelen, dienen te vermijden dat wij door al te groote kalmte en onver schilligheid den schijn op ons laden alsof wij de volksbelangen over het hoofd zien. En al ware het alleen dat de belangstelling voor die zaken opgewekt wordt, dan nog zijn wij het bestuur van de Unie dankbaar voor de verschafte inleiding op belangrijkejvraagpunten en hopen wij dat, wanneer zij weldra ter spra ke zal worden gebracht, de leden der kies- vereenigingen daaraan de aandacht zullen schenken, die zij verdient. Met het oog op het standpunt, dat de libe rale partij tegenover de sociale vraagstukken moet innemen, staan wij nu vooral op een be langrijk keerpunt. Bij de hangende grondwetsherziening is het vraagstuk van het kiesrecht van groot gewicht. De Unie verklaarde zich voor eene zeer groote uitbreidingal was de meerderheid tegen algemeen stemrecht. Van onze vertegenwoordigers zal de uitvoering van de besluiten, die de Unie omtrent de sociale vraagstukken neemt, afhangen. Hoe meer personen deelnemen aan de keuze van die vertegenwoordigers, hoe meer waarborg men natuurlijk zal hebben dat ook zij gekozen zullen worden, die voor zulke volksbelangen een open oog hebben. Toch zal men aan grenzen blijven ge bonden. Maar zou het onverstandige politiek wezen, wanneer de kamer het voorstel van den heer Heldt ondersteunde en in de grondwet geen hinderpaal legde om eenmaal te komen waar wij toch eens zullen aanlandenhet alge meen stemrecht, met de noodige uitzonderingen? Waar juist dat punt tot zoovelerlei verschil van meening aanleiding geeftde keus zoo hoogst moeilijk isde omstandigheden zich bijna dagelijks wijzigen, daar kan het voor het vervolg ook nuttig zijn, dat de grondwet geen hinderlijke bepaling bevatte, die uitbreiding van het kiesrecht in den weg sta. Heldt heeft reeds een concessie op dat punt gedaan, door den eisch tot decreteering van algemeen stemrecht in de grondwet te doen vallen eene toenadering op dit punt van de zijde der liberalen en van de Unie-mannen zou zeker een bewijs wezendat ook zij gaarne zullen meewerken om dat vraag stuk te helpen oplossen in een richting, die in de toekomst veel goeds belooft voor eene gezonde oplossing der sociale vraagstukken. Dan toch kan men nieuwe elementen verwachten «ader hen, die daaraan hunne krachten moeten wijden en de ervaring heeft het geleerdwij hebben nieuw bloed hard noodig, wil de staats machine op dat punt beter loopen dan zij in de laatste jaren deed. De tweede kamer toonde zich gisteren zelfs huiverig om de zaak-Croll flink onder de oogen te zien. Het voorstel van den heer Heldt, om den minister van binnenlandsche zaken inlichtingen te vragen, verviel, nadat met 42 tegen 37 stem men aangenomen werd de conclusie der commissie om het adres van den heer Croll ter griffie neer te leggen. De voor- en tegenstanders van dit voorstel bestonden uit mannen van verschillende richting, maar de minderheid, die toonde wel inlichtingen te wenschen, bestond uit liberalen en eenige anti-revolutionairen. Wij vonden onder hen, die tegen de gestelde conclusie stemden, o. a. de heeren Eeucbenius, Van der Borch, Seret, De Geer, Fabius, Donner, 't Hooft en Lohman. De meerderheid was dus zelfs bang om in zulk een zaak, waarbij de sociaal-democratie betrokken is, te roeren. Eleingeestig voorzeker. Hoe men over de handelwijze van den minister tegenover den heer Croll ook denke; in ieder geval kan elk burger, die zich op gepaste wijze bij de kamer beklaagt over verkorting van zijn rechten, er aanspraak op maken, dat deze zijne zaak niet in den doofpot doe en in de allereerste plaats dat de kamer zich op de hoogte stelle van alles, wat met het gebeurde in nauw verband staat en daartoe aanleiding gaf. Het is of de kamer zoo bevreesd is van het sociaal-democratische spook, dat op het rammelen der ketenen haar de schrik om 't hart slaat. Gelukkig dat nog een groot deel der kamerleden zich op beter en vrijzinniger standpunt plaatste- Dinsdagavond a. zal in het Schuttershof aWiïemssic openbare bijeenkomst plaats hebben, ter bespreking van de drinkwaterleiding. Die meeting gaat uit van de kiesvereeniging Eendracht maakt macht en is voor een ieder toegankeljjk. Het onderwerp zal worden ingeleid door den heer P. Polet, directeur der gasfabriek, die daartoe door het bestuur der kiesvereeniging is uitge- noodigd. Dien avond zal het zeker niet aan belangstel ling ontbreken. Een ieder zal daarop zooveel mogelijk inlichtingen kunnen ontvangen, terwijl vooral daarom op de tegenwoordigheid van hen, die uit hygiënisch oogpunt de zaak kunnen toe lichten, zeker zeer hooge prijs zal worden gesteld. De winst- en verliesrekening over 1885 van de kon. pi" de Schelde, die met de balan» te Vlis singen voor de aandeelhouders terinzage is gelegd, sluit met een winstpost van ruim 5000. Deze post is, volgens het voorstel der directie, tot afschrijving bestemd. Amst Het centraal bestuur van het Algemeen Nederl. werkliedenverbond heeft in een adres aan de tweede kamer verzocht het voorstel der regeering tot vervanging van art. 76 der grondwet te ver werpen en daarvoor in de plaats een ander voor stel te doen en aan te nemen, waarbjj het kies recht verzekerd wordt aan alle meerderjarige ingezetenen, Nederlanders, die in het genot zijn hunner burgerlijke rechten, met uitzondering van hen, die in hechtenis zjjn of wien het kiesrecht bij een rechterlijke uitspraak is ontzegd, benevens, in het uiterste geval, de ongehuwde militairen, behoorende tot het vaste korps, beneden den rang van onderofficier, en zij die voortdurend, d. i. het geheele jaar, worden bedeeld, of het jaar vooraf gaande aan het vaststellen der kiezerslijsten, zoo danig werden bedeeldalsook, dat het kiesrecht geheim zij; d. w. z. dat de kiezer aan het kies bureau in eene gesloten ruimte zijn biljet invult. Mocht echter zulk eene regeling bij de kamer bezwaren ontmoeten en zij te dien opzichte tot geene overeenstemming kunnen geraken, dan ver zoekt adressant in ieder geval in de grondwet te bepalen, dat het kiesrecht wordt toegekend aan de meerderjarige ingezetenen, Nederlanders, be houdens regeling bij de wet, zoodat de grondwet geenerlei belemmeringen of beperkingen in den weg legt, maar alle verdere bepalingen, die noodi g mogen worden geacht, plaats vinden bij de kieswet. De schippersvereeniging Hei Noorden te Gronin gen heeft in een adres aan den minister van waterstaat, verzocht: 1°. vermindering der de binnenlandsche scheepvaart drukkende lasten, zooals ook ten opzichte van de buitenlandsche scheepvaart is geschied2°. verlaging van de bovenvermelde tarieven in de provincie Friesland, bekrachtigd bij besluiten van 24 April 1884 (Stbl. no. 67, 68 en 69) tot het bedrag der voor die wetten geheven tollen3°. het nemen van maat regelen om, alvorens nieuwe voordrachten van wet tot bekrachtiging of van koninklijke beslui ten tot goedkeuring van watertollen komen, de besturen van de wettig bestaande schippers vereeniging met de voorgedragen toltarieven in kennis te stellen. In de afdeelingen der tweede kamer werd bij het onderzoek van het wetsontwerp tot wijziging der begrooting van waterstaat 1885 de zeer ge gronde vraag gedaan, welke dringende noodzake lijkheid er einde 1876 bestond om den bouw van het departement van justitie met zoodanige over ijling te beginnen, dat daaruit de oorzaak voor het verleenen van de Dekende schadevergoeding aan den aannemer voortvloeide. Men vroeg echter1 ook overlegging van de correspondentie, opdat bljjke, wie eigenlijk de schuldige is geweest. De gelden, ten behoeve van den voormaligen bouwkundige van financiën aangevraagd, wilden de meeste leden toestaan. Men behoorde zich te verheugen, dat 't der regeering was gelukt, iemand te vindèn, geschikt tot het opmaken van een ontwerpwaaraan zulke hooge bouwkundige eischen moesten gesteld worden, en aan wien men nu een gebouw te danken heeft, dat met recht een sieraad der residentie mag worden genoemd. Tegenover deze leden, die de buitengewone be looning zeer matig noemden, stonden eenige andere, die er de helft op wilden afdingen. De vraag werd eindelijk gedaan, of het departe ment, zooals schijnt te blijken, ƒ850.000 heeft gekost. In Zeeland hebben zich voor hei voorjaara- examen voor de akte, bedoeld bij art. 56a lager onderwijs, welk examen op 5 April e. k. een aan vang neemt, niet minder dan 78 aspiranten, nl. 16 vrouw, en 62 mann, aangegeven. Naar het Hbld verneemt, heeft het classicaal bestuur geoordeeld, dat de bezwaren, tegen de voor- loopig geschorste leden van den alg. kerkeraad te Amsterdam ingebracht, aanleiding zouden kun nen geven tot ontzetting uit eene kerkelijke be diening. Daarmeê is evenmin censuur uitgesproken, als met de provisioneele schorsing. Er is aller minst een vonnis geveld. Het algemeen reglement (art. 44, al. 3) schrijft voor, dat alle geschillen en aanklachten bjj het classicaal bestuur worden ingebracht, om se voorloopig te onderzoeken,

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1886 | | pagina 1